TOELICHTING
Algemeen
Met deze wijzigingsregeling worden de volgende twee ministeriele regelingen gewijzigd:
Deze regelingen worden gewijzigd vanwege het Besluit experiment beroepsopleiding gecombineerde
leerwegen bol-bbl, het Besluit experimenten doorlopende leerlijnen vmbo-mbo, de gewijzigde
wetgeving inzake educatie en de gewijzigde wet- en regelgeving inzake examens in het
beroepsonderwijs.
Deze wijzigingsregeling wordt mede namens de minister van Economische Zaken ondertekend.
UITVOERING EN HANDHAAFBAARHEID
Deze wijzigingsregeling is voor een uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets voorgelegd
aan Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), de Inspectie van het Onderwijs en de ADR. De
regeling is door hen uitvoerbaar en handhaafbaar verklaard.
ADMINISTRATIEVE LASTEN
Bij de voorbereiding van deze wijzigingsregeling is nagegaan of sprake is van administratieve
lasten. Onder administratieve lasten wordt verstaan: tijd en geld gemoeid met het
voldoen aan informatieverplichtingen aan de overheid. Bij de voorbereiding van deze
wijzigingsregeling is nagegaan of sprake is van administratieve lasten voor instellingen,
bedrijfsleven of burgers. Daarbij is de regeling intern ter beoordeling voorgelegd
voor toetsing op administratieve lasten. Per onderwerp wordt aangegeven of er wel/geen
sprake is van administratieve lasten.
Experimenten gecombineerde leerweg bol-bbl en doorlopende leerlijnen vmbo-mbo
Bij zowel het Besluit experimenten beroepsopleiding gecombineerde leerwegen bol-bbl
(Stb. 2015, 180) als het Besluit Experimenten doorlopende leerlijnen vmbo-mbo (Stb. 2013, 370) was niet bekend dat de beleidsinformatie niet in BRON kon worden geregistreerd.
Derhalve wordt aan de instellingen gevraagd een apart bestand (aangeleverd door DUO)
in te vullen met beleidsinformatie.
Dat gaat als volgt in zijn werk:
Doorlopende leerlijnen vmbo-mbo: mbo-instellingen die meedoen aan het experiment doorlopende leerlijnen vmbo-mbo
ontvangen een keer per studiejaar een lijst met namen van DUO. Deze lijst bevat de
namen van de leerlingen die in het vmbo op het experiment (leerjaar 1-2) stonden ingeschreven
op een elementcode en nu staan ingeschreven op het MBO, of in het voorgaande mbo-jaar.
De lijst is dus volledig geprepareerd per mbo-instelling. De instelling dient vervolgens
per deelnemer de vraag te beantwoorden of de deelnemers wel of niet (meer) in het
experiment zit.
Gecombineerde leerweg bol-bbl: mbo-instellingen die meedoen aan het experiment gecombineerde leerweg bol-bbl ontvangen
per studiejaar een lijst met namen van DUO. Deze lijst bevat de namen van alle deelnemers
die ingeschreven staan op de mbo-opleiding die onderdeel uitmaakt van het experiment.
De instelling dient vervolgens per deelnemer en per studiejaar de vraag te beantwoorden
of de deelnemers wel of niet (meer) in het experiment zit.
De administratieve lasten voor de looptijd (2014–2021) van het experiment voor de
gecombineerde leerwegen bol-bbl worden geraamd op totaal 28.800 euro. De administratieve
lasten voor de looptijd (2014–2022) van het experiment doorlopende leerlijnen vmbo-mbo
worden geraamd op totaal 30.000 euro.
Invoering van het centraal examen rekenen
Nu is besloten tot de invoering van een centraal examen rekenen ER, dat voor specifieke
studenten in plaats komt van het reguliere centraal examen rekenen, wordt er met deze
regeling de grondslag bepaald voor het aanleveren van de resultaten hiervan aan DUO.
De mbo-instellingen zullen hier, binnen de al bestaande systemen voor het aanleveren
van de resultaten van een student bij diplomering, een zeer beperkte aanpassing voor
moeten doen, zodat deze resultaten geregistreerd en aangeleverd kunnen worden. In
totaal zal deze aanpassing naar verwachting maximaal een uur per mbo-instelling duren,
en de verhoging van de administratieve lasten bedragen dan ook slechts 3000 euro voor
de gehele sector. Dit zijn eenmalige extra lasten, aangezien de aanlevering van de
resultaten op het centraal examen rekenen ER na aanpassing van de systemen meeloopt
in de reguliere procedure voor aanlevering van de resultaten aan DUO en hiervoor hoeven
geen extra kosten te worden gemaakt.
Het niet-verstrekken van gegevens inzake overige educatie
In deze wijzigingsregeling vervalt de plicht om deelnemersgegevens in BRON voor overige
educatie te registreren wat leidt tot een besparing van de administratieve lasten.
In de Wet tot wijziging van o.m. de Wet participatiebudget en de WEB inzake het invoeren
van een specifieke uitkering educatie en het vervallan van de verplichte besteding
van educatiemiddelen bij regionale opleidingencentra (Stb. 2014, 288) is de gemoeide besparing op administratieve lasten geraamd.
VASTE VERANDERMOMENTEN
Met deze regeling wordt deels afgeweken van het kabinetsbeleid van vaste verandermomenten,
omdat deze regeling niet ten minste twee maanden tevoren is gepubliceerd. Hiervoor
is een aantal redenen.
De Regeling wordt gewijzigd vanwege de wijziging van het Besluit van ... 2015 tot
wijziging van onder meer het Eindexamenbesluit VO en het Examen- en kwalificatiebesluit
beroepsopleidingen WEB in verband met de invoering van een aangepast rekenexamen bij
ernstige rekenproblemen en enkele tijdelijke aanpassingen in de uitslagregeling van
het centraal examen rekenen naar aanleiding van de adviescommissies Bosker en Steur.
Vanwege het krappe tijdpad sinds het uitkomen van het advies van de commissie Steur
en de besluitvorming sindsdien is het niet mogelijk om dit Besluit en de Regeling
twee maanden voor inwerkingtreding te publiceren. Deze afwijking is gerechtvaardigd
in het belang van de deelnemers die het examenonderdeel rekenen moet afleggen in het
studiejaar 2015-2016, aangezien het Besluit een versoepeling aanbrengt ten gunste
van die deelnemers. De Regeling zorgt ervoor dat de cijfers die worden behaald voor
de versoepelde mogelijkheden voor het examenonderdeel rekenen ook worden kunnen worden
geleverd.
Ook voor wat betreft de technische verbeteringen in de onderdelen A, B, C, D, E en
F wordt een uitzondering gemaakt op de vaste verandermomenten. Deze uitzondering is
gerechtvaardigd aangezien het summiere wijzigingen betreffen en met deze wijzigingen
wordt aangesloten bij de huidige praktijk.
Om bovengenoemde redenen is het deels afwijken van het VVM-beleid in dit geval niet
bezwaarlijk. De terugwerkende kracht van een gedeelte van deze wijzigingsregeling
is ook niet bezwaarlijk, omdat instellingen deze gegevens reeds per 1 januari 2015
niet meer hoefden aan te leveren aan BRON (zie toelichting onder artikel I, onderdeel
C).
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdelen A, B, D en E
Met deze wijziging wordt in de Regeling onderscheid gemaakt tussen inschrijvings-
en examengegevens. Door deze wijziging kan meer duidelijkheid worden gegeven omtrent
aanlevertermijnen voor inschrijvings- en examengegevens. Voorheen werd strikt genomen
alleen een aanlevertermijn gesteld voor het aanleveren van inschrijvingsgegevens en
niet voor examengegevens. Ook voor examengegevens (omtrent afgelegde examens) is het
echter van belang dat de overheid beschikt over actuele gegevens. Door een onderscheid
te maken tussen inschrijvings- en examengegevens wordt het mogelijk om verschillende
aanlevertermijnen te hanteren voor de soorten gegevens.
Onderdeel C
Op grond van artikel 1.4a.1, negende lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs
(WEB) kan voor een opleiding educatie als bedoeld in de aanhef van het achtste lid
van dat artikel bij ministeriële regeling worden bepaald welke van de gegevens, bedoeld
in artikel 2.3.6a, tweede lid, van de WEB (voor zover dat lid van overeenkomstige
toepassing is verklaard in het achtste lid, onderdeel a, van artikel 1.4a.1 WEB) niet
langer behoeven te worden verstrekt.
Met dit artikel is daarvan gebruik gemaakt en is het voor aanbieders van opleidingen
educatie als bedoeld in artikel 7.3.1, onderdeel b tot en met f, van de WEB (opleidingen
overige educatie)1 niet langer nodig om gegevens als genoemd in artikel 2.3.6a van de WEB aan te leveren
aan het basisregister onderwijs (BRON).
Met de wet van 9 juli 2014 (Stb. 2014, 288) is een specifieke uitkering educatie ingevoerd en staat het contactgemeenten vrij
om de educatiemiddelen te besteden aan opleidingen overige educatie die zowel gegeven
worden door organisaties met diploma-erkenning als organisaties zonder diploma-erkenning.
Met het aanleveren aan het basisregister onderwijs zou dan ook slechts een klein gedeelte
van de gegevens over de opleidingen educatie plaatsvinden. Met de wet van 9 juli 2014
is evenwel een mogelijkheid in de WEB opgenomen om bij ministeriële regeling contactgemeenten
en de bijbehorende gemeente binnen een regio te verzoeken beleidsinformatie aan te
leveren. Middels die mogelijkheid kan een volledig beeld over de opleidingen overige
educatie worden gevraagd aan de gemeente die de coördinerende rol uit moet voeren
binnen een regio en dus het beste zicht heeft op onder andere de effecten en uitvoering
van de opleidingen.
Daarnaast wordt de uitkering educatie aan contactgemeenten vastgesteld op basis van
objectieve maatstaven. De gegevens, bedoeld in artikel 2.3.6a van de WEB, zijn dan
ook niet nodig voor het verstrekken van de middelen.
De verplichting om de gegevens, bedoeld in artikel 2.3.6a van de WEB, aan te leveren
aan BRON blijft wel bestaan voor instellingen die diploma-erkenning hebben verkregen
voor vavo-opleidingen, bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onderdeel a, van de wet.
Dat is van belang omdat voor deze opleidingen ook geldt dat de diploma’s en certificaten
opgenomen worden in het diploma-register.
Onderdeel G
In het vierde lid van dit onderdeel wordt een aantal nieuwe gegevens toegevoegd die
de instelling moet leveren wat betreft de generieke examenonderdelen Nederlandse taal
en rekenen. De aanlevering van de resultaten voor de generieke examenonderdelen Nederlandse
taal en rekenen wordt verder uitgesplitst, om zo eenduidiger te kunnen registeren
in BRON welke niveaus zijn behaald door een deelnemer. Daarnaast is er inmiddels aangekondigd
dat er een aangepaste examen komt voor studenten met ernstige rekenproblemen en dyscalculie,
het centraal examen ER. Via deze regeling wordt het mogelijk om ook specifieke resultaten
van deze examens aan te leveren.
In het negende lid van dit onderdeel wordt een een aantal nieuwe gegevens toegevoegd
die de instelling moet leveren wat betreft de experimenten met een beroepsopleiding
in de gecombineerde leerwegen bol-bbl en doorlopende leerlijnen vmbo-mbo. De gegevens
die in de tabel zijn opgenomen worden geleverd aan BRON op grond van artikel 2.5.5a
van de wet. Instellingen leveren lijsten aan waarop deelnemers aan deze experimenten
vermeld staan. Aan DUO wordt dit gegeven uitsluitend geleverd als er wordt deelgenomen
een dergelijk experiment.
Daarnaast wordt in onderdeel G, onder Toelichting bij gegevens, in het onderdeel Niveau een waarde gewijzigd. In artikel 7.2.2, eerste lid, onderdeel a, van de WEB is namelijk
sinds 1 augustus 2014 de entreeopleiding opgenomen. Om deze reden wordt onder Niveau de waarde ‘1 mbo niveau 1 (assistentopleiding)’ gewijzigd in ‘1 mbo niveau 1 (entree-
of assistentopleiding)’. Omdat niveau 1 (assistentopleiding) nog niet is uitgefaseerd
kan deze waarde nog niet verwijderd worden.
Tevens wordt in onderdeel G, onder Toelichting bij gegevens, in het onderdeel Reden uitstroom een nieuwe uitschrijvingsreden ingevoegd. Hierdoor kunnen instellingen voortaan ook
‘Niet voldaan aan betalingsverplichting’ als reden voor uitstroom aangeven. Gebleken
is dat instellingen regelmatig deelnemers uitschrijven omdat zij niet aan hun betalingsverplichtingen
kunnen voldoen. Deze uitschrijvingsreden is toegevoegd op verzoek van het niet-bekostigd
onderwijs.
Artikel II
Onderdeel A
Het eerste lid bevat een technische aanpassing van de Subsidieregeling praktijkleren
aan de wijziging van de WEB inzake doelmatige leerwegen.
Op grond van het tweede lid van onderdeel A wordt het mogelijk gemaakt dat een werkgever
in aanmerking kan komen voor subsidie, indien een deelnemer in het experiment beroepsopleiding
gecombineerde leerwegen bol-bbl het (de) studieja(a)r(en) bbl volgt. Op grond van
de Subsidieregeling praktijkleren kan een werkgever voor subsidie in aanmerking komen
voor een gerealiseerde praktijkleerplaats voor een deelnemer in het kader van een
beroepsopleiding voor zover het betreft de beroepsbegeleidende leerweg. Onderdelen
B en C bevatten technische wijzigingen.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. Bussemaker