Besluit van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 25 mei 2016, houdende wijziging van het Besluit Voorselectiecommissie ABD-topmanagementgroep (Stcrt. 2013, nr. 19176)

De Minister voor Wonen en Rijksdienst,

BESLUIT

ARTIKEL I

Artikel 3 van het Besluit Voorselectiecommissie ABD-topmanagementgroep (Stcrt. 2013, nr. 19176) komt te luiden als volgt:

Artikel 3

  • 1. De commissie bestaat uit vijf leden.

  • 2. De voorzitter van de commissie, tevens lid, is niet werkzaam bij een van de ministeries en wordt voor een periode van drie jaar benoemd door de minister voor Wonen en Rijksdienst. Herbenoeming is eenmaal aansluitend mogelijk.

  • 3. De overige leden van de commissie worden benoemd door de minister voor Wonen en Rijksdienst voor een periode van in beginsel drie jaar. Herbenoeming is aansluitend mogelijk.

  • 4. De secretaris-generaal van het ministerie waar de vacante functie zich voordoet wordt als informant door de commissie gehoord. Betreft het de vacature van secretaris-generaal, dan kan door de betrokken minister een directeur-generaal van het vacaturehoudende departement als informant worden aangewezen. In het geval een vacature zich voordoet, niet zijnde de vacature van secretaris-generaal, bij een ministerie waarbij een van de vaste leden werkzaam is, dan wordt dat lid als informant door de commissie gehoord.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

TOELICHTING

In het Besluit Voorselectiecommissie ABD-topmanagementgroep (Stcrt. 2013, nr. 19176) is de samenstelling en de werkwijze van de genoemde commissie vastgelegd. Behalve de voorzitter en vaste leden wordt aan de commissie een extra lid toegevoegd als een advies over een vacature in de ABD-topmanagementgroep (TMG) wordt gevraagd. Dit extra lid betreft de secretaris-generaal van het vacaturehoudende departement of, als sprake is van de vacature van secretaris-generaal, een ander aan te wijzen TMG-lid van dat ministerie.

Beter passend bij de strekking van het TMG-stelsel en bij de werkwijze van de commissie is dat de betreffende secretaris-generaal geen commissielid is om (mede) een advies te geven over de kandidaten. Hij of zij geeft in de commissie een toelichting op het functieprofiel, de opdracht en de complexe context waarin de uiteindelijke kandidaat werkzaam zal zijn. Het is voor een zorgvuldig selectieproces zuiver als deze secretaris-generaal zich later in het proces over de kandidaten kan uitspreken, conform de bij het ministerie afgesproken procedure bij de (eind)selectie.

Met deze wijziging van het Besluit wordt beoogd het selectieproces bij TMG-vacatures op dit punt aan te passen.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Naar boven