De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel XVII, eerste lid, van de Wet maatregelen Wet werk en bijstand en
enkele andere wetten;
Besluit:
ARTIKEL I
Artikel IX van de Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten wordt
als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel A, onder 2, wordt als volgt gewijzigd:
a. In het zevende lid, onderdeel b, onder 1°, wordt ‘€ 33,40’ vervangen door: € 34,24.
b. In het zevende lid, onderdeel b, onder 2°, wordt ‘€ 26,72’ vervangen door: € 27,40.
c. In het zevende lid, onderdeel b, onder 3°, wordt ‘€ 22,00’ vervangen door: € 22,90.
2. In onderdeel H wordt artikel 44f als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a, onder 1°, wordt ‘€ 46,83’ vervangen door: € 48,30.
b. In onderdeel a, onder 2°, wordt ‘€ 37,00’ vervangen door: € 38,32.
c. In onderdeel a, onder 3°, wordt ‘€ 31,09’ vervangen door: € 32,12.
d. In onderdeel b, onder 1°, wordt ‘€ 42,33’ vervangen door: € 43,59.
e. In onderdeel b, onder 2°, wordt ‘€ 33,60’ vervangen door: € 34,66.
f. In onderdeel b, onder 3°, wordt ‘€ 28,04’ vervangen door: € 28,89.
g. In onderdeel c, onder 1°, wordt ‘€ 37,90’ vervangen door: € 38,95.
h. In onderdeel c, onder 2°, wordt ‘€ 30,12’ vervangen door: € 30,99.
i. In onderdeel c, onder 3°, wordt ‘€ 24,98’ vervangen door: € 25,73.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2016.
TOELICHTING
Met ingang van 1 juli 20161 treedt artikel IX, onderdelen A tot en met F en H, van de Wet maatregelen Wet werk
en bijstand en enkele andere wetten in werking2. Met de genoemde onderdelen van artikel IX wordt de kostendelersnorm ingevoerd in
de Toeslagenwet (TW). In artikel IX, onderdelen A (artikel 2, zevende lid, TW) en
H (artikel 44f TW), zijn normbedragen opgenomen aan de hand waarvan het recht op en
de hoogte van de toeslag worden berekend. Op het moment dat het voorstel van Wet maatregelen
Wet werk en bijstand en enkele andere wetten werd opgesteld3 was het echter niet mogelijk de normbedragen te bepalen zoals ze met ingang van 1 juli
2016 zouden moeten komen te luiden. Daarom zijn vooralsnog de normbedragen opgenomen
zoals deze per 1 juli 2013 zouden luiden. Om dit goed te laten verlopen is in het
wetsvoorstel een bepaling opgenomen waarin de bevoegdheid is opgenomen voor de Minister
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om deze normbedragen eenmalig na inwerkingtreding
van de betreffende bepalingen aan te passen. Het betreft artikel XVII, eerste lid,
van de Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten. Van deze mogelijkheid
tot eenmalige aanpassing wordt nu gebruik gemaakt.
Alle eenmalig aangepaste bedragen volgen de ontwikkeling van het netto minimumloon.
In artikel 9 TW is bepaald dat de in de TW genoemde bedragen worden gewijzigd overeenkomstig
de wijze en met ingang van de dag waarop de bedragen, genoemd in hoofdstuk 3 van de
Participatiewet, worden gewijzigd. In artikel 38, eerste lid, van de Participatiewet
is bepaald dat de normen, genoemd in de artikelen 20, 21, 22a, derde lid, en 23, eerste
lid, met ingang van de dag waarop het netto minimumloon wijzigt, worden gewijzigd
met het percentage van deze wijziging. Uitgaande van het wettelijk bruto minimumloon
dat met ingang van 1 juli 2016 is vastgesteld op € 1537,20 per maand en de geldende
belastingtarieven, premiepercentages en algemene heffingskorting is het netto minimumloon
per 1 juli 2016 berekend op € 1317,37. Dit heeft geleid tot een eenmalige aanpassing
van de in deze regeling genoemde bedragen met 0,83 %.
Wellicht ten overvloede wordt gemeld dat de normbedragen uit de TW die niet zijn gewijzigd
bij de Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten (artikelen 2,
eerste en tweede lid, en 8, eerste lid), maar die wel geïndexeerd dienen te worden
via de reguliere indexeringsbepalingen (artikel 9 TW, jo. artikel 38, eerste lid,
Participatiewet) met ingang van 1 juli 2016 van rechtswege worden aangepast. Deze
gewijzigde bedragen zullen zoals gewoonlijk worden bekendgemaakt in de Staatscourant.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. Klijnsma