Besluit van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank van 17 december 2014, houdende de bekendmaking van de Beleidsregels 2014 (Besluit Beleidsregels SVB 2014)

De Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank,

Gelet op artikel 34, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, artikel 8a van de Remigratiewet, artikel 2 van de Wet mogelijkheid koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen, de paragrafen 3 en 4 van de Tijdelijke regeling overbruggingsuitkering AOW, artikel 2 van de Regeling koopkrachttegemoetkoming niet-KOB-gerechtigden met een AOW-pensioen, de artikelen 6 tot en met 9 van de Regeling onderhoudskosten thuiswonende gehandicapte kinderen, artikel 20 van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers 2014 en artikel 9 van de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom en asbestose, alsmede gelet op het Boetebesluit socialezekerheidswetten en het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten;

Besluit:

Artikel 1

Bij de uitvoering van de in artikel 34 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen genoemde wetten, de Remigratiewet, de Wet mogelijkheid koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen, de Tijdelijke regeling overbruggingsuitkering AOW, de Regeling koopkrachttegemoetkoming niet-KOB-gerechtigden met een AOW-pensioen, de Regeling tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende gehandicapte kinderen, de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers 2014 en de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom en asbestose, past de Sociale verzekeringsbank het beleid toe dat is neergelegd in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

De bijlage bij dit besluit vervangt de delen III (Awb) en IV (Overige onderwerpen) van de bijlage bij het Besluit Beleidsregels SVB 2013 (Stcrt. 2014, nr. 13017).

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Beleidsregels SVB 2014.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De bijlage wordt ter inzage gelegd bij het hoofdkantoor en de locaties van de Sociale verzekeringsbank.

Amstelveen, 17 december 2014

De voorzitter van de Raad van bestuur, N.A. Vermeulen

TOELICHTING

Inleiding

De Sociale verzekeringsbank (SVB) publiceert sinds 1997 het beleid dat zij hanteert bij de uitvoering van de aan haar opgedragen wetten en regelingen. Publicatie vindt plaats door bekendmaking van een besluit als het voorgaande, inhoudende dat de Raad van bestuur van de SVB opnieuw de beleidsregels heeft vastgesteld. De bijlage waarnaar in het besluit wordt verwezen, betreft de gebundelde verzameling SVB Beleidsregels 2014 die kan worden geraadpleegd op het internet op www.svbbeleidsregels.nl. Tevens liggen deze beleidsregels ter inzage bij het hoofdkantoor en de locaties van de SVB.

Status en werking van de beleidsregels

Bij de ontwikkeling van de beleidsregels heeft de SVB zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de bepalingen die in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) over dit onderwerp zijn opgenomen.

In het vierde lid van artikel 1:3 Awb zijn beleidsregels gedefinieerd als: ‘een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan’.

De SVB zoekt bij de ontwikkeling van haar beleidsregels aansluiting bij deze definitie. Dit betekent dat de regels niet uitsluitend betrekking hebben op de toepassing van zuiver discretionaire bepalingen (zogenaamde ‘kan-bepalingen’), maar ook op de uitleg van wettelijke bepalingen in situaties waarin deze meerdere interpretaties toestaan. Ook ten behoeve van een uniforme uitleg van jurisprudentie zijn regels geformuleerd.

De beleidsregels zoals de SVB die hanteert, zijn ook neergelegd in instructies voor de medewerkers. Deze instructies bevatten tevens administratieve en procedurele instructies. Dergelijke instructies hebben een zuiver intern karakter en worden veelvuldig aangepast, waardoor ze niet geschikt zijn voor bekendmaking aan derden. In deze publicatie worden de beleidsregels weergegeven zonder de interne administratieve en procedurele aspecten.

Hoewel burgers de SVB op de beleidsregels kunnen aanspreken, mogen deze niet op één lijn worden gesteld met algemeen verbindende voorschriften, zelfs niet nu ze formeel aan derden bekend zijn gemaakt en uit dien hoofde moeten worden beschouwd als ‘recht’ in de zin van artikel 79 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Zo is de SVB op grond van artikel 4:84 Awb verplicht van een beleidsregel af te wijken in gevallen waarin toepassing van de beleidsregel voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Voor zover zuiver wetsinterpreterende regels aan de orde zijn, zal de gehoudenheid tot afwijking overigens eerder aan de orde komen naarmate de desbetreffende wettelijke norm vager is en meer beoordelingsvrijheid aan de SVB toestaat. Voorts zijn gevallen denkbaar waarin zulke bijzondere omstandigheden spelen dat zij niet meer behoren tot de categorie van gevallen waarop de SVB bij de totstandkoming van de beleidsregel het oog heeft gehad. In dergelijke gevallen is de beleidsregel niet van toepassing en zal de SVB een individuele beslissing nemen, gebaseerd op de bijzondere omstandigheden van het individuele geval.

Bovendien bevatten de beleidsregels slechts globale lijnen die nooit volledig recht kunnen doen aan alle individuele belangen waarmee de SVB in de praktijk bij het nemen van een beslissing rekening houdt. Ten aanzien van alle in deze publicatie vervatte regels geldt daarom het principe dat hiervan in individuele gevallen op grond van bijzondere omstandigheden kan worden afgeweken.

Daarbij wordt opgemerkt dat deze beleidsregels, hoewel veelomvattend, niet een uitputtend beeld geven van het beleid van de SVB. Beleid dat nog niet is uitgekristalliseerd, of uitsluitend om strategische redenen wordt gevoerd, bijvoorbeeld om jurisprudentie uit te lokken, is bijvoorbeeld niet opgenomen. Ook de omvang van de beschrijving van de regels verschilt. De reden hiervan is gelegen in het feit dat sommige bepalingen, doordat ze al veel langer bestaan of door veelvuldiger toepassing, meer ontwikkeld zijn dan andere.

Ten slotte dient er rekening mee te worden gehouden dat de SVB niet kan garanderen dat alle beleidsregels volledig actueel zijn. Er kan sprake zijn van wetswijzigingen of nieuwe rechterlijke uitspraken die nog niet zijn verwerkt. Dit is een onvermijdelijk gevolg van het feit dat de besluitvorming en de feitelijke publicatie van nieuwe beleidsregels enige tijd vergen.

De tekst is afgesloten naar de stand van zaken op 1 november 2014. De wetgeving is verwerkt tot en met 1 november 2014.

Overzicht van wijzigingen

Het hieronder vermelde overzicht bevat de wijzigingen in Deel III en IV van de beleidsregels. De Delen I (AOW, Anw, AKW, OBR, Remigratiewet, MKOB, Regeling niet-KOB-gerechtigden, TOG, TAS en TNS) en II (Internationaal) zijn niet inhoudelijk geactualiseerd.

Op 1 april 2014 is de Regeling tegemoetkoming astbestslachtoffers 2014 in werking getreden. In verband daarmee is de verwijzing naar de TAS in de beleidsregels Deel III aangepast. Deze regeling wordt in Deel III aangeduid als TAS 2014. Omdat het in de meeste gevallen een tekstuele aanpassing betreft, zijn deze wijzigingen niet in onderstaand overzicht opgenomen. Inhoudelijke wijzigingen van de beleidsregels naar aanleiding van de inwerkingtreding van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers 2014 zijn wel opgenomen.

Deel III (Awb) bevat de volgende wijzigingen:

  • In verband met het vervallen van de halfwezenuitkering is in SB3192 (Belanghebbende) de beleidsregel vervallen waarbij de partner van de aanvrager van een halfwezenuitkering als belanghebbende wordt aangemerkt. Tevens is in SB3192 de eenmalige uitkering TAS vervangen door een voorschot op grond van de TAS 2014.

  • In Verordening (EG) nr. 883/2004 komt een verklaring over de toepasselijke wetgeving voor postactieven niet meer voor. Daarom is in SB3193 (Besluit en beschikking) dat onderdeel uit de opsomming vervallen. Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet aanpassing bestuursprocesrecht op 1 januari 2013 (Stb. 2012, 682) vervalt in SB3193 het beleid over de doorzending van bezwaarschriften over de toepassing van fiscale regels.

  • Aan SB3194 (Vertegenwoordiging en machtiging) is toegevoegd dat de SVB een termijn van vier weken hanteert voor het overleggen van de originele machtiging als een belanghebbende buiten Nederland woont. Dit beleid stond voorheen in SB3201 over de vereisten inhoud bezwaarschrift. In verband met het vervallen van de halfwezenuitkering is in SB3194 tevens het beleid vervallen dat de SVB geen machtiging verlangt van de partner van de aanvrager van een halfwezenuitkering.

  • In SB3195 (Indiening en gegevensverstrekking) is de tekst over het aanvragen van een uitkering verduidelijkt. De beleidsregel is in overeenstemming gebracht met de praktijk om zoveel mogelijk elektronisch een aanvraag in te dienen.

  • SB3198 (Zorgvuldige voorbereiding) is aangepast vanwege de TAS 2014. In de TAS 2014 is de eenmalige uitkering vervangen door een voorschot. Omdat de TNS geen eenmalige uitkering meer kent, is SB3198 ook op dat punt aangepast.

  • In SB3201 (Vereisten inhoud bezwaarschrift en herstel van verzuim) stond dat de SVB een termijn van vier weken hanteert voor het overleggen van de originele machtiging als een belanghebbende buiten Nederland woont. Dit beleid is verplaatst naar SB3194 over vertegenwoordiging en machtiging.

  • Het nieuwe onderdeel SB3289 (Afzien van een hoorzitting) beschrijft hoe de SVB omgaat met de bevoegdheid om van een hoorzitting af te zien zoals bedoeld in artikel 7:3 Awb. Deze beleidsregel is gebaseerd op de wetsgeschiedenis en de jurisprudentie bij artikel 7:3 Awb.

  • In SB3207 (Houden van een hoorzitting) stond onder meer beleid over het afzien van een hoorzitting. Dit beleid is verplaatst naar net nieuwe SB3289 over afzien van een hoorzitting.

  • SB3209 (Samenstelling van de hoorcommissie) is gewijzigd omdat de SVB van de hoorzitting een geluidsopname maakt indien de belanghebbende of zijn gemachtigde daarvoor toestemming geeft. De hoorcommissie bestaat in dat geval uit een persoon. Zonder toestemming voor het maken van een geluidsopname bestaat de hoorcommissie uit twee personen. Voorts is in SB3209 verduidelijkt hoe de hoorcommissie is samengesteld als een bezwaarschriftprocedure (mede) betrekking heeft op een aan de SVB gegeven advies van een andere organisatie.

  • SB3211 (Hoorverslag), is gewijzigd omdat de SVB van een hoorzitting een geluidsopname maakt indien de belanghebbende of zijn gemachtigde daarvoor toestemming geeft. De SVB bewaart deze opname digitaal. Daarnaast staat in SB3211 in welke gevallen de SVB een schriftelijk hoorverslag maakt dat aan de belanghebbende of zijn gemachtigde wordt toegestuurd.

  • Aan SB3197 (Beslistermijnen aanvraagprocedure) is toegevoegd dat de redelijke termijn om op een aanvraag te beslissen in het kader van de Remigratiewet zestien weken bedraagt. Indien de SVB niet binnen deze termijn de beschikking kan nemen, verlengt de SVB de beslistermijn met maximaal acht weken. Aan SB3197 is toegevoegd dat de termijn om op een aanvraag te beslissen in het kader van de TOG dertien weken bedraagt. Verlenging met ten hoogste vier weken is mogelijk indien de SVB niet in staat is tijdig een besluit te nemen.

  • Aan SB3217 (Schadevergoeding) is een beschrijving van de nieuwe verzoekschriftprocedure om schadevergoeding toegevoegd. Daarbij wordt verwezen naar titel 8.4 van de Awb en het overgangsrecht van artikel IV van de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten (Stb. 2013, 50).

  • In SB3221 (Vergoeding van schade wegens overschrijding van de redelijke termijn) is een uitspraak van 8 september 2011 van de CRvB verwerkt. Op grond van deze uitspraak mag de SVB reeds uitbetaalde dwangsommen niet langer in mindering brengen op de schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

  • In SB3223 (Kosten gemaakt voor de behandeling van een bezwaarschrift) stond hoe de SVB handelt indien bezwaar wordt gemaakt wegens het niet tijdig nemen van een besluit. Dit beleid is vervallen, omdat de mogelijkheid van bezwaar tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet meer bestaat. SB3223 bevatte tevens beleid over de vergoeding van kosten van bezwaar ten aanzien van besluiten die zijn genomen vóór 12 maart 2002. Dit beleid is vervallen, omdat het is verouderd.

  • In SB3224 (Herziening van besluiten hangende beroep) is de verwijzing naar artikel 6:18 Awb geschrapt, omdat dit artikel met ingang van 1 januari 2013 is vervallen. De bepalingen zijn – voor zover nog relevant – opgenomen in het opnieuw geformuleerde artikel 6:19 Awb. De SVB maakt geen gebruik meer van de bevoegdheid om hangende bezwaar het bestreden besluit in te trekken of te wijzigen. Daarom vervalt dit onderdeel van SB3224.

  • SB3231 (Elektronisch bestuurlijk verkeer) is in overeenstemming gebracht met de praktijk om op verzoek van een belanghebbende berichten die daarvoor in aanmerking komen uitsluitend elektronisch te versturen.

DEEL IV: Overige onderwerpen bevat de volgende wijzigingen

  • SB4234 (Protocol huisbezoeken) heeft een nieuwe titel gekregen en is geheel herschreven. De SVB heeft de gedragsregels die zij hanteert bij het verrichten van een huisbezoek neergelegd in het Protocol huisbezoeken. Dit protocol is mede gebaseerd op jurisprudentie over huisbezoeken van de CRvB. Het protocol is niet van toepassing in geval medewerkers van de SVB op verzoek belanghebbenden thuis bezoeken om hen behulpzaam te zijn bij het realiseren van hun rechten.

    In het protocol komt aan de orde wat een huisbezoek inhoudt, wie het huisbezoek aflegt, wanneer huisbezoeken van te voren worden aangekondigd, wat een bezichtiging inhoudt en wanneer deze wordt verricht, het informed consent vereiste, de toestemming voor het betreden van de woning en de gevolgen als men niet meewerkt aan een huisbezoek.

De voorzitter van de Raad van bestuur, N.A. Vermeulen

Naar boven