Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Inspectie Leefomgeving en Transport | Staatscourant 2016, 34134 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Inspectie Leefomgeving en Transport | Staatscourant 2016, 34134 | Overig |
De Minister van Infrastructuur en Milieu maakt bekend dat zij op 22 juni 2016, op grond van artikel 15.36, eerste lid, van de Wet milieubeheer heeft besloten om de door producenten en importeurs van vlakglas vrijwillig gesloten Overeenkomst inzake de verwijderingsbijdrage (afvalbeheersbijdrage) voor vlakglas (hierna: Overeenkomst) met ingang van de dag na de datum van publicatie tot en met 31 december 2020 algemeen verbindend te verklaren. Reeds vier maal eerder is een Overeenkomst inzake een verwijderingsbijdrage voor vlakglas algemeen verbindend verklaard. De laatste algemeen verbindend verklaring liep op 31 december 2015 af.
Het verzoek is ingediend door Stichting Vlakglas Recycling Nederland namens de vereniging Bouwend Nederland, mede namens de producenten en importeurs van vlakglas die lid zijn van Bouwend Nederland en zijn verenigd in de vakgroep GBO van die vereniging.
De Overeenkomst vormt de financiële basis voor de uitvoering van de verplichtingen van VRN en dient ter financiering van een inzamel- en verwerkingssysteem voor vlakglas en heeft betrekking op vlakglas, dat voor de eerste maal op de Nederlandse markt wordt afgezet.
De verplichting tot afdracht van de afvalbeheersbijdrage rust op een ieder die vlakglas in Nederland invoert of op de markt brengt. De afvalbeheersbijdrage zal voor isolatieglas € 0,40 per vierkante meter bedragen (exclusief BTW). Onder isolatieglas wordt verstaan een unit van twee of meer ruiten die bijeen wordt gehouden door middel van een metaalstrip en een kitafdichting. Voor de overige soorten vlakglas geldt een afvalbeheersbijdrage van € 0 per vierkante meter.
Van het ontwerpbesluit is op 25 januari 2016 mededeling gedaan in de Staatscourant. Het ontwerpbesluit en de bijbehorende stukken hebben van 26 januari 2016 tot en met 8 maart 2016 ter inzage gelegen. Naar aanleiding hiervan zijn zienswijzen ingediend.
Het definitieve besluit en bijbehorende stukken liggen vanaf 29 juni 2016 gedurende 6 weken ter inzage de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), Domein Afval, Industrie en Bedrijven, afdeling Vergunningverlening Afval, Industrie en Bedrijven, Graadt van Roggenweg 500, 3531 AH te Utrecht.
U dient vooraf echter wel een afspraak te maken (tel: 088 489 0000).
Gelet op artikel 15.37, vierde lid, van de Wet milieubeheer volgt hieronder eveneens de tekst van de algemeen verbindend verklaarde Overeenkomst.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu: neemt het volgende in overweging:
1. De heer C. Wittekoek, directeur van de Stichting Vlakglas Recycling Nederland (hierna: VRN), Zilverstraat 69, 2718 RP te Zoetermeer, heeft op 28 mei 2015 een verzoek tot algemeen verbindend verklaring als bedoeld in artikel 15.36 van de Wet milieubeheer (Wm) van de Overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage voor vlakglas voor de periode 2016-2020 (hierna: de Overeenkomst) ingediend. De Overeenkomst is gesloten tussen de Vereniging Bouwend Nederland en de Stichting Vlakglasrecycling Nederland (VRN). De Verening Bouwend Nederland is een fusie tussen de Organisatie voor de Vlakglas Branche (GBO) en de vakgroep GBO van de Vereniging Bouwend Nederland.
De algemeen verbindend verklaring wordt aangevraagd voor de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2020 en volgt op de algemeen verbindend verklaring van VRN met het kenmerk I&M/BSK-2012/250881, welke geldig is tot en met 31 december 2015.
2. Met betrekking tot het verzoek tot algemeen verbindend verklaring wordt de in titel 15.10 van de Wm en afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) voorgeschreven procedure gevolgd.
Op 27 juli 2015 is er een verzoek om aanvullende informatie aan VRN verzonden. Het verzoek tot algemeen verbindend verklaring is door VRN op 12 augustus 2015 aangevuld. Per e-mail is op 7 september 2015 om toelichting gevraagd. Naar aanleiding van dit verzoek zijn op 14 september 2015 nog aanvullende stukken van VRN ontvangen.
Op 8 en 13 oktober 2015 is de aanvraag nogmaals toegelicht met betrekking tot de financiële aspecten.
Op 3 november 2015 heeft VRN een verzoek gedaan tot opschorting van de behandeling van de aanvraag met vier weken. Reden hiervoor was dat VRN nog aanvullingen op de aanvraag wilde indienen. Op 11 november 2015 is ingestemd met de opschorting van vier weken. Op 19 november 2015 is een nieuwe overeenkomst ontvangen. Deze is op 17 december 2015 als ondertekende versie aangeleverd.
Het verzoek, het ontwerpbesluit en de overige van belang zijnde stukken zijn ter inzage gelegd bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), afdeling Vergunningverlening EVOA en Besluiten, Graadt van Roggenweg 500, 3531 AH te Utrecht. De kennisgeving over de terinzagelegging is gepubliceerd in de Staatscourant.
Het ontwerpbesluit heeft van 26 januari 2016 tot en met 8 maart 2016 ter inzage gelegen.
Naar aanleiding van het ontwerpbesluit is er op 23 februari 2016 per e-mail en op per brief zienswijze ontvangen van Vereniging Kunststof Gevelelementenindustrie (VKG), mede namens Nederlandse Branchevereniging voor de Timmerindustrie en de Vereniging Metalen Ramen en Gevelbranche, gevestigd te Nieuwegein.
Op 1 maart 2016 is VRN van de inhoud hiervan op de hoogte gebracht.
Naar aanleiding van het ontwerpbesluit is er op 3 maart 2016 bij zienswijze ontvangen van Glass Cradle Nederland, gevestigd te Dalfsen.
Op 8 maart 2016 is VRN van de inhoud hiervan op de hoogte gebracht.
Naar aanleiding van het ontwerpbesluit is er op 7 maart 2016 bij zienswijze ontvangen van Van Tuijl Glasrecycling, mede namens Shanks Nederland B.V., gevestigd te Gameren.
Op 8 maart 2016 is VRN van de inhoud hiervan op de hoogte gebracht.
Op 9 mei 2016 heeft Van Tuijl Glasrecycling de zienswijze ingetrokken.
Naar aanleiding van de zienswijzen is op 18 maart 2016 het besluit opgeschort op basis van artikel 4.14 van de Algemene wet bestuursrecht (AWB)voor 6 weken. In de periode tot en met 12 april zijn de partijen die zienswijzen hebben gegeven op het ontwerpbesluit in de gelegenheid gesteld om een reactie te geven op vragen die per email zijn gesteld aan de partijen om verdere duidelijkheid te verschaffen. Op 11 mei 2016 is in een gezamenlijke hoorzitting met alle partijen die zienswijzen hebben ingediend, de gelegenheid geboden de standpunten nader toe te lichten.
Onder punt 7 wordt ingegaan op de inhoud van de ingediende zienswijzen.
3. De Overeenkomst vormt de financiële basis voor de uitvoering van de verplichtingen van VRN en dient ter financiering van een inzamel- en verwerkingssysteem voor vlakglas.
4. De algemeen verbindend verklaring van de Overeenkomst is nodig om te bewerkstelligen dat ook de producenten en importeurs, die niet vrijwillig partij zijn bij deze overeenkomst verplicht worden de afvalbeheersbijdrage af te dragen.
5. Reeds viermaal eerder is een Overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage voor vlakglas door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (hierna: VROM) en de Minister van Infrastructuur en Milieu op verzoek van VRN algemeen verbindend verklaard. De laatste algemeen verbindend verklaring loopt tot en met 31 december 2015. Dit verzoek tot algemeen verbindend verklaring is hierop het vervolg.
6. Het verzoek tot algemeen verbindend verklaring van de Overeenkomst is getoetst aan de Regeling verzoek afvalbeheersbijdragen van 9 mei 1994 (hierna: de regeling) en de Leidraad algemeen verbindend verklaring overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage (avv), zoals op 10 november 2000 vastgesteld door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, waarin achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan de orde komen:
a. Om een verzoek tot algemeen verbindend verklaring in te dienen is het noodzakelijk dat de indiener aantoont dat zijn verzoek de vereiste meerderheid heeft.
Uitgangspunten bij het bepalen van de marktomvang
In artikel 15.37, eerste lid, van de Wm is opgenomen dat een verzoek tot algemeen verbindend verklaring van een overeenkomst over de afvalbeheersbijdrage slechts kan worden ingediend door degenen die, onderscheidenlijk organisaties van degenen die wat betreft de gezamenlijke omzet van de betrokken stoffen, mengsels of producten een naar het oordeel van Onze Minister belangrijke meerderheid vormen van degenen die deze stoffen, preparaten of producten in Nederland invoeren of op de markt brengen. In de memorie van toelichting is aangegeven dat hierbij gedacht kan worden aan een dekkingsgraad van circa 75%.
Per brief op 24 november 2011 (kenmerk IenM/BSK-2011/161105) heeft de Staatssecretaris specifiek met betrekking tot de avv voor verpakkingen aangegeven dat bij het algemeen verbindend verklaren van een Overeenkomst een belangrijke meerderheid nodig is van degenen die deze producten op de markt brengen of in Nederland invoeren. Een vertegenwoordiging qua omzet van meer dan 60% wordt door de Staatssecretaris gezien als een belangrijke meerderheid.
Verder is in artikel 15.37, eerste lid, van de Wm opgenomen dat Onze Minister bij het oordeel over de vraag of er sprake is van een belangrijke meerderheid, in ieder geval betrekt het aantal van degenen die het verzoek hebben ingediend in verhouding met het totale aantal van degenen die deze stoffen, preparaten of andere producten in Nederland invoeren of op de markt brengen. In de Leidraad is hierover aanvullend opgenomen dat het niet wenselijk is dat een branche waarin één groot bedrijf qua omzet dominant is, via de avv zijn wil kan opleggen aan 50 kleinere bedrijven. Aan de andere kant moet het mogelijk zijn om voor 4 bedrijven die qua omzet een belangrijke meerderheid hebben in een markt waarin nog 10 bedrijven actief zijn, een avv af te geven.
Marktomvang volgens indiener VRN
VRN heeft aangegeven dat de bepaling van de totale marktomvang van vlakglas moeilijk te bepalen is. VRN is daarom uitgegaan van zowel 1)algemene gegevens over de vlakglasbranche, van 2)eigen nader onderzoek en van de 3)registratie van de marktomvang in het OAV (Onafhankelijke Administratie Vlakglas). Deze worden hieronder kort samengevat:
Algemene gegevens:
1. er wordt jaarlijks zo’n 4.500.000 m2 isolatieglas op de markt gebracht. Dit wordt voor gemiddeld 86% toegepast in woningbouw en voor 14% in de utiliteitsbouw;
2. in 2014 zijn er ongeveer 43.000 nieuwbouwwoningen opgeleverd. In 2015 is de verwachting dat dit er 45.000 zullen zijn. Omgerekend per woning komt dit op 903.000 m2glas wat gelijk staat aan ongeveer 21.000 ton isolatieglas.
In een nieuwbouwwoning wordt gemiddeld 21 m2isolatieglas toegepast;
3. isolatieglas bestaat uit een unit van twee of meer aan elkaar gemonteerde delen vlakglas, bij elkaar gehouden door een metalen- of kunststof strip en een kitafdichting, zoals omschreven in onderdeel 6c.
4. in de Europese Unie zijn momenteel 58 vlakglasovens. Een vlakglasoven produceert ongeveer 150.000 ton glas per jaar. Deze ovens produceren naast vlakglas voor isolatieglas, ook glas voor de productie van autoruiten, kassenglas en interieurglas. De laatste vlakglasoven in Nederland is in 2013 gesloten.
5. Nederland heeft geen eigen vlakglasoven. Het vlakglas wordt derhalve uit andere Europese landen geïmporteerd, net name uit Duitsland, België, Polen en ook Tsjechië. Het geïmporteerde vlakglas wordt wel door enkele producenten in Nederland zelf tot isolatieglas verwerkt. Er wordt echter ook een grote hoeveelheid isolatieglas, met name uit Duitsland, geïmporteerd naar Nederland.
Eigen onderzoek VRN
Om de marktomvang niet alleen te baseren op aannamen, heeft VRN zelf onderzoek gedaan. VRN heeft aan de Nederlandse producenten van isolatieglas gevraagd hoeveel zij geproduceerd hebben voor de Nederlandse markt. Tevens heeft VRN gevraagd aan deze producenten om de gegevens van hun zusterbedrijven over de gegevens van naar Nederland geïmporteerde hoeveelheden. Zoals reeds aangegeven is Duitsland het voornaamste importland voor isolatieglas. De Duitse brancheorganisatie had net zoals de Nederlandse organisatie niet de beschikking over de hoeveelheden.
Tevens heeft VRN onderzoek gedaan naar de hoeveelheden kozijnen die inclusief isolatieglas op de Nederlandse markt worden gebracht.
VRN heeft in haar aanvraag aangegeven dat tussen de 58% en 62% van het isolatieglas dat in Nederland op de markt wordt gebracht, in Nederland is geproduceerd. Het aantal Nederlandse producenten bedraagt circa 20. In Duitsland zijn er 15 bedrijven die naar Nederland exporteren. In België zijn er 8 bedrijven die naar Nederland exporteren. De hoeveelheid isolatieglas die in Nederland geproduceerd wordt, is door VRN geschat op 2.800.000 m2. Hiervan is 2.619.000 m2 bestemd voor de Nederlandse markt. 181.000 m2 wordt geëxporteerd.
Verder schat VRN de hoeveelheid geïmporteerd vlakglas op 1.865.000 m2. Deze schatting is gebaseerd op de importcijfers van Duitse en Belgische brancheorganisaties. De schattingen van de productie in Nederland en het geïmporteerde glas, stroken met de totaal op de markt gebrachte hoeveelheid van ongeveer 4.500.000 m2 (2.619.000 m2+ 1.865.000 m2).
De gezamenlijke omzet van het in Nederland op de markt gebracht isolatieglas wordt door VRN op basis van het onderzoek geschat op 200 miljoen euro.
De aanvraag tot algemeen verbindend verklaring van de overeenkomst is ingediend door VRN namens de partijen van de overeenkomst. De overeenkomst is aangegaan tussen VRN en de vereniging Bouwend Nederland, mede namens de producenten en importeurs van vlakglas die lid zijn van Bouwend Nederland en zijn verenigd in de vakgroep GBO van die vereniging.
Vakgroep GBO is vertegenwoordigd in het bestuur van VRN. Vakgroep GBO vertegenwoordigt, volgens de bij de aanvraag gevoegde lijsten van de leden, meer dan 80% van de producenten en importeurs van vlakglas in Nederland. Vakgroep GBO heeft circa 170 leden die actief zijn in de vlakglasbranche. Dit is ruim 75% van de totale branche, die volgens GBO circa 220 producenten en importeurs zou omvatten.
Aan VRN is door een onafhankelijke accountant aangegeven dat, op basis van gegevens van VRN, 84,7% van het geproduceerde en geïmporteerde isolatieglas afkomstig is van 66 bij de vakgroep GBO aangesloten bedrijven. Het meerderheidsvereiste is niet onderbouwd met een accountantscontrole per deelnemend bedrijf.
Registratie bij Onafhankelijk Administratie Vlakglas (OAV)
Volgens informatie die door de afdeling Onafhankelijke Administratie Vlakglas van de VRN (hierna OAV) is ontvangen, van de producenten en importeurs van isolatieglas die de verwijderingsbijdrage af hebben gedragen, bedraagt de omvang van het aantal m2 isolatieglas dat in Nederland in 2014 is geproduceerd of geïmporteerd 4.190.116 m2.
De marktomvang volgens opgave van indiener VRN, is in onderstaande tabel samengevat:
Productie m2 isolatieglas |
GBO leden |
Niet bij GBO aangesloten producenten en importeurs |
Totaal |
---|---|---|---|
productie Nederlandse markt |
2.565.291 m2 (99,5%) |
12.476 m2 (0,5%) |
3. m2 (100%) |
Duitse import |
817.429 m2 |
612.574 m2 |
1.430.003 m2 |
Overig import ((o.a. Polen en België) |
182.346 m2 |
– |
182.346 m2 |
Totaal import |
999.775 m2 (62%) |
612.574 m2 (38%) |
1.612.349 m2 (100%) |
Totaal |
3.565.066 m2 (85%) |
625.050 m2 (15%) |
4.190.116 m2 (100%) |
Alle producenten van isolatieglas in Nederland zijn aangesloten bij de vakgroep GBO. Van het isolatieglas dat wordt geïmporteerd, wordt volgens opgave van VRN 62% geïmporteerd door leden van de vakgroep GBO.
De leden van GBO zijn verantwoordelijk voor de 2.565.291 m2 van de in totaal 2.577.767 m2 in Nederland geproduceerde hoeveelheid isolatieglas. Met betrekking tot de productie van isolatieglas in Nederland is het aandeel van de leden van GBO daarmee 99,5%.
Marktomvang op basis van ingediende zienswijze door Glass Cradle Nederland
Naar aanleiding van de ingediende zienswijzen en extra aanvullende vragen, is nieuwe informatie verkregen van zowel VRN als Glass Cradle Nederland (hierna GCN) over de omvang van de markt.
GCN heeft onderzoek gedaan naar de import van glas vanuit diverse landen naar Nederland. De resultaten hiervan heeft GCN op 1 april 2016 nagezonden.
Van GCN zijn cijfers verkregen over de hoeveelheid import van isolatieglas uit Duitsland en van overige landen waaronder Polen, België en China.
Om de gegevens van VRN en GCN met elkaar te vergelijken zijn voor zowel de cijfers van GCN als van VRN uit het jaar 2014 gehanteerd.
Uit officiële cijfers, die zijn aangeleverd door GCN, voor het jaar 2014 waaronder van het Statistisches Bundesamt (Wiesbaden, 2016) blijkt dat er totaal 2.085.936 m2 glas uit Duitsland is geïmporteerd en circa 762.786 m2 geïmporteerd uit andere landen.
Dit maakt tezamen een import van 2.848.722 m2.
VRN geeft echter aan dat de totale import zoals bij hen geregistreerd 1.612.349 m2 was (zie tabel hiervoor).
Dit betekent dat volgens GCN er 1.236.373 m2 meer isolatieglas is geïmporteerd in 2014, dan door VRN is aangegeven.
Als voor de berekening van de meerderheid wordt aangenomen dat dit cijfer juist is zou het totaal aan m2 geproduceerd en geïmporteerd vlakglas, zoals door VRN is opgegeven, moeten worden verhoogd met 1.236.373 m2.
Dat deze import alleen voor rekening komt van de 50 bedrijven die niet zijn aangesloten bij GBO, lijkt niet aannemelijk.
De verklaring hiervoor is mogelijk dat een aandeel van het geïmporteerd isolatieglas verhandeld wordt door (kleine) bedrijven die niet bekend zijn met het systeem van VRN.
De marktomvang volgens opgave in de zienswijze van GCN, is in onderstaande tabel samengevat:
Productie m2 isolatieglas |
GBO leden |
Niet bij GBO aangesloten producenten en importeurs |
Totaal |
---|---|---|---|
productie Nederlandse markt |
2.565.291 m1 |
12.476 m21 |
2.577.767 m21 |
Duitse import |
817.429 m21 |
1.268.507 m23 |
2.085.936 m22 |
Overig import ((o.a. Polen en België) |
182.346 m21 |
580.440 m23 |
762.786 m22 |
Totaal import |
999.775 m2 |
1.848.947 m2 |
2.848.722 m2 |
Totaal |
3.565.066 m21 (65,7%) |
1.861.423 m23 (34,3%) |
5.426.489 m23 (100%) |
Op basis van de aangeleverde gegevens van GCN kan berekend worden dat het totaal aan geproduceerd en geïmporteerd isolatieglas 5.426.489 m2 (4.190.116 m2 + 1.236.373 m2) bedraagt.
Van dit totaal 5.426.489 m2 is GBO verantwoordelijk voor 3.565.066 m2 geproduceerd en geïmporteerd isolatieglas.
De door GCN opgegeven cijfers leiden tot de conclusie dat VRN (op basis van productie en import volume) in 2014, in plaats van de opgegeven 85% van de producenten/importeurs, het percentage van 65,7% heeft vertegenwoordigd.
In de branche wordt onderkend, dat steeds meer isolatieglas rechtstreeks door particuliere opdrachtgevers wordt geïmporteerd. Omdat het geen beroepsmatige import betreft, telt dit aandeel niet mee bij de berekening van de meerderheid. Hoe groot dit aandeel is, is vooralsnog onbekend.
Verondersteld mag worden dat het aandeel van de omzet van VRN ten minste 65,7% bedraagt, maar waarschijnlijk hoger ligt.
Mede gezien de terughoudende inschatting van de betreffende gegevens, die niet in het nadeel van de aanvrager mag uitvallen, en de ruime marge tot een getalsmatige grens van 50% plus, wordt een meerderheid van ten minste 65,7% als een belangrijke meerderheid aanvaarbaar geacht.
Hiermee wordt aan de vereiste meerderheid van de producenten en importeurs conform artikel 15.37, eerst lid Wm is voldaan.
b. Op grond van artikel 1, onder a, van de regeling dient in de Overeenkomst de naam, adres en registratienummer bij de Kamer van Koophandel van degenen die partij zijn bij de overeenkomst te worden gegeven.
Het verzoek bevat de namen, adressen en registratienummers bij de Kamer van Koophandel van de organisaties die partij zijn bij de Overeenkomst.
Hiermee wordt voldaan aan punt 1a van de regeling.
c. Op grond van artikel 1, onder b, van de regeling dient in de Overeenkomst de stof, het preparaat of het andere product waarop de afvalbeheersbijdrage wordt gelegd te worden gegeven.
VRN heeft aangegeven dat de afvalbeheersbijdrage betrekking heeft op vlakglas dat voor de eerste maal op de Nederlandse markt afgezet wordt.
Het inzamelings- en recyclingssysteem omvat alle soorten vlakglasafval, waaronder floatglas, draadglas, gelaagd glas, figuurglas, isolatieglas, gecoat glas, gehard glas, gekleurd vlakglas, verzilverd glas, geëmailleerd/geverfd glas, gebogen glas, tuinbouwglas, glazen bouwstenen, profielglas, brandwerend glas en overige soorten vlakglas. Het heeft geen betrekking op overige soorten glas zoals holglas en glas afkomstig uit de automotive (autoruiten).
De afvalbeheersbijdrage zal voor isolatieglas een bepaald bedrag per m2 bedragen. Onder isolatieglas wordt verstaan een unit van twee of meer ruiten die bijeen wordt gehouden door middel van een metaalstrip en een kitafdichting. Ook indien deze is toegepast in een geprefabriceerd bouwdeel, zoals een kozijn of gevelelement van aluminium, kunststof, hout of enig ander materiaal, wordt de unit als isolatieglas beschouwd. Voor de overige soorten vlakglas geldt een afvalbeheersbijdrage van € 0 per vierkante meter.
De afvalbeheersbijdrage bedraagt voor isolatieglas € 0,40 per vierkante meter (exclusief BTW).
Hiermee wordt voldaan aan punt 1b van de regeling.
d. Op grond van artikel 1, onder c, van de regeling dient in de Overeenkomst de hoogte of de wijze van berekenen van de afvalbeheersbijdrage aan de orde te komen.
De afvalbeheersbijdrage bedraagt voor isolatieglas € 0,40 per vierkante meter (exclusief BTW). Dit bedrag is gebaseerd op financiële analyses en prognoses om een doelmatig en kostendekkend landelijk verwijderingssysteem voor vlakglas uit te voeren. Voor de overige soorten vlakglas geldt een afvalbeheersbijdrage van € 0 per vierkante meter.
Hiermee wordt voldaan aan punt 1c van de regeling.
e. Op grond van artikel 1, onder d, van de regeling dient in de Overeenkomst een omschrijving van degenen op wie de verplichting tot afdracht van de afvalbeheersbijdrage wordt gelegd te worden gegeven.
In de overeenkomst is opgenomen dat de hoogte van de afvalbeheersbijdrage (in de overeenkomst recyclingsbijdrage genoemd) voor isolatieglas € 0,40 (exclusief BTW) bedraagt. Voor de overige soorten vlakglas geldt een recyclingsbijdrage van € 0,–. De afvalbeheersbijdrage wordt afgedragen voor elke vierkante meter, door iedere producent en/of importeur die voor het eerst vlakglas afzet op de Nederlandse markt.
VRN onderscheidt drie categorieën:
− Producenten:
Producenten van isolatieglas leveren aan groothandel, kozijnenfabrikanten, glaszetters, gevelbouwers, aannemers, maar passen het vlakglas ook toe voor eigen projecten;
− Importeurs:
Importeurs importeren isolatieglas en leveren aan groothandel,
kozijnenfabrikanten, glaszetters, aannemers, maar ook voor eigen projecten. Ook isolatieglas wat gemonteerd is in kozijnen en gevelelementen wordt hierbij betrokken;
− Overig
Overige geproduceerde en importeerde vlakglassoorten worden niet geregistreerd, omdat de verwijderingsbijdrage hierop € 0,– bedraagt.
Hiermee wordt voldaan aan punt 1d van de regeling.
f. Op grond van artikel 1, onder e, van de regeling dient in de Overeenkomst een omschrijving van degenen aan wie de afdracht van de afvalbeheersbijdrage moet plaatsvinden te worden gegeven.
Volgens de leidraad dient in de Overeenkomst gewaarborgd te worden dat de organisatie die de afvalbeheersbijdrage beheert onafhankelijk is en dat de geïnde gelden alleen voor de verwijdering van de betreffende producten in de afvalfase worden besteed.
De OAV int namens VRN de afvalbeheersbijdrage bij de producent en/of importeur van isolatieglas. De door de OAV ontvangen afvalbeheersbijdrage wordt periodiek en automatisch overgemaakt naar VRN. Concurrentiegevoelige informatie kan op deze manier niet worden vrijgegeven. Zie verder onder l.
Hiermee wordt voldaan aan punt 1e van de regeling.
g. Op grond van artikel 1, onder f, van de regeling dient in de Overeenkomst het tijdstip en de wijze waarop de afdracht van de afvalbeheersbijdrage moet plaatsvinden te worden gegeven.
VRN heeft een tweetal registratieformulieren beschikbaar voor de registratie bij VRN door producenten en importeurs. Eén formulier voor bedrijven die zich aansluiten bij de overeenkomst, en één formulier voor bedrijven die alleen hun aantallen op de markt gebrachte hoeveelheden aangeven.
VRN geeft de lijst met producenten en importeurs door aan het OAV. In de overeenkomst is opgenomen dat na afloop van elk kwartaal iedere deelnemende producent en/of importeur van isolatieglas een digitaal opgavenformulier van de OAV invult. Middels dit opgavenformulier doet de producent en/of importeur opgave van de hoeveelheid door hem geproduceerde en/of geïmporteerde vierkante meters isolatieglas. De producent berekent aan de hand van de eigen opgave de af te dragen hoeveel afvalbeheersbijdrage hij moet voldoen en maakt dit bedrag over aan de OAV. Dit betekent dat gemiddeld vijfenzeventig dagen nadat het vlakglas voor de eerste keer is afgezet of verkocht op de Nederlandse markt de afvalbeheersbijdrage wordt overgemaakt.
Het OAV stuurt jaarlijks een jaaropgave aan de producenten en importeurs die moet worden geaccordeerd en getekend door de directie.
Hiermee wordt voldaan aan punt 1f van de regeling.
h. Op grond van artikel 1, onder g, van de regeling dient in de Overeenkomst de wijze waarop controle op de afdracht plaatsvindt aan de orde te komen.
Volgens de leidraad moet de controle uitgevoerd worden door een onafhankelijke derde, moet aangegeven worden welke stappen worden ondernomen indien uit de controle blijkt dat een bedrijf niet de juiste gegevens heeft aangeleverd of de afvalbeheersbijdrage niet afdraagt en moet de controlefrequentie worden vermeld.
In de overeenkomst is aangegeven dat aan het einde van elk jaar, alle deelnemers een jaaropgave ontvangen van de OAV. Op basis van de jaaropgave geven de deelnemers een directieverklaring met betrekking tot de juistheid van de gegevens. Voor de juistheid van de door de deelnemers verstrekte gegevens worden steekproefcontroles door een door de OAV gecontracteerde registeraccountant uitgevoerd. Het onderzoek van de registeraccount wordt uitgevoerd over het voorgaande jaar, aan de hand van de financiële administratie. Verder zal de werkwijze van de OAV jaarlijks gecontroleerd worden door een daartoe gecontracteerde internationaal opererende registeraccountant. Indien een bedrijf het opgavenformulier niet invult of niet meewerkt aan de steekproefcontrole door een registeraccountant zal het bedrijf na vier weken een eerste aanmaning ontvangen. Twee weken daarna ontvangt het bedrijf een tweede herinnering met de aanzegging dat via gerechtelijke weg de opgave of de controle zal worden afgedwongen.
Hiermee wordt voldaan aan punt 1g van de regeling.
i. Op grond van artikel 1, onder h, van de regeling dient in de Overeenkomst de wijze waarop degene op wie de verplichting tot afdracht van de afvalbeheersbijdrage is gelegd, gebruik kan maken van de afvalbeheersstructuur voor die stof, dat preparaat of dat andere product, aan de orde te komen.
Alle producenten en importeurs van vlakglas in Nederland kunnen deelnemen aan het verwijderingssysteem.
Vlakglasstromen, die vrijkomen bij veredelaars en groothandelaren die voorvloeien uit vervangings-, renovatie- en sloopwerkzaamheden, worden ingezameld en opgehaald bij veredelaars en groothandelaren van enkelglas en isolatieglas, glaszetters, aannemers en gevelbouwers, milieustraten, containeroverslagbedrijven, renovatieprojecten en alle overige locatie waar vlakglas ontstaat. Dit vlakglas kan gratis worden ingeleverd bij één van de 390 openbare inzamelpunten die zijn aangesloten bij het VRN systeem. Het VRN systeem heeft hiertoe:
− inzamelpunten bij particuliere bedrijven die een deel van hun terrein beschikbaar stellen voor een inzamelcontainer;
− regionale overslagstations bij grote milieustraten waar een inzamelcontainer staat;
− milieustraten/parken bij gemeenten die bij VRN een container kunnen aanvragen waarin particulieren vlakglasafval kosteloos kunnen afgeven;
− op- en overslagbedrijven, containerbedrijven waar ladingen glasafval kunnen worden ingeleverd. Deze bedrijven zamelen ook zelf glasafval in;
− renovatieprojecten waar op verzoek containers zijn geplaatst voor de inzameling van glasafval.
Hiermee wordt voldaan aan artikel 1h van de regeling.
j. Op grond van artikel 1, onder i, van de regeling dient in de Overeenkomst de looptijd van de Overeenkomst opgenomen te zijn.
In de overeenkomst is opgenomen dat deze een geldigheidsduur heeft van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2020.
Hiermee wordt voldaan aan artikel 15.39, eerste lid Wm en artikel 1i van de regeling.
k. Op grond van artikel 2, onder a, van de regeling dient naast de Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in ieder geval de met de afvalbeheersstructuur te realiseren milieudoelstellingen aangegeven te worden.
VRN schat op basis van gegevens uit het verleden en op basis van onderzoek dat er jaarlijks 123.750 ton vlakglasafval op de Nederlandse markt wordt gebracht. In de volgende tabel is de onderverdeling weergegeven van het op de markt gebrachte vlakglas:
Nieuwbouw |
Vervanging |
Totaal |
|
---|---|---|---|
Woningbouw |
28.000 |
54.000 |
82.000 |
Utiliteitsbouw |
25.000 |
16.750 |
41.750 |
Totaal |
53.000 |
70.750 |
123.750 |
Door VRN is aangegeven dat zij verwacht hiervan jaarlijks 69.000 ton vlakglas in te kunnen zamelen. Deze hoeveelheid kan opgesplitst worden in 12.000 ton breuk-, snij- en productieafval, 45.000 ton vlakglas afkomstig van renovatieprojecten, 3.000 ton afkomstig van sloopprojecten en 9.000 ton vlakglas afkomstig van gemeentelijke afvalbrengstations. Dit is veelal afkomstig van particulieren.
VRN geeft aan dat een groot deel van het vlakglas dat niet in het VRN systeem terecht komt, afkomstig is van productieafval en glas vrijkomend bij renovatie en sloopwerkzaamheden van tuinderkassen. Deze sectoren zijn volgens VRN goed georganiseerd en VRN gaat ervan uit dat deze sectoren geen behoefte hebben aan het systeem van VRN omdat hun glasafval al gerecycled wordt.
In het Landelijk Afvalbeheersplan 2009-2021 (LAP) wordt het algemene afvalbeheerbeleid aangegeven, met in een bijlage een uitwerking van dat beleid voor specifieke (categorieën van) afvalstoffen in sectorplannen.
Het systeem voor vlakglas kent blijkens het sectorplan 28 voor bouw- en sloopafval slechts één vorm van nuttige toepassing, te weten recycling. Van het ingezamelde glas wordt 15% weer toegepast als vlakglas, 13% wordt toegepast in de glaswolproductie en 71% wordt toegepast als verpakkingsglas. Naast de glasscherven komen er ook andere materialen vrij bij de verwerking van het ingezamelde glas van VRN. Dit is onder andere metaal (0,08%), folie (0,42%) en puin / keramiek, steen en porselein (0,17%). Deze fracties worden gerecycled. Het resterende materiaal wordt gestort (0,33%).
Hiermee wordt voldaan aan de minimumstandaard zoals geformuleerd in sectorplan 28 van het LAP en artikel 2a van de regeling.
l. Op grond van artikel 2, onder b en c, van de regeling dient naast de Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in ieder geval de organisatorische, technische en financieel-economische opzet van de afvalbeheersstructuur voor die stof, dat preparaat of dat andere product overgelegd te worden.
Organisatorisch
Volgens de leidraad dient inzicht gegeven te worden in de loop van de verschillende afval- en geldstromen, de hoogte van het fonds, de deelnemende partijen en wie waarvoor verantwoordelijk is. Tenslotte moet inzicht gegeven worden in de betrokken rechtspersonen inclusief de statuten.
Afvalstromen en geldstromen
Producenten en importeurs van isolatieglas betalen een afvalbeheersbijdrage voor het door hen op de Nederlandse markt gezette glas aan VRN. VRN bekostigd hiermee de logistieke keten voor de inzameling en verwerking van het glasafval VRN heeft hiervoor een landelijk dekkend netwerk ingericht van inzamelpunten waar iedereen zijn vlakglasafval gratis kan afgeven. De inzamelpunten zijn gevestigd bij vlakglasbedrijven, grote milieuparken en op overslaglocaties. Indien een bedrijf niet naar een inzamelpunt wil rijden of geen inzamelpunt wil worden, kan een container voor eigen gebruik aangevraagd worden, waarvoor VRN een extra bijdrage vraagt. Daarnaast kunnen voor grote renovatieprojecten containers aangevraagd worden. Ook hiervoor vraagt VRN een extra bijdrage in de transportkosten aan degene die hier gebruik van maakt. Na melding van een volle container wordt deze afgevoerd naar een vlakglasrecyclingfabriek. VRN heeft kosten voor de inzameling en de verwerking van het vlakglas. De kosten voor inzameling omvatten de kosten voor het gebruik van containermateriaal bij de inzamelpunten en de logistieke kosten die gemaakt moeten worden bij wisseling van de volle containers en het transport naar de recycling fabriek.
VRN heeft contracten gesloten voor de verwerking/recycling van de ingezamelde glasscherven. Het glasafval wordt verwerkt in het Belgische Lommel (Maltha) en Charleroi (Minerale).
Door toegenomen concurrentie en prijsontwikkelingen op de markt van herbruikbare afvalstoffen, zijn de kosten voor verwerking gedaald ten opzichte van de vorige contractperiode. Mede door een toename van nieuwe toepassingen op het gebied van vlakglas, waarvan de recycling mogelijkheden nog niet bekend zijn, is de verwachting van VRN dat de kosten niet veel verder kunnen dalen.
Tevens besteedt VRN een deel van de afgedragen afvalbeheersbijdrage aan kosten van kantoor van VRN en worden onderzoeken in het kader van de doelstellingen van VRN bekostigd.
Deelnemende partijen, verantwoordelijkheden en rechtspersonen
VRN
VRN is het samenwerkingsverband tussen verenigde producenten en importeurs van vlakglas actief op de Nederlandse markt en is verantwoordelijk voor de organisatie van de inzamelstructuur van het vlakglasafval.
OAV
De Onafhankelijke Administratie Vlakglas, thans nog afdeling van VRN, verzorgt de inning van de afvalbeheersbijdrage op vlakglas. Vanaf 2006 worden deze activiteiten uitgevoerd door Het Branche Bureau (HBB) in Bussum. HBB voert soortgelijke werkzaamheden ook uit voor diverse andere stichtingen en brancheverenigingen. HBB heeft met betrekking tot de OAV een vertrouwelijkheidverklaring opgesteld welke ervoor moet zorgen dat er geen bedrijfsindividuele informatie bij VRN terecht komt. VRN zal de OAV in een onafhankelijke stichting onderbrengen en daarmee de onafhankelijkheid waarborgen.
Inzamelpunten
De inzamelpunten stellen hun terrein beschikbaar voor de inzameling van het vlakglas. Zij zien toe op de juiste kwaliteit van het vlakglasafval en de veiligheid tijdens het storten van het vlakglas.
Transportbedrijven
Het transportbedrijven zijn verantwoordelijk voor het plaatsen, wisselen en afvoeren van de containers. Zij voeren tevens de eerste kwaliteitscontrole op het vlakglas uit en dragen zorg voor de administratieve afhandeling in verband met grensoverschrijdend vervoer van het vlakglasafval.
Verwerkers vlakglasafval
De verwerkers zijn verantwoordelijk voor het recyclen van het vlakglasafval en de afzet van het gerecycled materiaal aan de (glas)industrie. Ook optimaliseren de verwerkers de recyclemogelijkheden.
De statuten van VRN en het OAV zijn bij het verzoek gevoegd.
Technisch
Volgens de leidraad dienen in ieder geval, de producten waarvoor de afvalbeheersbijdrage wordt gebruikt, de gestelde kwaliteitseisen, het overdrachtspunt van de producten, de frequentie van inname, eventuele sorteeractiviteiten, het transport en de verwerkingstechnieken, vermeld te worden.
Inzameling en herverwerking
Zie afvalstromen en geldstromen onder organisatorisch.
Verwerkingstechnieken
In het recyclingproces wordt in eerste instantie grove vervuiling (met name steenachtig materiaal, grotere metaaldelen en keramisch glas) handmatig uitgesorteerd. Vervolgens worden de scherven op de juiste afmeting gebroken ten behoeve van de inzet in de glasoven. Per afnemer gelden daarbij andere eisen. Uit het gebroken materiaal worden magnetische metalen uitgesorteerd. Vervolgens worden middels Eddy Current en cycloonafzuiging de niet-magnetische metalen en de lichte fractie afgescheiden. Ten slotte worden de in het glas aanwezige stenen middels een steen afscheidingsinstallatie verwijderd. Tot slot volgt nog een visuele controle door medewerkers. Het glas is dan gereed om ingezet te worden in de vlakglasindustrie, verpakkingsglasindustrie en / of glaswolindustrie.
Het ingezamelde blank float wordt afgezet richting de floatglasindustrie. Hier worden van de gerecyclede scherven nieuwe ruiten gemaakt welke uiteindelijk ingezet worden in onder meer de woningbouw en automotive sector. Het combinatieglas wordt na recycling ingezet in de verpakkingsglasindustrie ten behoeve van de productie van witte, bruine en groene flessen en potten, en in de glaswolindustrie.
Bestemming glasscherven:
Verpakkingsglasindustrie |
71% |
---|---|
Vlakglasindustrie |
15% |
Glaswolindustrie |
13% |
Overige toepassingen |
1% |
Volgens het sectorplan 38 van het LAP is de minimumstandaard voor het verwerken van gescheiden ingezameld vlakglas recycling. Bij de besluitvorming moet op grond van artikel 10.14, eerst lid van de Wm hiermee rekening worden gehouden. Gezien de definitie van recycling in artikel 1.1 van de Wm voldoet de bewerking aan de minimumstandaard van het sectorplan.
Kwaliteitseisen
De kwaliteitseisen zijn vastgelegd in de contracten met op- en overslagpunten en inzamelpunten.
Financieel-economisch
Volgens de leidraad is er inzicht benodigd in de kosten van het verwijderingssysteem, een onderbouwing van de hoogte van de afvalbeheersbijdrage en de eventuele fondsvorming.
Inkomstenkant
De financiering van het inzamel- en recyclesysteem vindt voor het belangrijkste deel plaats middels de afvalbeheersbijdrage op isolatieglas. Daarnaast zijn de opbrengsten die de recyclers betalen voor het vlakglasafval wat aan hen wordt geleverd. Deze opbrengsten zijn afhankelijk van de kwaliteit en het soort vlakglasafval. Verder zijn er inkomsten uit de verhuur van containers en worden er kosten in rekening gebracht op het moment dat er containers met vervuild glas wordt aangeleverd. Een vierde bron van inkomsten is de doorberekening van kosten die wordt gedaan op het moment dat er containers met vervuild glas worden aangeleverd. De inkomsten uit de afvalbeheersbijdrage zijn in 2015 bij een op de markt gezette hoeveelheid isolatieglas van 4.200.000 m2 geraamd op € 2.100.000.
Uitgavenkant
De volgende uitgaven zijn begroot:
a. kosten voor inzameling
b. kosten voor verwerking/recycling
c. kosten kantoor
d. kosten onderzoek
ad a.
De kosten voor inzameling omvatten de kosten voor het gebruik van containermateriaal bij de inzamelpunten en de logistieke kosten die gemaakt moeten worden bij wisseling van de volle containers en het transport naar de recyclingfabriek. De kosten bedragen in 2015 € 2.562.884.
Ad b.
De kosten voor de verwerking/recycling bedragen in 2015 € -1.854.357. Negatieve kosten zijn in dit geval opbrengsten.
Ad c.
De kosten die samenhangen met het functioneren van VRN worden in 2015 geschat op € 1.415.688. Dit zijn onder andere personeelskosten, huisvesting, communicatie, consultancy en kosten voor de organisatie van de inzameling.
Ad d.
Binnen het verwijderingssysteem wordt onderzoek gestimuleerd dat kan leiden tot een verdere optimalisatie van het systeem. Het betreft onderzoek op het gebied van inzameling en verwerking, alsmede op het gebied van organisatie. De kosten bedragen gemiddeld € 100.000 per jaar.
Fondsvorming
In de Leidraad algemeen verbindend verklaring overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in paragraaf 6.2.1.4 bij fondsvorming onder punt 5 wordt de eis gesteld dat het fonds niet groter mag worden dan anderhalf keer de in één jaar begrote kosten van inzameling, sortering, demontage, be- en verwerking en transport.
VRN heeft bij het verzoek tot algemeen verbindend verklaring financiële gegevens overlegd waaruit bleek dat de maximale fondshoogte in de prognoses overschreden zouden worden. Reeds bij de voorgaande algemeen verbindend verklaring is VRN hierop gewezen.
Omdat de prognose over het fonds toen hoger uitkwam dan de toegestane norm, en het fonds dicht tegen de maximaal toegestane grens aan zat, is de avv in 2012 niet voor de gevraagde vijf jaar verleend, maar beperkt tot drie jaar. Daarmee werd na drie jaar een nieuw moment gecreëerd waarop het verloop van het fonds meegenomen kon worden bij een besluit op uw eventuele volgende aanvraag.
In de onderhavige aanvraag was bij de onderbouwing van de fondshoogte wederom voor sommige jaren de maximaal toegestane grens in de prognoses overschreden.
In haar aanvullingen op het verzoek heeft VRN aangegeven dat er een aantal redenen waren waarom deze grens overschreden wordt in de prognoses.
Ten eerste geeft VRN aan dat er in 2014 nieuwe contracten zijn afgesloten met de glas recyclers. Hierbij is een aanzienlijk hogere prijs afgesproken. Hierdoor zijn de inkomsten van VRN toch toegenomen in plaats van zoals voorspeld een afname. Verder is in 2013 en 2014 minder vlakglas ingezameld dan verwacht. Trend lijkt dat projecten in de renovatie waarbij VRN een container plaatste voor de inzameling van het vrijgekomen glasafval, kleinschaliger zijn geworden dan in voorgaande jaren. Er komt daardoor minder glas per project vrij. Containers worden daarom minder vol geladen, en steeds vaker wordt bij de kleinschalige projecten een kleinere container gehuurd van VRN. Gevolg hiervan is dat de inkomsten vanuit huur lager zijn komen te liggen, en de logistieke kosten hoger. Tot slot gaf VRN aan dat de drempel voor kleinere ondernemingen tot deelname aan het systeem van VRN de laatste jaren aanzienlijk verlaagd is. Dit heeft ertoe geleid dat er meer is ingezameld en minder glasafval in het overige afval terecht kwam, maar dat de logistieke kosten voor dit glas zijn gestegen.
In een toevoeging op de aanvraag tot algemeen verbindend verklaring en de Overeenkomst heeft VRN een aantal grote wijzigingen doorgevoerd in het financiële deel van haar aanvraag om deze in lijn te brengen met de eisen van het ministerie. VRN heeft de afvalbeheersbijdrage verlaagd van 0,50 cent per m2isolatieglas naar 0,40 cent.
VRN heeft ook een aantal recente ontwikkelingen meegenomen zoals de lagere kosten bij de aanbestedingen voor de inzameling en gelijke opbrengsten van verwerking. Dit is gerelateerd aan de weer aantrekkende huizenmarkt waardoor in de laatste maanden van 2015 de vraag naar isolatieglas is toegenomen.
VRN heeft geconstateerd dat met de verlaging van de bijdrage, een adequate reserve beschikbaar blijft. Verder heeft VRN de kosten voor het gebruik van inzamelcontainers verlaagd met als doel meer glas in te zamelen door de drempels te verlagen.
De reeds opgebouwde reserve van VRN bedraagt eind 2015 € 2.348.634. In de komende jaren zal de reserve volgens prognose nog 1 jaar stijgen, en daarna dalen tot circa € 1.600.676 aan het eind van 2019 en blijft daarmee, over de totale looptijd van de avv gezien, beneden de in de leidraad avv gestelde maximale fondshoogte van anderhalf keer de in één jaar begrote kosten van inzameling, sortering, demontage, be- en verwerking en transport.
De opgebouwde reserve zal worden aangewend voor het opvangen van groei van de hoeveelheid ingezameld vlakglasafval. De voorziening is tevens nodig indien, om welke reden dan ook, het systeem door VRN afgebouwd zal moeten worden. VRN doet, op grond van artikel 2, onder i, van de regeling, jaarlijks verslag van de hoogte van het fonds.
Hiermee wordt voldaan aan artikel 2b en c van de regeling.
m. Op grond van artikel 2, onder d, van de regeling dient naast de Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in ieder geval de wijze waarop de afvalbeheersstructuur past in internationaal verband aangegeven te worden.
In het buitenland zijn geen vergelijkbare systemen opgezet voor vlakglasrecycling. Bij VRN is bekend is dat vanuit de Belgische, Engelse en Duitse glasmarkt belangstelling is voor het VRN-systeem. Hierover zijn al diverse contacten geweest. VRN geeft aan dat gezien de complexiteit van de verschillende markten er nog geen concrete invulling tot stand is gekomen in die landen. VRN verzorgt in enkele omringende landen presentaties over haar systeem.
Hiermee wordt voldaan aan artikel 2d van de regeling.
n. Op grond van artikel 2, onder e, van de regeling dient naast de Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in ieder geval de marktstructuur van degenen die die stof, dat preparaat of dat andere product in Nederland invoeren of op de markt brengen, aangegeven te worden.
Volgens de leidraad dient in ieder geval ingegaan te worden op het aantal bedrijven dat actief is op de markt, de omzet van deze bedrijven en of er sprake is van een groeimarkt.
VRN geeft aan dat er per jaar volgens de branche organisatie 200.000 ton vlakglas wordt afgezet. De afvalbeheersbijdrage voor vlakglas heeft effectief alleen betrekking op isolatieglas. De overige marktgegevens worden door VRN dan ook alleen voor isolatieglas gegeven.
Jaarlijks wordt er circa 4.500.000 m2 isolatieglas op de markt gebracht. Circa 57% van deze hoeveelheid wordt gebruikt als vervanging voor reeds bestaande beglazing. Het resterende glas is ten behoeve van nieuwbouwprojecten. In de periode 2005 tot 2009 vertoonde de woning- en utiliteitsbouw een stijgende lijn. Sinds het uitbreken van de crisis is de nieuwbouwproductie van woningen met 35% gedaald. In 2014 zijn 43.000 nieuwbouwwoningen opgeleverd. Voor 2015 is de verwachting dat er 45.000 woningen worden opgeleverd. Dit zal naar verwachting uitgroeien tot 73.000 woningen in 2020.
Het isolatieglas wordt voor het belangrijkste deel (tussen 58 en 62%) in Nederland geproduceerd. Bij VRN zijn circa 20 Nederlandse producenten van isolatieglas aangesloten. Het overige isolatieglas wordt geïmporteerd uit voornamelijk België en Duitsland. In België zijn 8 bedrijven en in Duitsland zijn 15 bedrijven actief in de export van isolatieglas.
Er zijn 8 buitenlandse producenten die namens hun Nederlandse klanten bij VRN zijn aangemeld.
De gemiddelde prijs van al het op de markt gebrachte isolatieglas is thans € 45 per vierkante meter. De afvalbeheersbijdrage van € 0,40 staat dan voor 0,9% van de totaalprijs.
Hiermee wordt voldaan aan artikel 2e van de regeling.
o. Op grond van artikel 2, onder f, van de regeling dient naast de Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in ieder geval de wijze waarop getracht is een ieder van de onder e bedoelde personen bij het indienen van het verzoek te betrekken, aangegeven te worden.
In 2003 heeft VRN bij de eerste avv aanvraag een uitgebreide mailing onder alle bedrijven die mogelijkerwijs onder de definitie van producent en / of importeur van isolatieglas konden vallen rondgestuurd. Omdat de activiteiten van een bedrijf kunnen veranderen en omdat er steeds nieuwe bedrijven worden opgericht, zijn er in de afgelopen jaren meerdere mailings verstuurd naar bedrijven die zich mogelijk de bijdrage moeten afdragen zijn. Inmiddels zijn er ruim 800 bedrijven aangeschreven. Van al deze bedrijven zijn er momenteel ongeveer 250 die daadwerkelijk de recyclingbijdrage betalen.
De aanvraag is ingediend door VRN en Vereniging Bouwend Nederland. De Verening Bouwend Nederland is een fusie tussen de Organisatie voor de Vlakglas Branche (GBO) en de vakgroep GBO van de Vereniging Bouwend Nederland. De leden van de Vereniging GBO zijn verenigd in de Vakgroep GBO van Vereniging Bouwend Nederland. Volgens VRN vertegenwoordigt de Vakgroep GBO 84,7% van de producenten en importeurs. Vier andere betrokken brancheorganisaties vertegenwoordigen een aanzienlijk deel van de resterende 15% van de producenten en importeurs van isolatieglas in Nederland. VRN heeft de aanvraag voor de nieuwe avv uitgebreid met de besturen van deze brancheorganisaties besproken.
De besturen van deze brancheorganisaties hebben aan VRN aangegeven dat het recyclesysteem van VRN naar hun mening goed functioneert. Het is volgens hen niet in het belang van hun leden als dit systeem zou verdwijnen.
VRN brengt haar recyclingsysteem zoveel mogelijk onder de aandacht bij de brancheorganisaties en hun leden. VRN voert regelmatig gesprekken met het bestuur van de brancheorganisaties over de werkwijze en financiering van VRN. VRN verstrekt informatie over de manier waarop de leden van deze organisaties gebruik kunnen maken van het inzamelnetwerk.
Accountmanagers van VRN bezoeken ook bedrijven die lid zijn van deze vier brancheorganisaties om het systeem van VRN tot te lichten. Een aantal leden van deze brancheorganisaties zijn ook betrokken als inzamelpunt voor VRN of maken op een andere manier gebruik van het inzamelnetwerk van VRN.
Tevens verzorgt VRN op regelmatige basis een nieuwsbrief, houdt haar website actueel, is actief op social media, verzorgt publicaties in diverse vakbladen en neemt deel aan vakbeurzen.
Hiermee wordt voldaan aan artikel 2f van de regeling.
p. Op grond van artikel 2, onder g, van de regeling dient naast de Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in ieder geval de wijze waarop getracht is te voorkomen dat gebruikers van die stof, dat preparaat of dat andere product in de praktijk meer dan eenmaal een bijdrage voor het beheer daarvan verschuldigd zullen zijn, aangegeven te worden.
De afvalbeheersbijdrage wordt afgedragen door de producent of importeur van isolatieglas, zodra het product voor de eerste keer op de Nederlandse markt is gebracht. Er vindt op geen ander moment een heffing plaats. De afvalbeheersbijdrage is dus maar één keer verschuldigd.
Er bestaat op grond van artikel 15.38 van de Wm de mogelijkheid om een verzoek tot ontheffing van de algemeen verbindend verklaring in te dienen. De producenten en importeurs van isolatieglas waarvoor een ontheffing wordt afgegeven op deze avv, dienen bij de aanvraag tot ontheffing aan te geven van wie het glas afkomstig is. Indien zij glas betrekken waarvoor in Nederland al afvalbeheersbijdrage is betaald aan VRN, moeten de ontheffingaanvragers de producent of importeur op de hoogte brengen dat deze het glas van de ontheffingshouder kan verdisconteren met de hoeveelheden die deze producent of importeur aan VRN opgeeft. Dit om te voorkomen dat hierover twee keer een afvalverwijderingsbijdrage wordt geheven.
Hiermee wordt voldaan aan artikel 2g van de regeling.
q. Op grond van artikel 2, onder h, van de regeling dient naast de Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in ieder geval de wijze waarop aan de consument voorlichting zal worden gegeven over de afvalbeheersbijdrage, aangegeven te worden. Indien de afvalbeheersbijdrage geen consumenten, maar bedrijven treft, zullen de voorlichtingsactiviteiten uiteraard moeten worden toegespitst op deze bedrijven.
De voorlichting van VRN is niet op consumenten gericht, maar op bedrijven. Een verwaarloosbaar deel van de producenten van vlakglas zijn zal bestaan uit particulieren. De doelgroepen waarop het communicatieplan zich richt zijn: producenten van vlakglas, veredelaars / groothandel, glaszetters, schilders, renovatiebedrijven, bouwbedrijven, Ministerie van I&M, afvalinzamelende bedrijven, gemeentelijke milieuparken en buitenlandse partijen. De doelgroepen worden geïnformeerd over het bestaan, het doel en de wijze waarop zij gebruik kunnen maken van het verwijderingssysteem.
Hiermee wordt voldaan aan artikel 2h van de regeling.
r. Op grond van artikel 2, onder i, van de regeling dient naast de Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in ieder geval de wijze van rapportage over de voortgang van de punten onder a tot en met d van de regeling, aangegeven te worden.
Volgens de leidraad dient aangegeven te worden de wijze waarop de informatie wordt verzameld, de frequentie waarmee de informatie wordt verzameld en een schatting van de betrouwbaarheid van de informatie.
De monitoring ten behoeve van de rapportage vindt plaats door middel van maandelijkse opgave van transporteurs en verwerkers en opgaven één maal per kwartaal door de producenten en importeurs. Een overzicht van inkomsten en uitgaven wordt opgesteld op basis van een door een registeraccountant goedgekeurde jaarrekening. De betrouwbaarheid van de informatie wordt gecontroleerd door steekproefcontroles bij de deelnemers. Daarnaast worden bij de verwerkers een audit gedaan of kan een accountantsverklaring verlangd worden over de door hen aangeleverde gegevens.
Hiermee wordt voldaan aan artikel 2i van de regeling.
7. Naar aanleiding van het ontwerpbesluit zijn 3 zienswijzen ontvangen.
Op 23 februari 2016 is een zienswijze ingediend op het ontwerpbesluit door de Vereniging Kunststof Gevelelementenindustrie (VKG), mede namens Nederlandse Branchevereniging voor de Timmerindustrie (NBvT) en de Vereniging Metalen Ramen en Gevelbranche (VMRG).
Tevens is er naar aanleiding van het ontwerpbesluit op 3 maart 2016 een zienswijze ingediend door Glass Cradle Nederland (GCN).
Ook is er op 7 maart 2016 een zienswijze op het ontwerpbesluit ingediend door Van Tuijl Glasrecycling, mede namens Shanks Nederland B.V.
De zienswijzen worden hieronder behandeld.
Zienswijze VKG
VKG geeft in haar zienswijze aan moeite te hebben met de wijze waarop de recycling van vlakglas wordt gefinancierd. De bedrijven die VKG, NBvT en VMRG vertegenwoordigen, worden indirect belast door de afvalbeheersbijdrage. Indiener VKG ervaart dit als onrechtvaardig met name omdat andere industrieën die vlakglas verwerken niet belast worden. Indiener geeft aan dat het glas moet worden beschouwd als een ruwe grondstof, die waarde heeft in het economische verkeer en zelfstandig in een recyclingketen haar weg kan vinden naar nieuwe toepassingen. Indiener VKG geeft aan dat zij het aandeel van haar achterban met betrekking tot de geïmporteerde hoeveelheid isolatieglas schat op meer dan 25%. Verder geeft indiener aan dat het aandeel van de import van gevelelementen, inclusief isolatieglas, door haar geschat wordt op 15 tot 20% van de gevelmarkt.
Verder bepleit indiener VKG een bredere aanpak door de organisatie Europees breed op te zetten. Dit zou concurrentievervalsing tegen gaan. Tevens zou recycling op Europese schaal opgezet kunnen worden.
Met betrekking tot de zienswijze wordt het volgende opgemerkt.
Deze algemeen verbindend verklaarde overeenkomst is aangevraagd door de vlakglas producerende en importerende industrie. De gevelbranche die indiener vertegenwoordigt, is voor een deel een gebruiker van het glas, maar gezien de recente ontwikkelingen van de import van complete kozijnen, inclusief glas, vertegenwoordigt indiener ook importeurs van isolatieglas.
Een aantal leden werken reeds samen met VRN.
Met betrekking tot de doorberekening van de afvalbeheersbijdrage door bedrijven in de keten wordt het volgende opgemerkt. De verplichting tot betaling ligt aan het begin van de keten. Bij de overeenkomst is niet vastgelegd of de afvalbeheersbijdrage zichtbaar moet worden getoond of niet. Dit is vrij aan de bedrijven. Vast staat dat er maar eenmalig een bijdrage wordt geheven. Deze bijdrage heeft geen invloed voor bedrijven op de Nederlandse markt, omdat alle producenten en importeurs gebonden zijn aan de betaling van de afvalbeheersbijdrage, mits zij beschikken over een goedgekeurde ontheffing. Ook diegene die een ontheffing aanvraagt moet kosten voor een op zijn minst gelijkwaardig systeem maken.
De effecten van de avv op de mededingingsrechtelijke aspecten, worden hieronder onder het onderdeel zienswijzen in relatie tot de Mededingingswet nader toegelicht.
VRN heeft bij de aanvraag gekozen voor een heffing op isolatieglas en kiest ervoor de heffing op vlakglas op 0 euro te houden. Ingezameld vlakglas behoeft minder bewerking en is over het algemeen schoner dan isolatieglas. Glasrecyclers zullen dan ook minder belang hebben bij ingezameld isolatieglas en meer bij schoon vlakglas. De kwaliteit van de aanlevering van glasafval door particulieren bij gemeenten is moeilijk te sturen. Het VRN systeem borgt dat al het glasafval dat vrijkomt op de markt ingezameld en verwerkt kan worden. De avv geeft aan VRN dan ook de verplichting om een landelijk dekkend netwerk te onderhouden en het al het ingeleverde glas kosteloos te verwerken, immers de producenten en importeurs betalen hier reeds voor met de afvalbeheersbijdrage.
Indiener VKG is op 26 februari 2016 gevraagd om haar zienswijze toe te lichten met name waar het gaat om de hoeveelheden, die zij in haar zienswijze betwist ten opzichte van het besluit. Uit de zienswijze wordt niet duidelijk hoe groot de overlap tussen de leden van indiener VRN en de leden van VKG en om welke hoeveelheden glas het daarbij gaat. VKG is daarom om verduidelijking verzocht.
Indiener VKG heeft hierop geen reactie gegeven.
Op 12 mei 2016 zijn de partijen die zienswijzen hebben ingediend in de gelegenheid gesteld om hun zienswijze nader toe te lichten. Deze hoorzitting heeft geen aanleiding gegeven tot wijziging van het concept besluit.
Samenvattend wordt geconcludeerd dat de ingediende zienswijze geen aanleiding geeft tot wijziging van het ontwerp besluit.
Zienswijze GCN
De zienswijze is ingediend door de Glass Cradle Nederland (GCN).
GCN geeft in haar zienswijze aan dat GCN veel waarde hecht aan een gestructureerd recyclingsysteem voor vlakglas in Nederland. GCN geeft aan dat er bij glasverwerkend Nederland waaronder 4 brancheorganisaties en de ongeorganiseerde importeurs een toenemende weerstand ontstaat tegen de wijze van financiering van het systeem van VRN. GCN geeft aan dat de markt de brancheverenigingen heeft kunnen overtuigen dat er een goed werkend landelijk dekkend alternatief is tegen lagere kosten. GCN pleit ervoor dat bedrijven zelf een afweging kunnen maken wat voor hen het economisch gunstig is en dat deze bedrijven daarbij niet gebonden hoeven te zijn aan één organisatie.
GCN stelt verder de vraag waarom er een nieuwe avv nodig is, als blijkt dat er geen restafval meer is en 100% wordt hergebruikt. GCN verwijst naar de zienswijzen van VKG en merkt hierbij op dat hieruit kan worden geconcludeerd dat er geen enkel draagvlak voor het systeem van VRN meer is. GCN stelt dan ook het doel van de nieuwe avv ter discussie met de volgende overwegingen:
– de nieuwe avv werkt kostenverhogend terwijl er geen kosten zijn;
– de nieuwe avv is inefficiënt;
– het systeem van VRN heeft geen 100% hergebruik;
– de nieuwe avv werkt verlammend bij export;
– de nieuwe avv heeft geen draagvlak bij brancheorganisaties;
– de nieuwe avv heeft geen meerderheid;
– het aantonen van de bewijslast voor de onderbouwing van de meerderheid door VRN zijn schattingen en volstrekt niet betrouwbaar.
Hieronder wordt ingegaan op bovenstaande punten.
Met betrekking tot de kostenverhogende werking van de avv wordt bij de zienswijze uitgegaan van een huidige positieve waarde van de scherven die de kosten van inzameling en verwerking dekken. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de continuïteit van de inzameling en verwerking. De huidige marktomstandigheden met betrekking tot grondstofprijzen en kosten van fossiele brandstoffen zijn dusdanig aan marktwerking onderhevig, dat hieruit geen meerjarige conclusies getrokken zouden kunnen worden. Doel van de avv is om dit te ondervangen. Reeds nu al zijn er signalen ontvangen dat veel producenten van vlakglas virgin grondstoffen prefereren boven gerecyclede grondstoffen omdat de prijs kwaliteit verhouding op dit moment positief uitwijzen naar nieuw glas in plaats van gerecycled glas. Hiermee samenhangend is de kwaliteit van ingezameld glas. Hoe schoner dit glasafval, des te beter is het in te zetten bij de productie van nieuw glas.
Het doel van de avv is om de inzameling landelijk te verzorgen en de kwaliteit van ingezameld glas continu te verbeteren. Tot op dit moment is de kwaliteit van het landelijk ingezamelde glasafval door VRN jaarlijks verbetert. Hiervoor zijn door VRN kosten gemaakt voor voorlichting en voorzieningen om dit te bewerkstelligen. VRN heeft bij de aanvraag gekozen voor een heffing op isolatieglas, en de heffing op vlakglas op 0 euro te houden. Ingezameld vlakglas behoeft minder bewerking en is over het algemeen schoner dan isolatieglas. Glasrecyclers zullen dan ook minder belang hebben bij ingezameld isolatieglas en meer bij schoon vlakglas. De kwaliteit van de aanlevering van glasafval door particulieren bij gemeenten is moeilijk te sturen. Het VRN systeem borgt dat al het glasafval dat vrijkomt op de markt ingezameld en verwerkt kan worden. De avv geeft aan VRN dan ook de verplichting om een landelijk dekkend netwerk te onderhouden en het al het ingeleverde glas kosteloos te verwerken, immers de producenten en importeurs betalen hier reeds voor met de afvalbeheersbijdrage.
GCN heeft onderzoek gedaan naar de import van glas vanuit diverse landen naar Nederland. De resultaten hiervan heeft GCN op 1 april nagezonden. De behandeling van deze resultaten is verwerkt onder onderdeel 6a van dit besluit.
Van GCN zijn cijfers verkregen over de hoeveelheid import van isolatieglas en van VRN zijn cijfers verkregen over de geproduceerde en geïmporteerde hoeveelheid isolatieglas onder de voorgaande avv. Om deze gegevens met elkaar te vergelijken zijn voor zowel de cijfers van GCN als van VRN gegevens uit het jaar 2014 gehanteerd.
GBO is verantwoordelijk voor het produceren dan wel importeren van totaal 3.565.066 m2 isolatieglas.
Op basis van gegevens van onafhankelijke instanties aangeleverd door GCN kan worden geconcludeerd dat er 1.236.373 m2 meer isolatieglas is geïmporteerd in 2014 dan dat er is opgegeven door VRN.
De verklaring hiervoor is mogelijk dat dit geïmporteerd isolatieglas verhandeld wordt door (kleine) bedrijven die niet bekend zijn met het systeem van VRN. Voorts kan het verschil met de cijfers van de VRN er ook in gelegen zijn, dat steeds meer particuliere afnemers, die niet onder de reikwijdte van de onderhavige avv vallen, kozijnen met isolatieglas uit het omliggend buitenland betrekken. Deze mogen strikt genomen niet mee worden geteld bij het bepalen van de meerderheid van het aandeel van producenten en importeurs.
Berekening wijst uit dat, ondanks het hogere volume aan m2 geïmporteerd isolatieglas door niet GBO-leden, het aandeel van het door GBO-leden geproduceerd en geïmporteerd isolatieglas nog steeds 65,7% is van het totaal aan geproduceerd en geïmporteerd vlakglas. Dit maakt dat er, in afwijking van hetgeen in het beleid over de meerderheid is gesteld hiervan kan worden afgeweken.
Samenvattend wordt geconcludeerd dat de nieuwe aantallen isolatieglas nog steeds een belangrijke meerderheid aantonen. De ingediende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het ontwerp besluit.
Op 12 mei 2016 zijn de partijen die zienswijzen hebben ingediend in de gelegenheid gesteld om hun zienswijze nader toe te lichten. Deze hoorzitting heeft geen aanleiding gegeven tot wijziging van het concept besluit.
De zienswijzen in relatie tot de Mededingingswet
Tijdens de hoorzitting heeft GCN met betrekking tot het systeem van het afvalbeheer van de avv gevraagd of de avv is beoordeeld door de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM). Ook VKG heeft in haar zienswijze en tijdens de hoorzitting aangegeven hierover bedenkingen te hebben. De Mededingingswet (Mw) verbiedt mededingingsafspraken (kartels), die ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan wordt verhinderd, beperkt of vervalst (artikel 6).
De ACM is belast met de handhaving van de Mw.
Omdat de ACM de mededinging handhaaft op basis van signalen, vindt er geen structurele afstemming plaats tussen de Minister en de Minister van Economische Zaken.
Van belang is hierbij te benadrukken dat bij het besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu al dan niet een avv af te geven, de mededingingstoets in beginsel geen rol speelt. Een overeenkomst waarvan algemeen verbindend verklaring wordt gevraagd en het aan deze overeenkomst ten grondslag liggende systeem van beheer van afvalstoffen mag evenwel niet in strijd zijn met het nationale of Europese mededingsrecht. Het oordeel hierover wordt uitdrukkelijk aan de ACM overgelaten. De Minister zal daarom overgaan tot het algemeen verbindend verklaren van een overeenkomst indien dit in het belang is van het doelmatige beheer van afvalstoffen. Dit betekent dat de Minister met name op het afwegingskader van de Wet milieubeheer en de daaraan verbonden milieuaspecten van de overeenkomst let. Er zal niet tot een algemeen verbindend verklaring worden overgegaan als sprake is van evidente strijdigheid van de voorliggende overeenkomst met de Mw en de overeenkomst om die reden zal moeten worden ontbonden.
Omdat op basis van de voorliggende gegevens uit de zienswijze niet kan worden aangetoond dat sprake is van evidente strijdigheden, is er geen aanleiding tot wijziging van het ontwerp besluit.
Naar aanleiding van de ingediende zienswijzen en in de hoorzitting zijn door GCN twijfels geuit over de mededingingsaspecten en de in de avv door VRN gemaakte afspraken met inzamelaars en verwerkers. Vanwege de gerezen twijfels overweegt de Staatssecretaris de ACM hierover advies te vragen.
In artikel 15.39, tweede lid, is voor de Minister de bevoegdheid opgenomen om in een drietal situaties een vastgesteld besluit tot algemeen verbindend verklaring in te trekken. Dit kan in de eerste plaats, wanneer er sedert het nemen van het besluit feiten en omstandigheden aan het daglicht komen die, waren deze bekend geweest op het moment van besluitvorming over het verzoek, tot een afwijzing van het verzoek zouden hebben geleid. Hierbij kan gedacht worden aan een achteraf foutief gebleken onderbouwing van de bepaling van de hoogte van de verwijderingsbijdrage. In de tweede plaats kan het besluit worden ingetrokken wanneer er zich na het nemen van het besluit feiten of omstandigheden voordoen waardoor het van kracht blijven van het besluit het belang van de doelmatige verwijdering van afvalstoffen op onaanvaardbare wijze zou doorkruisen. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen bij gewijzigde inzichten in de verwerkingstechnologie. In de derde plaats kan het besluit worden ingetrokken wanneer internationale verplichtingen daartoe aanleiding geven. In dat geval zal tot intrekking worden overgegaan.
In artikel 15.38 Wm is bepaald dat in individuele gevallen ontheffing kan worden gevraagd van de verplichting van artikel 15.40 Wm. Voorwaarde hiervoor is, dat de verzoeker in ieder geval op een minst de afvalstof gelijkwaardig beheert.
Gelet op het voorgaande en artikel 15.37 van de Wet milieubeheer, mede in het belang van voorzetting van een werkend systeem van inzameling en verwerking van isolatieglas met een geografisch landelijke dekking van inzamellocaties en de daarmee gemoeide duidelijkheid en rechtszekerheid voor deelnemende partijen, alsmede de mogelijkheid om in het verleden daarvoor verstrekte ontheffingen van nevenstaande, gelijkwaardige systemen opnieuw aan te vragen,
BESLUIT
de Overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage voor vlakglas voor de periode 2016-2020 algemeen verbindend te verklaren vanaf datum dagtekening van dit besluit tot en met 31 december 2020 of zoveel eerder als de Overeenkomst voortijdig eindigt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2016-34134.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.