Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 30 augustus 2015, nr. WJZ/15103483, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling WEB 2007 in verband met de vaststelling van de vaste voet per instelling en de prijs per leerling voorbereidend beroepsonderwijs voor het jaar 2016

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 2.3.2. en 2.4.1., tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit WEB;

Besluit:

ARTIKEL I

De Uitvoeringsregeling WEB 2007 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 3.1.1, tweede lid, wordt ‘€ 469,33’ vervangen door: € 540,–.

B

In artikel 3.1.2., tweede lid, aanhef, wordt ‘per 1 januari 2015’ vervangen door: voor het jaar 2015.

C

Na artikel 3.1.2. wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3.1.2a

  • 1. De vaste voet per instelling, bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van het besluit, wordt voor het jaar 2016 berekend door elke vaste formatieplaats te vermenigvuldigen met een bedrag van € 56.170,48. De vaste formatie wordt als volgt vastgesteld:

    • a. één formatieplaats per agrarisch opleidingscentrum; en

    • b. een halve formatieplaats per vestiging waar per 1 augustus voorafgaand aan het desbetreffende jaar voorbereidend beroepsonderwijs in de afdeling landbouw, natuurlijke omgeving en voedsel wordt verzorgd;

    • c. indien twee of meer agrarische opleidingscentra een fusie met elkaar aangaan, behoudt het agrarisch opleidingscentrum dat ten gevolge van de fusie tot stand komt het aantal formatieplaatsen, bedoeld in het eerste lid onder a. en b., dat ieder van de agrarische opleidingscentra afzonderlijk voor de fusie had, voor een periode van drie jaren na het jaar waarin de fusie plaatsvond;

  • 2. De prijs per leerling verbonden aan het voorbereidend beroepsonderwijs en leerwegondersteunend onderwijs als bedoeld in artikel 2.3.2 van het besluit bedraagt voor het jaar 2016:

    • a. voor de leerling voorbereidend beroepsonderwijs € 6.657,24, bestaande uit een component voor personele kosten ad € 5.540,27 en een component voor materiële kosten ad € 1.116,97;

    • b. voor de leerling leerwegondersteunend onderwijs € 10.779,24, bestaande uit een component voor personele kosten ad € 9.376,85 en een component voor materiële kosten ad € 1.402,39;

  • 3. het ondersteuningsbedrag per leerling verbonden aan het voorbereidend beroepsonderwijs en leerwegondersteunend onderwijs als bedoeld in artikel 2.3.2 van het besluit bedraagt voor het jaar 2016 € 4.122,–.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 30 augustus 2015

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

TOELICHTING

1. Aanleiding

In de Uitvoeringsregeling WEB 2007 worden de prijzen per leerling bekend gemaakt die de grondslag vormen voor het bepalen van de rijksbijdrage voor exploitatie- en huisvestigingskosten van een agrarisch opleidingscentrum (AOC) voor wat betreft het voorbereidend beroepsonderwijs (VBO). Met deze regeling worden de vaste voet per instelling en de prijzen per leerling voor de vaststelling van de rijksbijdragen van 2016 vastgesteld. Krachtens artikel 2.3.2, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit WEB, dient de bekendmaking van de bedragen die de grondslag vormen voor de rijksbijdrage voor exploitatiekosten jaarlijks voor 1 september te geschieden. Krachtens artikel 2.2.4. eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs dient de bekendmaking van de rijksbijdrage voor huisvestingskosten jaarlijks in september te geschieden.

2. Achtergrond

Voor het voorbereidend beroepsonderwijs in een AOC dat op grond van de regeling wordt bekostigd leidt de loonbijstelling van 0,44%, zoals vastgelegd in de voorjaarsnota 2015, tot een stijging van de personele component van het bedrag per leerling.

Het leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) en praktijkonderwijs (PrO) worden per 1 januari 2016 onder de systematiek van passend onderwijs gebracht. Per 1 januari 2016 worden de per sector verschillende bedragen voor de ondersteuningsbekostiging geharmoniseerd, waardoor het ondersteuningsbedrag per leerling in het gehele praktijk- en voortgezet onderwijs gelijk is. Als gevolg hiervan stijgt het ondersteuningsbedrag per leerling, bedoeld in artikel 3.1.2, tweede lid, onderdeel c van de uitvoeringsregeling en de prijs per leerling LWOO, bedoeld in artikel 3.1.2., tweede lid, onderdeel b van de uitvoeringsregeling. De prijs per leerling VBO, bedoeld in artikel 3.1.2, tweede lid, onderdeel a, van de uitvoeringregeling daalt.

Artikel 2.4.1 van het Uitvoeringsbesluit WEB (UWEB) bepaalt dat jaarlijks aan verticale scholengemeenschappen en aan een AOC voor wat betreft het VBO een rijksbijdrage voor huisvestingskosten wordt verstrekt op basis van een bedrag per leerling. Het bedrag dient jaarlijks bij regeling te worden vastgesteld. Het bedrag van 540,- voor 2016 is effectief hetzelfde bedrag als wat over het jaar 2015 voor huisvestingskosten is verstrekt.

3. Regeldruk

Er zijn geen regeldrukeffecten. De regeling bevat geen informatieverplichtingen voor bedrijven of burgers en veroorzaakt dus geen administratieve lasten. Evenmin is er sprake van inhoudelijke nalevingskosten.

4. Vaste verandermomenten

De regeling treedt conform het kabinetsbeleid inzake de vaste verandermomenten in werking met ingang van 1 januari 2016.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven