Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, handelend in hoedanigheid van Managementautoriteit van het Operationeel Programma West Nederland 2014–2020 houdende regels inzake de verlening van mandaat en machtiging aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, handelend als intermediaire instantie als bedoeld in artikel 2 lid 18 van de Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europese Parlement en De Raad van 17 september 2013, betreffende de uitvoering van paragraaf 2 van de Uitvoeringsregeling EFRO programmaperiode 2014–2020 (Besluit mandaat en machtiging EFRO 2014–2020 gemeente Amsterdam)

gelet op de artikelen 2 lid 18 en 123 lid 7 van de Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad; paragraaf 2 van de Uitvoeringsregeling EFRO programmaperiode 2014–2020 en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

gezien de toestemming van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam;

besluit vast te stellen:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit Besluit wordt verstaan onder:

a. Beleidsregels:

de Beleidsregels EFRO Operationeel Programma West Nederland 2014–2020;

b. College:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, handelend als intermediaire instantie als bedoeld in artikel 2 lid 18 van de Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013;

c. G4-Programmadelen:

de programmadelen van het Operationeel Programma die de activiteiten in het kader van geïntegreerde territoriale investeringen (GTI’s) als bedoeld in artikel 36 van de Verordening (EU) nr. 1303/2013, omvatten;

d. Managementautoriteit:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, in de hoedanigheid van Managementautoriteit van het Operationeel Programma;

e. Operationeel Programma:

het Operationeel Programma West Nederland 2014–2020;

f. Samenwerkingsconvenant:

Samenwerkingsconvenant partners Kansen voor West 2014–2020;

g. subsidieplafond:

het subsidieplafond, zoals door de Managementautoriteit vast te stellen en bekend te maken bij besluit;

h. Uitvoeringsovereenkomst:

Uitvoeringsovereenkomst G4-Programmadelen, Kansen voor West II (2014–2020);

i. Uitvoeringsregeling:

de Uitvoeringsregeling EFRO programmaperiode 2014–2020.

Artikel 2 Mandaat en machtiging subsidieverstrekking

  • 1. De Managementautoriteit verleent mandaat en machtiging aan het College van de gemeente Amsterdam om namens de Managementautoriteit besluiten te nemen en overige handelingen te verrichten met betrekking tot het verstrekken van subsidies op grond van paragraaf 2 van de Uitvoeringsregeling, voor zover het subsidies betreft die verband houden met het G4-Programmadeel Amsterdam van het Operationeel Programma, zulks met inachtneming van door de Managementautoriteit vastgestelde subsidieplafonds.

  • 2. Het in het eerste lid genoemde mandaat en de machtiging omvatten niet de bevoegdheid tot:

    • a. het vaststellen van een subsidie- en/of deelplafond, als bedoeld in artikel 2.2 van de Uitvoeringsregeling;

    • b. het vaststellen van de wijze van verdeling van de subsidies, als bedoeld in de artikelen 2.2, 2.5 lid 3 en 2.6 van de Uitvoeringsregeling;

    • c. het vaststellen van beleidsregels voor de toepassing van financiële correcties, als bedoeld in artikel 2.18 van de Uitvoeringsregeling.

Artikel 3 Mandaat en machtiging bezwaar- en beroepschriften

De Managementautoriteit verleent mandaat en machtiging aan het College van de gemeente Amsterdam voor het behandelen van bezwaar- en beroepschriften gericht tegen besluiten als bedoeld in artikel 2 lid 1 van dit Besluit, waaronder wordt begrepen het nemen van besluiten op bezwaar en het instellen van (hoger) beroep.

Artikel 5 Ondermandaat

Het College van de gemeente Amsterdam kan voor de in artikel 1 van dit Besluit genoemde bevoegdheden ondermandaat verlenen aan de direct onder hem werkzame personen.

Artikel 6 Slotbepalingen

  • 1. Dit Besluit treedt in werking met ingang van de dag nadat het overeenkomstig artikel 3:42, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is bekendgemaakt.

  • 2. Dit Besluit wordt aangehaald als ‘Besluit mandaat en machtiging EFRO 2014–2020 gemeente Amsterdam’.

Rotterdam, 3 maart 2015

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Rotterdam de secretaris, Ph.F.M. Raets

de burgemeester, A. Aboutaleb

Naar boven