De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Gelet op de artikelen 14, vierde lid, 26, derde en zesde lid en 31, vijfde lid, van
de Wet wapens en munitie,
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling wapens en munitie wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 18, eerste lid, onder a, respectievelijk derde lid wordt ‘bijlage II bij
deze regeling’ respectievelijk ‘bijlage II van deze regeling’ telkens vervangen door:
Bijlage I ‘Technische specificaties voor de onbruikbaarmaking van vuurwapens’ bij
de Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2403 van de Commissie van 15 december 2015 tot
vaststelling van gemeenschappelijke richtsnoeren betreffende normen en technieken
om te waarborgen dat onbruikbaar gemaakte vuurwapens voorgoed onbruikbaar zijn (PbEU
2015, L333/62).
B
In artikel 18 wordt een lid toegevoegd, luidende:
C
Bijlage II bij deze regeling vervalt.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin deze wordt geplaatst.
’s-Gravenhage, 12 mei 2016
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
K.H.D.M. Dijkhoff
TOELICHTING
Met deze wijziging wordt voorzien in een wijziging van de Regeling wapens en munitie
in verband met de inwerkingtreding van de Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2403 van
de Commissie van 15 december 2015 tot vaststelling van gemeenschappelijke richtsnoeren
betreffende normen en technieken om te waarborgen dat onbruikbaar gemaakte vuurwapens
voorgoed onbruikbaar zijn (hierna: Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2403). De Uitvoeringsverordening
2015/2403 is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke
lidstaat. De uit die verordening voortvloeiende verplichtingen hoeven derhalve niet
te worden herhaald in de Regeling wapens en munitie. De aanpassing van de Regeling
wapens en munitie is bedoeld om eventuele belemmeringen in de nationale regeling voor
de werking van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2403) weg te nemen.
De aan Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2403 gehechte Bijlage I getiteld ‘Technische
specificaties voor de onbruikbaarmaking van vuurwapens’ voorziet in technische specificaties
voor de onbruikbaarmaking van vuurwapens. Door de inwerkingtreding van Uitvoeringsverordening
2015/2403 is Bijlage II van de Regeling wapens en munitie overbodig geworden, waarvoor
is voorzien in Artikel I, onder C van onderhavige wijzigingsregeling. Artikel I, onder
A, van onderhavige wijzigingsregeling bepaalt dat daarvoor in de plaats komt de aan
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2403 gehechte Bijlage I. De Uitvoeringsverordening
(EU) 015/2403 bepaalt in artikel 3 dat de lidstaten een bevoegde autoriteit aanwijzen
om te controleren of het vuurwapen onbruikbaar is gemaakt overeenkomstig de technische
specificaties van Bijlage I. De Staatssecretaris zal deze bevoegde autoriteit aanwijzen.
Voorts bepaalt artikel 5 van de Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2403 dat op onbruikbaar
gemaakte vuurwapens een markering is aangebracht overeenkomstig het model in Bijlage
II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2403, om aan te geven dat zij onbruikbaar
zijn gemaakt overeenkomstig de technische specificaties in Bijlage I. Dit artikel
noopt niet tot aanpassing van de Regeling wapens en munitie omdat de regeling niet
voorziet in verplichte omschrijving van de markering.
Ten slotte geeft de controlerende entiteit als bedoeld in artikel 2 van de Uitvoeringsverordening
(EU) 2015/2403 – nadat het vuurwapen onbruikbaar is gemaakt – overeenkomstig de in
Bijlage I van de Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2403 opgenomen technische specificaties
aan de eigenaar van het vuurwapen een certificaat van onbruikbaarmaking af overeenkomstig
de aan de Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2403 gehechte Bijlage III, getiteld ‘Modelcertificaat
voor onbruikbaar gemaakte vuurwapens’. Met de verklaring als bedoeld in artikel 18,
derde lid, van de Regeling wapens en munitie wordt voortaan bedoeld het modelcertificaat
zoals genoemd in Bijlage III van de Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2403. Dit behoeft
geen aanpassing van de Regeling wapens en munitie.
Onderhavige regeling zal met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatcourant
waarin zij wordt geplaatst inwerking treden.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
K.H.D.M. Dijkhoff