Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 april 2016, nr. 2016-0000105285, tot vaststelling van een regeling voor subsidiëring van scholing richting een kansberoep (Tijdelijke regeling subsidie scholing richting een kansberoep)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies en 32d, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

baangarantie:

een arbeidsovereenkomst of een aanstelling in openbare dienst van ten minste zes maanden ingaande op uiterlijk de eerste werkdag van de kalendermaand na de kalendermaand waarin de scholing is afgerond, met een minimale omvang per kalenderweek van het gemiddelde aantal gewerkte uren, indien werkzaamheden bij de werkgever hebben plaatsgevonden, en het aantal uren gevolgde scholing in de scholingsperiode voorafgaand aan het afronden van die scholing;

ervaringscertificaat:

een overzicht van de door de persoon in de praktijk geleerde en erkende competenties zoals zijn kennis, vaardigheden en kwaliteiten;

EVC-procedure:

de procedure Erkenning van Verworven Competenties zijnde een geheel van processtappen en gehanteerde instrumenten waarmee de verworven competenties van deelnemers door een erkende aanbieder worden beoordeeld, ten opzichte van een specifieke landelijke standaard, resulterend in afgifte van een ervaringscertificaat;

kansberoep:

een beroep dat is opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling;

minister:

de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

scholing:

het volgen van een interne of externe opleiding of training, niet zijnde een bedrijfsspecifieke training, met als oogmerk de leerling vakspecifieke beroepsvaardigheden aan te leren, die leidt tot een door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen of een door een branche of sector erkend diploma of certificaat;

sector zorg:

de sector die zorgt voor verpleging en verzorging, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg en thuiszorg;

UWV:

het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

zelfstandige:

de persoon die:

  • a. in Nederland woont en die belastbare winst uit onderneming geniet als bedoeld in paragraaf 3.2.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001, tenzij hij de onderneming niet voor eigen rekening feitelijk drijft;

  • b. niet in Nederland woont en die belastbare winst uit Nederlandse onderneming geniet als bedoeld in afdeling 7.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, tenzij hij de onderneming niet voor eigen rekening feitelijk drijft; of

  • c. directeur-grootaandeelhouder is en het werk tot stand brengt uitsluitend voor rekening en risico van de onderneming van de rechtspersoon waarvan hij directeur-grootaandeelhouder is.

Artikel 2. Rechthebbende

De minister verstrekt op aanvraag subsidie voor scholing aan de persoon die als werkzoekende bij UWV is geregistreerd, bedoeld in artikel 30b, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, en:

  • a. arbeid in loondienst verricht, dan wel vanwege het verricht hebben van dergelijke arbeid een WW-uitkering ontvangt; of

  • b. als zelfstandige werkzaamheden verricht.

Artikel 3. Subsidie aan rechthebbende voor scholing

  • 1. Voor subsidie kan de persoon, bedoeld in artikel 2, uitsluitend in aanmerking komen, de rechthebbende, indien de scholing is gericht op een kansberoep.

  • 2. Voor subsidie kan de persoon, bedoeld in artikel 2, in aanmerking komen, die via een EVC-procedure zijn competenties en ervaring in een ervaringscertificaat laat vastleggen.

  • 3. Voor subsidie als bedoeld in het eerste en tweede lid, komt in aanmerking de scholing die gestart is op of na de datum van inwerkingtreding van deze regeling, doch niet later dan 1 april 2018.

Artikel 4. Subsidiebedrag scholing

  • 1. De subsidie voor scholing bedraagt 100% van de werkelijke kosten van de scholing, tot een maximum van € 2.500,–, inclusief BTW, per rechthebbende.

  • 2. De scholing kan bestaan uit meerdere met elkaar samenhangende opleidingen of cursussen.

  • 3. In afwijking van het eerste lid kan de minister 100% van de werkelijke kosten van een scholing die duurder is dan € 2.500,–, inclusief BTW, subsidiëren, indien een nieuwe werkgever baangarantie aanbiedt.

  • 4. In afwijking van het eerste en derde lid wordt de BTW niet gesubsidieerd, indien het subsidie voor scholing van een zelfstandige betreft.

Artikel 5. Subsidieaanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag wordt uiterlijk twee weken na aanvang van die scholing, bij UWV ingediend, met gebruikmaking van een door UWV beschikbaar gesteld aanvraagformulier. De aanvraag is volledig als het aanvraagformulier volledig is ingevuld en is ondertekend door de aanvrager en alle gevraagde bijlagen zijn bijgevoegd.

  • 2. Bij de aanvraag worden in ieder geval de volgende documenten overgelegd:

    • a. een bewijs waaruit blijkt dat de opleidings- of inschrijvingskosten zijn betaald, dan wel een bewijs waaruit blijkt dat deze kosten zijn verschuldigd;

    • b. een bewijs waaruit blijkt dat de opleidingsinstelling de leerling heeft toegelaten; en

    • c. een bewijs van de baangarantie van de nieuwe werkgever, indien artikel 4, derde lid, van toepassing is.

Artikel 6. Weigeren subsidie

  • 1. De subsidie voor scholing wordt geweigerd, indien:

    • a. de volledige aanvraag is ontvangen na de termijn, bedoeld in artikel 5, eerste lid;

    • b. ten behoeve van dezelfde rechthebbende subsidie voor scholing, op grond van deze regeling, reeds is verleend;

    • c. de kosten van scholing waarvoor de subsidie wordt aangevraagd reeds geheel of gedeeltelijk uit andere publieke middelen worden gefinancierd; of

    • d. ten behoeve van dezelfde rechthebbende subsidie op grond van de Regeling cofinanciering sectorplannen 2015 is toegekend.

  • 2. Het eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing op de aanvrager wiens onvolledige aanvraag voor de aanvang van de scholing van de rechthebbende is ontvangen en die door UWV op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid is gesteld om zijn aanvraag aan te vullen.

Artikel 7. Subsidievaststelling

De minister beslist binnen acht weken na ontvangst van de volledige aanvraag op die aanvraag.

Artikel 8. Subsidiebetaling

Binnen 30 kalenderdagen na het afgeven van de beschikking, bedoeld in artikel 7, betaalt de minister de subsidie aan de subsidieaanvrager.

Artikel 9. Aanvragen subsidie

  • 1. De subsidieaanvraag wordt ingediend in de periode vanaf de datum van inwerkingtreding van deze regeling tot en met 31 december 2017.

  • 2. Een subsidieaanvraag die is ingediend na afloop van de periode, bedoeld in het eerste lid, wordt niet in behandeling genomen.

  • 3. De subsidie wordt toegekend aan de subsidieaanvrager.

Artikel 10. Meldingsplicht en medewerkingverplichting

  • 1. De subsidieaanvrager aan wie subsidie is toegekend doet onverwijld een melding te doen aan UWV zodra aannemelijk is dat de scholing niet of niet geheel zal plaatsvinden, of dat niet aan de overige verplichtingen zal worden voldaan.

  • 2. De subsidieaanvrager aan wie subsidie is toegekend is verplicht desgevraagd alle medewerking te verlenen aan een steekproef.

Artikel 11. Subsidieplafond

  • 1. Voor rechthebbenden die werkzaam zijn of waren in de sector zorg bedraagt het subsidieplafond voor de periode vanaf de datum van inwerkingtreding van deze regeling tot en met 31 december 2017 € 8.300.000,–.

  • 2. Voor de overige rechthebbenden bedraagt het subsidieplafond voor de periode vanaf de datum van inwerkingtreding van deze regeling tot en met 31 december 2017 € 16.400.000,–.

  • 3. Indien het subsidieplafond, bedoeld in het eerste lid, is bereikt, kunnen rechthebbenden die werkzaam zijn of waren in de zorg tevens beroep doen op het subsidieplafond, bedoeld in het tweede lid, tenzij dit subsidieplafond ook is bereikt.

Artikel 12. Volgorde behandeling subsidieaanvragen

  • 1. Voor het bepalen van het bereiken van het subsidieplafond worden de subsidieaanvragen op volgorde van binnenkomst behandeld, waarbij alleen volledige subsidieaanvragen in behandeling worden genomen. Van een volledige subsidieaanvraag is sprake indien wordt voldaan aan artikel 5.

  • 2. Wanneer de subsidieaanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad zijn aanvraag aan te vullen, geldt als datum van binnenkomst de datum van ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 3. Indien subsidievaststelling op grond van de subsidieaanvragen die op dezelfde datum zijn binnengekomen leidt tot overschrijding van het van toepassing zijnde subsidieplafond, wordt, indien de volgorde van binnenkomst van die aanvragen niet kan worden vastgesteld, in afwijking van het eerste lid, met betrekking tot die aanvragen de volgorde door loting vastgesteld.

Artikel 13. Terugvordering

De verleende subsidie wordt geheel of gedeeltelijk teruggevorderd indien deze ten onrechte of voor een te hoog bedrag is verstrekt of indien niet aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 10, is voldaan.

Artikel 14. Toepasselijkheid van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS

Op subsidies verleend op grond van deze regeling is de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS niet van toepassing.

Artikel 15. Mandaat, volmacht en machtiging UWV

  • 1. De minister verleent aan UWV het volgende mandaat:

    • a. UWV is bevoegd om in het kader van de uitvoering van deze regeling namens de minister besluiten te nemen, privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten en handelingen te verrichten die een privaatrechtelijke rechtshandeling noch een besluit zijn;

    • b. UWV is bevoegd om in het kader van de uitvoering van deze regeling namens de minister te beslissen op bezwaarschriften, met dien verstande dat degene die betrokken is bij het besluitvormingsproces ten aanzien van het bezwaarschrift niet ook betrokken is geweest bij het besluitvormingsproces in eerste aanleg; en

    • c. UWV is bevoegd om in het kader van de uitvoering van deze regeling namens de minister in rechte op te treden en tegen rechterlijke uitspraken hoger beroep of cassatie in te stellen, dan wel af te zien van hoger beroep of cassatie.

  • 2. UWV is bevoegd in het kader van de uitvoering van deze regeling tot het verlenen van ondermandaat of het doorverlenen van zijn andere vertegenwoordigingsbevoegdheden aan bij UWV werkzame functionarissen.

  • 3. Hoofdstuk 4 van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2009 is van toepassing op de uitoefening van bevoegdheden op grond van deze regeling en tevens op de uitoefening van bevoegdheden die krachtens ondermandaat respectievelijk doorverlening van volmacht en machtiging worden uitgeoefend.

Artikel 16. Verslag UWV

UWV brengt aan de minister inhoudelijk en financieel verslag uit over de uitvoering van de regeling overeenkomstig artikel 49 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

Artikel 17. Financiering

  • 1. Het Rijk voorziet in de middelen tot dekking van de uitgaven verbonden aan deze regeling.

  • 2. UWV beheert en administreert afzonderlijk de middelen, bedoeld in het eerste lid.

  • 3. In verband met het middelenbeheer wordt de rijksbijdrage, bedoeld in het eerste lid, beschouwd als middelen die deel uitmaken van het Algemeen Werkloosheidsfonds.

Artikel 18. Opgave lasten en betaling

  • 1. Voor 1 oktober van elk jaar verstrekt UWV aan de minister een opgave van het totaalbedrag aan de voor het komende jaar geraamde lasten met betrekking tot deze regeling.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt de opgave van het totaalbedrag van de geraamde lasten voor het jaar 2016 ingediend voor 1 juli 2016.

  • 3. De minister stort op de rekening-courant, bedoeld in artikel 5.16, onderdeel b, van de Regeling Wfsv, een periodiek voorschot op het bedrag, bedoeld in het eerste lid, van de geraamde lasten met als valutadatum de tweeëntwintigste dag van elke maand.

  • 4. De minister kan, na overleg met UWV, afwijken van de in het eerste en het tweede lid bedoelde bedragen.

Artikel 19. Afrekening

  • 1. In de jaarrekening, bedoeld in artikel 49 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, worden de lasten alsmede de ontvangen voorschotten, met betrekking tot deze regeling opgenomen.

  • 2. Na goedkeuring van het besluit tot vaststelling van de jaarrekening, bedoeld in artikel 34, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, rekent de minister de lasten alsmede de ontvangen voorschotten, met betrekking tot deze regeling en het desbetreffende kalenderjaar af, met als valutadatum 1 juni van het hierop volgende kalenderjaar.

Artikel 20. Evaluatie

  • 1. De minister draagt zorg voor de evaluatie van deze regeling.

  • 2. UWV verstrekt twee keer per jaar een rapport over de voortgang van de regeling.

  • 3. De minister en UWV maken afspraken over het verstrekken van de benodigde gegevens.

Artikel 21. Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 mei 2016 en vervalt met ingang van 1 januari 2018.

  • 2. In afwijking van het eerste lid blijft deze regeling, zoals die luidde op 31 december 2017, van toepassing op de afwikkeling van de subsidieaanvragen op grond van deze regeling.

Artikel 22. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling subsidie scholing richting een kansberoep.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 29 april 2016

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

BIJLAGE 1, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 1: KANSBEROEPEN

Een aantal beroepen wordt onder meerdere kopjes genoemd. Deze beroepen zijn met een sterretje (*) gemerkt.

Schoonmaak-reiniging

  • industrieel schoonmaker (machines, installaties, gebouwen), schoonmaker calamiteiten, straler

  • gevelreiniger

Agrarisch-groen-milieu

  • hovenier

  • greenkeeper, boomverzorger

  • voorman groenvoorziening

  • kweker, meewerkend voorman teelt (groente, bloembollen, bomen, fruit)

  • vertegenwoordiger agrarische producten

  • medewerker/projectleider/adviseur bodemonderzoek en – sanering

  • milieu-inspecteur

  • consultant-adviseur waterbeheer

Wis- en natuurkundig/laboratorium

  • (bio)chemisch analist

  • hydroloog

Bouwnijverheid

  • opperman grond-, weg en waterbouw (gww)

  • straatmaker / rioleringsmedewerker / vakman grond- weg- en waterbouw (gww)

  • grond- en kabelwerker

  • opzichter weg- en waterbouw

  • uitvoerder grond-, weg- en waterbouw (gww)

  • hoofduitvoerder grond-, weg- en waterbouw (gww)

  • projectleider grond-, weg- en waterbouw (gww)

  • tekenaar civiele techniek

  • adviseur/ontwerper-constructeur civiele techniek

  • hoofd constructeur / ontwerper civiele techniek

  • landmeter

  • geodeet / cartograaf / landmeetkundige

  • heier

  • machinist hydraulische graafmachine

  • machinist dozer

  • machinist wiellaadschop

  • machinist mobiele kraan

  • machinist torenkraan

  • monteur kranen en funderingsmachines (ook on- en offshore)

  • opperman bouw

  • steigerbouwer

  • metselaar, tegelzetter, voeger, cellenbetonblokkenbouwer (gasbetonblokken, gipsblokken, giboblokken)

  • natuursteenbewerker

  • stukadoor, kitter

  • betonboorder, betonreperateur

  • betonstaalverwerker

  • dekvloerenlegger

  • isoleerder bouw

  • timmerman, wand- en plafondmonteur, keukenmonteur.

  • rolluik- en zonweringinstallateur

  • monteur/reparateur metalen ramen-, deuren-, kozijnen-, trappenmaker

  • dakdekker / pannenlegger / rietdekker (incl. voorman)

  • onderhoudsmedewerker gebouwen

  • (onderhouds)schilder / behanger

  • glaszetter

  • parketvloerenlegger

  • houtskeletbouwer

  • machinaal houtbewerker / CNC bediener houtbewerkingsmachines

  • assemblage / montagemedewerker hout

  • voorman timmerfabriek

  • werkvoorbereider interieurbouwbedrijf

  • standbouwer

  • asbestverwijderaar / sloper

  • deskundige asbestsanering

  • uitvoerder bouw

  • werkvoorbereider-calculator bouw / grond-, weg- en waterbouw (gww)

  • (tekenaar-)werkvoorbereider bouw / grond-, weg- en waterbouw (gww)

  • tekenaar bouwkunde

  • tekenaar-constructeur bouwkunde

  • ontwerper-constructeur bouwkunde

  • bouwkundig inspecteur

  • medewerker Energie Prestatie Advisering (EPA)

Metaal/metalektro/werktuigbouw/maakindustrie

  • vakman metaalgieterij

  • metaalbuiger/walser/perser

  • plaatwerker / CNC-metaalbuiger, – snijder

  • metaalsnijder

  • containermonteur

  • soldeerder, lasser niveau 1 & 2 (foto, elektrode, TIG, MIG / MAG)

  • gespecialiseerd lasser niveau 3 & 4 (TIG, MIG/MAG, elektrode)

  • meesterlasser

  • lasrobotbeheerder

  • lastechnicus

  • lasinspecteur

  • machinebankwerker

  • machinaal verspaner (draaien, frezen, kotteren, slijpen) – niet CNC

  • CNC-machinebediener (excl programmeren)

  • CNC-programmeur

  • CNC-verspaner inclusief programmeren (draaien, frezen, kotteren, slijpen)

  • industrieschilder, verfspuiter, constructieschilder

  • galvaniseur

  • scheepsschilder

  • autospuiter

  • banden- en uitlaatspecialist

  • autoruitschademonteur

  • autoschadehersteller

  • auto-elektrotechnicus

  • (bedrijfs)autotechnicus (onderhoud, reparatie)

  • APK-keurmeester

  • werkplaatschef auto's

  • monteur landbouwmachines

  • fietstechnicus

  • carrosseriebouwer

  • assemblagetechnicus voertuigen

  • jachtbouwer (metaal)

  • dieselmotortechnicus schepen

  • scheepswerktuigkundige *

  • uitvoerder werktuigbouw

  • assemblagemedewerker voertuigen, elektronica, metaal/elektro, kunststof/rubber

  • voorman montage / assemblage metaalproducten

  • kunststof deuren,- ramen- en kozijnenmaker

  • constructiesamenbouwer / steller

  • constructiebankwerker, scheepsbouwer

  • monteur mechanica

  • controleur machines / voertuigen

  • medewerker productcontrole (industrie) *

  • monteur / inbedrijfssteller fabrieksinstallaties *

  • (onderhouds)monteur machines/installaties, liften, werktuigen

  • medewerker technische dienst *

  • validatie engineer / maintenance engineer *

  • tekenaar-constructeur werktuigbouw, machines/gereedschappen

  • (tekenaar-)werkvoorbereider werktuigbouw, elektrotechniek

  • (werkvoorbereider-)calculator werktuigbouw, elektrotechniek

  • ontwerper-constructeur werktuigbouw, machines/gereedschappen, offshore, scheepsbouw

  • hoofdconstructeur machines / gereedschappen

  • projectleider werktuigbouw

  • wetenschappelijk onderzoeker werktuigbouwkunde

  • industrieel ontwerper (technisch)

  • manager afdeling research / R&D *

  • kwaliteitsmanager *

  • organisatieadviseur (technisch) *

  • hoofd productieplanning (industrie) *

  • bedrijfsleider metaalbewerkingsbedrijf / constructiebedrijf

  • technisch-commercieel personeel (inkopers/verkopers/accountmanagers technische producten) *

Elektrotechniek

  • kabellasser / monteur datacommunicatie

  • assistent-monteur zwakstroom

  • monteur elektriciteitsnetten

  • elektricien / monteur elektrische installaties (huisaansluitingen)

  • monteur bliksembeveiliging

  • monteur beveiligingsinstallaties

  • scheepselektricien / scheepselektromonteur

  • medewerker technische dienst *

  • monteur bovenleiding railvervoer

  • monteur elektrische railvoertuigen

  • meet- en regeltechnicus / monteur meet- en regeltechniek

  • projectleider industriële automatisering / PLC-programmeur

  • (hoofd-)monteur elektrotechnische panelen, elektrische installaties, midden- en hoogspanningsinstallaties

  • elektronicamonteur (industriële en consumentenelektronica)

  • controleur elektronische apparaten en onderdelen

  • ontwerper elektrotechnische installaties / elektronica

  • monteur telecommunicatie

  • ontwerper telematica

  • tekenaar elektrotechniek

  • (hoofd)ontwerper-constructeur elektrotechniek

  • projectleider elektrotechniek

  • inspecteur elektrische installaties

  • medewerker productcontrole (industrie) *

  • kwaliteitsmanager *

  • organisatieadviseur (technisch) *

Installatietechniek

  • monteur gas, water, elektriciteit, datacommunicatie

  • distributiemonteur gas / water (transportleidingen)

  • installatiemonteur gas, water, sanitair, verwarming/ allround loodgieter

  • onderhoudsmonteur/loodgieter gas, water, sanitair, (centrale) verwarming

  • pijpfitter industriële montage

  • monteur verwarming utiliteitsbouw

  • (hoofd)monteur koeltechniek, luchtbehandeling

  • monteur/inbedrijfsteller fabrieksinstallaties *

  • uitvoerder installatietechniek

  • tekenaar-constructeur installatietechniek

  • (tekenaar-)werkvoorbereider installatietechniek

  • (werkvoorbereider-)calculator installatietechniek

  • ontwerper-constructeur installatietechniek

Procestechniek

  • mechanisch operator procesindustrie, voedingsmiddelenindustrie

  • operator A (proces)industrie

  • procesoperator B, fieldoperator/paneloperator procesindustrie

  • operator C procesindustrie, voedingsmiddelenindustrie

  • productieleider procesindustrie / voedingsmiddelenindustrie

  • calculator procesindustrie (technisch)

  • procestechnoloog, productontwikkelaar procesindustrie / voedingsmiddelenindustrie

  • manager afdeling research / R&D *

  • clinical research associate *

  • medewerker productcontrole (industrie) *

  • kwaliteitsmanager *

  • keurmeester van waren / kwaliteitscontroleur voedingsmiddelen

  • medewerker technische dienst *

  • validatie engineer / maintenance engineer *

  • organisatieadviseur (technisch) *

  • hoofd productieplanning (industrie) *

Transport en logistiek

  • expeditiemedewerker, lader / losser

  • trekkerchauffeur intern transport/heftruckchauffeur

  • bijrijder

  • vrachtwagenchauffeur (algemeen, autolaadkraan, geconditioneerd vervoer, tankauto, truckmixer, gevaarlijke stoffen)

  • machinist spoorwegen

  • schipper binnenvaart

  • scheepswerktuigkundige *

  • logistiek medewerker / -planner

  • transportplanner/planner wegtransport

  • luchtverkeersleider

  • verkeersplanoloog

Zorg/medisch/medisch-technisch

  • ambulancechauffeur

  • verzorgende ig

  • verpleegkundige mbo

  • verpleegkundige psychiatrie

  • wijkverpleegkundige, praktijkverpleegkundige, gespecialiseerd verpleegkundige ziekenhuis

  • nurse practitioner/verpleegkundig specialist

  • physician assistant

  • specialist ouderengeneeskunde, arts verstandelijk gehandicapten, SEH-arts, arts maag-darm-leverziekten, klinisch geriater, tandarts, reumatoloog, verzekeringsarts, anesthesioloog

  • psychiater

  • medewerker steriele medische hulpmiddelen

  • audicien, opticien

  • technisch oogheelkundig assistent

  • optometrist

  • mondhygiënist

  • operatie-assistent, anesthesiemedewerker

  • medisch elektronicus

  • microbiologisch analist

  • radiodiagnostisch laborant

  • apothekersassistent

  • apotheker

  • clinical research associate *

Voeding

  • zelfstandig werkend bakker

  • bedrijfsleider brood/-banketbakkerij

  • zelfstandig werkend kok restaurant

  • chef-kok restaurant, chef de partie

Economisch-financieel-commercieel

  • assistent inkoper

  • inkoper

  • technisch-commercieel personeel (inkopers/verkopers/accountmanagers technische producten) *

  • commercieel medewerker binnendienst

  • callcentermedewerker (inbound/outbound)

  • medewerker klantenservice

  • marketingmedewerker / online-marketeer

  • accountmanager reclame/sales promotor

  • schade-expert

  • taxateur onroerend goed

  • hypotheekadviseur

  • assistent-controller

  • assistent-accountant

  • accountant-administratieconsulent

  • registercontroller

  • registeraccountant

  • compliance officer

  • economisch adviseur / consultant

Veiligheid

  • brandwacht / medewerker brandweer / brandweerman

  • medewerker vergunningen en advies brandweer

  • beveiligingsadviseur brandveiligheid / inbraakpreventie

  • militair onderofficier

  • militair officier

Onderwijs/pedagogisch

  • docent speciaal onderwijs, docent LWOO / PRO

  • docent Engels, Duits 1e en 2e graads

  • docent exacte vakken 1e en 2e graads (wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie)

  • docent techniek / ICT

  • docent verpleegkunde

Gedrag en maatschappij

  • consulent wet maatschappelijke ondersteuning (wmo)

  • intercedent

  • recruiter

ICT

  • servicedeskmedewerker ICT

  • netwerkbeheerder ICT

  • systeembeheerder ICT

  • programmeur ICT (dot.net, java, scripttalen, C, C#, PHP, sharepoint, cloud)

  • webdeveloper

  • testdeveloper

  • securityspecialist

  • adviseur ERP / CRM

  • BI-specialist, data-scientist, business-analist

  • architect/specialist technische infrastructuur ICT / systeemanalist

TOELICHTING

Algemeen

Aanleiding

In het Sociaal Akkoord van 11 april 20131 zijn afspraken gemaakt om de Nederlandse arbeidsmarkt toekomstbestendiger te maken. Afgesproken is onder andere om met een actievere aanpak werkloosheid te voorkomen. Bij voorkeur voordat het recht ontstaat op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW), door de overgang van werk naar werk te vereenvoudigen. Hier ligt ook een nadrukkelijke rol voor de sociale partners. Op 12 augustus 2013 heeft het kabinet 600 miljoen euro beschikbaar gesteld voor sectorplannen. In de sectorplannen hebben werkgevers- en werknemersorganisaties in een sector of regio gezamenlijk, onder voorwaarde van cofinanciering, plannen opgesteld met als doel de arbeidsmarkt op korte termijn en op middellange termijn te verbeteren. Veel sectoren en regio’s zijn dankzij de sectorplannen aan de slag gegaan met door sociale partners geconstateerde en met arbeidsmarktanalyses onderbouwde, knelpunten op de arbeidsmarkt. Op 17 november 20152 heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (minister) de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang en de realisatie van de sectorplannen. Naar verwachting zal, deels door het niet volledige aanvragen van het beschikbare subsidiebedrag voor de derde tranche sectorplannen en deels door bijstelling van plannen uit de eerste twee tranches, een bedrag van 150 miljoen euro aan onderbesteding optreden op het budget voor de sectorplannen. Met de brief van 27 november 20153 heeft de minister aangegeven de middelen die vrijkomen uit deze onderuitputting aan te wenden voor een pakket aanvullende maatregelen ter ondersteuning van de transities naar nieuw werk.

Probleem

Op de huidige arbeidsmarkt doet zich een probleem voor; de arbeidsvraag en het arbeidsaanbod sluiten onvoldoende op elkaar aan. Dit uit zich in het ontstaan van werkloosheid in bepaalde sectoren en tekorten in andere sectoren. Om deze aansluitingsproblematiek te overbruggen is gerichte scholing cruciaal. Wanneer een werknemer zich wil laten omscholen naar een ander, meer kansrijk beroep, is het niet altijd gemakkelijk de eigen werkgever, of het eigen O&O-fonds, mee te krijgen. Dat geldt bijvoorbeeld voor flexwerkers of werkenden die zich willen omscholen naar een beroep in een andere sector. Dit vraagt om een regeling die werkzoekenden (werkenden en werklozen) de gelegenheid geeft zich via scholing te kwalificeren voor meer of andere functies in een sector waar meer werkgelegenheid is.

Momenteel pleegt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) al extra scholingsinspanningen voor de werkloze 50-plussers. Er bestaat echter behoefte deze inspanning breder in te zetten. Daarnaast vraagt de Tweede Kamer met de motie van de leden Anne Mulder en Vermeij4 aandacht voor de financiering van scholing van werknemers die van de ene naar de andere sector willen.

De onderhavige subsidieregeling voorziet in een subsidie voor scholing. De regeling biedt financiële ondersteuning voor werkzoekenden (zowel werkenden als werkloze WW-gerechtigden en zelfstandigen) die zich willen laten omscholen naar een ander, meer kansrijk, beroep. Door deze subsidie voor scholing vraaggericht in te zetten, namelijk voor scholing die opleidt tot een kansberoep, worden de kansen op een (nieuwe) baan vergroot. Het (om- en bij)scholen van werknemers is in beginsel een gedeelde verantwoordelijkheid van werknemers en werkgevers. Met deze voorziening wordt deze verantwoordelijkheid ondersteund.

De subsidieregeling

De subsidieregeling kent de volgende uitgangspunten:

  • Voor subsidie komt in aanmerking scholing die opleidt richting een kansberoep. UWV gebruikt voor de beoordeling een limitatieve lijst van kansberoepen. Twee keer per jaar vindt een update van deze lijst plaats. De lijst is ook te vinden op de site van UWV (www.uwv.nl).

  • De scholing moet leiden tot een door de branche of sector erkend diploma of (deel)certificaat.

  • Voor subsidie kan ook een Erkenning van Verworven Competenties (EVC procedure) in aanmerking komen.

  • Bedrijfsopleidingen komen niet in aanmerking voor een vergoeding. Bedrijfsopleidingen zijn bedrijfskosten die werkzoekenden veelal geen betere arbeidsmarktpositie bieden buiten dat bedrijf.

  • Werkzoekenden met een baan of een WW-uitkering, en zelfstandigen, hebben de mogelijkheid een subsidie voor scholing aan te vragen. Voorwaarde voor de aanvraag is inschrijving als werkzoekende bij UWV.

  • Alle anderen (zoals personen die vallen onder de doelgroep van de Participatiewet, of mensen met een WIA- of Wajong-uitkering) kunnen geen gebruik maken van deze subsidie. Aan de gemeente en aan UWV zijn namelijk al middelen voor hun re-integratie ter beschikking gesteld.

  • De maximale subsidie is 2.500 euro. Een uitzondering op de maximale hoogte van de subsidie kan worden gemaakt als wordt aangetoond dat een duurdere opleiding nodig is om iemand naar een bepaald kansberoep te begeleiden. In dat geval is het tevens nodig dat de aanvrager aantoont dat er sprake is van een baangarantie bij een nieuwe werkgever van ten minste zes maanden. In deze regeling is gekozen voor een hoger maximaal toe te kennen bedrag dan in de regeling scholingsvoucher voor personen van 50 jaar en ouder, waarin uitgegaan wordt van een vergoeding van maximaal 1.000 euro. Daardoor worden ook uitgebreidere en duurdere scholingen, mits opleidend richting een kansberoep, mogelijk.

Administratieve lasten en regeldruk

Om voor een subsidie voor scholing in aanmerking te komen, moet de aanvrager als werkzoekende zijn ingeschreven bij UWV. De aanvrager die een uitkering ontvangt in het kader van de WW, staat reeds ingeschreven als werkzoekende; hij voldoet reeds aan deze verplichting. Voor de werkzoekende met een baan die niet als werkzoekende is ingeschreven, en voor zelfstandigen is de inschrijving een extra handeling.

De aanvrager moet een (digitale) aanvraag indienen bij UWV en daarbij een aantal zaken aantonen en overleggen, zoals inhoudelijke informatie over de scholing/opleiding, dat hij tot de scholing/opleiding wordt toegelaten en wat de kosten van de scholing zijn. Bij de aanvraag van een subsidie voor een opleiding die duurder is dan 2.500,- euro, moet de aanvrager aantonen dat hij een baangarantie heeft van ten minste zes maanden.

Reactie op uitvoeringstoets en toezichtbaarheidstoets

In de uitvoeringstoets d.d. 15 maart 2016 heeft UWV aangegeven dat de voorgestelde regeling uitvoerbaar en handhaafbaar is. De opmerkingen van UWV zijn verwerkt en waar nodig is de regeling aangepast naar aanleiding van het geleverde commentaar. Zo wordt alsnog voorzien in een oplossing voor de situatie dat de aanvrager niet in staat is om de scholingskosten voor te financieren.

Ook de Inspectie SZW heeft een toezichtbaarheidstoets uitgevoerd. Naar aanleiding van die toets is de regeling aangepast; duidelijker is naar voren gebracht dat het maximale subsidiebedrag voor zelfstandigen de uitkomst van de som “2.500 euro min de BTW” bedraagt.

Financiële gevolgen

In de uitvoeringstoets heeft UWV een bedrag van 5,3 miljoen euro (voor 2016, 2017 en 2018 tezamen) aan uitvoeringskosten opgevoerd. Deze worden vanuit het voor de regeling beschikbare budget bekostigd.

In totaal is een maximaal bedrag van 30 miljoen euro beschikbaar voor deze regeling plus de uitvoering daarvan. Hiervan is 8,3 miljoen euro, zijnde 10 miljoen euro minus een evenredig gedeelte van de uitvoeringskosten, beschikbaar voor werknemers uit de zorg. Van het landelijke sectorplan zorg is 28 miljoen euro onbenut. Hierover is afgesproken dat dit beschikbaar blijft voor initiatieven ten behoeve van werknemers in de langdurige zorg die in lijn zijn met de doelstelling van de sectorplannen. De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft dit in voortgangsbrieven over de hervormingen in de langdurige zorg op 14 april5 en op 3 september 20156 aan de Tweede Kamer toegezegd. Van deze middelen wordt aldus 10 miljoen euro, inclusief uitvoeringskosten, gericht ingezet voor werkzoekenden uit de langdurige zorg.

Artikelsgewijs

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit artikel zijn enkele begripsbepalingen opgenomen. Voor wat betreft de begripsbepaling van ‘kansberoep’ geldt dat een kansberoep een beroep is, zoals opgenomen in bijlage 1. Van die beroepen heeft het UWV geoordeeld, op basis van een combinatie van beschikbare en relevante arbeidsmarktgegevens, dat de kans op werk in dat beroep relatief goed is. De bijlage behorend bij het begrip ‘kansberoepen’ is als volgt opgebouwd:

  • Het overzicht van UWV met krapteberoepen (ofwel beroepen met moeilijk vervulbare vacatures), te vinden op www.werk.nl/arbeidsmarktinformatie.

  • Andere beroepen waarvoor cijfers duiden op relatief goede kansen op werk: voor deze beroepen is de kans op werkhervatting vanuit de WW tenminste gemiddeld èn is het aantal cv’s per vacature op werk.nl ook relatief gunstig. Wanneer beroepen aan beide voorwaarden voldoen worden ze meegenomen.

De lijst is vastgesteld op basis van beschikbare prognoses voor de komende jaren:

  • De inschatting door de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) van de kans op werk voor de voor de genoemde beroepen relevante opleidingen. Hierbij gaat het om de toekomstige kans op werk op het niveau en in het verlengde van de gevolgde opleiding voor een gediplomeerde schoolverlater binnen een jaar na afstuderen. De kans op werk is van toepassing op aankomende studenten die het komende studiejaar aan een opleiding beginnen en afronden na normale studieduur. Dus voor een tweejarige opleiding over twee jaar en voor een driejarige opleiding over drie jaar, etc. Kans op werk 2016 betreft de prognoseperiode 2017 tot en met 2020.

  • Er heeft daarnaast een globale toets plaatsgevonden op basis van de prognoses van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt naar beroep en opleiding. Deze prognoses hebben betrekking op een grovere indeling van beroepen en opleidingen dan voor de lijst relevant is, daarom kon slechts globaal worden gekeken naar de toekomstperspectieven van beroepen.

Naar aanleiding van deze toets is een aantal beroepen uiteindelijk niet opgenomen op de lijst met kansberoepen.

Artikel 2. Rechthebbende

De doelgroep bestaat uit mensen die werkloos zijn en aanspraak kunnen maken op een WW-uitkering, maar bestaat ook uit mensen die nog werkzaam zijn, en eventueel met ontslag worden bedreigd of als zelfstandige scholing richting een kansberoep willen volgen. Daarom is één van de voorwaarden om als rechthebbende te worden aangemerkt, het registreren als werkzoekende bij UWV. Deze subsidie moet door de in aanmerking komende persoon worden aangevraagd, en zal dus niet ambtshalve worden toegekend. Om stapeling van subsidiestromen te voorkomen, komen enkel de hierboven genoemde groepen in aanmerking voor toekenning van deze subsidie. Gemeenten en UWV krijgen immers een re-integratiebudget op basis waarvan scholingskosten voor te vergelijken andere groepen (zoals iemand met een WIA-uitkering of iemand die een uitkering krijgt op grond van de Participatiewet, maar wel geregistreerd is als werkzoekende bij UWV) worden vergoed. De aanvrager moet op het moment van aanvraag aan alle voorwaarden voldoen, wil deze in aanmerking komen voor subsidie.

Artikel 3. Subsidie aan rechthebbende voor scholing

In artikel 3 zijn de voorwaarden aangegeven waaronder een rechthebbende recht heeft op een subsidie voor scholing. De rechthebbende heeft recht op subsidie als hij scholing gaat volgen, die opleidt richting een kansberoep. Het moet gaan om scholing die de aanvrager helpt om geschikt (of geschikter) te worden om een dergelijke beroep te gaan uitoefenen.

Naast scholing komt ook een EVC-procedure, waarmee de rechthebbende zijn competenties en ervaringen in een ervaringscertificaat laat opnemen, in aanmerking voor subsidie. Dit is geregeld in het tweede lid.

Voor subsidie komt enkel de scholing (zowel de opleidingen als cursussen alsook de EVC-procedure) in aanmerking die gestart is op of na de datum van inwerkingtreding van deze regeling (1 mei 2016) tot 1 april 2018.

UWV heeft enige tijd nodig om te beslissen op een aanvraag (artikel 7). Daarom is voorzien in de mogelijkheid om op (uiterlijk) 31 december 2017 een aanvraag in te dienen voor een scholing die nog moet starten. Omdat het ongewenst is om die periode heel lang te laten duren, geldt dat de scholing uiterlijk op 1 april 2018 moet starten.

Artikel 4. Subsidiebedrag scholing

De subsidie bedraagt 100% van de werkelijke kosten tot een maximum van 2.500,- euro. Dit bedrag is inclusief BTW. Voor de zelfstandige bedraagt de subsidie 100% van de werkelijke kosten, tot een maximum van de uitkomst van 2.500,- euro min de BTW. De zelfstandige kan de BTW zelf via de Belastingdienst terugkrijgen. Wanneer een scholing minder kost dan 2.500,- euro is er recht op een bedrag ter hoogte van de kosten van de scholing. Naast de kosten voor de scholing zelf, kunnen onder andere ook boeken, materialen en examens onder de scholingskosten vallen. De subsidie voor scholing kan slechts eenmaal worden aangevraagd door een rechthebbende.

Indien een baangarantie van ten minste zes maanden wordt geboden door een nieuwe werkgever, kan de minister beslissen om 100% van een scholing die duurder is dan 2.500,- euro, te subsidiëren. Van belang is dat de baangarantie dezelfde omvang heeft als het gemiddelde aantal gewerkte uren (indien werkzaamheden bij die werkgever hebben plaatsgevonden) en scholing samen. Met ‘nieuwe werkgever’ wordt gedoeld op een andere werkgever dan de werkgever waar de aanvrager reeds arbeid voor verricht.

Indien er ten behoeve van een zelfstandige een baangarantie wordt gegeven en de kosten voor de scholing bedragen meer dan 2.500,- euro, komt de BTW, conform het derde lid, niet voor vergoeding in aanmerking.

Artikelen 5, 7 en 8. De subsidieaanvraag, -vaststelling en -betaling

De aanvraag wordt bij UWV gedaan. Dit volgt uit de werking van artikel 15, waardoor UWV de taak namens de minister (die in de tekst van artikel 5 wordt genoemd) doet. Om de aanvraag in behandeling te nemen moet deze compleet zijn. Van een volledige aanvraag wordt gesproken wanneer het door UWV beschikbaar gestelde aanvraagformulier (te vinden op www.uwv.nl) volledig is ingevuld en alle gevraagde bijlagen zijn toegevoegd en het formulier is ondertekend. Bijlagen die in ieder geval bij de aanvraag geleverd moeten worden zijn:

  • a. een bewijs waaruit blijkt dat de opleidings- of inschrijvingskosten zijn betaald, dan wel dat deze kosten zijn verschuldigd;

  • b. een bewijs waaruit blijkt dat de opleidingsinstelling de leerling heeft toegelaten; en

  • c. indien artikel 4, derde lid, van toepassing is, een bewijs van de baangarantie van de nieuwe werkgever.

Onderdeel a voorziet in twee situaties: de kosten in verband met scholing zijn reeds betaald of deze kosten zijn nog verschuldigd. Het is als rechthebbende niet altijd mogelijk om de kosten voor scholing zelf (in één keer) te betalen, om vervolgens subsidie te krijgen ten behoeve van die scholing. Daarom kan ook, met een bewijs dat deze scholing gevolgd gaat worden (een verplicht in te vullen bijlage bij het aanvraagformulier) en dat daarvoor een bepaald bedrag in rekening wordt gebracht, subsidie worden verleend voor nog niet gemaakte kosten.

In het geval van een onvolledige aanvraag krijgt de aanvrager de mogelijkheid deze nog aan te vullen. De datum van binnenkomst van de volledige aanvraag is de datum die als ontvangstmoment wordt aangemerkt. De aanvraag moet uiterlijk twee weken na de start van de scholing zijn ontvangen. In artikel 7 is bepaald dat UWV uiterlijk binnen acht weken na ontvangst van een volledige aanvraag, zal beslissen op de aanvraag. Om de start van de opleiding niet onnodig te vertragen zal UWV er echter naar streven de beslissing eerder af te geven. Indien aan de voorwaarden is voldaan, geeft UWV een vaststellingsbeschikking af. In die beschikking neemt UWV de hoogte van de subsidie op. Binnen 30 dagen na het afgeven van voorgenoemde beschikking betaalt UWV de subsidie aan de aanvrager.

Artikel 6. Weigeren subsidie

UWV weigert de subsidie in een aantal gevallen. Ten eerste wanneer de aanvraag na de termijn, bedoeld in artikel 5, is binnengekomen. Deze weigeringsgrond geldt niet in het geval dat de aanvrager zijn aanvraag tijdig, dus voor de aanvang van de scholing, heeft ingediend, maar deze aanvraag niet compleet blijkt te zijn en UWV hem op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid stelt om die aanvraag aan te vullen. Wanneer de aanvrager van deze gelegenheid gebruik maakt en zijn volledige aanvraag wordt vervolgens door UWV ontvangen twee weken na de aanvang van de scholing, dan wordt aan die aanvrager niet tegengeworpen dat zijn aanvraag te laat is ontvangen.

Ten tweede wordt de subsidie geweigerd voor zover de rechthebbende meerdere malen aanspraak maakt op subsidie voor scholing op grond van deze regeling. Indien voor de scholing van dezelfde rechthebbende al op grond van deze regeling subsidie is verleend, wordt op een volgende aanvraag voor subsidie voor scholing van die rechthebbende afwijzend beschikt.

Ten derde wordt met de grondslag voor weigering in onderdeel c voorkomen dat er dubbel gefinancierd wordt. Wanneer er al aanspraak is gemaakt op publieke middelen via een andere weg, dan kan er geen aanspraak meer gemaakt worden op de subsidie voor scholing uit artikel 4 van deze regeling. Als er bijvoorbeeld voor dezelfde scholing al aanspraak is gemaakt op een subsidie voor scholing op grond van de Regeling subsidie scholing en plaatsing oudere werklozen, dan komt die scholing niet in aanmerking voor subsidie op grond van onderhavige regeling.

Ten slotte is opgenomen dat de subsidie wordt geweigerd indien de belanghebbende reeds bij de aanvraag en verlening van de subsidie deelneemt aan een traject in het kader van de artikelen 3.2 tot en met 3.5 van de Regeling cofinanciering sectorplannen 2015. Het is niet de bedoeling dat scholing die plaatsvindt in het kader van een sectorplan wordt bekostigd vanuit deze tijdelijke regeling. Daarom is deelname aan een sectorplan expliciet als weigeringsgrond opgenomen.

Artikel 9. Aanvragen subsidie

De aanvraag voor subsidie voor scholing op grond van deze regeling kan worden gedaan vanaf de datum waarop deze regeling inwerking treedt tot en met 31 december 2017. Ook de aanvraag in verband met scholing die al gestart is, zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid, moet uiterlijk op 31 december 2017 worden gedaan. Subsidieaanvragen die na afloop van deze periode worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.

De minister (in mandaat UWV) kent de subsidie toe en betaalt uit aan de aanvrager, die hierdoor is gebonden aan de verplichtingen van de regeling. De aanvrager is ook degene bij wie eventuele terugvordering plaatsvindt.

Artikel 10. Meldingsplicht en medewerkingverplichting

De aanvrager van subsidie voor scholing heeft na de toekenning van de subsidie de verplichting om, zodra aannemelijk is dat de scholing niet of niet geheel zal plaatsvinden, of dat niet aan de voorwaarden voor subsidie en de overige verplichtingen zal worden voldaan, dat aan UWV te melden. Naast de meldingplicht is de aanvrager verplicht om desgevraagd mee te werken aan een steekproef.

Artikelen 11 en 12. Subsidieplafond en volgorde behandeling subsidieaanvragen

Voor subsidieverstrekking op grond van deze regeling is voor de periode vanaf de datum van inwerkingtreding tot en met 31 december 2017 een bedrag van 30 miljoen euro beschikbaar, inclusief de kosten voor de uitvoering van de regeling. Hiervan is na aftrek uitvoeringskosten 8,3 miljoen euro uitsluitend beschikbaar voor rechthebbenden die werkzaam zijn of waren in de sector zorg.

Indien het subsidieplafond van de sector zorg is bereikt, dan gaan de aanvragen van rechthebbende die werkzaam zijn of waren in de zorg mee met het ‘reguliere’ budget.

Op het moment dat het plafond is bereikt, worden er geen aanvragen meer toegekend; dit is conform artikel 4:25, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Subsidieaanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst van volledige aanvragen. Zoals reeds eerder genoemd, is het moment van ontvangst van de volledige aanvraag het moment dat wordt gezien als ontvangstmoment. Mocht het zo zijn dat er subsidieaanvragen op dezelfde dag zijn binnen gekomen en de volgorde is niet vast te stellen, dan zal de volgorde worden vastgesteld door loting.

Artikel 13. Terugvordering

De verleende subsidie wordt teruggevorderd indien blijkt dat deze ten onrechte is verleend of dat een te hoog bedrag aan subsidie is verleend. Daarvan is in ieder geval sprake als blijkt dat de scholing niet is gestart of niet is afgemaakt of als uit bijvoorbeeld een steekproef blijkt dat er onjuiste gegevens zijn verstrekt. Daarnaast kan de subsidie worden teruggevorderd wanneer aanvrager niet voldoet aan de meldings- en medewerkingingsverplichtingen. Overigens zal, al naar gelang de situatie, de subsidie geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd. Indien bijvoorbeeld door een kennelijke fout van de aanvrager een te hoog bedrag aan subsidie is verleend, zal het te veel verstrekte worden teruggevorderd.

UWV besteedt bijzondere aandacht aan het misbruik en oneigenlijk gebruik bij de uitvoering van deze regeling.

Artikel 14. Toepasselijkheid van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS

De Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS is buiten toepassing verklaard omdat de uitvoering bij UWV is belegd.

Artikel 15. Mandaat, volmacht en machtiging UWV

Deze regeling is gebaseerd op de Kaderwet SZW-subsidies. Die wet heeft betrekking op subsidieverstrekking door de minister. Het onderhavige artikel voorziet erin dat de minister UWV mandateert om deze regeling namens hem uit te voeren. Hierbij is tevens mandaat geregeld voor de behandeling van bezwaar en beroep door UWV. Omdat het hier het opdragen van een taak aan UWV betreft, al is het dan uitvoering in mandaat, is deze regeling ook gebaseerd op artikel 32d, tweede lid, van de Wet structuur en uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

Artikelen 16 tot en met 19. Financiering

In de artikelen 16 tot en met 19 worden regels gesteld met betrekking tot de financiering van de regeling ten laste van de rijksbegroting. Als uitvoerder van de regeling draagt UWV zorg voor het beheer en de administratie van de financiële middelen. UWV verstrekt voor 1 oktober 2016 een opgave van de geraamde lasten over de jaren 2016 en 2017. Op grond van artikel 18 doet UWV jaarlijks voor 1 oktober een aanvraag tot bevoorschotting van dat jaar. Afrekening vindt ingevolge artikel 19 plaats via de jaarrekening.

Artikel 20. Evaluatie

De minister zal zorg dragen voor evaluatie van de regeling. UWV zal twee keer per jaar de benodigde gegevens leveren. Over het verstrekken van deze gegevens zullen afspraken gemaakt worden.

Artikel 21. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 mei 2016 en vervalt op 1 januari 2018. Ingevolge het tweede lid blijft deze regeling van toepassing op reeds toegekende subsidieaanvragen. Een voorbeeld daarvan is een subsidieaanvraag die in november 2017 is toegekend voor een opleiding die op 1 februari 2018 pas aanvangt, of een meerjarige opleiding die pas 1 februari 2018 is afgerond. Om voor subsidie in aanmerking te komen moet echter wel de scholing zijn aangevangen op uiterlijk 1 april 2018.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Kamerstukken II 2012/13, 33 566, nr. 15.

X Noot
2

Kamerstukken II 2015/16, 33 566, nr. 84.

X Noot
3

Kamerstukken II 2015/16, 33 566, nr. 86.

X Noot
4

Kamerstukken II 2015/16, 29 544, nr. 664.

X Noot
5

Kamerstukken II 2014/15, 34 104, nr. 25.

X Noot
6

Kamerstukken II 2014/15, 34 104, nr. 70.

Naar boven