De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;
Gelet op artikel 15.51, derde lid, van de Wet milieubeheer;
BESLUIT:
TOELICHTING
Met dit besluit stelt de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, in overeenstemming
met de Staatssecretaris van Economische Zaken, de hoeveelheid CO2-emissies vast die de glastuinbouwsector in het kalenderjaar 2016 binnen het zogenoemde
kostenvereveningssysteem zonder financiële consequenties kan emitteren. Tegen dit
besluit kan geen beroep worden ingesteld op grond van artikel 1 van bijlage 2 van
de Algemene wet bestuursrecht (onder Wet milieubeheer, onderdeel c). De vastgestelde
hoeveelheid voor het kalenderjaar 2016 bedraagt 6,2 megaton CO2-emissies. Wordt de vastgestelde hoeveelheid overschreden, dan zijn de aangewezen
inrichtingen een vergoeding verschuldigd op grond van artikel 15.52 van de Wet milieubeheer.
Tot de CO2-emissies behoren ook de CO2-emissies die samenhangen met warmte welke is afgenomen van een ander bedrijf, met
uitzondering van de CO2-emissies van warmte welke is afgenomen van een inrichting die deelneemt aan het kostenvereveningssysteem
of aan het Europese systeem van handel in broeikasgasemissierechten (EU ETS). De laatstgenoemde
CO2-emissies worden immers verantwoord door de inrichtingen die de warmte hebben opgewekt.
Met het vaststellen van de hoeveelheid CO2-emissies voor het kalenderjaar 2016 is als volgt uitvoering gegeven aan de afspraken
die hierover zijn vastgelegd in het Convenant CO2-emissieruimte binnen het CO2-sectorsysteem glastuinbouw voor de periode 2013–20201 (hierna: het Convenant).
Eerst is het gemiddelde van de temperatuur gecorrigeerde CO2-emissies van de glastuinbouwsector in de periode 2010–2012 bepaald. Voor het bepalen
van dit gemiddelde is uitgegaan van de gegevens die zijn opgenomen in de Energiemonitor
van de Nederlandse glastuinbouw 2013 van het Landbouw-Economisch Instituut (hierna:
LEI)2. In die energiemonitor zijn de totale en de teeltgerelateerde CO2-emissies van de glastuinbouwsector in de jaren 2010, 2011 en 2012 opgenomen. Het
LEI heeft deze CO2-emissies temperatuur gecorrigeerd en vervolgens het gemiddelde van de temperatuur
gecorrigeerde CO2-emissies in de periode 2010–2012 berekend. Het gemiddelde is 7,5 Megaton CO2-emissies.
In het Convenant is afgesproken dat de basis voor het boekjaar 2013 (te weten 7,5
Megaton CO2-emissies) in de periode 2014–2020 lineair afneemt naar 6,2 Megaton CO2-emissies in 2020. Hieruit volgt voor 2016 de basis van 6,9 Megaton CO2-emissies. Vervolgens is voor de inrichtingen die op 1 januari 2016 deelnamen aan
het EU ETS op grond van cijfers van de Nederlandse Emissieautoriteit per inrichting
het gemiddelde van de jaarlijkse allocatie in de periode 2010-2012 berekend. Het gemiddelde
van deze inrichtingen is bij elkaar opgeteld en vervolgens verminderd met een factor
0,0174 maal het aantal jaren na 2010 (0,0174 x 6).
Dit resulteert in 0,7 Megaton CO2-emissies. De 0,7 Megaton CO2-emissies wordt in mindering gebracht op de basis van 6,9 Megaton totale CO2-emissies, wat resulteert in 6,2 Megaton totale CO2-emissies.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
S.A.M. Dijksma