Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 9 november 2015, kenmerk 846781-142606-Z, houdende vaststelling van het maximumbedrag aan eigen risico 2016

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 19, tweede en derde lid, van de Zorgverzekeringswet;

Besluit:

Artikel 1

Het bedrag, bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet, wordt vastgesteld op: € 385.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

TOELICHTING

Voor verzekerden van achttien jaar of ouder geldt een verplicht eigen risico voor de zorgverzekering. Dat betekent dat voor zorg uit het basispakket de (eerste) kosten (deels) door de verzekerde zelf betaald moet worden, tenzij het gaat om kosten voor zorg die in het Besluit zorgverzekering is uitgesloten (o.a. huisartsenzorg, wijkverpleging, verloskundige zorg en kraamzorg). Het wettelijk verplicht eigen risico wordt op grond van artikel 19, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet jaarlijks geïndexeerd op basis van de ontwikkeling van de totale uitgaven voor de zorg op grond van de Zorgverzekeringswet.

Met deze regeling wordt het verplicht eigen risico geïndexeerd. Naar beneden afgerond op een veelvoud van € 5, bedraagt het verplicht eigen risico per 1 januari 2016 € 385. In de memorie van toelichting op het voorstel van wet tot vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het jaar 2016 is het bedrag van € 385 reeds aangekondigd (Kamerstukken II 2015/16, 34 300 XVI, nr. 2, 172).

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven