Besluit van de voorzitter van het Productschap Vis van 30 december 2014, houdende besluit tot ontheffing van enkele heffingsgrondslagen aangaande diverse jaren (Besluit II van de voorzitter tot ontheffing van heffingsgrondslagen)

Gelet op artikel 14, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2006;

Besluit namens het bestuur:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Instellingsbesluit Productschap Vis:

Besluit van 3 juni 2003, houdende instelling van een productschap voor ondernemingen op het gebied van de visserij, de be- en verwerking van vis en de handel in vis en visproducten (Stb. 2003, 253);

b. ondernemer:

degene, die een onderneming drijft, waarvoor het productschap is ingesteld;

c. productschap:

het Productschap Vis, als bedoeld in artikel 3 van het Instellingsbesluit Productschap Vis;

Artikel 2

  • 1. Aan een ondernemer wordt ontheffing verleend van de volgende heffingsgrondslagen:

    • a) artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Heffingsverordening 2009;

    • b) artikel 3, eerste lid, van de Verordening financiering promotie kweekvis en onderzoek visteelt 2009;

    • c) artikel 3, eerste lid, onderdeel e, van de Heffingsverordening 2010;

    • d) artikel 3, eerste lid, van de Verordening financiering promotie kweekvis en onderzoek visteelt 2010;

    • e) artikel 3, tweede lid, onderdeel a, van de Verordening financiering vispromotie 2010;

    • f) artikel 3, tweede lid, van de Verordening financiering scholpromotie 2010;

    • g) artikel 3, eerste lid, van de Verordening financiering promotie kweekvis en onderzoek visteelt 2012;

    • h) artikel 4, tweede lid, aanhef en onderdelen d tot en met h, van de Heffingsverordening 2012

  • 2. Aan een ondernemer die valt onder de ontheffing, als bedoeld in het eerste lid, vindt geen terugbetaling van een heffing, als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a) tot en met k plaats, indien sprake is van faillissement, bedrijfsovername of bedrijfsbeëindiging van deze ondernemer en deze ondernemer de heffing geheel of gedeeltelijk heeft betaald.

Artikel 3

  • 1. Dit besluit wordt aangehaald als Besluit II van de voorzitter tot ontheffing van heffingsgrondslagen.

  • 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van 31 december 2014 en werkt terug tot en met 1 januari 2009.

Rijswijk, 30 december 2014

A. Bruggeman voorzitter

TOELICHTING

Op grond van artikel 14, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2006 is de voorzitter, namens het bestuur, bevoegd:

“voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen, van het bij of krachtens de heffingsverordeningen bepaalde geheel of gedeeltelijke ontheffing te verlenen indien hem dit als gevolg van bijzondere omstandigheden redelijk dan wel billijk voorkomt en om aan zodanige ontheffing(en) één of meer voorwaarden te verbinden, bij welker niet-, niet tijdige of niet behoorlijke nakoming de desbetreffende ontheffing geacht wordt niet te zijn verleend;”

Uit de huidige financiële gegevens over het jaar 2014 is gebleken dat voor de deelsectoren waarvoor de in artikel 2 eerste lid genoemde ontheffingen worden genoemd een totaal bedrag van ca. € 820.000,– niet besteed zal worden voor activiteiten noch voor de afbouwkosten van het Productschap Vis. Deze deelsectoren zijn:

  • Aanvoersector garnalen;

  • Aankoopsector verse vis;

  • Aankoopsector garnalen;

  • Inkoopsector;

  • Viskwekerijen.

Aangezien voor deze deelsectoren is gebleken dat er voldoende middelen in de reserves zijn om de kosten van deze sectoren voor de afbouw van het Productschap te dekken, vallen deze middelen vrij en komen deze in aanmerking voor teruggave aan deze deelsectoren. De afbouw van het schap is een bijzondere omstandigheid en de voorzitter heeft door middel van deze ontheffing besloten de overtollige middelen terug te laten vloeien aan de betreffende ondernemers in de genoemde deelsectoren.

Mede naar aanleiding van de Wet opheffing bedrijfslichamen (welke wet per 1 januari 2015 in werking treedt), de volledige afbouw van de activiteiten van het Productschap Vis in 2014, de vermindering van het aantal projecten in 2013 en de hoge stand van de reserves wordt deze ontheffing van de heffingsgrondslagen verleend.

De ontheffing geldt voor degene, die een onderneming drijft in de genoemde deelsectoren, waarvoor het Productschap Vis is ingesteld. De ontheffing wordt verleend aan degene, die de heffing op basis van de betreffende heffingsgrondslagen met bijbehorende heffingstarieven in de bestemmings- en heffingsverordeningen over een geheel heffingsjaar oorspronkelijk verschuldigd was. De terugbetaling van deze heffing vindt uitsluitend plaats als de betaling van de heffing door degene heeft plaatsgevonden, waarbij in geval van andere openstaande posten eerst verrekening daarmee plaatsvindt. Dit betekent dat ondernemers die geen heffing verschuldigd zijn en/of die niet hebben betaald geen heffingsbedragen ingevolge de ontheffing terugbetaald krijgen.

Indien sprake is van faillissement, bedrijfsovername of bedrijfsbeëindiging van een ondernemer en deze ondernemer heeft de verschuldigde heffingen helemaal of voor een deel betaald, waarover nu ontheffing wordt verleend, dan vindt terugbetaling van de betaalde heffingen niet plaats. Hierbij geldt de aanname dat over en weer aan alle verplichtingen is voldaan. In artikel 2, tweede lid, is hiervoor een bepaling opgenomen.

De in dit besluit genomen ontheffing heeft geen betrekking op andere heffingsgrondslagen, dan die in artikel 2, eerste lid, staan vermeld. Een ondernemer die meerdere bedrijfsactiviteiten uitoefent kan onder verschillende heffingsgrondslagen vallen. De heffingsplicht en verschuldigdheid van deze eventuele andere heffingen valt buiten de werking van dit besluit.

Aan dit besluit wordt terugwerkende kracht verleend tot en met 1 januari van het jaar zoals in artikel 2 eerste lid genoemde datum per heffingsgrondslag. Door het verlenen van terugwerkende kracht aan dit besluit wordt ontheffing verleend aan de ondernemers die het daadwerkelijk hoort te raken en de heffingen verschuldigd waren destijds.

De ondernemers die vallen onder dit ontheffingsbesluit hoeven door middel van dit besluit geen verzoek om ontheffing in te dienen bij het Productschap Vis. Het schap zal per individueel geval bezien op welke wijze, met eventuele terugbetaling van de reeds betaalde heffing, uitvoering wordt gegeven aan dit ontheffingsbesluit.

Rijswijk, 30 december 2014

A. Bruggeman voorzitter

Naar boven