ARTIKEL I
De Binnenvaartregeling wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.11, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt ‘coderingen 10650 of 93110’ vervangen door: coderingen 10651,
91900, 95630 of 25510.
2. In onderdeel b wordt ‘coderingen 10651 of 91900’ vervangen door: coderingen 10650,
93110, 95640 of 25511.
B
Artikel 2.9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het zesde lid wordt in onderdeel a, onder 2°, de zinsnede ‘nummers 10650, 93110,
95640, 10651, 91900, 95630, 10653 en 93030’ vervangen door: nummers 10650, 25511,
93110, 95640, 10651, 25510, 91900, 95630, 10653, 25512 en 93030.
2. In het zesde lid wordt in onderdeel a, onder 3°, de zinsnede ‘nummers 91943, 91941,
91931 of 91932’ vervangen door: nummers 25513, 25515, 25516, 25518, 91943, 91941,
91931 of 91932.
3. In het zevende lid wordt in onderdeel a, onder 2°, de zinsnede ‘nummers 10650, 93110,
95640, 10651, 91900, 95630, 10653 en 93030’ vervangen door: nummers 10650, 25511,
93110, 95640, 10651, 25510, 91900, 95630, 10653, 25512 en 93030.
C
In artikel 5.11, eerste lid, onderdeel a, wordt de zinsnede ‘het tweede lid van dat
artikel’ vervangen door: artikel 3.06, tweede lid.
D
In artikel 5.15, eerste lid, onderdeel a, wordt onder 7° ‘ADNR’ vervangen door: ADN.
E
In artikel 7.6, tweede lid, onderdeel a, wordt ‘code 95050’ vervangen door: codes
95050 of 25385.
F
In Bijlage 1.1: Reglement onderzoek schepen op de Rijn 1995 als bedoeld in artikel
1.6, eerste lid, wordt in artikel 1.02, tweede lid, onderdeel b, ‘ADNR’ vervangen
door: ADN.
G
Bijlage 1.9: Reglement betreffende het scheepvaartpersoneel op de Rijn als bedoeld
in artikel 1.9 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan Bijlage D1. Rijnpatent (Model) wordt een model toegevoegd, luidende:
(Model)
Rijnpatent
(85 mm x 54 mm – Grondkleur blauw)
2. Bijlage D5 wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel I. Vaarbevoegdheidsbewijzen van de lidstaten komt de lijst van de vaarbevoegdheidsbewijzen
van de lidstaten als volgt te luiden:
I. Vaarbevoegdheidsbewijzen van de lidstaten
Land
|
Naam van het gelijkwaardig erkende bewijs
|
Aanvullende voorwaarden
|
Voor de afgifte bevoegde nationale autoriteit(en)
|
Model van het gelijkwaardig erkende bewijs
|
D
|
Schifferpatent A
|
– voor de geldigheid van dit vaarbewijs op het riviergedeelte tussen Iffezheim (km
335,92) en het Spijksche Veer (km 857,40) moet tevens een bewijs voor riviergedeelten
overeenkomstig het in bijlage D3 bij het Reglement betreffende het Scheepvaartpersoneel
op de Rijn vermelde model worden voorgelegd.
|
Generaldirektion Wasserstraßen und Schifffahrt
Außenstellen Nord und Nordwest
|
Model
|
D
|
Schifferpatent B
|
Generaldirektion Wasserstraßen und Schifffahrt
Außenstellen Nord, Nordwest, Mitte, West, Südwest, Süd und Ost
|
NL
|
Vaarbewijs voor binnenvaartuigen A/B
|
– voor de geldigheid van dit vaarbewijs op het riviergedeelte tussen Iffezheim (km
335,92) en het Spijksche Veer (km 857,40) moet tevens een bewijs voor riviergedeelten
overeenkomstig het in bijlage D3 bij het Reglement betreffende het Scheepvaartpersoneel
op de Rijn vermelde model worden overgelegd.
– de houder moet ten minste 21 jaar oud zijn.
|
Vanaf 24 april 2016 afgegeven door het CBR, divisie CCV, Postbus 1810, 2280 DV Rijswijk
ZH
|
Model
|
NL
|
Groot vaarbewijs A voor de binnenvaart
|
– voor de geldigheid van dit vaarbewijs op het riviergedeelte tussen Iffezheim (km
335,92) en het Spijksche Veer (km 857,40) moet tevens een bewijs voor riviergedeelten
overeenkomstig het in bijlage D3 bij het Reglement betreffende het Scheepvaartpersoneel
op de Rijn vermelde model worden overgelegd.
– de houder moet ten minste 21 jaar oud zijn.
|
CCV, afdeling binnenvaart
P.C. Boutenslaan 1
Postbus 1970
2280 DV Rijswijk
|
Model
|
NL
|
Groot vaarbewijs B voor de binnenvaart
|
NL
|
Groot vaarbewijs I
|
– voor de geldigheid van dit vaarbewijs op het riviergedeelte tussen Iffezheim (km
335,92) en het Spijksche Veer (km 857,40) moet tevens een bewijs voor riviergedeelten
overeenkomstig het in bijlage D3 bij het Reglement betreffende het Scheepvaartpersoneel
op de Rijn vermelde model worden overgelegd,
– de houder moet ten minste 21 jaar oud zijn,
– de houder is slechts tot het bereiken van de leeftijd van 50 jaar gerechtigd op
de Rijn te varen.
|
Tot 1 maart 2001 afgegeven door het KOFS
|
Model
|
NL
|
Groot vaarbewijs II
|
B
|
Certificat de Conduite/
Vaarbewijs A
|
– voor de geldigheid van dit vaarbewijs op het riviergedeelte tussen Iffezheim (km
335,92) en het Spijksche Veer (km 857,40) moet tevens een bewijs voor riviergedeelten
overeenkomstig het in bijlage D3 bij het Reglement betreffende het Scheepvaartpersoneel
op de Rijn vermelde model worden overgelegd,
– de houder moet ten minste 21 jaar oud zijn,
– de houder moet vanaf het bereiken van de leeftijd van 50 jaar een bewijs van lichamelijke
en geestelijke geschiktheid conform bijlage B3 van het Reglement betreffende het Scheepvaartpersoneel
op de Rijn voorleggen, dat volgens de door de Rijnvaartreglementering voorgeschreven
modaliteiten moet worden verlengd.
|
S.P.F. Mobilité et Transports/F.O.D. Mobiliteit en vervoer
Direction Générale Transport Terrestre/ Directoraat- Generaal Vervoer Te Land
City Atrium
Rue du Progrès 56
B-1210 Brüssel
|
Model
|
B
|
Certificat de Conduite/
Vaarbewijs B
|
b. In rubriek I wordt onder ‘Nederlands model:’ een model toegevoegd, luidende:
Nederlands model:
Vaarbewijs voor binnenvaartuigen A/B
(85 mm x 54 mm – Grondkleur blauw)
G
In Bijlage 7.2: Erkende bewijzen van vaarbekwaamheid, onderscheidenlijk diploma’s
en opleidingen, die geheel respectievelijk gedeeltelijk dispensatie geven van het
onderzoek naar de kennis en bekwaamheid om een schip te voeren als bedoeld in artikel
7.12, paragraaf 1, wordt in artikel 1.1, tweede aandachtstreepje, de zinsnede ‘codes
10650, 10651, 93110, 93030, 95630 en 95640’ vervangen door: codes 10650, 10651, 10653,
25510, 25511, 25512, 93110, 93030, 95630 en 95640.
ARTIKEL II
In artikel 14, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling voorkoming verontreiniging
door schepen wordt ‘1,00%’ vervangen door: 0,10%.
ARTIKEL III
Artikel 11 van de Regeling nucleaire drukapparatuur wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede ‘het Richtlijn Specifieke Accreditatie Schema
voor het Warenwetbesluit drukapparatuur (versie 01 Stcrt. 2011, nr. 15)’ vervangen door:
het Schema voor Aanwijzing en Toezicht op de certificerings- en keuringsinstellingen
voor Drukapparatuur (versie Stcrt. 2011, nr. 18269), als bedoeld in bijlage 2 van de Warenwetregeling drukapparatuur.
2. In het tweede lid wordt de zinsnede ‘het Wet Specifieke Accreditatie Schema voor
het Warenwetbesluit drukapparatuur (versie 02 Stcrt. 2006, nr. 132)’ vervangen door:
het Schema voor Aanwijzing en Toezicht op de certificerings- en keuringsinstellingen
voor Drukapparatuur (versie Stcrt. 2011, nr. 18269), als bedoeld in bijlage 2 van de Warenwetregeling drukapparatuur.
ARTIKEL IV
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2016.
TOELICHTING
Algemeen
Met de wijziging van de Binnenvaartregeling worden nieuwe codes van het Centraal Register
Beroepsopleidingen in de regeling opgenomen en wordt een aantal omissies in die regeling
hersteld. Verder worden artikel 14 van de Regeling voorkoming verontreiniging door
schepen en artikel 11 van de Regeling nucleaire drukapparatuur aangepast. Voor een
verdere toelichting wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting.
Vaste verandermomenten
Met betrekking tot het kabinetsbesluit tot instelling van vaste verandermomenten wordt
het volgende opgemerkt. Voor ministeriële regelingen wordt uitgegaan van vier vaste
inwerkingtredingdata, te weten 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober. Een regeling
dient minimaal twee maanden voor inwerkingtreding te worden gepubliceerd. Er zijn
vier uitzonderingsgronden waaronder reparatie van regelgeving. Met de onderhavige
wijziging van de regeling worden enkele reparaties aangebracht, zodat gebruik wordt
gemaakt van deze uitzonderingsgrond voor wat betreft de vaste invoeringstermijn van
twee maanden.
Administratieve lasten
Deze wijzigingen betreffen louter wetstechnische ingrepen. Deze hebben geen gevolgen
voor de administratieve lastendruk voor burgers en bedrijven. Zij leiden niet tot
nieuwe informatieverplichtingen, dan wel het vervallen ervan, voor burgers en bedrijven
noch tot extra nalevingskosten.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdelen A, B, E en G
De diploma’s matroos, bootman, stuurman/schipper en kapitein zijn wettelijke diploma’s
op basis van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Opleidingen die voldoen aan de eisen
van deze wet worden geregistreerd in het Centraal Register Beroepsopleidingen (Crebo).
In de onderdelen A, B, E en G zijn de door het Centraal Register Beroepsopleidingen
herziene crebonummers voor 2016, naast de al bestaande nummers, opgenomen.
In artikel 1.11, derde lid, van de Binnenvaartregeling waren de crebonummers, te weten
de nummers waaronder de betreffende opleiding in het Crebo is geregistreerd, voor
stuurman/schipper en kapitein abusievelijk bij de verkeerde aanduidingen opgenomen.
Dat is met deze wijziging rechtgezet.
In artikel 2.9 van de Binnenvaartregeling zijn met artikel I, onderdeel B de nieuwe
crebonummers opgenomen.
Artikel I, onderdeel E, wijzigt artikel 7.6, tweede lid, onderdeel a, dat betrekking
heeft op het diploma Schipper rondvaartboot beperkt vaargebied. In dit artikel is
een nieuw crebonummer opgenomen.
Onderdeel G wijzigt de in Bijlage 7.2 opgenomen crebonummers.
C
In artikel 5.11, eerste lid, onderdeel a, van de Binnenvaartregeling werd verwezen
naar een tweede lid van ‘dat artikel’. In artikel 5.11, eerste lid, wordt echter verwezen
naar drie artikelen van het Reglement betreffende het scheepvaartpersoneel op de Rijn
(Rsp), zodat niet zonder meer duidelijk is naar welk tweede lid van welk artikel precies
verwezen werd. Door deze wijziging is nu duidelijk dat de verwijzing betrekking heeft
op het tweede lid van artikel 3.06 van het reglement.
D en F
In artikel 5.15, eerste lid, onderdeel a en Bijlage II, artikel 1.02, tweede lid,
onderdeel b, werd verwezen naar het ADNR. Deze benaming is inmiddels veranderd in
‘ADN’. Met deze wijziging is dit aangepast.
H
De bijlagen bij het Rsp bevatten onder andere de modellen van de erkende vaarbevoegdheidsbewijzen
van de lidstaten van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR). Het nieuwe Nederlandse
model van de vaarbevoegdheidsbewijzen wordt met deze wijziging van het Rsp toegevoegd.
Dat betreft het vaarbewijs voor binnenvaartuigen A/B.
In onderdeel 1 is het nieuwe model Rijnpatent opgenomen dat door het Centraal Bureau
Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) in Nederland wordt afgegeven. De aanduiding CBR is nu
op het Rijnpatent opgenomen en het is voorzien van het nieuwe logo van de CCR.
Zowel voor het vaarbewijs voor binnenvaartuigen A/B als voor het door het CBR in Nederland
afgegeven Rijnpatent is een lichtere kleur blauw gekozen dan voor de huidige documenten.
In onderdeel 2, onder a, wordt in de lijst in bijlage D5, in rubriek I de lijst van
‘Vaarbevoegdheidsbewijzen’ van de lidstaten gewijzigd vanwege de naamswijziging van
de bevoegde autoriteit. Onder b wordt aan het in rubriek I opgenomen Nederlandse model
voor het groot vaarbewijs A en B voor de Binnenvaart het nieuwe model vaarbewijs voor
binnenvaartuigen A/B toegevoegd.
Artikel II
Zoals eerder is aangegeven in de toelichting bij artikel 14 van de Regeling voorkoming
verontreiniging door schepen (Rvvs) is het wenselijk om de eis die geldt op de Noordzee
(vóór 1 juli 2010 realisatie van een SOx-Emission Control Area, ofwel een SECA) strekkend tot het gebruik van brandstofolie
met een zwavelgehalte van maximaal 1,5%, ook te laten gelden gedurende de tijd dat
een schip op de Nederlandse binnenwateren op weg is naar een haven. Om die reden was
het verbod om brandstofolie te gebruiken met een zwavelgehalte van meer dan 1,5% in
SECA’s op grond van artikel 14, vijfde lid, van de Rvvs ook van toepassing gedurende
de tijd dat een schip op de Nederlandse binnenwateren op weg is naar een haven. In
2010 is het maximaal toegestane zwavelgehalte op de Noordzee verlaagd van 1,5% naar
1%. Deze wijziging is op 30 juni 2010 in de Rvvs opgenomen (Stcrt. 2010, 10488). Inmiddels is dit percentage per 1 januari 2015 verlaagd naar 0,10%. Met deze wijziging
wordt dit maximaal toegestane percentage ook het maximaal toegestane percentage aan
boord van schepen gedurende de tijd dat deze zich bevinden op de Nederlands binnenwateren
op weg naar een haven. In de haven zelf geldt het percentage van 0,10% zoals dat is
opgenomen in artikel 14, eerste lid, onderdeel a.
Artikel III
Op 26 september 2011 is de Uitvoeringsregeling drukapparatuur herzien (Stcrt. 2011, nr. 18269). Met die wijziging is een nieuwe bijlage 2 toegevoegd aan de Warenwetregeling drukapparatuur.
De in artikel 11, eerste en tweede lid, van de Regeling nucleaire drukapparatuur,
genoemde Richtlijn Specifieke Accreditatie Schema voor het Warenwetbesluit drukapparatuur
(versie 01 Stcrt. 2001, nr. 15) en Wet Specifieke Accreditatie Schema voor het Warenwetbesluit drukapparatuur (versie
02 Stcrt. 2006, nr. 132) zijn met die wijziging vervangen door het Schema voor Aanwijzing en Toezicht op
de certificerings- en keuringsinstellingen voor Drukapparatuur. Artikel 11, eerste
en tweede lid, van de Regeling nucleaire drukapparatuur was nog niet in deze zin aangepast.
Met deze wijziging wordt dit alsnog gedaan.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus