Deze ministeriële regeling strekt tot aanpassing van het zogenoemde huursompercentage.
In de brief van 3 februari 2016 (Kamerstukken II 2015/16, 34 373 nr. 30) is aangekondigd dat, indien het amendement van de leden Ronnes (CDA) en Van Vliet
(fractie Van Vliet) (Kamerstukken II 2015/16, 34 373, nr. 22), waarmee de berekening van de maximale huursomstijging inclusief harmonisatie bij
toegelaten instellingen zou worden berekend over de periode 1 januari-1 januari, in
plaats van de in het oorspronkelijke wetsvoorstel voorgestelde periode van 30 juni-30
juni, en waarmee de invoering van de nieuwe maximale huursomstijging feitelijk werd
uitgesteld tot 1 januari 2017, zou worden aangenomen, de huidige maximale huursomstijging
die betrekking heeft op de gemiddelde huurverhoging per 1 juli zou worden vastgesteld
op een lager percentage dan nu is geregeld. Bij uitstel van de inwerkingtreding tot
1 januari 2017 zou de jaarlijkse huurverhoging per 1 juli 2016 immers niet conform
het Sociaal huurakkoord van Aedes en Woonbond wettelijk worden beperkt en ook de daaruit
voortvloeiende positieve effecten op de betaalbaarheid voor huurders op het huurtoeslagbudget
zouden niet worden gerealiseerd.
Daarbij is eveneens aangegeven dat dit gebeurt zodra de Eerste Kamer het wetsvoorstel
doorstroming huurmarkt 2015 (34 373), waarin de uitwerking van het Sociaal huurakkoord is opgenomen, heeft aanvaard.
Het betreffende amendement is aangenomen en de Eerste Kamer heeft inmiddels met het
wetsvoorstel doorstroming huurmarkt 2015 ingestemd.
Het percentage van de maximale huursomstijging per 1 juli 2016 wordt daarom, zoals
ook al eerder in voormelde brief van 3 februari 2016 is gemeld, vastgesteld op inflatie+0,4%.
Het cijfer van inflatie+0,4% is berekend door het voor toegelaten instellingen geraamde
harmonisatiepercentage over de periode 30 juni-30 juni, zijnde 0,6%, af te trekken
van de voor die periode bedoelde huursombeperking inclusief harmonisatie van inflatie+1%.
Deze wijzigingsregeling behelst geen administratieve lasten voor de burger en het
bedrijfsleven. Voorts heeft deze wijzigingsregeling geen gevolgen voor de regeldruk.