Opsporingsvergunning aardwarmte Naaldwijk 3, Ministerie van Economische Zaken

DGETM/EO/16010613

Procesverloop:

• Coöperatieve Bloemenveiling FloraHolland U.A. (hierna: FloraHolland) en Trias Westland B.V. hebben per bief van 8 december 2014, aangevuld op 17 december 2014, een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte, ingevolge artikel 6, van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw), waarbij Trias Westland B.V. de taak van operator, ingevolge artikel 22, lid 5 Mbw op zich neemt. Het aangevraagde gebied, genaamd Naaldwijk 3, ligt in de gemeente Westland. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 10,07 km². De aanvraag betreft een uitbreiding van de opsporingsvergunning aardwarmte Naaldwijk 2. De vergunning wordt aangevraagd voor een periode die gelijk is aan die van opsporingsvergunning aardwarmte Naaldwijk 2, tot 1 juli 2016;

• in de Staatscourant van 6 januari 2015 (Staatscourant 2015, nr. 244) is een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen. Binnen de termijn van dertien weken na publicatie van de aanvraag is geen concurrerende aanvraag ontvangen;

• TNO adviesgroep EZ (hierna: TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken (hierna: Minister van EZ), op 13 mei 2015 advies uitgebracht (kenmerk: AGE 15-10.030);

• Staatstoezicht op de mijnen (hierna: Sodm) heeft op verzoek van de Minister van EZ op 13 mei 2015 advies uitgebracht (kenmerk: 15067246);

• het College van gedeputeerde staten van de Zuid-Holland (hierna: GS) is op grond van artikel 16 Mbw om advies gevraagd. Van GS is op 2 juni 2015 advies ontvangen (kenmerk:ODH-2015-00669318);

• de Mijnraad is, op grond van artikel 105, derde lid, Mbw op 18 juni 2015 om advies gevraagd en heeft per brief van 22 december 2015 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/15150634).

Gelet op de artikelen 6, 7, 9, 11, eerste tot en met derde lid, en vierde lid, eerste volzin, 12, 13, tweede lid, 15, 16, 17, eerste lid, artikel 22 en 105, derde lid, Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.1 van de Mijnbouwregeling.

Besluit:

Artikel 1

Aan Coöperatieve Bloemenveiling FloraHolland U.A. en Trias Westland B.V. (hierna: de vergunninghouder) wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied genaamd Naaldwijk 3.

Artikel 2

De vergunning geldt voor een gebied dat ligt in de gemeente Westland en wordt begrensd door de volgende punten en de rechte lijnen daartussen. De coördinaten van de punten zijn:

Punt	X	Y
1	73515,000	449073,000
2	75641,301	447183,953
3	74645,348	446059,771
4	75608,383	445204,192
5	76000,000	445400,000
6	76988,835	443457,645
7	76661,546	443047,706
8	71922,481	447272,133

Bovenstaande coördinaten zijn weergegeven volgens het stelsel van de Rijksdriehoekmeting (RD) zoals vermeld in Artikel 1.2.2, onder a, van de Mijnbouwregeling (Stcrt. 19-12-2002, nr. 245).

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 10,07 km².

Artikel 3

Trias Westland B.V. is de persoon die de feitelijke werkzaamheden uitvoert of daartoe opdracht verleent, als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, Mijnbouwwet.

Artikel 4

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 8 december 2014, aangevuld op 17 december 2014, ingediende aanvraag.

Artikel 5

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot 1 juli 2016.

Artikel 6

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken, namens deze: J.H. Brouwer MT-lid directie Energie en Omgeving

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.