Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 16 november 2015, nr. WJZ/15149579, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling WEB 2007 en de Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 20 augustus 2015, nr. WJZ/ 15103483 (Stcrt. 2015, 27130) in verband met de aanpassing van de vaste voet en de prijs per leerling voorbereidend beroepsonderwijs voor het jaar 2015 en 2016

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 2.3.2, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit WEB;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 3.1.2. van de Uitvoeringsregeling WEB 2007 wordt gewijzigd als volgt:

a. In het eerste lid, aanhef, wordt ‘€ 56.170,48’ vervangen door: € 56.984,95.

b. Het tweede lid wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 6.775,07’ vervangen door ‘€ 6.860,24’, ‘€ 5.658,10’ door ‘€ 5.740,14’ en ‘€ 1.116,97’ door: € 1.120,10.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 10.524,01’ vervangen door ‘€ 10.660,19’, ‘€ 9.121,62’ door ‘€ 9.253,88’ en ‘€ 1.402,39’ door: € 1.406,31.

3. In onderdeel c wordt ‘€3.748,94’ vervangen door: € 3.799,95.

ARTIKEL II

Artikel I, onderdeel C, artikel 3.1.2a, van de Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 20 augustus 2015, nr. WJZ/15103483, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling WEB 2007 in verband met de aanpassing van de vaste voet en de prijs per leerling voorbereidend beroepsonderwijs 2016 (Stcrt. 2015, 27130) wordt gewijzigd als volgt:

a. In het eerste lid, aanhef, wordt ‘€ 56.170,48’ vervangen door ‘€ 57.960,06’.

b. Het tweede lid wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 6.657,24’ vervangen door ‘€ 6.789,70’, ‘€ 5.540,27’ door ‘€ 5.682,71’ en ‘€ 1.116,97’ door ‘€ 1.106,99’.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 10.779,24’ vervangen door ‘€ 11.064,95, ‘€ 9.376,85’ door ‘€ 9.783,10’ en ‘€ 1.402,39’ door ‘€ 1.281,85.

3. In het derde lid wordt ‘€ 4.122,-’ vervangen door: € 4.275,25.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 16 november 2015

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

TOELICHTING

Aanleiding

In de Uitvoeringsregeling WEB 2007 worden de prijzen per leerling bekend gemaakt die de grondslag vormen voor het bepalen van de rijksbijdrage voor exploitatie- en huisvestigingskosten van een agrarisch opleidingscentrum (AOC) voor wat betreft het voorbereidend beroepsonderwijs (VBO). Met deze regeling worden de vaste voet per instelling en de prijzen per leerling voor de vaststelling van de rijksbijdragen van 2015 en 2016 naar boven bijgesteld met gemiddeld 2,30%. Aanleiding hiervoor is het cao-akkoord voor overheidspersoneel (waaronder onderwijs) en de reguliere loon- en prijsbijstelling voor 2015. De definitieve kabinetsbijdrage voor het jaar 2016 is ook bekend, hetgeen leidt tot een bijstelling van de eerder gepubliceerde vaste voet per instelling en de prijzen per leerling voor het jaar 2016 (Stcrt. 2015, 27130).

Achtergrond

De bedragen voor 2015 en 2016 worden gewijzigd als gevolg van prijsaanpassingen van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Met deze aanpassingen van de prijzen voor het VBO groen wordt de prijsontwikkeling van OCW volledig gevolgd. Voor het voorbereidend beroepsonderwijs in een AOC dat op grond van de regeling wordt bekostigd leiden de bijstellingen voor 2015 en 2016 tot een stijging van de vaste voet per instelling en van het bedrag per leerling. Dit leidt tot een hogere rijksbijdrage per instelling, die door DUO aan de instellingen wordt bekend gemaakt en uitbetaald.

Regeldruk

Er zijn geen regeldrukeffecten. De regeling bevat geen informatieverplichtingen voor bedrijven of burgers en veroorzaakt dus geen administratieve lasten. Evenmin is er sprake van inhoudelijke nalevingskosten.

Vaste verandermomenten

Het tijdstip van inwerkingtreding wijkt af van het beleid inzake de vaste verandermomenten. Deze uitzondering is toegestaan, omdat onderwijsinstellingen zijn gebaat bij spoedige inwerkingtreding.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam