De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 38f, vijfde lid, 38g, zesde lid, en 122n, tweede en vierde lid,
van de Wet financiering sociale verzekeringen en 2.22, eerste lid, en 2.23, eerste
lid, van het Besluit Wfsv;
Besluit:
ARTIKEL I
Aan artikel 3.34 van de Regeling Wfsv wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
9. Ten aanzien van het jaarlijks cumulatief aantal extra te realiseren banen, bedoeld
in artikel 3.33, tweede en derde lid, zijn voor het kalenderjaar 2015 het derde lid,
tweede zin, en het zesde lid niet van toepassing.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2016.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. Klijnsma
TOELICHTING
Algemeen
In de banenafspraak is de herbezettingsvoorwaarde opgenomen. Deze houdt in dat vanaf
1 januari 2015 extra gerealiseerde Wsw-detacheringen ten opzichte van de nulmeting
alleen meetellen voor de banenafspraak wanneer het vrijgevallen werk wordt herbezet
door mensen die aan de slag gaan met een nieuwe voorziening beschut werk, als bedoeld
in artikel 10b van de Participatiewet1. Deze ‘herbezettingsvoorwaarde’ is bedoeld om gemeenten te stimuleren de participatievoorziening
beschut werk in te zetten en om te voorkomen dat een verschuiving van een baan in
een sociale werkvoorziening naar een detachering buiten de sociale werkvoorziening
meetelt als extra baan.
De herbezettingsvoorwaarde blijkt op een aantal punten negatief uit te pakken. Zo
wordt de telsystematiek door werkgevers op onderdelen als complex ervaren. Daarnaast
pakt het achterblijven van het realiseren van het aantal beschut werkplekken door
gemeenten negatief uit voor werkgevers, doordat met de herbezettingsvoorwaarde het
aantal mensen met beschut werk wordt afgezet tegen het aantal mensen met een Wsw-detachering.
Hierdoor zouden veel van de banen via een extra Wsw-detachering niet meetellen voor
de telling van de banenafspraak.
De Staatsecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft aangegeven de
herbezettingsvoorwaarde op te schorten. Dit in afwachting van de wettelijke verankering
van beschut werk. Het definitieve besluit over afschaffen van de herbezettingvoorwaarde
neemt zij op het moment van de wettelijke verankering van beschut werk. De wettelijke
verankering zorgt ervoor dat gemeenten beschut werkplekken beschikbaar moeten stellen.
Op dat moment zal ook besloten worden of de herbezettingsvoorwaarde mogelijk definitief
wordt afgeschaft.
Gelet op dit voornemen heeft de Staatssecretaris van SZW met de partners van de Werkkamer
ook afgesproken om de herbezettingsvoorwaarde voor de één-meting tijdelijk op te schorten.
Dit houdt voor de één-meting in dat alle extra banen van mensen die via een Wsw-detachering
werken, meetellen voor de één-meting van de banenafspraak. Voor werkgevers wordt de
één-meting hierdoor eenvoudiger, omdat er geen onduidelijkheid is of de banen via
Wsw-detachering al dan niet meetellen.
Artikelsgewijs
De opschorting van de herbezettingsvoorwaarde wordt vormgegeven met een wijziging
van artikel 3.34 van de Regeling Wfsv. Aan artikel 3.34 wordt een lid toegevoegd waarin
de bepalingen over de toepassing van de herbezettingsvoorwaarde voor de één-meting
buiten toepassing worden verklaard. Deze opschorting maakt de één-meting voor werkgevers
eenvoudiger en biedt duidelijkheid over het al dan niet meetellen van de banen via
Wsw-detachering. Werkgevers met werknemers via Wsw-detacheringen zijn dan voor het
meetellen van die banen niet afhankelijk van het aantal beschut werkplekken dat gemeenten
hebben gerealiseerd.
Daarbij worden de banen overeenkomstig artikel 3.34, tweede lid, alleen meegeteld
bij de inlenende werkgever.
Wellicht ten overvloede wordt nogmaals gemeld dat het opschorten van de herbezettingsvoorwaarde
tijdelijk is en slechts geldt voor de één-meting over het kalenderjaar 2015.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. Klijnsma