TOELICHTING
Algemeen
Inleiding
De Wet kinderbijslagvoorziening BES (hierna: de wet) treedt met
ingang van 1 januari 2016 in werking. Artikel 9 van de wet bepaalt
(afzonderlijk) voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba de
hoogte van het kinderbijslagbedrag BES. Met deze ministeriële regeling wordt de
hoogte van dat bedrag aangepast en verhoogd.
Tevens voorziet deze regeling in de aanwijzing van de met het
toezicht op de naleving van de wet belaste ambtenaren.
Verhoging van het kinderbijslagbedrag BES
Voor inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling was in
artikel 9 van de wet opgenomen dat het kinderbijslagbedrag voor alle openbare
lichamen 38 USD was. Omdat dit bedrag is gebaseerd op de hoogte van de fiscale
kindertoeslag in 2015 is in artikel 10, vierde lid, van de wet bepaald dat de
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna: de Minister) de
kinderbijslagbedragen BES na inwerkingtreding van genoemd artikel 9 eenmalig
kan aanpassen.
1
Dit bedrag kan inmiddels worden becijferd op 39 USD. Dit bedrag
komt overeen met het rekenkundig afgeronde bedrag dat volgt uit de
vermenigvuldiging van de geïndexeerde hoogte van de fiscale kindertoeslag
indien deze nog in 2016 had bestaan, met het gecombineerde belasting- en
premietarief van 30,4%. Vervolgens is dit bedrag gedeeld door 12 maanden.
Daarnaast is naar rato de voor 2016 beoogde verhoging van het
basiskinderbijslagbedrag voor Europees Nederland toegepast op het bedrag van 39
USD.
2 Het gaat om een percentage van 3%. Dit komt neer op een
bedrag van 40 USD (rekenkundig afgerond). Daarmee is voor alle drie de openbare
lichamen 40 USD het uitgangspunt voor het jaar 2016 op basis van de hiervoor
beschreven berekeningen.
Voor de openbare lichamen Sint Eustatius en Saba is een hoger
kinderbijslagbedrag mogelijk geworden door de aanwending van additioneel
beschikbare middelen, zoals aangekondigd in het Meerjarenprogramma Caribisch
Nederland 2015-2018.
3
In overleg met het openbare lichaam Bonaire is voor het
openbare lichaam Bonaire een andere invulling van de beschikbare middelen
gekozen, namelijk een 0,2% verhoging van de bedragen van het wettelijk
ouderdomspensioen, het nabestaandenpensioen en de onderstand ter verzachting
van het deflatie-effect.
4 De bestuurscolleges van de openbare lichamen Sint
Eustatius en Saba hebben er de voorkeur aan gegeven om het resterende
beschikbare geld van in totaal € 90.000 te besteden aan de hoogte van het
kinderbijslagbedrag BES, waardoor op deze eilanden nu sprake is van een hoger
kinderbijslagbedrag BES ten opzichte van het openbare lichaam Bonaire. Dit
resulteert in een verhoging met een bedrag van 1,70 USD dat wordt afgerond tot
2,00 USD per kind per maand.
De situatie waarin er sprake is van een hoger bedrag voor Sint
Eustatius en Saba ten opzichte van Bonaire is overigens niet nieuw, maar doet
zich al voor bij andere uitkeringen en voorzieningen, zoals de onderstand en
het wettelijk ouderdomspensioen.
Aanwijzing van de toezichthoudende
functionarissen
In artikel 26, eerste lid, van de wet is bepaald dat de Minister
functionarissen aanwijst die met het toezicht op de naleving van het bij of
krachtens de wet bepaalde zijn belast. Hiermee wordt aangesloten bij de
bestaande systematiek voor het toezicht op de sociale zekerheidswetgeving op de
openbare lichamen. In deze wijzigingsregeling wordt voorzien in die
aanwijzing.
Inkomenseffecten
De inkomenseffecten voor de ouders, dat wil zeggen voor alle
openbare lichamen, zijn voor wat betreft de aanpassing van het bedrag van 38
USD naar 39 USD als gevolg van de indexatie van de fiscale kindertoeslag als
deze nog zou hebben bestaan, in de tabel hieronder becijferd. Verder is voor
de
opstelling van de tabel rekening gehouden met de verhoging van het
kinderbijslagbedrag BES naar rato van de verhoging van de kinderbijslag in
Europees Nederland. Daarnaast is rekening gehouden met de voor de ouders op
Sint Eustatius en Saba geldende (verdere) verhoging van het
kinderbijslagbedrag.
Het uiteindelijke kinderbijslagbedrag met ingang van 1 januari
2016 voor Bonaire van 40 USD en het voor Sint Eustatius en Saba geldende bedrag
van 42 USD leiden tot de in de tabel opgenomen percentuele
inkomenseffecten.
Verschil %
Huishouden
1
|
Bonaire
|
Sint-Eustatius
|
Saba
|
Inactief
|
|
|
|
Paar Onderstand (1 kind)
|
10,9%
|
10,4%
|
10,7%
|
Paar Onderstand (2 kinderen)
|
20,2%
|
19,3%
|
19,7%
|
Paar Onderstand (3 kinderen)
|
28,2%
|
27,0%
|
27,5%
|
Actief
|
|
|
|
Paar 6.000 USD (1 kind)
|
8,0%
|
8,4%
|
8,4%
|
Paar 6.000 USD (2 kinderen)
|
16,0%
|
16,8%
|
16,8%
|
Paar 6.000 USD (3 kinderen)
|
24,0%
|
25,2%
|
25,2%
|
Paar 13.500 USD (1 kind)
|
0,2%
|
0,4%
|
0,4%
|
Paar 13.500 USD (2 kinderen)
|
3,5%
|
3,9%
|
3,9%
|
Paar 13.500 USD (3 kinderen)
|
7,1%
|
7,6%
|
7,6%
|
Paar 16.000 USD (1 kind)
|
0,2%
|
0,4%
|
0,4%
|
Paar 16.000 USD (2 kinderen)
|
0,2%
|
0,5%
|
0,5%
|
Paar 16.000 USD (3 kinderen)
|
3,3%
|
3,7%
|
3,7%
|
X Noot
1In deze tabel is uitgegaan van het verschil
tussen de fiscale kindertoeslag voor 1 januari 2016 ten opzichte van het
kinderbijslagbedrag BES na 1 januari 2016. De inkomensgroepen die gebruikt
zijn
voor de tabel wijken af van de standaardhuishoudens die normaliter voor
Europees Nederland worden gebruikt bij de presentatie van inkomensgevolgen.
Dit
omdat niet dezelfde huishoudens voor Caribisch Nederland herkenbaar kunnen
worden gedefinieerd.
Budgettaire gevolgen
De wet is vormgegeven als een begrotingsgefinancierde regeling
die in de plaats komt van de fiscale kindertoeslag. De hierdoor vrijgekomen
middelen zijn ingezet voor de financiering van de wet (circa € 0,9 miljoen).
Ook zijn de meerkosten als gevolg van de motie Schouten/Van Laar
5 die € 0,8 miljoen bedragen toegevoegd aan de begroting
van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
6
Verder is sprake van een bedrag van een additioneel budget van
€ 90.000 vanuit de begroting van datzelfde ministerie, waarvan een deel (het
‘aandeel’ Sint Eustatius en Saba) voor de kinderbijslag op Caribisch Nederland
is aangewend. Hiermee is een bedrag van circa € 40.000 per jaar gemoeid.
Met de verhoging van het kinderbijslagbedrag BES met een
percentage van 3%, naar aanleiding van de beoogde verhoging van het
basiskinderbijslagbedrag in Europees Nederland, is een bedrag van € 56.000 per
jaar gemoeid.
Administratieve lasten
Deze ministeriële regeling heeft geen gevolgen voor de
administratieve lasten van de (decentrale) overheid, bedrijven of burgers.
Artikelsgewijs
Artikel I
Dit artikel voorziet in de aanpassing en verhoging van de
kinderbijslagbedragen BES, zoals deze zijn opgenomen in artikel 9 van de wet.
Voor wat betreft de aanpassing naar 39 USD voor alle openbare lichamen geldt
dat daarvoor artikel 10, vierde lid, van de wet als grondslag dient. Dat lid
maakt het mogelijk om eenmalig het kinderbijslagbedrag BES aan te passen. In de
memorie van toelichting bij de wet is hier expliciet aandacht aan geschonken.
7
Voor wat betreft de verdere verhoging van het kinderbijslagbedrag
BES voor de geldt het tweede lid van artikel 10 als grondslag. De verdere
verhoging komt voort uit bijzondere omstandigheden, namelijk de intensivering
naar aanleiding van de verhoging van het basiskinderbijslagbedrag in de
Algemene Kinderbijslagwet (ten gunste van Caribisch Nederland als geheel) en de
inzet van additionele middelen, zoals aangegeven in het eerdergenoemde
Meerjarenprogramma Caribisch Nederland 2015-2018 (ten gunste van Sint Eustatius
en Saba).
Artikel II
Door de toevoeging van de wet in artikel 1, eerste lid, van de
Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren SZW-wetgeving BES kunnen de
aangewezen toezichthoudende functionarissen ook voor het toezicht op de
naleving van de wet worden ingezet. Tevens voorziet het tweede onderdeel in het
toevoegen van de juiste grondslag voor de aanwijzing van de met het toezicht op
de naleving belaste functionaris voor wat betreft het Besluit onderstand
BES.
Artikel III
Deze wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van
1 januari 2016. Met dat tijdstip wordt aansluiting gezocht bij het tijdstip van
inwerkingtreding van de wet.