Regeling van de Minister van Economische Zaken van 31 maart 2015, nr. WJZ/15016659, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling zeevisserij

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op Verordening (EU) 2015/104 van de Raad van 19 januari 2015 tot vaststelling, voor 2015, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 43/2014 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 779/2014 (PbEU 2015, L 22);

Gelet op de artikelen 3 en 4 van het Reglement zee- en kustvisserij 1977;

Besluit:

ARTIKEL I

De Uitvoeringsregeling zeevisserij wordt al volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, tweede lid, wordt de omschrijving van het begrip ‘verordening vangstmogelijkheden’ vervangen door: Verordening (EU) 2015/104 van de Raad van 19 januari 2015 tot vaststelling, voor 2015, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 43/2014 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 779/2014 (PbEU 2015, L 22).

B

In artikel 10, derde lid, onderdeel c, wordt ‘artikel 42 van de verordening vangstmogelijkheden’ vervangen door: artikel 41 van de verordening vangstmogelijkheden.

C

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘artikel 16, eerste lid, van deze verordening’ vervangen door: artikel 15, eerste lid, van deze verordening.

2. In het tweede lid wordt ‘artikel 18 van de verordening vangstmogelijkheden’ vervangen door: artikel 17 van de verordening vangstmogelijkheden.

D

Artikel 13 komt te luiden:

Artikel 13

  • 1. Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 11, 12, tweede lid, 23, 24, 25, 28, 32, eerste, derde en vierde lid, 33, 34, 35, tweede lid, 36, 37, 39, 40 en 44 van de verordening vangstmogelijkheden.

  • 2. Het is verboden visserijactiviteit uit te oefenen in strijd met de artikelen 21, 27, eerste en tweede lid, 35 en 38 van de verordening vangstmogelijkheden.

E

In artikel 15 wordt ‘artikel 4, onderdeel m, van de verordening vangstmogelijkheden’ vervangen door: artikel 4, onderdeel o, van de verordening vangstmogelijkheden.

F

Het opschrift van bijlage 4, onderdeel A, komt te luiden:

Vissoorten waarop in de desbetreffende gebieden niet mag worden gevist op grond van de verordening vangstmogelijkheden (verboden soorten).

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 31 maart 2015

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

TOELICHTING

1. Algemeen

De vangstmogelijkheden en de daaraan gerelateerde aanvullende voorschriften worden jaarlijks door de Raad van de Europese Unie aangepast. Bij de wijzigingsregeling van de Uitvoeringsregeling zeevisserij van 23 december 2014, (Stcrt. nr. 38062) is de voor het jaar 2015 geldende verordening vangstmogelijkheden in de uitvoeringsregeling geïmplementeerd. Op 19 januari 2015 is door de Raad van de Europese Unie de definitieve verordening vangstmogelijkheden vastgesteld en vervolgens gepubliceerd in het EU-publicatieblad. In de definitieve verordening vangstmogelijkheden is een deel van de artikelen vernummerd. Door middel van deze technische wijziging worden de verwijzingen naar deze artikelen in de uitvoeringsregeling aangepast.

2. Regeldruk

Deze wijziging van de Uitvoeringsregeling zeevisserij heeft geen gevolgen voor de regeldruk. Het gaat slechts om de wijziging van de verwijzingen naar de artikelen van de verordening vangstmogelijkheden in de Uitvoeringsregeling zeevisserij.

3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. De regeling heeft betrekking op implementatie van Europese regelgeving waarvoor afwijking van de vaste verandermomenten is toegestaan.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven