Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 9 mei 2016, nr. 748377, houdende aanwijzing van toezichthouders op de naleving van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector op het terrein van Veiligheid en Justitie (Aanwijzing toezichthouders WNT Ministerie van Veiligheid en Justitie)

De Minister van Veiligheid en Justitie, in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op de artikelen 5.1 en 5.3 van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector, alsmede titel 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. WNT:

de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector;

b. Eenheid toezicht WNT:

de als zodanig aangeduide eenheid, bedoeld in artikel 1, aanhef en onder c, van het Besluit BZK-toezicht en handhaving WNT.

Artikel 2. Gebundeld toezicht op de naleving van de WNT

  • 1. De ambtenaren werkzaam bij de Eenheid toezicht WNT worden aangewezen als ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de WNT ten aanzien van rechtspersonen, instellingen en topfunctionarissen waarvoor de Minister van Veiligheid en Justitie in de WNT is aangewezen als Onze Minister wie het aangaat.

  • 2. De bevoegdheid om namens de Minister van Veiligheid en Justitie inlichtingen te vorderen van de organisaties genoemd in artikel 5.3 van de WNT, wordt uitgeoefend door de programmamanager die leiding geeft aan de Eenheid toezicht WNT.

Artikel 3. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2016.

Artikel 4. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzing toezichthouders WNT Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Een belanghebbende kan tegen dit besluit bezwaar maken op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit kan door een bezwaarschrift in te dienen bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie, t.a.v. de Directie Wetgeving en Juridische Zaken, sector Juridische Zaken, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. Deze termijn vangt aan met ingang van de dag volgend op de dag waarop het besluit is bekendgemaakt. Het bezwaarschrift wordt ondertekend door de indiener en bevat: de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het bestreden besluit, bijvoorbeeld door vermelding van het nummer en datum of door bijvoeging van een kopie van het besluit alsmede de gronden van het bezwaar.

TOELICHTING

1. Algemeen

Op grond van artikel 5.1. van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (hierna: WNT) is iedere minister voor zijn beleidsterrein verantwoordelijk voor en bevoegd tot het aanwijzen van een toezichthouder WNT. De ambtenaren van de Eenheid toezicht WNT van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna: BZK) worden in dit besluit aangewezen voor de uitvoering van het toezicht op de naleving van de WNT op het terrein van Veiligheid en Justitie. De ambtenaren van deze eenheid zullen aldus op het terrein van Veiligheid en Justitie controleren of rechtspersonen, instellingen en topfunctionarissen die onder de WNT vallen zich daadwerkelijk houden aan de verplichtingen in deze wet. De conclusies van hun onderzoek dragen zij vervolgens over aan de minister van Veiligheid en Justitie. De bevoegdheden in het kader van de handhaving blijven berusten bij de minister van Veiligheid en Justitie.

Met ingang van 1 januari 2014 is bij het Ministerie van BZK een toezichteenheid opgericht (Besluit BZK-toezicht en handhaving WNT, Stcrt. 2014, 826). Deze Eenheid toezicht WNT geeft informatie over de WNT en zal op het beleidsterrein van BZK overwegend verantwoordelijk zijn voor het WNT-toezicht. De Eenheid toezicht WNT zal primair werkzaam zijn op het terrein waarvoor de Minister van BZK verantwoordelijk is voor het toezicht op de naleving en de handhaving van de WNT, doch deze eenheid kan ook door andere ministers op grond van artikel 5.1 WNT worden aangewezen voor het toezicht op hun deelterrein (zie de toelichting op het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 20 juni 2014 houdende wijziging van de Beleidsregels toepassing WNT (2013), vaststelling van de Beleidsregels toepassing WNT 2014 en wijziging van het Besluit BZK-toezicht en handhaving WNT, Stcrt. 2014, 17835).

Gezien het relatief geringe aantal rechtspersonen, instellingen en topfunctionarissen dat op het terrein van Veiligheid en Justitie te maken heeft met de WNT, is een goede uitvoering en naleving van die wet alsmede deugdelijk toezicht op de naleving van de WNT erbij gebaat om gebruik te maken van de expertise die bij het Ministerie van BZK, in het bijzonder bij de Eenheid toezicht WNT, beschikbaar is.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft ermee ingestemd dat zijn ambtenaren tevens belast worden met het toezicht op de naleving van de WNT ten aanzien van rechtspersonen, instellingen en topfunctionarissen op het beleidsterrein van Veiligheid en Justitie. Hiertoe zijn schriftelijke samenwerkingsafspraken gemaakt die ter inzage liggen bij de directie Personeel en Organisatie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Naast het beleidsterrein van de Minister van Veiligheid en Justitie zal de Eenheid toezicht WNT ook het toezicht in de zin van de artikelen 5:15 tot en met 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) uitoefenen op naleving van de WNT bij organisaties die opereren op de beleidsterreinen van de Ministeries van Buitenlandse Zaken, Defensie, Economische Zaken, Financiën, Infrastructuur en Milieu en Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

2. Bevoegdheden

De aangewezen toezichthoudende ambtenaren van de Eenheid toezicht WNT zijn bevoegd om op eigen initiatief of naar aanleiding van een melding onderzoek te doen naar de naleving van de WNT. De toezichthouder kan onderzoek doen door op eigen titel stukken van de betrokken instelling en topfunctionaris op te vragen en in te zien. De toezichthouder komt hierbij de bevoegdheden toe van titel 5.2 van de Awb. Specifiek aan de programmamanager van de Eenheid toezicht WNT is de bevoegdheid toebedeeld om namens de Minister van Veiligheid en Justitie informatie te vorderen van de organisaties die worden genoemd in artikel 5.3 WNT.

Bij geconstateerde overtredingen zal de Eenheid toezicht WNT een dossier opstellen waarin onder meer de bewijsvoering van de geconstateerde overtredingen zal zijn opgenomen. Aan de hand van dit dossier zal de Minister van Veiligheid en Justitie bepalen of handhavend optreden aangewezen is. Handhaving kan onder meer bestaan uit het opleggen van een last onder dwangsom (artikel 5.4 WNT), het opeisen van betalingen boven de norm (artikel 5.5 WNT) en het op kosten van de instelling publiceren van ten onrechte niet openbaar gemaakte gegevens (artikel 5.6 WNT).

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven