Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 9 juni 2016, nr. 768104 houdende verlening van mandaat en het doorgeven van volmacht en machtiging aan het bestuur van de raad voor rechtsbijstand ten aanzien van besluiten omtrent de verlening van kosteloze rechtskundige bijstand krachtens de Wet kosteloze rechtskundige bijstand BES (Mandaatbesluit toevoeging kosteloze rechtskundige bijstand BES 2016)

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de artikelen 2, 2a, 3, en 4, van de Wet kosteloze rechtskundige bijstand BES en artikel 2, eerste lid, van de Regeling kosteloze rechtskundige bijstand BES;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Kaart:

de kaart, bedoeld in artikel 2, eerste lid en 2a, eerste lid van de Wet kosteloze rechtskundige bijstand BES;

b. Het bestuur van de raad:

het bestuur van de raad voor rechtsbijstand, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet op de rechtsbijstand;

c. Wet:

Wet kosteloze rechtskundige bijstand BES;

d. Regeling:

Regeling kosteloze rechtskundige bijstand BES;

e. Mandaat:

de bevoegdheid om namens de minister van Veiligheid en Justitie besluiten te nemen;

f. Volmacht:

de bevoegdheid om namens de minister van Veiligheid en Justitie privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

g. Machtiging:

de bevoegdheid om namens de minister van Veiligheid en Justitie handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 2

  • 1. Aan het bestuur van de raad wordt mandaat verleend voor het nemen van besluiten krachtens de Wet, voor zover die zien op de aanvraag en de verlening van een kaart, alsmede voor het verstrekken van vergoedingen aan advocaten aan de hand van de ingediende declaraties.

  • 2. Aan het bestuur van de raad wordt tevens mandaat verleend voor het behandelen van bezwaarschriften en beroepschriften gericht tegen besluiten als bedoeld in het eerste lid. Hieronder valt tevens het nemen van beslissingen op bezwaarschriften en het instellen van hoger beroep.

Artikel 3

Het bestuur van de raad kan ten aanzien van de in artikel 2 bedoelde bevoegdheden ondermandaat verlenen aan medewerkers binnen de raad die met deze taken zijn belast.

Artikel 4

Voor de toepassing van dit besluit en het op grond daarvan verleende mandaat wordt met mandaat en ondermandaat gelijk gesteld: volmacht en machtiging.

Artikel 5

Het bestuur van de raad draagt zorg voor een efficiënte en doelmatige uitvoering van de bevoegdheden die aan hem zijn gemandateerd.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2016.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit toevoeging kosteloze rechtsbijstand BES 2016.

Den Haag, 9 juni 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

TOELICHTING

Met ingang van 10 oktober 2010 zijn Bonaire, Sint Eustatius en Saba openbare lichamen van Europees Nederland geworden. In het kader van deze staatkundige hervorming waarbij ook de Wet- en Regeling kosteloze rechtskundige bijstand BES in werking zijn getreden, zijn de bevoegdheden met betrekking tot een groot deel van de uitvoering van de kosteloze rechtskundige bijstand neergelegd bij de Minister van Veiligheid en Justitie.

In de praktijk is in de jaren na de staatkundige hervorming steeds duidelijker geworden op welke wijze de uitvoering van het stelsel van de kosteloze rechtskundige bijstand in de BES vorm kan worden gegeven. Daarbij is gebleken dat het wenselijk is het mandaat voor taken en bevoegdheden met betrekking tot de beoordeling van de aanvraag en de verlening van een kaart, ook wel toevoeging genoemd, voor kosteloze rechtskundige bijstand neer te leggen bij een organisatie die het beste geëquipeerd is om deze taken en bevoegdheden uit te voeren. Het bestuur van de raad voor rechtsbijstand (hierna: de raad), die binnen Europees Nederland vergelijkbare taken uitvoert, is hiervoor geschikt. De raad beschikt immers over de expertise met betrekking tot de gesubsidieerde rechtsbijstand. Om die reden wordt met dit besluit een aantal bevoegdheden gemandateerd aan het bestuur van de raad. In de bestuursvergadering van 28 oktober 2015 heeft het bestuur van de raad ingestemd met de mandaatverlening.

Verwacht wordt dat het bestuur van de raad voor rechtsbijstand de uitvoering van de kosteloze rechtskundige bijstand op doelmatige en efficiënte wijze vorm geeft zodat de uitvoeringskosten in de hand worden gehouden.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

In het eerste lid is vastgelegd dat aan het bestuur van de raad mandaat wordt verleend voor de daar bedoelde besluiten die genomen worden in het kader van de aanvraag en de verlening van een kaart, ook wel aangeduid als een toevoeging, voor de verlening van kosteloze rechtskundige bijstand aan rechtzoekenden in Caribisch Nederland. De voorafgaande stap, de intake van de aanvragen, blijft belegd op lokaal niveau bij de Rijksdienst Caribisch Nederland (hierna: RCN). Het is van belang dat de rechtzoekenden hun aanvraag bij een loket kunnen indienen en zo nodig nader kunnen toelichten. Nadat de intake is gedaan, vindt de beoordeling van de aanvraag door de raad plaats. De raad verricht met het oog op de beoordeling van deze aanvraag een inhoudelijke en een financiële toets. Een rechtzoekende moet immers aan bepaalde voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen voor een toevoeging. De raad doet ook de andere werkzaamheden die betrekking hebben op de toevoeging. Zo zal de raad beslissen over een mutatie van advocaat. Nadat de rechtskundige bijstand is beëindigd dient de advocaat een declaratie in bij de raad. De raad beoordeelt de declaratie en verzoekt de RCN om de door de raad vastgestelde vergoeding te betalen.

In het tweede lid is vastgelegd dat ook het behandelen van en het beslissen op bezwaar en het behandelen van de zaak in beroep aan het bestuur van de raad wordt gemandateerd. Doordat onderhavig besluit tevens voorziet in de mogelijkheid van ondermandaat kan worden gewaarborgd dat de functionaris die de primaire beslissing in mandaat neemt niet dezelfde is als degene die de beslissing op bezwaar neemt of het beroep behandelt.

Artikel 3

Gelet op het feit dat de raad een grote organisatie is, is het van belang dat de werkzaamheden met betrekking tot de beoordeling van zowel de aanvraag om een toevoeging als de declaratie door gespecialiseerde medewerkers van de raad worden uitgevoerd. Door de mogelijkheid tot het verlenen van ondermandaat te beperken tot medewerkers die met deze taak zijn belast, is dit gewaarborgd.

Artikel 5

Van het bestuur van de raad voor rechtsbijstand wordt verwacht dat het de uitvoering van de kosteloze rechtskundige bijstand efficiënt en effectief vorm geeft zodat de kosten van de uitvoering in de hand worden gehouden.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven