Besluit van de Minister van Economische Zaken van 4 maart 2016, nr. WJZ16016784, tot instelling van de EZ commissie monitoring VWNW (Instellingsbesluit EZ commissie monitoring VWNW)

De Minister van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Wonen en Rijksdienst;

Gelet op onderdeel 17 van de Overeenkomst Sociaal Beleid Rijk: van werk naar werk (VWNW) beleid van 11 april 2013;

Gehoord het Departementaal Georganiseerd Overleg EZ (DGO EZ) van 11 maart 2014;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Economische Zaken;

b. commissie:

de EZ commissie monitoring VWNW;

c. DGO-EZ:

Departementaal Georganiseerd Overleg bij het ministerie van Economische Zaken;

d. overeenkomst:

de Overeenkomst Sociaal Beleid Rijk: van werk naar werk (VWNW) beleid;

e. Besluiten:

Besluit van werk naar werkbeleid voor de sector Rijk 2013–2015 en Besluit verlenging van werk naar werkbeleid voor de sector Rijk.

Artikel 2

  • 1. Er is een EZ commissie monitoring VWNW.

  • 2. De commissie heeft tot taak de uitvoering van de overeenkomst en de Besluiten voor het departement te monitoren en daarover twee maal per jaar te rapporteren aan de minister.

Artikel 3

De Minister van Wonen en Rijksdienst kan de commissie via de minister verzoeken om tussentijdse rapportages.

Artikel 4

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en de volgende leden:

    • a. twee vertegenwoordigers van het ministerie van Economische Zaken;

    • b. twee vertegenwoordigers van de aan het DGO-EZ deelnemende centrales van overheidspersoneel.

  • 2. De voorzitter wordt door de minister benoemd. De voorzitter kan door de minister worden geschorst en ontslagen.

Artikel 5

  • 1. De commissie stelt haar eigen werkwijze schriftelijk vast.

  • 2. De minister voorziet in het secretariaat van de commissie.

  • 3. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de commissie geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het ministerie van Economische Zaken. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie bewaard in het archief van dat ministerie.

  • 4. De commissie versterkt desgevraagd aan de minister de voor de uitvoering van zijn taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van de zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de invulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 6

Het besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, werkt terug tot 1 januari 2016 en vervalt per 1 januari 2017.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit EZ commissie monitoring VWNW.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 4 maart 2016

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

Dit instellingsbesluit strekt tot het opnieuw instellen van de EZ commissie monitoring VWNW in verband met het vervallen van het Instellingsbesluit EZ commissie monitoring VWNW en de verlenging van het VWNW-beleid met een jaar per 1 januari 2016.

Het besluit tot het instellen van de EZ commissie monitoring VWNW is de uitwerking van punt 17 in de Overeenkomst Sociaal Beleid Rijk: van werk naar werk (VWNW) van 11 april 2013, zoals vastgesteld in het Sectoroverleg Rijk (SOR). Daarin is opgenomen dat het monitoren van het VWNW-beleid departementaal plaatsvindt en wordt uitgevoerd door een paritair samengestelde commissie.

Het VWNW-beleid biedt regelingen en algemene en specifieke voorzieningen aan medewerkers bij begeleiding naar ander werk als de organisatie of een onderdeel ervan gaat veranderen. Met het Besluit van werk naar werk beleid voor de sector Rijk 2013–2015 (Stb. 2013, 540) werd het VWNW-beleid voor de sector Rijk opgenomen in de rechtspositieregels voor rijksambtenaren. Dit geldt tussen 15 april 2013 en 1 januari 2016.

Toetsing van het VWNW-beleid vindt interdepartementaal plaats, namelijk door een rijksbrede commissie VWNW-beleid. Aan deze commissie worden toetsingsvragen voorgelegd, bijvoorbeeld in het geval van verschillen van mening over besluiten in het kader van het VWNW-beleid.

Monitoring van dat beleid vormt de taak van de onderhavige departementale commissie monitoring VWNW-beleid. De monitoring heeft onder meer betrekking op aantallen kandidaten, plaatsingen, gebruikmaking van voorzieningen en op de inzet van specifieke voorzieningen. Over de monitoring en de rapportages zijn in het DGO-EZ nadere afspraken gemaakt. Daarnaast rapporteert de commissie minstens tweemaal per jaar aan de Minister van Wonen en Rijksdienst ten behoeve van diens rapportage aan het Sectoroverleg Rijk.

Op 2 oktober 2015 is er met de Sectorcommissie overleg rijkspersoneel de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk (2015–2016) afgesloten. Partijen hebben hierin afspraken gemaakt over het VWNW-beleid, dat tijdelijk is en op 31 december 2015 afloopt. Partijen hebben de intentie uitgesproken om het VWNW-beleid meer structureel te maken. Vanwege een lopende evaluatie kunnen partijen dat momenteel nog niet invoeren. Afgesproken is om het huidige VWNW-beleid met een jaar, tot 1 januari 2017, te verlengen en vervolgens daarna enkele aanpassingen aan te brengen. Het VWNW-beleid is met een jaar verlengd met het Besluit verlenging van werk naar werkbeleid voor de sector Rijk (Besluit van 10 december 2015, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 en het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken in verband met de verlenging van het van werk naar werk beleid voor de sector Rijk tot en met 31 december 2016 (Stb. 2015, 519).

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven