ARTIKEL I
De Erkenningsregeling fabrikanten kentekenplaten wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
-
1. De erkenninghouder maakt de blanco-kentekenplaten die beschadigd zijn, dan wel niet
aan de eisen van de Regeling kentekens en kentekenplaten of de Regeling eisen goedkeuring
kentekenplaten 2000 voldoen binnen één week na constatering onbruikbaar door deze
op zodanige wijze doormidden te knippen dat de lamineercode goed leesbaar blijft.
2. In het derde lid wordt ‘vernietigt’ vervangen door: onbruikbaar maakt.
B
Artikel 18, tweede lid, eerste volzin, komt te luiden:
De erkenninghouder maakt de kentekenplaten die niet aan de eisen voldoen binnen één
week na de controle onbruikbaar door deze op zodanige wijze doormidden te knippen
dat de lamineercode goed leesbaar blijft.
C
Na artikel 18 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 19 Bewaarplicht afgekeurde (blanco-)kentekenplaten
De erkenninghouder bewaart de twee helften van de afgekeurde blanco-kentekenplaten
of kentekenplaten waarop de laatste tien meldingen, bedoeld in de artikelen 17, derde
lid, of 18, tweede lid, tweede volzin, betrekking hebben.
D
Artikel 22, vierde lid, komt te luiden:
-
4. De erkenninghouder maakt de te vervangen kentekenplaten binnen één dag onbruikbaar
door deze op zodanige wijze doormidden te knippen dat de lamineercode goed leesbaar
blijft, meldt de lamineercodes aan de Dienst Wegverkeer en bewaart de twee helften
van de kentekenplaten waarop de laatste tien meldingen betrekking hebben.
E
In artikel 22a wordt ‘vernietigd moeten worden’ vervangen door: onbruikbaar gemaakt
worden.
ARTIKEL II
De Regeling erkenning bedrijfsvoorraad wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 11, tweede lid, laatste volzin, komt te luiden:
Tevens dient het erkende bedrijf op verzoek van bedoelde ambtenaren de voertuigen
die in de bedrijfsvoorraad zijn aangemeld, de daarbij behorende kentekenplaten alsmede
de overeenkomstig artikel 14a bewaarde helften van kentekenplaten te tonen.
B
Aan artikel 14, tweede lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:
Bij de melding geeft het erkende bedrijf de lamineercodes van de overeenkomstig artikel
10a ingenomen kentekenplaten van het voertuig op.
C
Artikel 14a komt te luiden:
Artikel 14a
-
1. Terstond na de melding dat een voertuig voorgoed buiten Nederland wordt gebracht,
maakt het erkende bedrijf de voor dat voertuig overeenkomstig artikel 10a ingenomen
kentekenplaten onbruikbaar door deze op zodanige wijze doormidden te knippen dat de
lamineercode goed leesbaar blijft.
-
2. Het erkende bedrijf bewaart de twee helften van de kentekenplaten waarop de laatste
tien meldingen, bedoeld in artikel 14, tweede lid, betrekking hebben.
D
Artikel 15a komt te luiden:
Artikel 15a
-
1. Terstond na de melding dat een voertuig voorgoed buiten gebruik is gesteld maakt
het erkende bedrijf de overeenkomstig artikel 10a ingenomen kentekenplaten onbruikbaar
door deze op zodanige wijze doormidden te knippen dat de lamineercode goed leesbaar
blijft.
-
2. Het erkende bedrijf bewaart de twee helften van de kentekenplaten behorend bij de
voertuigen waarop de laatste tien meldingen, bedoeld in artikel 15, tweede lid, betrekking
hebben.
ARTIKEL III
De Regeling erkenning exportdienstverlening wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan het slot van artikel 7, tweede lid, derde volzin, wordt toegevoegd: alsmede de
overeenkomstig artikel 9, derde lid, bewaarde helften van kentekenplaten.
B
Artikel 9 wordt vervangen door twee artikelen, luidende:
Artikel 9
-
1. Bij de melding, bedoeld in artikel 8, tweede lid, geeft het erkende bedrijf de lamineercodes
van de kentekenplaten van het voertuig op.
-
2. Het erkende bedrijf neemt de kentekenplaten in van het voertuig waarvoor een melding
als bedoeld in artikel 8, tweede lid, wordt gedaan, en maakt de ingenomen kentekenplaten
onbruikbaar door deze op zodanige wijze doormidden te knippen dat de lamineercode
goed leesbaar blijft.
-
3. Het erkende bedrijf bewaart de twee helften van de ingenomen kentekenplaten waarop
de laatste tien meldingen, bedoeld in artikel 8, tweede lid, betrekking hebben.
Artikel 9a
-
1. Indien de kentekenplaten als gevolg van vermissing of diefstal niet aanwezig zijn
bij het voertuig:
-
a. is artikel 9 niet van toepassing;
-
b. legt de aanvrager een afschrift van het proces-verbaal over waaruit blijkt dat de
kentekenplaten van het voertuig vermist dan wel gestolen zijn, en
-
c. bewaart het erkende bedrijf het afschrift, bedoeld in onderdeel b, gedurende de in
artikel 8, zesde lid, genoemde termijn.
-
2. Indien één van de kentekenplaten als gevolg van vermissing of diefstal niet aanwezig
is bij het voertuig zijn artikel 9 en het eerste lid, onderdelen b en c, van overeenkomstige
toepassing op de aanwezige kentekenplaat.
ARTIKEL IV
De Regeling eisen goedkeuring kentekenplaten 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 12, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel g wordt ‘bijlage 6 of bijlage 7’ vervangen door: de bijlagen 6, 7 of
7A.
2. In onderdeel h wordt ‘3,5 mm’ vervangen door: 3,0 mm.
B
Na bijlage 7 wordt een bijlage ingevoegd, luidende:
BIJLAGE 7A. BEVESTIGINGSPENNEN KUNSTSTOF TEKENS BEHORENDE BIJ MODEL C.2 UIT DE REGELING
KENTEKENS EN KENTEKENPLATEN
ARTIKEL V
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.
TOELICHTING
Algemeen
De afgifte en inname van kentekenplaten is sinds 1 januari 2000 gereguleerd (zie de
wet van 6 oktober 1999, houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking
tot de afgifte en inname van kentekenplaten) (Stb. 1999, 459). Doel van deze regulering is te voorkomen dat kentekenplaten in het verkeer kunnen
komen en gebruikt kunnen worden op voertuigen waarvoor die platen niet zijn afgegeven.
Hiertoe wordt door toezichthouders van de Dienst Wegverkeer toezicht gehouden op de
gehele keten van productie tot buitengebruikstelling van kentekenplaten.
Ondanks deze regulering worden door handhavende instanties met regelmaat kentekenplaten
aangetroffen die behoren bij voertuigen die volgens het kentekenregister zijn gedemonteerd
of geëxporteerd; die kentekenplaten hadden daarom vernietigd moeten zijn.
Hoewel bedrijven die bevoegd zijn om voertuigen als gedemonteerd of geëxporteerd af
te melden verplicht zijn om de kentekenplaten in te nemen en te vernietigen, blijken
niet alle bedrijven zich aan deze verplichting te houden. Aanvullende maatregelen
waren daarom noodzakelijk.
In de brief van de Minister van Veiligheid en Justitie van 10 april 2015 (Kamerstukken
II 2014/15, 29 398, nr. 462) zijn deze maatregelen reeds aangekondigd. Zoals in die brief is gesteld, zullen
de maatregelen die met deze regeling zijn doorgevoerd bijdragen aan de vermindering
van het aantal valse kentekenplaten dat in omloop is.
Deze regeling voorziet in een bewaarplicht van kentekenplaten bij erkende kentekenplaatfabrikanten
en bij erkende export- en sloopbedrijven. Daarnaast voorziet deze regeling in een
registratieplicht van de lamineercode van afgemelde kentekenplaten voor erkende kentekenplaatfabrikanten
en erkende exportbedrijven.
Door alle kentekenplaten van de laatste tien afgemelde voertuigen te laten bewaren
kan, in combinatie met de verplichte registratie van de lamineercodes, in voldoende
mate toezicht worden gehouden op de juiste naleving van de verplichting om de ingenomen
kentekenplaten te vernietigen.
De helften van de onbruikbaar gemaakte kentekenplaten vallen in de categorie metaalschroot
en het betreffende bedrijf kan zich, wanneer die helften niet meer bewaard hoeven
te worden, op iedere door hem gewenste wijze daarvan ontdoen.
De bewaarplicht en de meldplicht voor lamineercodes leidt tot een stijging van de
administratieve lasten en de inhoudelijke nalevingskosten.
Deze stijging van de administratieve lasten is geschat op € 1.163.262 per jaar voor
het registreren van de lamineercodes en het bewaren van de helften van de onbruikbaar
gemaakte platen.
De stijging van de inhoudelijke nalevingskosten is geschat op eenmalig € 212.550 voor
bewaarfaciliteiten voor de helften van de onbruikbaar gemaakte platen.
Deze regeling heeft tot slot het gebruik van kunststof tekens op kentekenplaten voor
tweewielige motorrijtuigen mogelijk gemaakt. Dat was alleen mogelijk voor motorrijtuigen
met meer dan twee wielen. Hier vloeien geen administratieve lasten of inhoudelijke
nalevingskosten uit voort.
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdelen A en B
In artikel 17, eerste lid, en 18, eerste lid, van de Erkenningsregeling fabrikanten
kentekenplaten is de wijze van vernietigen van afgekeurde (blanco-)kentekenplaten
nader gespecificeerd. Dat was nodig met het oog op de invoering van een (tijdelijk)
bewaarplicht van onbruikbaar gemaakte (blanco-)kentekenplaten.
Onderdeel C
In het nieuwe artikel 19 van de Erkenningsregeling fabrikanten kentekenplaten is de
bewaarplicht voor afgekeurde (blanco-)kentekenplaten vastgelegd. Op grond van artikel
17, derde lid, en 18, tweede lid, tweede volzin, moet van het onbruikbaar maken van
afgekeurde (blanco-)kentekenplaten melding gemaakt worden bij de RDW.
Artikel 19 van de Erkenningsregeling fabrikanten kentekenplaten bepaalt dat de kentekenplaten
die horen bij de laatste tien meldingen die gedaan zijn met betrekking tot afgekeurde
blanco-kentekenplaten (op grond van artikel 17, derde lid, van die regeling) en/of
afgekeurde kentekenplaten (artikel 18, tweede lid, tweede volzin, van die regeling)
bewaart moeten worden. Het gaat hierbij dus om de laatste tien meldingen van de beide
soorten tezamen.
Onderdeel D
Artikel 22, vierde lid, van de Erkenningsregeling fabrikanten kentekenplaten regelt
de wijze van vernietigen van beschadigde kentekenplaten die de fabrikant heeft omgeruild.
Anders dan voor afgekeurde (blanco-)kentekenplaten bestond voor beschadigde kentekenplaten
nog geen verplichting om de vernietiging aan de RDW te melden. Aan artikel 22, vierde
lid, van de Erkenningsregeling fabrikanten kentekenplaten is daarom toegevoegd dat
de fabrikant van de vernietigde kentekenplaten de lamineercodes aan de RDW moet melden.
Onderdeel E
Artikel 22a van de Erkenningsregeling fabrikanten kentekenplaten heeft betrekking
op omwisseling van kentekenplaten in verband met het gebruik van het voertuig als
taxi of beëindiging van dat gebruik. Artikel 22 van die regeling is van overeenkomstige
toepassing op de ingenomen kentekenplaten.
De wijziging van artikel 22a was redactioneel van aard.
Artikel II
Onderdeel A
Artikel 11 van de Regeling erkenning bedrijfsvoorraad regelt het toezicht op de erkenninghouders.
Om onduidelijkheden te voorkomen is aan artikel 11, tweede lid, van de Regeling erkenning
bedrijfsvoorraad toegevoegd dat aan de toezichthouder de op grond van artikel 14a
van die regeling bewaarde helften van onbruikbaar gemaakte kentekenplaten moeten worden
getoond.
Onderdeel B
Met de toevoeging van een volzin aan artikel 14, tweede lid, is de verplichting ingevoerd
om lamineercodes op te geven bij de zogenoemde exportmelding.
Onderdeel C
In artikel 14a van de Regeling erkenning bedrijfsvoorraad is de bewaarplicht van de
kentekenplaten van een voertuig waarvoor een exportmelding is gedaan, vastgelegd.
Onderdeel D
Artikel 15a van de Regeling erkenning bedrijfsvoorraad regelt de bewaarplicht voor
kentekenplaten van voertuigen waarvoor een zogenoemde sloopmelding is gedaan.
Artikel 10a, tweede lid, van de Regeling erkenning bedrijfsvoorraad bepaalt dat voertuigen
waarvan een of meer kentekenplaten ontbreken desondanks in de bedrijfsvoorraad mogen
worden opgenomen als op hetzelfde moment een sloopmelding wordt gedaan. Met andere
woorden: de voorwaarde dat slechts voertuigen met complete kentekenplaatset in de
bedrijfsvoorraad mogen worden opgenomen geldt niet indien de opname gebeurt met het
oog op demontage van het voertuig. Indien een voertuig een of meer kentekenplaten
mist, mag het dus wel in de bedrijfsvoorraad worden opgenomen met het oog op demontage.
Kentekenplaten die nog wel op of bij het voertuig aanwezig zijn moeten uiteraard wel
worden ingenomen.
Artikel 15a van de Regeling erkenning bedrijfsvoorraad bepaalt daarom dat de bewaarplicht
geldt voor de overeenkomstig artikel 10a ingenomen kentekenplaten. Indien een of beide
kentekenplaten ontbreken en het voertuig gedemonteerd wordt, geldt de bewaarplicht
dus alleen voor de wel aanwezige kentekenplaat dan wel indien beide platen ontbreken
helemaal niet.
Artikel III
Onderdeel A
Artikel 7 van de Regeling erkenning exportdienstverlening regelt het toezicht op de
erkenninghouders. Om onduidelijkheden te voorkomen is aan artikel 7, tweede lid, van
de Regeling erkenning exportdienstverlening toegevoegd dat aan de toezichthouder de
op grond van artikel 9 van die regeling bewaarde helften van onbruikbaar gemaakte
kentekenplaten moeten worden getoond.
Onderdeel B
Artikel 9 van de Regeling erkenning exportdienstverlening regelt de bewaarplicht van
de onbruikbaar gemaakte kentekenplaten die zijn ingenomen van de voertuigen waarvoor
een zogenoemde exportmelding is gedaan. Voorts regelt dit artikel de melding van de
lamineercodes bij de exportmelding.
Artikel 9a van de Regeling erkenning exportdienstverlening bepaalt hoe de erkenninghouder
moet handelen indien een of beide kentekenplaten ontbreken van een voertuig waarvoor
een exportmelding wordt gedaan.
Indien beide kentekenplaten van het bewuste voertuig ontbreken dan zijn de bewaarplicht
van de onbruikbaar gemaakte kentekenplaten en de meldplicht voor de lamineercodes
niet van toepassing. Als een van beide kentekenplaten – dit geldt dus alleen voor
motorvoertuigen op meer dan drie wielen, aangezien motorvoertuigen op twee of drie
wielen slechts een kentekenplaat hoeven te hebben – ontbreekt zijn de bewaarplicht
en de meldplicht onverkort van toepassing op de kentekenplaat die wel aanwezig is.
Artikel IV
Dit betrof het mogelijk maken van het gebruik van kentekenplaten met kunststof tekens
voor tweewielige motorrijtuigen.
De mogelijkheid kunststof tekens te gebruiken op kentekenplaten volgt uit het aan
de Regeling eisen goedkeuring kentekenplaten 2000 toegevoegd zijn van maatschetsen
voor die tekens. Voor tweewielige motorrijtuigen waren er geen maatschetsen vastgesteld
en daarom was het gebruik van kunststof tekens op kentekenplaten voor die motorrijtuigen
niet mogelijk.
De aan de Regeling eisen goedkeuring kentekenplaten 2000 toegevoegde bijlage 7A bevat
die maatschetsen.
Artikel V
De inwerkingtredingsbepaling voldeed aan het stelstel van vaste verandermomenten.
Omdat de wijzigingen gericht zijn op het verminderen van de mogelijkheden van fraude
met kentekenplaten is afgezien van het hanteren van een (volledige) invoeringstermijn.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus