Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 2 november 2015, nr. IENM/BSK-2014/271065, tot wijziging van de Regeling voertuigen in verband met de aanpassing van verscheidene permanente en gebruikseisen, alsmede diverse technische wijzigingen (periodiek onderhoud 2016 Regeling voertuigen)

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PbEU 2014, L 60) en de artikelen 21, eerste lid, 22, eerste, vierde en vijfde lid, 22a, eerste lid, 71, 71a, 76, derde lid, en 132e, derde, vierde, vijfde en zevende lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling voertuigen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de begripsbepaling van ‘asfhefinrichting’ wordt ‘voertuig-combinaties’ vervangen door: voertuigcombinaties.

2. In de begripsbepaling van ‘lastdrager’, onderdeel b, wordt ‘3500 kg’ vervangen door: 3.500 kg.

3. In de begripsbepaling van ‘samenstel van voertuigen’ wordt na ‘samenstel van voertuigen’ een dubbele punt ingevoegd.

4. In de begripsbepaling van ‘verlicht transparant’ wordt ‘dat’ vervangen door: die.

5. In de begripsbepaling van ‘zitbank’ wordt ‘een constructie,’ vervangen door: constructie.

B

In de artikelen 1.1, tweede lid, onder de begripsbepaling van ‘wielbasis’, onderdelen b en c, 6.4, eerste lid, onderdelen c en d, 11.7 en 11.8, tweede lid, alsmede in bijlage IV, artikel 2a, eerste lid, aanhef, tweede lid, aanhef en derde lid, aanhef, wordt ’na 29 april 2009’ vervangen door: na 28 april 2009.

C

In artikel 1.3, eerste lid, wordt ‘voorzover’ vervangen door ‘voor zover’ en ‘totstandkomen’ door: tot stand komen.

D

Aan artikel 3.1 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Voertuigen bestemd voor het gebruik door de in artikel 29, eerste lid, van het RVV 1990 bedoelde diensten, hoeven voor de toelating tot het verkeer op de weg niet aan alle toelatingseisen inzake retroreflecterende voorzieningen, geluidssignalen en verlichting te voldoen en mogen voor wat betreft de genoemde aspecten zijn voorzien van aanvullende voorzieningen die voor overige voertuigen niet zijn toegestaan.

E

In de artikelen 3.1, eerste lid, 4.3, 5.18.8, tweede lid, 5.18.12a, eerste lid, onderdelen a en b, en 5.18.21a, eerste lid, onderdelen a en b, alsmede in hoofdstuk 3, opschrift afdeling 3, wordt ‘uitrustingstukken’ vervangen door: uitrustingsstukken.

F

In hoofdstuk 3, afdeling 7, wordt in het opschrift van paragraaf 1, ‘VN/ECE typegoedkeuring’ vervangen door: VN/ECE-typegoedkeuring.

G

In artikel 3.26 vervallen het zevende en achtste lid.

H

Artikel 3.27 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een tweetal leden toegevoegd, luidende:

  • 2. Alcoholsloten mogen op grond van een verleende nationale typegoedkeuring nog gedurende een periode van 24 maanden na het van kracht worden van zwaardere eisen worden ingebouwd.

  • 3. Uiterlijk 48 maanden na de dag waarop zwaardere eisen van kracht zijn geworden, voldoen alle in het kader van het alcoholslotprogramma in gebruik zijnde alcoholsloten aan die eisen.

I

In artikel 5.1.6, tweede lid, wordt ‘ingebruik’ vervangen door: in gebruik.

J

Artikel 5.1b.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef komt te luiden:

Met betrekking tot de in dit hoofdstuk opgenomen eisen en de wijze van keuren daarvan, wordt verstaan onder:

2. Onderdeel c, komt te luiden:

c. controleapparaat:

controleapparaat als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PbEU 2014, L 60).

K

Artikel 5.1b.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt na de zinsnede ‘worden de hierna vermelde onderdelen verwijderd’ ingevoegd: of geopend.

b. De onderdelen b tot en met g worden geletterd f tot en met k.

c. Er wordt een aantal onderdelen ingevoegd, luidende:

b.

kofferdeksel;

in alle gevallen;

     

c.

motorkap;

in alle gevallen;

     

d.

tankklep;

voor zover deze een visuele controle van de brandstofdop onmogelijk maakt;

     

e.

beschermdop op koppelingskogel;

in alle gevallen;

d. De punt aan het einde van onderdeel k (nieuw), wordt vervangen door een puntkomma.

e. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

l.

overige onderdelen;

voor zover deze een visuele controle onmogelijk maken.

2. Het derde tot en met zesde lid worden vernummerd tot vierde tot en met zevende lid.

3. Er wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Indien het verwijderen dan wel openen van de onderdelen, bedoeld in het tweede lid, onderdelen a tot en met e en l, niet mogelijk is, wordt een beschikking tot weigering van de afgifte van een keuringsbewijs afgegeven.

4. In het vierde lid (nieuw) wordt ‘onderdelen b tot en met g’ vervangen door: onderdelen f tot en met k.

L

In de artikelen 5.2.9, tweede lid, 5.3.9, tweede lid, 5.3a.9, tweede lid, en 5.5.9, tweede lid, komt in de kolom ‘Wijze van keuren’ het tweede gedachtestreepje te luiden:

  • Indien de motor is uitgerust met meer dan één brandstofsysteem, wordt de controle op lekkage, indien mogelijk, uitgevoerd op alle brandstofsystemen.

M

De artikelen 5.2.10a, 5.3.10a en 5.3a.10a worden als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid komt de kolom ‘Wijze van keuren’ te luiden:

Leden 3 en 4: visuele controle.

2. Het vierde lid komt te luiden:

4.

De vervaldatum van de goedkeuring, en indien van toepassing van de herkwalificatie, van een CNG-tank, mag niet verstreken zijn.

 

N

De artikelen 5.2.10a, 5.3.10a, 5.5.10a, 5.6.10a en 5.6.79 worden als volgt gewijzigd:

1. In het zevende lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘Leden 7 tot en met 9’ vervangen door: Leden 7 tot en met 10.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

10.

De vulaansluiting moet zijn voorzien van een stofkap, tenzij deze is beschermd tegen vuil en water.

 

O

In artikel 5.2.11, zesde lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘koolmonoxyde’ vervangen door: koolmonoxide.

P

In de artikelen 5.2.13, tweede lid, 5.2.29, zesde lid, 5.3.13, tweede lid, 5.3.29, zesde lid, 5.3a.13, tweede lid, 5.3a.29, zesde lid, 5.4.13, tweede lid, 5.5.13, tweede lid, 5.5.29, zesde lid, 5.6.13, tweede lid, 5.6.29, tweede lid, onderdeel f, 5.6.81, vierde lid, 5.7.13, tweede lid, 5.8.13, tweede lid, en 5.10.13, tweede lid, wordt in de kolom ‘Eisen’ ‘vulcanisatie’ vervangen door: vulkanisatie.

Q

Artikel 5.2.15 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2.

Indien een personenauto moet zijn voorzien van een controleapparaat:

a. moet de personenauto zijn voorzien van een installatieplaatje en mag de op het installatieplaatje vermelde geldigheidsduur niet zijn verstreken, met dien verstande dat de geldigheidsduur maximaal twee jaar vanaf de installatiedatum bedraagt;

b. moet het onder a bedoelde installatieplaatje zijn voorzien van een verzegeling dan wel zodanig zijn aangebracht dat dit bij verwijdering onherstelbaar wordt beschadigd;

c. mag de omtrek van de op de aangedreven wielen gemonteerde banden niet meer dan 4% afwijken van de waarde die op het onder a bedoelde installatieplaatje is vermeld, en

d. moeten het controleapparaat en de voor het functioneren noodzakelijke aansluitingen met behulp van een verzegeling zijn beschermd tegen een niet-toegestane wijziging in de instellingen of onderbreking van de stroomvoorziening.

– Onderdeel a: de aanwezigheid van en de geldigheidsduur op het installatieplaatje van de tachograaf wordt visueel gecontroleerd.

– Onderdeel b: visuele controle van de verzegeling van het installatieplaatje van de tachograaf.

– Onderdeel c: bij twijfel meting van de bandenomtrek.

– Onderdeel d: visuele controle van alle zichtbare aansluitingen en verbindingen van de tachograaf.

– De wijze van gebruik van het voertuig en de onderdelen a tot en met d worden niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport, indien er geen installatieplaatje in of op het voertuig aanwezig is.

R

In de artikelen 5.2.16, 5.3.16, 5.3a.16, 5.5.16, 5.6.16, 5.6.83 en 5.7.16, wordt in het eerste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, na ‘is toegestaan’ een komma ingevoegd.

S

In de artikelen 5.2.18, 5.3.18, 5.3a.18, 5.5.18, 5.6.18, 5.7.18, 5.8.18, 5.10.18, 5.12.18, 5.13.18, 5.14.18 en 5.15.18, wordt in het vierde lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, zowel na ‘voldaan’ als na ‘is doorgeroest’ een komma ingevoegd.

T

In de artikelen 5.2.39, tweede lid, 5.3.39, tweede lid, en 5.3a.39, tweede lid, komt de kolom ‘Wijze van keuren’ te luiden:

In geval van een elektrische bediende parkeerrem waarbij de remvertraging niet bepaald kan worden op een remtestinrichting, wordt hieraan geacht te zijn voldaan, indien de parkeerrem wordt bediend en de wielen blokkeren terwijl deze zich vrij van de grond of van de hefinrichting bevinden.

U

In de artikelen 5.2.41, eerste lid, 5.7.41, derde lid, en 5.10.41, eerste lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘direkt’ vervangen door: direct.

V

Artikel 5.2.45 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid komt de kolom ‘Wijze van keuren’ te luiden:

Leden 1 tot en met 6: visuele controle.

2. In het derde lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘voor 26 januari 2010’ vervangen door: vóór 26 januari 2010.

3. Het vijfde lid komt te luiden:

5.

De spiegels moeten deugdelijk zijn bevestigd.

 

W

In de artikelen 5.2.47a, 5.7.38, 5.7.57a, 5.7.65, 5.8.28, 5.8.57a, 5.8.65, 5.14.6, 5.14.29, 5.14.57a, 5.14.65, 5.15.6, 5.16.59 en 5.17.59, wordt boven de linkerkolom ingevoegd ‘Eisen’ en boven de rechterkolom ‘Wijze van keuren’.

X

Artikel 5.2.48 komt te luiden:

Artikel 5.2.48

 

Eisen

Wijze van Keuren

1.

Personenauto’s mogen geen scherpe delen hebben die in geval van botsing gevaar voor lichamelijk letsel voor andere weggebruikers kunnen opleveren.

Leden 1 en 2: visuele controle.

2.

Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, moeten uitstekende delen van personenauto’s die in geval van botsing het gevaar voor lichamelijk letsel voor andere weggebruikers aanzienlijk kunnen vergroten, zijn afgeschermd.

 

3.

In aanvulling op het bepaalde in het eerste en tweede lid, mogen personenauto’s aan de voorzijde niet zijn voorzien van voorzieningen die in geval van botsing de kans op lichamelijk letsel voor andere weggebruikers aanzienlijk kunnen vergroten.

Visuele controle. Aan deze eis wordt niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport.

4.

Het bepaalde in het eerste tot en met derde lid is niet van toepassing op voertuigdelen en voorzieningen die zich hoger dan 2,00 m boven het wegdek bevinden.

Leden 4 en 5: visuele controle; in geval van twijfel wordt gemeten.

5.

De wielen onderscheidenlijk banden van personenauto’s:

a. moeten goed zijn afgeschermd;

b. mogen niet meer dan 30 mm buiten de afscherming uitsteken, en

c. mogen niet aanlopen.

 

6.

Geen deel van de buitenzijde van de personenauto mag zodanig zijn bevestigd, beschadigd, versleten of door corrosie zijn aangetast, dat gevaar bestaat voor losraken.

Visuele controle.

Y

In artikel 5.2.49a, eerste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, tweede volzin, wordt na ‘zijn toegepast’ een komma ingevoegd.

Z

Artikel 5.2.51a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘Leden 1 en 2’ vervangen door: Leden 1 tot en met 3.

2. In het tweede lid, in de kolom ‘Eisen’, vervalt de zinsnede: en personenauto’s in gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

3.

Personenauto’s in gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten, die de daar genoemde signalen mogen voeren, mogen zijn voorzien van retroreflecterende striping, letters, cijfers of tekens die de auto herkenbaar maken als zijnde in gebruik bij die diensten.

 

AA

Artikel 5.2.53, negende lid, komt te luiden:

9.

De zijmarkeringslichten mogen niet anders dan ambergeel stralen, met uitzondering van het achterste zijmarkeringslicht, dat ambergeel dan wel rood mag stralen.

 

AB

In de artikelen 5.2.55 en 5.5.55, zevende lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt na ‘aangepast’ een komma ingevoegd.

AC

De artikelen 5.2.57, 5.3a.57 en 5.12.57, tweede lid, worden als volgt gewijzigd:

1. In de kolom ‘Eisen’ wordt ‘genomen mits’ vervangen door: genomen, mits.

2. In de kolom ‘Wijze van keuren’ wordt ‘Lid’ vervangen door: Leden.

AD

In de artikelen 5.2.57a, eerste lid, 5.2.65, tweede lid, 5.3.57a, eerste lid, 5.3a.57a, eerste lid, 5.4.57a, eerste lid, 5.5.57a, eerste lid, 5.6.57a, 5.9.57a, 5.12.57a, eerste lid, 5.13.57a, eerste lid, en 5.15.57a, eerste lid, in de kolom ‘Eisen’, alsmede in bijlage VIII, artikel 153, eerste lid, wordt de zinsnede ‘de in artikel 29, eerste lid, van het RVV 1990 bedoelde diensten’ vervangen door: de in de artikelen 29, eerste lid, en 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten.

AE

De artikelen 5.2.59, vierde lid, 5.3.59, vierde lid, en 5.3a.59, vierde lid, komen te luiden:

4.

De zijmarkeringslichten mogen niet anders dan ambergeel stralen, met uitzondering van het achterste zijmarkeringslicht, dat ambergeel dan wel rood mag stralen.

 

AF

Artikel 5.2.71, vijfde lid, komt te luiden:

5.

Met uitzondering van personenauto’s in gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten, die de daar genoemde signalen mogen voeren, mogen personenauto’s niet zijn voorzien van andere geluidssignaalinrichtingen dan bedoeld in het eerste tot en met vierde lid.

 

AG

Artikel 5.3.15 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vijfde lid, onderdeel a, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘artikel 29 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990’ vervangen door: de artikelen 29, eerste lid, en 30b van het RVV 1990.

2. Het zesde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. De kolom ‘Eisen’ wordt als volgt gewijzigd:

i. In de aanhef vervalt ‘met een maximummassa van meer dan 3.500 kg’ en: als bedoeld in verordening 3821/85/EEG.

ii. In onderdeel a wordt ‘twee jaar’ vervangen door: 24 maanden.

b. In de kolom ‘Wijze van keuren’ komt het laatste gedachtestreepje te luiden:

  • De wijze van gebruik van het voertuig en de onderdelen a tot en met d worden niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport, indien er geen installatieplaatje in of op het voertuig aanwezig is.

AH

In de artikelen 5.3.20, tweede lid, 5.3.28, eerste en derde lid, 5.3.31, veertiende lid, 5.3a.20, tweede lid, 5.3a.28, eerste en derde lid, en 5.3a.31, vijftiende lid, wordt in de kolom ‘Wijze van keuren’ ‘zonodig’ vervangen door: zo nodig.

AI

In artikel 5.3.29, eerste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘hoekverdraaing’ vervangen door ‘hoekverdraaiing’ en ‘bedrijfauto’s’ door: bedrijfsauto’s.

AJ

In de artikelen 5.3.35, derde lid, 5.3a.35, derde lid, en 5.12.35, derde lid, wordt de kolom ‘Wijze van keuren’ als volgt gewijzigd:

1. Onder het tweede gedachtestreepje, onderdeel b, wordt ‘voorzover’ vervangen door: voor zover.

2. Onder het derde gedachtestreepje, onderdeel b, wordt de zinsnede ‘voorzover mogelijk zonder demontage’ vervangen door: voor zover dit mogelijk is zonder demontage.

AK

Artikel 5.3.45, vierde lid, komt te luiden:

4.

De verplichting, bedoeld in het derde lid, geldt niet indien het onmogelijk is om een trottoirspiegel zodanig te monteren dat:

a. geen enkel punt van de spiegel zich op een hoogte van minder dan 2,20 m boven het wegdek bevindt, of

b. de spiegel volledig zichtbaar is vanaf de bestuurdersplaats.

Visuele controle; in geval van twijfel wordt gemeten.

AL

Artikel 5.3.48 komt te luiden:

Artikel 5.3.48

 

Eisen

Wijze van Keuren

1.

Bedrijfsauto’s mogen geen scherpe delen hebben die in geval van botsing gevaar voor lichamelijk letsel voor andere weggebruikers kunnen opleveren.

Leden 1 en 2: visuele controle.

2.

Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, moeten uitstekende delen van bedrijfsauto’s die in geval van botsing het gevaar voor lichamelijk letsel voor andere weggebruikers aanzienlijk kunnen vergroten, zijn afgeschermd.

 

3.

In aanvulling op het bepaalde in het eerste en tweede lid, mogen bedrijfsauto’s aan de voorzijde niet zijn voorzien van voorzieningen die in geval van botsing de kans op lichamelijk letsel voor andere weggebruikers aanzienlijk kunnen vergroten.

Visuele controle. Aan deze eis wordt niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport.

4.

Het bepaalde in het eerste tot en met derde lid is niet van toepassing op voertuigdelen en voorzieningen die zich hoger dan 2,00 m boven het wegdek bevinden.

Visuele controle; in geval van twijfel wordt gemeten.

5.

De wielen onderscheidenlijk banden van bedrijfsauto’s:

a. met een toegestane maximummassa van meer dan 3.500 kg en in gebruik genomen na 31 december 1974:

1°. moeten zijn afgeschermd, en

2°. mogen niet aanlopen.

Hierbij is het bepaalde in bijlage VIII, artikelen 102 tot en met 106, van toepassing.

b. met een toegestane maximummassa van meer dan 3.500 kg en in gebruik genomen vóór 1 januari 1975:

1°. moeten goed zijn afgeschermd, en

2°. mogen niet aanlopen.

c. met een toegestane maximummassa van niet meer dan 3.500 kg:

1°. moeten goed zijn afgeschermd;

2°. mogen niet meer dan 30 mm buiten de afscherming uitsteken, en

3°. mogen niet aanlopen.

Leden 5 tot en met 7: visuele controle.

6.

Bedrijfsauto’s met een toegestane maximummassa van meer dan 3.500 kg, in gebruik genomen na 31 december 1969, moeten zijn voorzien van zijdelingse afscherming. Deze verplichting geldt niet voor opleggertrekkers. Hierbij is het bepaalde in bijlage VIII, artikelen 107 tot en met 111, van toepassing.

 

7.

Geen deel van de buitenzijde van de bedrijfsauto mag zodanig zijn bevestigd, beschadigd, versleten of door corrosie zijn aangetast, dat gevaar bestaat voor losraken.

 

AM

In artikel 5.3.49, achtste lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘7500 kg’ vervangen door: 7.500 kg.

AN

In artikel 5.3.49a, eerste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, tweede volzin, wordt de zinsnede ‘toegepast in dit voertuig wordt’ vervangen door: toegepast, wordt.

AO

In artikel 5.3.50, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘3500 kg’ vervangen door: 3.500 kg.

AP

Artikel 5.3.51a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘Leden 1 en 2’ vervangen door: Leden 1 tot en met 3.

2. In het tweede lid, in de kolom ‘Eisen’, vervalt de zinsnede: en bedrijfsauto’s in gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

3.

Bedrijfsauto’s in gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten, die de daar genoemde signalen mogen voeren, mogen zijn voorzien van retroreflecterende striping, letters, cijfers of tekens die de auto herkenbaar maken als zijnde in gebruik bij die diensten.

 

AQ

De artikelen 5.3.53, zevende lid, en 5.3a.53, zevende lid, komen te luiden:

7.

De zijmarkeringslichten mogen niet anders dan ambergeel stralen, met uitzondering van het achterste zijmarkeringslicht, dat ambergeel dan wel rood mag stralen.

 

AR

In de artikelen 5.3.55, vijfde lid, 5.3a.55, vijfde lid, 5.4.55, vijfde lid, 5.6.55, vijfde lid, 5.7.55, vijfde lid, 5.9.55, eerste lid, 5.12.55, vijfde lid, 5.13.55, vijfde lid, 5.14.55, vijfde lid, en 5.15.55, vijfde lid, wordt in de kolom ‘Eisen’ ‘voorzover’ vervangen door: voor zover.

AS

In artikel 5.3.57, tweede lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘genomen mits’ vervangen door: genomen, mits.

AT

In de artikelen 5.3.65, 5.3a.65, 5.4.65, 5.5.65, 5.12.65, 5.13.65 en 5.15.65, tweede lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt na ‘de artikelen 29, eerste lid,’ ingevoegd: en 30b.

AU

De artikelen 5.3.68 en 5.3a.68 worden als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘kontaktgedeelte’ vervangen door: contactgedeelte.

2. In het tweede lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt onder het eerste gedachtestreepje (betreffende onderdeel a) ‘schroevedraaier’ vervangen door: schroevendraaier.

AV

Artikel 5.3.71, vijfde lid, komt te luiden:

5.

Met uitzondering van bedrijfsauto’s in gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten, die de daar genoemde signalen mogen voeren, mogen bedrijfsauto’s niet zijn voorzien van andere geluidssignaalinrichtingen dan bedoeld in het eerste tot en met vierde lid.

 

AW

Artikel 5.3a.10a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het zevende lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘Leden 7 tot en met 9’ vervangen door: Leden 7 tot en met 10.

2. Onder vernummering van het tiende lid tot het elfde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

10.

De vulaansluiting moet zijn voorzien van een stofkap, tenzij deze is beschermd tegen vuil en water.

 

AX

Artikel 5.3a.15 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vijfde lid, onderdeel a, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘artikel 29 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990’ vervangen door: de artikelen 29, eerste lid, en 30b van het RVV 1990.

2. Het zesde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. De kolom ‘Eisen’ wordt als volgt gewijzigd:

i. In de aanhef vervalt ‘met een toegestane maximummassa van meer dan 3.500 kg’ en: als bedoeld in verordening 3821/85/EEG.

ii. In onderdeel a wordt ‘twee jaar’ vervangen door: 24 maanden.

b. In de kolom ‘Wijze van keuren’ komt het laatste gedachtestreepje te luiden:

  • De wijze van gebruik van het voertuig en de onderdelen a tot en met d worden niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport, indien er geen installatieplaatje in of op het voertuig aanwezig is.

AY

In artikel 5.3a.27, zevende lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘de de loadindex’ vervangen door: de loadindex.

AZ

In artikel 5.3a.29, eerste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘hoekverdraaing’ vervangen door ‘hoekverdraaiing’ en ‘bedrijfauto’s’ door: bussen.

BA

In artikel 5.3a.41, eerste lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt de zinsnede ‘De deuren die direct toegang geven tot de personenruimte’ vervangen door: De bedrijfs- en nooddeuren die direct toegang geven tot de personenruimte.

BB

Artikel 5.3a.47, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de kolom ‘Eisen’ wordt na ‘eerste lid’ een komma ingevoegd.

2. In de kolom ‘Wijze van keuren’ wordt ‘Lid’ vervangen door: Leden.

BC

Artikel 5.3a.48 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘Lid’ vervangen door: Leden.

2. In het tweede lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt na ‘eerste lid’ een komma ingevoegd.

3. In het vijftiende lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt de zinsnede ‘In afwijking van het gestelde in de leden 10 tot en met 14 ten aanzien van de bevestigingsmiddelen en gordels’ vervangen door: In afwijking van hetgeen in het tiende tot en met veertiende lid ten aanzien van de bevestigingsmiddelen en gordels is bepaald,.

BD

Artikel 5.3a.51a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘Leden 1 en 2’ vervangen door: Leden 1 tot en met 3.

2. In het tweede lid, in de kolom ‘Eisen’, vervalt de zinsnede: en bussen in gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

3.

Bussen in gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten, die de daar genoemde signalen mogen voeren, mogen zijn voorzien van retroreflecterende striping, letters, cijfers of tekens die de bus herkenbaar maken als zijnde in gebruik bij die diensten.

 

BE

In artikel 5.3a.57, eerste lid, in de kolom ‘Eisen’, komt onderdeel v te luiden:

  • v. verlichte transparanten;

BF

Artikel 5.3a.71, vijfde lid, komt te luiden:

5.

Met uitzondering van bussen in gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten, die de daar genoemde signalen mogen voeren, mogen bussen niet zijn voorzien van andere geluidssignaalinrichtingen dan bedoeld in het eerste tot en met vierde lid.

 

BG

Artikel 5.4.10a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het zesde lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘Leden 6 tot en met 8’ vervangen door: Leden 6 tot en met 9.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

9.

De vulaansluiting moet zijn voorzien van een stofkap, tenzij deze is beschermd tegen vuil en water.

 

BH

Artikel 5.4.51a komt te luiden:

Artikel 5.4.51a

 

Eisen

Wijze van Keuren

1.

Motorfietsen en zijspanwagens verbonden aan een motorfiets in gebruik bij de in artikel 29, eerste lid, van het RVV 1990 bedoelde diensten, die de daar genoemde signalen mogen voeren, moeten zijn voorzien van retroreflecterende striping, letters, cijfers of tekens die de motorfiets of zijspanwagen verbonden aan een motorfiets herkenbaar maken als zijnde in gebruik bij die diensten. Deze voertuigen moeten zijn voorzien van geel zwaai-, flits- of knipperlicht.

Leden 1 tot en met 3: visuele controle.

2.

Het eerste lid geldt niet voor motorfietsen en zijspanwagens verbonden aan motorfietsen gedurende hun inzet voor onopvallende politietaken.

 

3.

Motorfietsen en zijspanwagens verbonden aan motorfietsen in gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten, die de daar genoemde signalen mogen voeren, mogen zijn voorzien van retroreflecterende striping, letters, cijfers of tekens die de motorfiets of zijspanwagen verbonden aan een motorfiets herkenbaar maken als zijnde in gebruik bij die diensten.

 

BI

Artikel 5.4.54, eerste lid, de kolom ‘Wijze van keuren’, komt te luiden:

Leden 1 en 2: visuele controle; in geval van twijfel wordt de afstand tussen de richtingaanwijzers gemeten.

BJ

Artikel 5.4.57 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de kolom ‘Eisen’ wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel m door een puntkomma, een tweetal onderdelen toegevoegd, luidende:

  • n. één of twee bochtlichten;

  • o. verlichte transparanten.

b. De kolom ‘Wijze van keuren’ komt te luiden:

Leden 1 tot en met 5: visuele controle.

2. In het tweede lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘genomen mits’ vervangen door: genomen, mits.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

5.

Verlichte transparanten:

a. moeten afzonderlijk zijn geschakeld;

b. mogen niet breder zijn dan het voertuig waarop de verlichting is gemonteerd, en

c. mogen niet langer zijn dan het voertuig waarop de verlichting is gemonteerd.

 

BK

Artikel 5.4.57a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, de kolom ‘Wijze van keuren’, komt te luiden:

Leden 1 en 2: visuele controle.

2. In het tweede lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, vervalt: Visuele controle.

BL

Artikel 5.4.59, vijfde lid, komt te luiden:

5.

De dagrijlichten en bochtlichten mogen niet anders dan wit stralen.

 

BM

Artikel 5.4.71 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘Leden 2 tot en met 4’ vervangen door: Leden 2 tot en met 5.

2. Het vijfde lid komt te luiden:

5.

Met uitzondering van motorfietsen in gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten, die de daar genoemde signalen mogen voeren, mogen motorfietsen niet zijn voorzien van andere geluidssignaalinrichtingen dan bedoeld in het eerste tot en met vierde lid.

 

BN

Artikel 5.5.10a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid komt de kolom ‘Wijze van keuren’ te luiden:

Leden 2 tot en met 5: visuele controle.

2. Het vierde en vijfde lid komen te luiden:

4.

De vervaldatum van de goedkeuring, en indien van toepassing van de herkwalificatie, van een CNG-tank, mag niet verstreken zijn.

 

5.

Op de CNG-installatie mogen geen andere verbruikers zijn aangesloten dan die, welke strikt noodzakelijk zijn voor het goed functioneren van de motor van het voertuig, met uitzondering van een verwarmingsinstallatie ten behoeve van de personenruimte of laadruimte.

 

BO

Artikel 5.5.45 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid komt de kolom ‘Wijze van keuren’ te luiden:

Leden 1 tot en met 5: visuele controle.

2. In het tweede lid, in de kolom ‘Eisen’, komt de laatste volzin te luiden:

Deze eis geldt niet voor voertuigen die in gebruik zijn genomen vóór 17 juni 2003 en voldoen aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b.

3. Het vierde lid komt te luiden:

4.

De spiegels moeten deugdelijk zijn bevestigd.

 

BP

Artikel 5.5.51a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, de kolom ‘Wijze van keuren’, komt te luiden:

Leden 1 tot en met 3: visuele controle. Aan deze eis wordt niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport.

2. In het tweede lid, in de kolom ‘Eisen’, vervalt de zinsnede: en driewielige motorrijtuigen in gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

3.

Driewielige motorrijtuigen in gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten, die de daar genoemde signalen mogen voeren, mogen zijn voorzien van retroreflecterende striping, letters, cijfers of tekens die het motorrijtuig herkenbaar maken als zijnde in gebruik bij die diensten.

 

BQ

Artikel 5.5.71, vijfde lid, komt te luiden:

5.

Met uitzondering van driewielige motorrijtuigen in gebruik bij de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten, die de daar genoemde signalen mogen voeren, mogen driewielige motorrijtuigen niet zijn voorzien van andere geluidssignaalinrichtingen dan bedoeld in het eerste tot en met vierde lid.

 

BR

In artikel 5.6.31, derde lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘50kg’ vervangen door: 50 kg.

BS

In artikel 5.6.79, negende lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘hetwapeningsmateriaal’ vervangen door: het wapeningsmateriaal.

BT

In artikel 5.8.38, eerste lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt na ‘ontkoppeld zijn’ een komma ingevoegd.

BU

In artikel 5.10.8, eerste lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt de zinsnede ‘voldoen aan aan de in artikel 1.1 vermelde maximumconstructiesnelheid’ vervangen door: voldoen aan de in artikel 1.1 vermelde maximumconstructiesnelheid.

BV

Artikel 5.10.45 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid komt de kolom ‘Wijze van keuren’ te luiden:

Leden 1 tot en met 4: visuele controle.

2. Het derde lid komt te luiden:

3.

De spiegels moeten deugdelijk zijn bevestigd.

 

BW

Artikel 5.12.31 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het negende lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ’Zonodig’ vervangen door: Zo nodig.

2. In het tiende lid komt de kolom ‘Wijze van keuren’ te luiden:

Leden 10 en 11: visuele controle.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

11.

Aanhangwagens waarvan de som van de toegestane aslasten meer dan 750 kg maar niet meer dan 3.500 kg bedraagt, in gebruik genomen na 1 mei 2016, met uitzondering van aanhangwagens met een stijve dissel en middenasaanhangwagens, mogen niet zijn voorzien van een oploopremsysteem.

 

BX

In artikel 5.12.49, derde lid, laatste volzin, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘betonmolen of betonpomp’ vervangen door: betonmolen, betonmixer of betonpomp.

BY

In artikel 5.12.51 komen de onderdelen m en n te luiden:

m.

lijnmarkering aan de achterzijde, indien het voertuig breder is dan 2,10 m, na 31 december 2012 in gebruik is genomen en de som van de toegestane aslasten meer bedraagt dan 3.500 kg; hierbij is bijlage VIII, artikel 153, van toepassing;

 

n.

lijnmarkering aan de zijkant, indien het voertuig langer is dan 6,00 m, na 31 december 2012 in gebruik is genomen en de som van de toegestane aslasten meer bedraagt dan 3.500 kg; hierbij is bijlage VIII, artikel 153, van toepassing.

 

BZ

Artikel 5.12.53, zesde lid, komt te luiden:

6.

De zijmarkeringslichten mogen niet anders dan ambergeel stralen, met uitzondering van het achterste zijmarkeringslicht, dat ambergeel dan wel rood mag stralen.

 

CA

In artikel 5.12.57, tweede lid, laatste volzin, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘onderdeel h’ vervangen door: onderdeel i.

CB

De artikelen 5.12.59, derde lid, en 5.13.59, derde lid, komen te luiden:

3.

De zijmarkeringslichten mogen niet anders dan ambergeel stralen, met uitzondering van het achterste zijmarkeringslicht, dat ambergeel dan wel rood mag stralen.

 

CC

Artikel 5.13.53 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘Leden 1 tot en met 5’ vervangen door: Leden 1 tot en met 6.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

6.

De zijmarkeringslichten mogen niet anders dan ambergeel stralen, met uitzondering van het achterste zijmarkeringslicht, dat ambergeel dan wel rood mag stralen.

 

CD

In artikel 5.13.57, eerste lid, onderdeel a, in de kolom ‘Eisen’, wordt na ‘het voertuig’ ingevoegd: niet.

CE

In artikel 5.14.6, eerste lid, onderdeel b, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘2,60 m’ vervangen: 2,55 m.

CF

Artikel 5.18.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het zesde lid wordt na ‘tweewielig motorvoertuig’ ingevoegd: of samenstel van voertuigen.

2. Het zevende lid komt te luiden:

  • 7. Met een tweewielig motorvoertuig, een gelede bus of een samenstel van voertuigen mag geen motorvoertuig worden gesleept.

CG

In artikel 5.18.5, eerste lid, wordt ‘gezichtveldverbeterende voorzieningen’ vervangen door: gezichtsveldverbeterende voorzieningen.

CH

In artikel 5.18.9, tweede lid, wordt na ‘noodzakelijk’ een komma ingevoegd.

CI

Artikel 5.18.11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. In de afmetingen, bedoeld in het eerste en tweede lid, zijn afneembare bovenbouwen, gestandaardiseerde laadstructuren en verwisselbare uitrustingsstukken inbegrepen.

2. In het vijfde lid wordt na ‘vierde lid’ een komma ingevoegd.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 11. Een uitschuifbaar voertuig is in onbeladen toestand geheel ingeschoven, tenzij de uitgeschoven delen zijn voorzien van zijdelingse afscherming als bedoeld in artikel 5.12.48, vijfde lid, in welk geval het bepaalde in bijlage VIII, artikelen 107 tot en met 111, met uitzondering van de artikelen 109, tweede lid, en 110, tweede lid, van overeenkomstige toepassing is.

CJ

Artikel 5.18.12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Het eerste lid, met uitzondering van onderdeel e, is niet van toepassing op samenstellen van voertuigen, zijnde kermis- of circusvoertuigen.

2. Het vijfde lid komt te luiden:

  • 5. Ter ondersteuning van de lading mag de laadvloer worden verlengd voor zover daardoor de in de artikelen 5.3.6, eerste lid, onderdeel a, 5.12.6, eerste lid, en 5.18.11, eerste en tweede lid, opgenomen afmetingen niet worden overschreden. Lading mag niet uitsluitend op de laadvloerverlenging rusten.

CK

In artikel 5.18.16, vijfde lid, derde volzin, wordt ‘Wanner’ vervangen door: Wanneer.

CL

In artikel 5.18.17b, tweede lid, wordt zowel in de aanhef als in onderdeel b ‘bedrijfauto’ vervangen door: bedrijfsauto.

CM

Artikel 5.18.17c wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, tweede volzin, komt te luiden:

Bij middenasaanhangwagens en opleggers mag de som van de aslasten van het voertuig in beladen toestand in combinatie met een positieve last onder de koppeling van het voertuig in beladen toestand, niet meer bedragen dan de toegestane maximummassa.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In het de eerste volzin wordt na ‘is geregistreerd’ een komma ingevoegd.

b. In zowel de eerste volzin als de tweede volzin, wordt de zinsnede ‘vermeerderd met de last onder de koppeling van het voertuig in beladen toestand’ vervangen door: in combinatie met een positieve last onder de koppeling van het voertuig in beladen toestand,.

CN

In artikel 5.18.17d, tweede lid, onderdeel e, onder 4°, wordt na ‘9.000 kg per as’ een komma ingevoegd.

CO

In de artikelen 5.18.17d, tweede lid, onderdelen d, onder 3°, tweede gedachtestreepje, en e, onder 4°, en 5.18.17e, onderdelen d, onder 2°, i en j, wordt de zinsnede ‘in het kader van de EG’ vervangen door: in EU-verband.

CP

In artikel 5.18.17e, tweede lid, onderdeel k, aanhef, wordt ‘te zamen’ vervangen door: tezamen.

CQ

Artikel 5.18.17g wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. De aanhef komt te luiden:

Indien de bedrijfsauto, bus of dolly niet in Nederland is geregistreerd, mag de toegestane maximum te trekken massa van een aanhangwagen, alsmede van een samenstel van een dolly met oplegger, niet meer bedragen dan de laagste van de volgende waarden:

b. In onderdeel a, onder 2°, wordt ‘subonderdeel’ vervangen door: onderdeel.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Indien in het kentekenregister of op de kentekencard dan wel het kentekenbewijs van een bedrijfsauto, bus of dolly geen maximum te trekken massa aanhangwagen is vermeld, mag geen aanhangwagen worden voortbewogen.

CR

Artikel 5.18.18a, vierde lid, komt te luiden:

  • 4. Indien in het kentekenregister of op de kentekencard dan wel het kentekenbewijs van een personenauto geen maximum te trekken massa aanhangwagen is vermeld, mag geen aanhangwagen worden voortbewogen.

CS

Artikel 5.18.20 komt te luiden:

Artikel 5.18.20

De lengte van samenstellen van landbouw- of bosbouwtrekker of motorrijtuig met beperkte snelheid en één of meer aanhangwagens of één of meer verwisselbare getrokken machines, dan wel een combinatie hiervan, mag met inbegrip van één of meer verwisselbare uitrustingsstukken niet meer bedragen dan 18,75 m.

CT

Artikel 5.18.21, derde lid, komt te luiden:

3. Ter ondersteuning van de lading mag de laadvloer worden verlengd voor zover daardoor de in de artikelen 5.7.6, eerste lid, onderdeel a, 5.8.6, eerste lid, onderdeel a, en 5.18.20 opgenomen afmetingen niet worden overschreden. Lading mag niet uitsluitend op de laadvloerverlenging rusten.

CU

Artikel 5.18.23 komt te luiden:

Artikel 5.18.23

De hoogte van landbouw- of bosbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid, alsmede van daardoor voortbewogen aanhangwagens, mag met inbegrip van de lading en één of meerdere verwisselbare uitrustingsstukken niet meer bedragen dan 4,00 m.

CV

Artikel 5.18.25 komt te luiden:

Artikel 5.18.25

  • 1. De totale massa van landbouw- of bosbouwtrekkers of motorrijtuigen met beperkte snelheid, of van samenstellen van deze voertuigen en één of meer aanhangwagens of één of meer verwisselbare getrokken machines, mag in beladen toestand niet meer bedragen dan 50.000 kg.

  • 2. De last onder enige as van landbouw- of bosbouwtrekkers, of van samenstellen van deze voertuigen en één of meer aanhangwagens of één of meer verwisselbare getrokken machines, mag in beladen toestand niet meer bedragen dan:

    • a. 11.500 kg voor een aangedreven as;

    • b. 10.000 kg voor een niet aangedreven as.

  • 3. De last onder enige as van motorrijtuigen met beperkte snelheid, of van samenstellen van deze voertuigen en één of meer aanhangwagens of één of meer verwisselbare getrokken machines, mag in beladen toestand niet meer bedragen dan 10.000 kg.

  • 4. De som van de aslasten van landbouw- of bosbouwtrekkers of motorrijtuigen met beperkte snelheid, of van samenstellen van deze voertuigen en één of meer aanhangwagens of één of meer verwisselbare getrokken machines, mag in beladen toestand niet meer bedragen dan 50.000 kg.

CW

In artikel 5.18.34, derde lid, tweede volzin, wordt na ‘ontbreekt’ een komma ingevoegd.

CX

In artikel 5.18.43, tweede lid, aanhef, wordt na ‘motor,’ een spatie ingevoegd.

CY

In artikel 5.18.47, derde lid, wordt na ‘beschadigd,’ een spatie ingevoegd.

CZ

Artikel 6.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel e wordt na ‘personenauto’ een komma ingevoegd.

b. In onderdeel f wordt na ‘3.500 kg’ een komma ingevoegd.

c. In onderdeel g wordt na ‘aanhangwagens’ een komma ingevoegd.

d. In onderdeel i wordt na ‘rijklare toestand’ een komma ingevoegd.

e. Onderdeel k komt te luiden:

  • k. de technisch toegestane maximummassa van voertuigen, met uitzondering van motorfietsen, driewielige motorrijtuigen en bromfietsen;

f. In onderdeel l wordt na ‘bedrijfsauto met een toegestane maximummassa van meer dan 3.500 kg’ een komma ingevoegd.

g. In onderdeel m wordt na ‘voertuigen’ een komma ingevoegd.

h. In de onderdelen o en v wordt na ‘motorvoertuigen’ een komma ingevoegd.

i. In onderdeel r wordt na ‘bromfietsen’ een komma ingevoegd.

j. In onderdeel s wordt ‘3500 kg’ vervangen door: 3.500 kg.

2. In het derde lid, onderdelen a en b, wordt ‘Bijlage Va bij deze regeling’ vervangen door: bijlage Va.

3. In het derde lid, onderdeel a, in lid 3a en in het vierde lid, wordt ‘Bijlage IV’ vervangen door: bijlage IV.

4. In lid 3a wordt ‘Bijlage X bij deze regeling’ vervangen door ‘bijlage X’ en ‘Bijlage X, hoofdstuk 1’ door: bijlage X, hoofdstuk 1.

5. In het vierde lid wordt ‘Bijlage X, hoofdstuk 2, bij deze regeling’ vervangen door: bijlage X, hoofdstuk 2.

DA

In artikel 8.1.3, eerste lid, aanhef, wordt de zinsnede ‘De onder a tot en met h, j en k vermelde meetmiddelen’ vervangen door: De meetmiddelen, genoemd onder a tot en met h, j en k,.

DB

In de artikelen 8.1.3, tweede lid, 8.1.4a, tweede en derde lid, 8.1.5, tweede lid, en 8.1.10, eerste lid, wordt ‘afdeling 3 en 4’ vervangen door: de afdelingen 3 en 4.

DC

In artikel 8.1.4, onder b, wordt ‘bijlage I en bijlage MI-10’ vervangen door: de bijlagen I en MI-10.

DD

In artikel 8.1.5, derde lid, wordt ‘bijlagen I en bijlage MI-10’ vervangen door: bijlagen I en MI-10.

DE

In artikel 8.1.11 wordt ‘Voorzover’ vervangen door: Voor zover.

DF

Artikel 8.2.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt de laatste volzin.

2. In het tweede lid wordt de zinsnede ‘De in het eerste lid bedoelde keuringsinstelling’ vervangen door: De keuringsinstelling, bedoeld in het eerste lid,.

3. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, kan door de Minister van Infrastructuur en Milieu worden ingetrokken, indien de betrokken keuringsinstelling:

    • a. daarom verzoekt;

    • b. niet meer beschikt over het kwaliteitssysteem, bedoeld in het tweede lid; of

    • c. één of meer van de in dit hoofdstuk opgenomen bepalingen niet naleeft.

4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Van de aanwijzing van een keuringsinstelling, alsmede van de intrekking daarvan, wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

DG

In artikel 8.2.7, onderdeel e, wordt ‘sub 2’ vervangen door: onder 2°.

DH

Artikel 8.2.9, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De erkenning, bedoeld in artikel 8.2.3, eerste lid, wordt door de keuringsinstelling bij beschikking ingetrokken, indien:

    • a. niet langer wordt voldaan aan de eisen, bedoeld in de artikelen 8.2.4 en 8.2.5;

    • b. één of meer van de verplichtingen, bedoeld in artikel 8.2.7, niet wordt dan wel worden nageleefd; of

    • c. de financiële verplichting, bedoeld in artikel 8.2.10, niet wordt nageleefd.

DI

In artikel 8.2.10 wordt ‘terzake’ vervangen door: ter zake.

DJ

Artikel 8.2.14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel c wordt de aanduiding ‘I.’ vervangen door ‘1°.’ en de aanduiding ‘II.’ door: 2°.

2. In onderdeel d wordt ‘voorzover’ vervangen door: voor zover.

DK

Artikel 8.2.15, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De erkenning, bedoeld in artikel 8.2.11, eerste lid, wordt door de keuringsinstelling bij beschikking ingetrokken, indien:

    • a. niet langer wordt voldaan aan de eisen, bedoeld artikel 8.2.11, tweede lid;

    • b. één of meer van de verplichtingen, bedoeld in artikel 8.2.14, niet wordt dan wel worden nageleefd; of

    • c. de financiële verplichting, bedoeld in artikel 8.2.16, niet wordt nageleefd.

DL

In artikel 8.3.4, derde lid, tweede volzin, wordt na ‘voldaan’ een komma ingevoegd.

DM

Artikel 8.3.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘fabrikaat’ vervangen door: fabricaat.

b. In sluitstuk wordt ‘aanduidingen a tot en met e’ vervangen door ‘aanduidingen, genoemd onder a tot en met e,’ en ‘aanduidingen f tot en met h’ door: aanduidingen, genoemd onder f tot en met h,.

2. In het tweede lid wordt na ‘registratie-inrichting’ een komma ingevoegd.

3. In het derde lid wordt de zinsnede ‘het meetmiddel moeten in de Nederlandse taal zijn gesteld’ vervangen door: het meetmiddel, zijn in de Nederlandse taal gesteld.

4. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Andere aanduidingen dan die bedoeld in het eerste en tweede lid, mogen slechts worden aangebracht voor zover deze niet leiden tot misleiding of misvatting.

DN

In artikel 8.3.8, tweede volzin, wordt na ‘voldaan’ een komma ingevoegd.

DO

In artikel 8.3.10, onderdeel d, wordt de zinsnede ‘de door de programmatuur zelf gegenereerde identificatiecode als bedoeld onder c’ vervangen door: de door de programmatuur zelf gegenereerde identificatiecode, bedoeld in onderdeel c.

DP

In artikel 8.3.11, onderdeel b, wordt de zinsnede ‘blijft certificeren, en;’ vervangen door: blijft certificeren; en.

DQ

Artikel 8.3.12 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na ‘meetmiddelen’ een komma ingevoegd.

2. In het tweede lid wordt de zinsnede ‘Indien de in het eerste lid bedoelde combinatie’ vervangen door ‘Indien de combinatie, bedoeld in het eerste lid,’ en wordt na ‘meetmiddel’ een komma ingevoegd.

3. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Een testcertificaat als bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, moet zijn afgegeven door een keuringsinstelling op grond van een door die instelling uitgevoerd onderzoek, waarbij is vastgesteld dat aan de eisen, genoemd in artikel 8.3.11, is voldaan.

DR

In artikel 8.3.14, eerste lid, wordt ‘controle certificaat’ vervangen door: controlecertificaat.

DS

In artikel 8.4.3, onderdeel d, wordt ‘software-routine’ vervangen door ‘softwareroutine’ en wordt na ‘vereist’ een komma ingevoegd.

DT

In artikel 8.4.5, onderdeel d, wordt na ‘de effectieve waarde van het optisch filter’ een komma ingevoegd.

DU

Artikel 8.4.8, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Andere functiestanden dan die bedoeld in het eerste en tweede lid, zijn slechts toegestaan voor zover deze niet leiden tot misleiding of misvatting.

DV

Artikel 8.4.10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt ‘afdruk-inrichting’ vervangen door: afdrukinrichting.

b. Onderdeel d wordt als volgt gewijzigd:

i. Onder 1° wordt ‘gasgeven’ vervangen door: gas geven.

ii. Onder 4° wordt de zinsnede ‘het teken als bedoeld in artikel 8.4.3, onderdeel e’ vervangen door: het teken, bedoeld in artikel 8.4.3, onderdeel e’.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Andere informatie dan die bedoeld in het eerste en tweede lid, mag slechts worden geregistreerd voor zover deze niet leidt tot misleiding of misvatting.

DW

Artikel 8.4.12 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste wordt ‘zoals bedoeld’ vervangen door: bedoeld.

2. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘de gegevens als bedoeld in artikel 8.4.10, eerste lid, onderdelen b en c’ vervangen door: de gegevens, bedoeld in artikel 8.4.10, eerste lid, onderdelen b en c.

b. Onderdeel b wordt als volgt gewijzigd:

i. Onderdeel 1° komt te luiden:

  • 1°. alle gegevens, bedoeld in onderdeel a, zijn ingevoerd;

ii. Onder 2° wordt ‘zoals bedoeld’ vervangen door: bedoeld.

DX

Artikel 8.4.26 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt de zinsnede ‘moet worden weergegeven’ vervangen door: wordt weergegeven.

2. Onderdeel b komt te luiden:

  • b. de gemeten waarde wordt door analoge of digitale aanwijs- of registratie-inrichtingen gemakkelijk afleesbaar en duidelijk aangegeven;

3. Onderdeel c komt te luiden:

  • c. de maximale fout, in plus en in min, van de aangewezen druk bedraagt:

    • 1°. in geval van een aanwijsinrichting:

      • i. voor nieuwe manometers:

        • bij een druk van ten hoogste 500 kPa (5 bar): 10 kPa (0,1 bar);

        • bij een druk hoger dan 500 kPa (5 bar): 2%;

      • ii. voor manometers die in gebruik zijn:

        • bij een druk van ten hoogste 500 kPa (5 bar): 12,5 kPa (0,125 bar);

        • bij een druk hoger dan 500 kPa (5 bar): 2,5%;

    • 2°. in geval van een registratie-inrichting:

      • i. voor nieuwe manometers:

        • bij een druk van ten hoogste 500 kPa (5 bar): 20 kPa (0,2 bar);

        • bij een druk hoger dan 500 kPa (5 bar): 4%;

      • ii. voor manometers die in gebruik zijn:

        • bij een druk van ten hoogste 500 kPa (5 bar): 25 kPa (0,25 bar);

        • bij een druk hoger dan 500 kPa (5 bar): 5%;

DY

Artikel 8.4.28 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘dient te geschieden’ vervangen door: geschiedt.

2. In onderdeel d, aanhef, wordt ‘moet bedragen’ vervangen door: bedraagt.

DZ

In artikel 8.4.31, tweede lid, wordt na ‘standaanwijsinrichting’ een komma ingevoegd.

EA

In artikel 8.4.32, onderdeel b, wordt na ‘voldaan’ een komma ingevoegd.

EB

In artikel 8.4.34, zesde lid, wordt de zinsnede ‘de analoge registratie zoals bedoeld in artikel 8.4.39, derde lid’ vervangen door: de analoge registratie, bedoeld in artikel 8.4.39, derde lid.

EC

In artikel 8.4.39, vierde lid, wordt de zinsnede ‘de registratiepositie zoals bedoeld in het derde lid’ vervangen door: de registratiepositie, bedoeld in het derde lid.

ED

Artikel 8.4.41, onderdeel c, wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanduiding ‘A.’ wordt vervangen door ‘1°.’, de aanduiding ‘B.’ door ‘2°.’, de aanduiding ‘C.’ door ‘3°.’ en de aanduiding ‘D.’ door: 4°.

2. In onderdeel 4° (nieuw) wordt ‘onder C’ vervangen door: onder 3°.

EE

In artikel 8.4.42, in de begripsbepaling van ‘klasse I rollenremtestbank’, wordt na de zinsnede ‘maximum massa van meer dan 3.500 kg’ een komma ingevoegd.

EF

In artikel 8.4.49 wordt na ‘maximale fouten’ een komma ingevoegd.

EG

In de artikelen 8.4.51, 8.4.75b, derde lid, en 8.4.95, wordt na ‘aangewezen waarde’ een komma ingevoegd.

EH

In artikel 8.4.52 wordt de zinsnede ‘zijn de gestelde eisen aan remkracht bedoeld in de paragrafen 7.2.4 tot en met 7.2.6 van overeenkomstige toepassing.’ vervangen door: zijn de in de paragrafen 7.2.4 tot en met 7.2.6 aan remkracht gestelde eisen, van overeenkomstige toepassing.

EI

In artikel 8.4.59a, eerste lid, wordt de zinsnede ‘de berekende extrapolatiewaarde zoals bedoeld in artikel 8.4.69,’ vervangen door: de berekende extrapolatiewaarde, bedoeld in artikel 8.4.69,.

EJ

In de artikelen 8.4.59b, tweede lid, en 8.4.65, onderdeel b, onder 1°, wordt na ‘gepresenteerd’ een komma ingevoegd.

EK

In artikel 8.4.64, tweede lid, wordt de zinsnede ‘de rotatieperiode als bedoeld in het eerste lid’ vervangen door: de rotatieperiode, bedoeld in het eerste lid.

EL

In artikel 8.4.65, onderdeel b, onder 2°, wordt de zinsnede ‘de onder 1 vermelde hoogst gemiddelde waarde’ vervangen door: de hoogst gemiddelde waarde, bedoeld onder 1°.

EM

Artikel 8.4.71 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel a komt te luiden:

a. de informatie, bedoeld in artikel 8.3.5, derde lid;

b. In onderdeel c, onder 2°, wordt ’c.q.’ vervangen door: onderscheidenlijk.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Andere informatie dan die bedoeld in het eerste lid, mag slechts worden geregistreerd voor zover deze niet leidt tot misleiding of misvatting.

EN

Artikel 8.4.72, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Ten aanzien van rollenremtestbanken als bedoeld in het eerste lid, bedraagt in afwijking van de eisen gesteld aan meetnauwkeurigheid de maximale fout, in plus en in min, bij een kracht:

    • a. die niet groter is dan 1800 N: 180 N;

    • b. die groter is dan 1800 N: 10% van de werkelijke remkracht.

EO

Artikel 8.4.73 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘drie jaar’ vervangen door: 36 maanden.

2. In het tweede lid, aanhef, wordt ‘3 jaar’ vervangen door: 36 maanden.

EP

Artikel 8.4.75b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, aanhef, wordt na ‘maximale fout’ een komma ingevoegd.

2. In het tweede lid wordt de zinsnede ‘als bedoeld in het tweede lid’ vervangen door: bedoeld in het eerste lid.

EQ

In artikel 8.4.75c, tweede lid, wordt na ‘is’ een komma ingevoegd.

ER

Artikel 8.4.76 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na ‘1 januari 2012’ een komma ingevoegd.

2. In het tweede lid wordt na de zinsnede ‘in gebruik genomen zijn’ een komma ingevoegd.

ES

In hoofdstuk 8, afdeling 4, wordt in het opschrift van paragraaf 9, ‘lambda-bepaling’ vervangen door: lambdabepaling.

ET

Artikel 8.4.77 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de begripsbepaling van ‘controle-inrichting’ wordt de zinsnede ‘(zoals bv. een waarschuwingslamp, geluidssignaal, het afbreken van de meting) verstaan;’ vervangen door: verstaan, zoals een waarschuwingslamp, een geluidssignaal of het afbreken van de meting;.

2. In de begripsbepaling van ‘interne justeerinrichting’ wordt ‘kalibratie-gas’ vervangen door: kalibratiegas.

3. De begripsbepaling van ‘justeerinrichting met kalibratie-gas’ komt te luiden:

justeerinrichting met kalibratiegas:

voorziening om het instrument af te regelen op de waarde van een kalibratiegas;

4. De begripsbepaling van ‘kalibratie-gas’ komt te luiden:

kalibratiegas:

een stabiel gasmengsel met bekende samenstelling, gebruikt voor de periodieke controle en diverse keuringen van het instrument;

EU

Artikel 8.4.84 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt de zinsnede ‘De in artikel 8.4.83 vermelde maximale fouten onder gebruiksomstandigheden’ vervangen door: De maximale fouten onder gebruiksomstandigheden, bedoeld in artikel 8.4.83.

b. Onderdeel a komt te luiden:

  • a. de gebruiksomstandigheden, bedoeld in artikel 8.3.4, derde lid;

2. In het achtste lid, aanhef, wordt ‘lambda-waarde’ vervangen door: lambdawaarde.

3. In het negende lid wordt ‘4 uur’ vervangen door ‘vier uur’ en ‘drift-compensatie’ door: driftcompensatie.

4. Het vierde lid, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. de invloeden, bedoeld in artikel 8.3.9;

5. In het tiende lid wordt ‘20 opeenvolgende metingen’ vervangen door ‘twintig opeenvolgende metingen’ en ‘20 resultaten’ door: twintig resultaten.

EV

Artikel 8.4.85 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt ‘½ uur’ vervangen door ‘een half uur’ en ‘HC bestanddeel’ door: HC-bestanddeel.

2. In vijfde lid, onderdeel b, wordt ‘kalibratie-gas’ vervangen door: kalibratiegas.

EW

In artikel 8.4.86 wordt na ‘toerenteller’ een komma ingevoegd.

EX

Artikel 8.4.87 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘controle-inrichting(en)’ vervangen door: controle-inrichtingen.

2.- In het derde lid wordt ‘O2 kanaal’ vervangen door O2-kanaal.

EY

Artikel 8.4.88 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid wordt de zinsnede ‘een onderzoek zoals bedoeld in artikel 8.1.11’ vervangen door: een onderzoek als bedoeld in artikel 8.1.11.

2. In het vijfde lid, onderdeel b, wordt de zinsnede ‘het tijdelijk vastgestelde justeerinterval zoals bedoeld in het vierde lid van kracht tenzij’ vervangen door: het tijdelijk vastgestelde justeerinterval, bedoeld in het vierde lid, van kracht, tenzij.

EZ

Artikel 8.4.89a, tweede lid, onderdeel b, wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanduiding ‘I.’ wordt vervangen door ‘1°.’, de aanduiding ‘II.’ door ‘2°.’ en de aanduiding ‘III.’ door: 3°.

2. In onderdeel 1° (nieuw) wordt de zinsnede ‘10 graad Celsius tot en met 33 graad Celsius’ vervangen door: 10 °C tot en met 33 °C.

FA

In artikel 8.4.94 wordt na ‘maximale fout’ een komma ingevoegd.

FB

Artikel 8.4.103, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Andere informatie dan die bedoeld in het eerste lid, mag slechts worden geregistreerd voor zover deze niet leidt tot misleiding of misvatting.

FC

In artikel 11.7 wordt zowel na het woord ‘aangevraagd’ als na het woord ‘gevraagd’ als na het woord ‘behoren’, een komma ingevoegd.

FD

In artikel 11.8, tweede lid, alsmede in bijlage IV, artikel 5, eerste lid, aanhef, wordt ‘voor 30 april 2009’ vervangen door: vóór 29 april 2009.

FE

In artikel 11.9 wordt ‘na 29 april’ vervangen door: na 28 april 2009.

FF

Artikel 11.10 vervalt.

FG

In artikel 11.12 wordt ‘voorleend’ vervangen door: verleend.

FH

Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

a. De aanduiding ‘1.’ voor de zinsnede ‘In deze bijlage wordt verstaan onder:’ vervalt.

b. In de begripsbepaling van ‘samengesteld voertuig’ wordt ‘een voertuig,’ vervangen door: voertuig.

c. In de begripsbepaling van ‘model’, aanhef, wordt zowel na ‘voertuigfabrikant’ als na ‘vallen’ een komma ingevoegd.

d. In de begripsbepaling van ‘voertuigidentificatienummer’ wordt ‘een gestructureerde combinatie’ vervangen door: gestructureerde combinatie.

2. Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4. Toegekende en vastgestelde voertuigidentificatienummer

In aanvulling op de artikelen 2 en 3, moet het aan het voertuig door de voertuigfabrikant toegekende en door de Dienst Wegverkeer voor hetzelfde voertuig vastgestelde voertuigidentificatienummer op een vast voertuigdeel van het voertuig zijn ingeslagen. Indien het voertuig niet van een ingeslagen voertuigidentificatienummer is voorzien, wordt door de Dienst Wegverkeer op de wijze, bedoeld in artikel 11, een voertuigidentificatienummer ingeslagen.

3. Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het tweede lid wordt de zinsnede ‘mag wanneer’ vervangen door: mag, indien.

b. In het derde lid wordt de zinsnede ‘In aanvulling op het vermelde in het tweede lid geldt dat in geval’ vervangen door: In aanvulling op het tweede lid, geldt dat wanneer.

c. In het derde, vijfde en zesde lid, wordt ‘door de Dienst Wegverkeer’ vervangen door: door deze dienst.

d. In het zevende lid wordt de zinsnede ‘betreft dan wordt’ vervangen door ‘betreft, wordt’ en vervalt: bij deze bijlage.

4. In artikel 8, tweede lid, wordt na ‘gehele carrosserie’ een komma ingevoegd.

5. In artikel 9 wordt na ‘een frame’ een komma ingevoegd.

6. In artikel 10 wordt na ‘carrosserie’ een komma ingevoegd.

7. Het opschrift van hoofdstuk 2 komt te luiden:

HOOFDSTUK 2. INSLAG VAN HET VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER

8. In artikel 12 wordt de zinsnede ‘de wijze bedoeld in hoofdstuk 1 van deze bijlage’ vervangen door: de wijze, bedoeld in hoofdstuk 1.

FI

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1, tweede lid, in de begripsbepaling van ‘richtlijn 1999/37/EG’, wordt ‘richtlijn nr. 1999/37/EG’ vervangen door ‘Richtlijn 1999/37/EG’ en ‘PbEG L 138’ door: PbEG 1999, L 138.

2. In de artikelen 3 en 10, derde lid, vervalt: van deze bijlage.

3. In artikel 9 wordt de komma na ‘vastgesteld’ vervangen door een spatie.

FJ

Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1, tweede lid, in de begripsbepalingen van ‘VN/ECE-reglement 36’, ‘VN/ECE-reglement 52’ en ‘VN/ECE-reglement 107’, wordt ‘bijlage VA bij deze regeling’ vervangen door: bijlage Va.

2. Artikel 3, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. toelatingseisen, zoals die eisen luidden op de datum van eerste toelating van het voertuig, met uitzondering van de eisen gesteld met betrekking tot zijdelingse afscherming na de voorste achteras aan voertuigen van de voertuigcategorieën N en O; en

3. Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid, aanhef, wordt na ‘rolstoel’ een komma ingevoegd.

b. In het tweede lid wordt na ‘ligplaats’ een komma ingevoegd.

c. In het derde lid wordt na ‘31 december 2011’ een komma ingevoegd.

4. Annex 2 wordt als volgt gewijzigd:

a. Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

i. In de begripsbepaling van ‘compartiment’ wordt ‘3 personen’ vervangen door: drie personen.

ii. In de begripsbepaling van ‘hoofddoorgang’ wordt ‘de ruimte, waardoor’ vervangen door ‘ruimte waardoor’ en wordt na ‘zijn geplaatst’ een komma ingevoegd.

iii. In de begripsbepaling van ‘keuringseisen’ wordt de zinsnede ‘omschreven in hoofdstuk 2 van de onderhavige regeling’ vervangen door: bedoeld in hoofdstuk 2.

iv. In de begripsbepaling van ‘ligbank’ wordt ‘en/of’ vervangen door: of.

b. In de artikelen 4, eerste lid, 5, derde lid, onder a, 14, derde lid en vijfde lid, onder c, 16, eerste lid, onder b, 23, 24, derde lid, onder a en b, en zesde lid, onder b, 26, vierde lid, onder b, 28, elfde lid, en 29, eerste lid, onder f, en vijfde lid, wordt ‘vertikaal’ vervangen door: verticaal.

c. In artikel 5, derde lid, onder b, vervalt de zinsnede: of NEN 3883.

d. Artikel 24, zesde lid, wordt als volgt gewijzigd:

i. In de aanhef wordt ‘t.o.v.’ vervangen door ‘ten opzichte van’ en wordt na ‘horizontaal vlak’ een komma ingevoegd.

ii. In onderdeel b wordt na ‘bevindt’ een komma ingevoegd.

e. In artikel 39, tiende lid, wordt ‘zonodig’ vervangen door: zo nodig.

FK

Bijlage Vb wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift van paragraaf 1 komt te luiden:

§ 1. Begripsbepalingen

2. In de artikelen 3, 4, 5, aanhef, 6, eerste lid, 7, vierde lid, 8, eerste lid, 14, 15, aanhef, 16, eerste lid, 17, derde lid, 18, eerste lid, 22, 23 en 24, aanhef, vervalt: bij deze bijlage.

3. Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt na ‘geel’ een dubbele punt ingevoegd.

b. In onderdeel b wordt na ‘purper’ een dubbele punt ingevoegd.

4. Annex 1 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het opschrift komt te luiden:

Annex 1, behorende bij de artikelen 3, 4, 5, 6, eerste lid, 7, vierde lid, 8, eerste lid, en 22

b. In onderdeel A, onder 6, wordt ‘de meetapparatuur zoals bedoeld’ vervangen door: de meetapparatuur, bedoeld.

c. In onderdeel B wordt ‘25 °’ vervangen door: 25 °C.

5. Het opschrift van annex 2 komt te luiden:

Annex 2, behorende bij de artikelen 14, 15, 16, eerste lid, 17, derde lid, en 18, eerste lid

6. Annex 3 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het opschrift komt te luiden:

Annex 3, behorende bij de artikelen 23 en 24

b. In onderdeel A, onder 6, wordt ‘de meetapparatuur zoals bedoeld’ vervangen door: de meetapparatuur, bedoeld.

FL

Bijlage VI wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 3.3 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het derde lid wordt na ‘zijn’ een komma ingevoegd.

b. In het vijfde lid wordt de zinsnede ‘bedrijfsuitgang, als bedoeld in het vierde lid, te grenzen’ vervangen door: bedrijfsuitgang als bedoeld in het vierde lid te grenzen,.

c. In het negende lid wordt na ‘bedrijfsuitgang’ een komma ingevoegd.

2. In de artikelen 3.3, tweede en derde lid, zesde lid, aanhef, en zevende lid, aanhef, en 4, tweede lid, wordt na ‘eerste lid’ een komma ingevoegd.

3. Artikel 3.4 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het vierde en het vijfde lid worden vernummerd tot vijfde onderscheidenlijk zesde lid.

b. Er wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. Ten aanzien van het bepaalde in het eerst en derde lid, blijft een afsluitmechanisme dat bij inschakeling voorkomt dat de deur kan worden geopend vanaf de buitenzijde en dat binnen het voertuig voorziet in een inrichting voor in- en uitschakeling van de afsluiting, alsmede een kinderslot, buiten beschouwing.

4. Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid wordt de zinsnede ‘Een doorgang met uitzondering van de doorgangen als bedoeld’ vervangen door: Een doorgang, met uitzondering van de doorgangen, bedoeld.

b. In het zesde lid wordt ‘omschre ven’ vervangen door: omschreven.

c. In het achtste en elfde lid wordt ‘de afmetingen als bedoeld’ vervangen door: de afmetingen, bedoeld.

d. In het twaalfde lid vervalt na ‘doorgang’ de komma.

5. In artikel 5, tweede lid, wordt na de zinsnede ‘verticaal dwarsvlak rakend aan de voorzijde van de zitting’ een komma ingevoegd.

6. In artikel 6, derde lid, wordt ‘de breedte als bedoeld’ vervangen door: de breedte, bedoeld.

FM

Bijlage VIII wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 2, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. brandstof dan wel brandstoffen, waarbij:

    • ‘A’ staat voor alcohol;

    • ‘B’ staat voor benzine;

    • ‘C’ staat voor LNG;

    • ‘D’ staat voor diesel;

    • ‘E’ staat voor elektriciteit;

    • ‘E/B’, ‘E/D’, ‘E/G’ of een andere combinatie waarin een ‘E’ voorkomt, staat voor hybride;

    • ‘G’ staat voor LPG;

    • ‘H’ staat voor CNG;

    • ‘W’ staat voor waterstof.

    Een combinatie van brandstoffen wordt aangeduid met meerdere letters.

    Indien in het kentekenregister de brandstofcode ‘C’, ‘G’ of ‘H’ niet is vermeld, mogen de volgende onderdelen van een LNG-, LPG- of CNG-installatie niet zijn gemonteerd:

    • 1°. verdamper, drukregelaar of ander brandstofdoseringssysteem. Een uitlaatstift die bij een luchtgekoelde motor als verdamper fungeert, hoeft niet te worden verwijderd;

    • 2°. LNG-, LPG- of CNG-tank;

    • 3°. gasafsluiter;

    • 4°. gasmengstuk;

    • 5°. inspuitstukken, tenzij deze definitief zijn afgeplugd;

    • 6°. inspuitstukadapter, tenzij deze definitief is afgeplugd;

    • 7°. buitenvulklep, tenzij deze definitief is afgeplugd;

    • 8°. hogedrukleiding, met uitzondering van het gedeelte dat rechtstreeks vast tegen de onderzijde van het voertuig is bevestigd.

2. In artikel 3, eerste lid, aanhef, wordt ‘aanhangwagenéén’ vervangen door: aanhangwagen één.

3. Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid, onderdeel b, wordt zowel na ‘toegestaan’ als na ‘met bouten’ een komma ingevoegd.

b. In het tweede lid wordt ‘zoals bedoeld in het eerste lid’ vervangen door: als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b,.

4. In artikel 30, derde lid, wordt ‘de meetcondities als bedoeld in artikel 31’ vervangen door: de meetcondities, bedoeld in artikel 31,.

5. In artikel 32, onderdeel f, wordt ‘bedrijfauto’s’ vervangen door: bedrijfsauto’s.

6. In artikel 33, derde lid, wordt ‘de meetcondities als bedoeld in artikel 34’ vervangen door: de meetcondities, bedoeld in artikel 34,.

7. In artikel 36, derde lid, wordt ‘de meetcondities als bedoeld in artikel 37’ vervangen door: de meetcondities, bedoeld in artikel 37,.

8. Artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

i. In onderdeel a wordt de zinsnede ‘als bedoeld in artikel 5.6.11, vijfde lid, van hoofdstuk 5 van deze regeling,’ vervangen door: bedoeld in artikel 5.6.11, vierde lid,.

ii. In onderdeel b wordt de zinsnede ‘als bedoeld in artikel 5.6.11, vierde lid, van hoofdstuk 5 van deze regeling,’ vervangen door: als bedoeld in artikel 5.6.11, derde lid,.

b. In het vierde lid wordt de zinsnede ‘het gestelde maximum geluidsniveau als bedoeld in artikel 5.6.11 van deze regeling’ vervangen door: het maximum geluidsniveau, bedoeld in artikel 5.6.11.

9. Artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:

a. In de onderdelen f en h wordt ‘artikel 5.6.11, vijfde lid, van hoofdstuk 5 van deze regeling’ vervangen door: artikel 5.6.11, vierde lid.

b. In de onderdelen g en i wordt ‘artikel 5.6.11, vierde lid, van hoofdstuk 5 van deze regeling’ vervangen door: artikel 5.6.11, derde lid.

10. Artikel 40, tweede lid, laatste volzin, komt te luiden:

De motorolietemperatuur moet worden gecontroleerd met behulp van een deugdelijke olietemperatuurmeter.

11. In artikel 42, derde lid, vervalt onder invoeging van een komma achter ‘rotatiemotor’, de zinsnede: of een C.N.G.-installatie.

12. Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid wordt de zinsnede ‘De controle als bedoeld in artikel 41 en 42’ vervangen door: De controle, bedoeld in de artikelen 41 en 42,.

b. Het achtste lid komt te luiden:

  • 8. Indien er meer dan één brandstof in het kentekenregister wordt vermeld, worden de milieueisen alleen ten aanzien van LPG of benzine gecontroleerd. Daarbij wordt de navolgende volgorde gehanteerd:

    • 1. alleen op LPG, indien bij brandstof of combinatie van brandstoffen een ‘G’ wordt aangegeven;

    • 2. alleen op benzine, indien bij brandstof of combinatie van brandstoffen een ‘B’ wordt aangegeven en niet tevens een ‘G’ is vermeld.

c. In het negende lid wordt de zinsnede ‘LPG-installatie, de controle als bedoeld in artikel 41’ vervangen door ‘LPG- of CNG-installatie, de controle, bedoeld in artikel 41,’ en ‘leden 1 tot en met 8’ door: het eerste tot en met achtste lid.

13. In artikel 45, zesde lid, wordt ’Zonodig’ vervangen door: Zo nodig.

14. In artikel 45b, tweede lid, wordt zowel na ‘eerste lid’ als na ‘op het uitleesapparaat’ een komma ingevoegd.

15. In artikel 45c wordt zowel na ‘vaststellen’ als na ‘vermeld’ een komma ingevoegd.

16. Artikel 45d wordt als volgt gewijzigd:

a. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Indien wordt voldaan aan de artikelen 45b en 45c, behoeft de meting, bedoeld in de artikelen 39 tot en met 43, dan wel de meting, bedoeld in de artikelen 44 en 45, niet te worden uitgevoerd.

b. In het tweede lid wordt de zinsnede ‘In afwijking van het eerste lid wordt de meting als bedoeld in de artikelen 39 tot en met 43 dan wel de meting als bedoeld in de artikelen 44 en 45 van deze bijlage’ vervangen door: In afwijking van het eerste lid, wordt de meting, bedoeld in de artikelen 39 tot en met 43, dan wel de meting, bedoeld in de artikelen 44 en 45,.

17. In artikel 48, eerste lid, onderdeel b, wordt ‘kontaktplekken’ vervangen door: contactplekken.

18. In artikel 50, derde lid, onderdeel b, wordt ‘voorzover’ vervangen door: voor zover.

19. In artikel 51, eerste lid, wordt ‘vulcanisatie’ vervangen door: vulkanisatie.

20. In de artikelen 60, eerste lid, aanhef, en 74, eerste lid, aanhef, wordt de zinsnede ’de maximale remkrachten zoals bedoeld’ vervangen door: ’de maximale remkrachten, bedoeld.

21. In artikel 74, tweede lid, wordt ‘remkrachtgelden’ vervangen door: remkracht, gelden.

22. Artikel 77 wordt als volgt gewijzigd:

a. De aanhef komt te luiden:

Voor het bepalen van de remvertraging moet dan wel moeten:

b. De onderdelen c en d worden geletterd d onderscheidenlijk e.

c. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • c. de remkrachten worden vastgesteld direct vóór het moment van blokkeren van één of meer wielen van het voertuig;

23. In artikel 107, eerste lid, wordt ‘de artikel 108 tot en met artikel 111’ vervangen door: de artikelen 108 tot en artikel 111.

24. Artikel 112 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid wordt ‘voorfrontbeschermingsinrichtingen’ vervangen door: voor frontbeschermingsinrichtingen.

b. Het onderschrift bij figuur 31 komt te luiden:

Figuur 31. EU-typegoedkeuringsmerk, waarbij de volgende codes de daarbij vermelde betekenis hebben:

e1: EU-typegoedkeuring. De lidstaat die de goedkeuring heeft verleend, wordt aangeduid met een variabele kenletter (‘1’ is Duitsland, ‘4’ is Nederland);

01: variabel volgnummer waarmee de (wijzigings)richtlijn wordt aangeduid overeenkomstig welke de EU-typegoedkeuring heeft plaatsgevonden. Achter het volgnummer is een asterisk of een spatie geplaatst;

1471: variabel basisgoedkeuringsnummer.

25. In artikel 142, derde lid, wordt ‘gezichtveld’ vervangen door: gezichtsveld.

26. In artikel 153, negende lid, wordt ‘als bedoeld’ vervangen door: bedoeld.

FN

Bijlage IX wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 3, onder a, wordt in de kolom ‘Wijze van keuren’, onderdeel b, onder 1°, slot vierde volzin, na ‘gemeten.’ een spatie ingevoegd.

2. Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

a. In de kolom ‘Eisen’, onderdeel b, wordt na de aanduiding ‘b.’ een spatie ingevoegd.

b. In de kolom ‘Wijze van keuren’ wordt ‘Onderdeel’ vervangen door: Onderdelen.

3. De bijbehorende annex wordt als volgt gewijzigd:

a. Het opschrift komt te luiden:

Annex 1, behorende bij artikel 4

b. Artikel 1, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. wordt verstaan onder:

    Fwiel:

    de maximum toegestane last onder het desbetreffende wiel;

FO

Bijlage X wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1.0, in de begripsbepaling van ‘VN/ECE-reglement 115’, wordt ‘bijlage VA bij deze regeling’ vervangen door: bijlage Va.

2. In de artikelen 1.3, vierde lid, in de kolom ‘Eisen’, 1.15, tweede lid, in de kolom ‘Eisen’, 1.48 en 1.56, eerste lid, wordt na ‘aangebracht’ een komma ingevoegd.

3. Artikel 1.9 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het tweede en vierde lid wordt in de kolom ‘Eisen’ na ‘eerste lid’ een komma ingevoegd.

b. In het derde lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt de zinsnede ‘Het verwarmingssysteem als bedoeld in het tweede lid is toegestaan indien’ vervangen door: Het verwarmingssysteem, bedoeld in het tweede lid, is toegestaan, indien.

4. In artikel 1.12, in de kolom ‘Eisen’, wordt na ‘uitsteken’ een komma ingevoegd.

5. In artikel 1.14, eerste lid, komt de kolom ‘Wijze van keuren’ te luiden:

Leden 1 en 2: visuele controle.

6. Artikel 1.15 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid, in de kolom ‘Eisen’, onderdeel b, wordt na de aanduiding ‘b.’ een spatie ingevoegd.

b. In het twintigste lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, wordt ‘overgelegt’ vervangen door ‘overlegt’ en wordt na ‘beproeving’ een komma ingevoegd.

7. In de artikelen 1.15, veertiende lid, in de kolom ‘Eisen’, 1.37, vierde lid, en 1.44, tweede lid, wordt na ‘toepassing’ een komma ingevoegd.

8. In de artikelen 1.18, tweede lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, 1.26, vierde lid, in de kolom ‘Wijze van keuren’, 1.59, onderdeel b, en 1.76, onderdeel b, wordt na ‘is bekrachtigd’ een komma ingevoegd.

9. Artikel 1.24 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het vierde lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt na ‘toegestaan’ een komma ingevoegd.

b. In het vijfde lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt na ‘gebruikt’ een komma ingevoegd.

c. In het zesde lid, in de kolom ‘Eisen’, wordt ‘2 jaar’ vervangen door: twee jaar.

10. Artikel 1.39 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het tweede lid wordt na ‘eerste lid’ een komma ingevoegd.

b. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De verwarmingsinstallatie, bedoel in het tweede lid, is naar het oordeel van de Dienst Wegverkeer voldoende beveiligd en beïnvloedt de vereiste werking van de normale CNG-installatie niet.

11. In artikel 1.45, tweede lid, wordt na ‘water’ een komma ingevoegd.

12. Artikel 1.46, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

a. In de onderdelen a en b, aanhef, wordt ‘3500 kg’ vervangen door: 3.500 kg.

b. In de onderdelen b en c, aanhef, wordt ‘5000 kg’ vervangen door ‘5.000 kg’ en ‘12000 kg’ door: 12.000 kg.

13. In artikel 1.47 wordt na ‘wordt aangebracht’ een komma ingevoegd.

14. In artikel 1.57, eerste lid, wordt de komma aan het slot vervangen door een punt.

15. In artikel 1.70 wordt ‘zonodig’ vervangen door: zo nodig.

16. In de artikelen 2.1 en 2.2, aanhef, wordt ‘plaats vindt’ vervangen door: plaatsvindt.

FP

Bijlage XI wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid, in de begripsbepaling van ‘richtlijn 2001/85/EG’, wordt ‘richtlijn nr. 2001/85/EG’ vervangen door ‘Richtlijn 2001/85/EG’, ‘Richtlijn nr. 70/156/EEG’ door ‘Richtlijn 70/156/EEG’, ‘richtlijn 97/27/EG’ door ‘Richtlijn 97/27/EG’ en ‘PbEG L 42’ door: PbEG 2002, L 42.

b. In het tweede lid, in de begripsbepalingen van ‘VN/ECE-reglement 36’, ‘VN/ECE-reglement 52’ en ‘VN/ECE-reglement 107’, wordt ‘bijlage VA bij deze regeling’ vervangen door: bijlage Va.

2. Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

i. In onderdeel e wordt ‘de annex’ vervangen door: annex 2.

ii. In onderdeel i vervalt: 1990.

b. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Een bus met een EU-typegoedkeuring waarvan de constructiesnelheid minimaal 100 km/h bedraagt, wordt geacht te voldoen aan de eisen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en f tot en met j.

FQ

Bijlage XII wordt als volgt gewijzigd:

1. De ondertitel komt te luiden:

Eisen waaraan het alcoholslot, bedoeld in artikel 132e van de wet, moet voldoen

2. In artikel 1, tweede lid, komt de begripsbepaling van ‘geldig ademmonster’ te luiden:

geldig ademmonster:

ademmonster dat voldoet aan de in annex 1 vastgestelde eis voor volume en de in NEN-EN 50436-1 vastgestelde eisen voor luchtstroom en uitademtijd;

3. In artikel 1, tweede lid, onder de begripsbepalingen van ‘datageheugen’ en ‘vaste eenheid’, alsmede in de artikelen 2, tweede lid, 3, onderdelen 1, 3, onder a en b, en 11, 5, eerste lid, 8, onderdelen d, e en g, en 9, tweede lid, onderdelen a en c, vervalt: bij deze bijlage.

4. In artikel 1, tweede lid, onder de begripsbepalingen van ‘datageheugen’, ‘vaste eenheid’ en ‘vroegtijdige terugroeping’, alsmede in de artikelen 2, tweede lid, 3, onderdelen 1, 3, onder a en b, 10 en 11, 5, eerste lid, 6, vijfde lid, 8, onderdelen d, e en g, 9, tweede lid, onderdelen a en c, en 19, alsmede in annex 1, de tabel, onder 13 en 13a, en annex 2, onderdeel 3, onder type ‘beheer’, onder subtype ‘beheer van de configuratie’, wordt ‘Annex’ vervangen door: annex.

5. In de artikelen 2, tweede lid, 3, aanhef, 5, eerste lid, 6, eerste lid, 7, eerste lid, 8, aanhef, 9, eerste lid, aanhef, 10, eerste en tweede lid, 11, aanhef, 12, eerste lid, aanhef, en tweede lid, aanhef, 13, eerste lid, 14, 15, aanhef, 16, aanhef, 17, aanhef, 18, aanhef, 19, en 20, aanhef, wordt na ‘NEN-EN 50436-1’ een komma ingevoegd.

6. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel 1 wordt ‘waardes’ vervangen door: waarden.

b. Onderdeel 6 komt te luiden:

  • 6. Voor zover het alcoholslot over niet in annex 1 genoemde, instelbare functies of parameters beschikt, stelt de fabrikant de Dienst Wegverkeer daarvan in kennis, onder mededeling van de ingestelde waarden.

7. In de artikelen 3, onderdeel 10, en 6, vijfde lid, alsmede in annex 1, de tabel, onder 13 en 13a, vervalt: bij bijlage XII.

8. Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4

  • 1. In afwijking van punt 4.2 uit NEN-EN 50436-1, is uitsluitend voorzien in een overbruggingsfunctie bestemd voor onderhoud aan het motorrijtuig of het alcoholslot, waarmee het startmechanisme gedurende een in annex 1 vastgestelde maximale periode kan worden gedeblokkeerd zonder dat een initieel ademmonster of een hertest behoeft te worden afgelegd.

  • 2. Het gebruik van de overbruggingsfunctie, bedoeld in het eerste lid, is uitsluitend na invoer van een code mogelijk en wordt altijd geregistreerd in het datageheugen.

  • 3. De overbrugging moet op eenvoudige wijze voortijdig kunnen worden beëindigd.

9. Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid wordt ‘RDW’ vervangen door: Dienst Wegverkeer.

b. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De uitlezing, bedoeld in het eerste lid, vindt plaats met inachtneming van de in annex 3 opgenomen eisen.

c. De aanduiding ‘5.’ voor het lid dat begint met de woorden ‘Het datageheugen wordt pas geschoond nadat’ wordt vervangen door: 4.

10. In artikel 9, eerste lid, onderdeel a, wordt ’10 %’ vervangen door: 10%.

11. In de artikelen 9, tweede lid, aanhef, en 13, tweede lid, wordt na ‘op het eerste lid’ een komma ingevoegd.

12. Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel 1, onder e, wordt ‘eisen van Annex 3’ vervangen door: in annex 3 opgenomen eisen.

b. Onderdeel 2 komt te luiden:

  • 2. De in onderdeel 1, onder d en e, bedoelde gegevens, zijn in barcode leesbaar. De barcode is samengesteld met inachtneming van de in annex 3 opgenomen eisen.

13. In de artikelen 15, onderdelen 1 en 2, 16, onderdelen 1 en 2, 17, onderdelen 2 en 3, wordt ‘op zijn vroegst’ vervangen door: niet eerder dan.

14. In artikel 19 wordt de zinsnede ‘de in Annex 1 aangegeven,’ vervangen door: de in annex 1 genoemde periode,.

15. Het opschrift van annex 1 komt te luiden:

Annex 1, behorende bij de artikelen 1, tweede lid, 2, tweede lid, 3, eerste, derde, zesde, tiende en elfde lid, 4, eerste lid, 6, vijfde lid, 8, 9, tweede lid, en 19

16. Annex 2 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het opschrift komt te luiden:

Annex 2, behorende bij artikel 5, eerste lid

b. In onderdeel 2 wordt ‘in onder’ vervangen door: onder.

c. Onderdeel 3 wordt als volgt gewijzigd:

i. Onder de twee typen ‘vroegtijdige terugroeping’, alsmede onder het type ‘beheer’, subtype ‘transformeren’, onderdeel 1, vervalt de zinsnede: van bijlage XII bij de Regeling voertuigen,.

ii. Type ‘beheer’ wordt als volgt gewijzigd:

Onder het subtype ‘beheer van de configuratie’ vervalt: bij bijlage XII bij de Regeling voertuigen.

Onder het subtype ‘geheugenbeheer’, onderdeel 2, wordt na ‘uitleesapplicatie,’ een spatie ingevoegd.

‘Subtype transformeren’ wordt vervangen door: Subtype: transformeren

Onder het subtype ‘beveiliging’, onderdeel 1, wordt na ‘manipulatiehandelingen’ een komma ingevoegd.

17. Annex 3 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het opschrift komt te luiden:

Annex 3, behorende bij de artikelen 1, tweede lid, 7, tweede lid, en 11, eerste en tweede lid

b. De ondertitel komt te luiden:

Samenstelling typegoedkeuringsnummer en barcode

c. Onderdeel 1 wordt als volgt gewijzigd:

i. In de aanhef wordt ‘opgebouwd’ vervangen door: samengesteld.

ii. ‘Verklaring van de delen’ wordt als volgt gewijzigd:

In onderdeel 2 wordt de zinsnede ‘waarin van publicatie van de wetgeving’ vervangen door: van publicatie wetgeving.

Onderdeel 3 komt te luiden:

  • 3. Bij verandering wetgeving staan hier jaartal en nummer Staatscourant van publicatie (optioneel);

In de onderdelen 4 en 5 vervalt: van de.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016, met uitzondering van onderdeel J, onder 2, dat in werking treedt met ingang van 2 maart 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

TOELICHTING

Algemeen

1. Hoofdlijnen

Deze regeling bevat wijzigingen van uiteenlopende aard in de Regeling voertuigen (hierna: Rv), zulks in het kader van periodiek, tweejaarlijks onderhoud.

Met betrekking tot de permanente voertuigeisen, wordt op diverse punten nauwer aangesloten bij internationale en Europese toelatingseisen. Zo worden bochtlichten toegestaan op motorfietsen, worden permanente eisen ingevoerd met betrekking tot bescherming van de vulaansluiting bij voertuigen voorzien van een CNG-installatie en wordt bepaald dat bij een elektrische bediende parkeerrem de remvertraging in beginsel wordt bepaald op een remtestinrichting. Ook worden met het oog op de bescherming van de verkeersveiligheid en in overeenstemming met internationale toelatingseisen, de permanente eisen inzake het carjackslot in taxi’s aangepast.

In de gebruikseisen wordt onder meer bepaald dat met een tweewielig motorvoertuig, een gelede bus of een samenstel van voertuigen geen motorvoertuig mag worden gesleept en met een motorvoertuig geen samenstel van voertuigen. Verder wordt bijvoorbeeld de eis geïntroduceerd dat een uitschuifbaar voertuig in onbeladen toestand geheel is ingeschoven, tenzij de uitgeschoven delen zijdelings zijn afgeschermd.

Voorts strekt deze wijzigingsregeling tot het aanbrengen van een aantal verbeteringen en het ongedaan maken van een aantal omissies en inconsistenties in de Rv. Onduidelijkheden of onjuistheden die in de dagelijkse praktijk zijn geconstateerd, zijn verzameld en hebben gediend als basis voor de thans aangebrachte wijzigingen.

In de artikelsgewijze toelichting wordt nader op de diverse wijzigingen ingegaan.

2. Administratieve lasten

Deze wijzigingsregeling leidt niet tot een verhoging van de inhoudelijke nalevingskosten of administratieve lasten voor burgers en bedrijven. Daar waar sprake is van nieuwe eisen, hebben deze geen substantiële gevolgen voor de duur van de keuring in positieve of negatieve zin.

3. Consultatie en advies

Op grond van artikel 11 van de Regeling sturing van en toezicht op de Dienst Wegverkeer, is het ontwerp van deze wijzigingsregeling met het oog op een uitvoeringstoets voorgelegd aan de Dienst Wegverkeer (hierna: RDW). De RDW heeft in dat kader aangegeven zich in deze wijzigingsregeling te kunnen vinden.

Voorts zijn de elementen van deze wijzigingsregeling hoofdzakelijk aangedragen door en afgestemd met de vertegenwoordigers van de RDW, de Inspectie Leefomgeving en Transport, het openbaar ministerie en de nationale politie in de Adviesgroep regelgeving (AGR), in welk verband deze wijzigingsregeling tot periodiek, tweejaarlijks onderhoud tot stand kwam.

In verschillende stadia zijn de elementen van deze wijzigingsregeling dan wel is het ontwerp van deze wijzigingsregeling ter consultatie voorgelegd aan de te onderscheiden belangenorganisaties in de voertuig- en vervoersbranche. Met de in dat kader ontvangen reacties is zoveel mogelijk rekening gehouden.

4. Notificatie

Het ontwerp van deze wijzigingsregeling is op 22 juli 2015 voorgelegd aan de Europese Commissie ter voldoening aan het bepaalde in artikel 8, eerste lid, van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG 1998, L 204; notificatienummer 2015/0401/NL). Op grond van artikel 9, eerste lid, van de voornoemde richtlijn, is vervolgens een standstilltermijn van drie maanden in acht genomen, welke termijn derhalve op 23 oktober 2015 is geëindigd. Binnen deze termijn zijn geen reacties ontvangen.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A, C, E, F, I, J, onder 1, O, P, R, S, U, V, W, Y, AB, AC, AG, onder 1 en 2, onder a, onder ii, en b, AH, AI, AJ, AM, AN, AO, AR, AS, AU, AQ, AX, onder 1 en 2, onder a, onder ii, en b, AY, AZ, BB, BC, BI, BJ, onder 2, BO, BR tot en met BV, BW, onder 1, CA, CD, CG, CI, onder 2, CK, CL, CM, onder 2, onder a, CN, CO, CP, CQ, onder 1, onder b, CR, CW tot en met FE, FG, FH, FI, FJ, onder 1, 3 en 4, onder a, b, d en e, FK, FL, onder 1, 2, 4, 5 en 6, FM, onder 2 tot en met 7, 8, onder b, 11, 12, onder a en c, 13 tot en met 21, 22, onder a, en 23 tot en met 26, en FN tot en met FQ (artikelen 1.1, 1.3, 3.1, hoofdstuk 3, opschrift afdelingen 3 en 7, paragraaf 1, artikelen 4.3, 5.1b.1, aanhef, 5.1.6, 5.2.11, 5.2.13, 5.2.16, 5.2.18, 5.2.29, 5.2.41, 5.2.45, 5.2.47a, 5.2.49a, 5.2.55, 5.2.57, 5.3.13, 5.3.15, 5.3.16, 5.3.18, 5.3.20, 5.3.28, 5.3.29, 5.3.31, 5.3.35, 5.3.49, 5.3.49a, 5.3.50, 5.3.55, 5.3.57, 5.3.68, 5.3a.13, 5.3a.15, 5.3a.16, 5.3a.20, 5.3a.27, 5.3a.28, 5.3a.29, 5.3a.31, 5.3a.35, 5.3a.47, 5.3a.48, 5.3a.55, 5.3a.57, 5.3a.68, 5.4.13, 5.4.54, 5.4.55, 5.4.57, tweede lid, 5.4.57a, 5.5.13, 5.5.16, 5.5.18, 5.5.29, 5.5.45, 5.5.55, 5.6.13, 5.6.16, 5.6.18, 5.6.29, 5.6.31, 5.6.55, 5.6.79, 5.6.81, 5.6.83, 5.7.13, 5.7.16, 5.7.18, 5.7.38, 5.7.41, 5.7.55, 5.7.57a, 5.7.65, 5.8.13, 5.8.18, 5.8.28, 5.8.38, 5.8.57a, 5.8.65, 5.9.55, 5.10.13, 5.10.8, 5.10.18, 5.10.41, 5.10.45, 5.12.18, 5.12.31, negende lid, 5.12.35, 5.12.55, 5.12.57, 5.13.18, 5.13.55, 5.13.57, 5.14.6, 5.14.18, 5.14.29, 5.14.55, 5.14.57a, 5.14.65, 5.15.6, 5.15.18, 5.15.55, 5.16.59, 5.17.59, 5.18.5, 5.18.8, 5.18.9, 5.18.11, vijfde lid, 5.18.12a, 5.18.16, 5.18.17b, 5.18.17c, tweede lid, 5.18.17d, 5.18.17e, 5.18.17g, tweede lid, onderdeel a, 5.18.18a, 5.18.21a, 5.18.34, 5.18.43, 5.18.47, 6.3, 8.1.3 tot en met 8.1.5, 8.1.10, 8.1.11, 8.2.1, 8.2.7, 8.2.9, 8.2.10, 8.2.14, 8.2.15, 8.3.4, 8.3.5, 8.3.8, 8.3.10, 8.3.11, 8.3.12, 8.3.14, 8.4.3, 8.4.5, 8.4.8, 8.4.10, 8.4.12, 8.4.26, 8.4.28, 8.4.31, 8.4.32, 8.4.34, 8.4.39, 8.4.41, 8.4.42, 8.4.49, 8.4.51, 8.4.52, 8.4.59a, 8.4.59b, 8.4.64, 8.4.65, 8.4.71, 8.4.72, 8.4.73, 8.4.75b, 8.4.75c, 8.4.76, hoofdstuk 8, afdeling 4, opschrift paragraaf 9, artikelen 8.4.77, 8.4.84 tot en met 8.4.88, 8.4.89a, 8.4.94, 8.4.95, 8.4.103, 11.7 en 11.12, alsmede bijlage I, artikelen 1, 4, 5, 8, 9, 10, opschrift hoofdstuk 2, en artikel 12, bijlage II, artikelen 1, 3, 9 en 10, bijlage IV, artikel 9, en annex 2, artikelen 1, 4, 5, 14, 16, 23, 24, 26, 28, 29 en 39, bijlage Vb, opschrift paragraaf 1, artikelen 3 tot en met 8, 14 tot en met 18, en 22 tot en met 24, en annexen 1, opschrift en onderdelen A en B, 2, opschrift, en 3, opschrift en onderdeel A, bijlage VI, artikelen 3.3, 4, 5 en 6, bijlage VIII, artikelen 3, 24, 30, 32, 36, 37, vierde lid, 42, 43, eerste en negende lid, 45, 45b, 45c, 45d, 48, 50, 51, 60, 74, 77, aanhef, 107, 112, 142 en 153, bijlage IX, artikelen 3 en 5, en annex 1, opschrift en artikel 1, bijlage X, artikelen 1.0, 1.3, 1.9, 1.12, 1.14, 1.15, 1.18, 1.24, 1.26, 1.37, 1.39, 1.44 tot en met 1.48, 1.56, 1.57, 1.59, 1.70 en 1.76, bijlage XI, artikelen 1 en 2, en bijlage XII, ondertitel, en artikelen 1 tot en met 20, en annexen 1, opschrift, 2, opschrift en onderdelen 2 en 3, en 3, opschrift, ondertitel en onderdeel 1)

Deze wijzigingen betreffen het herstel van kleine, tekstuele onzorgvuldigheden.

Onderdelen B, FD en FE (artikelen 1.1, 6.4, 11.7, 11.8 en 11.9, alsmede bijlage IV, artikelen 2a en 5)

Artikel 48, eerste lid, van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (kaderrichtlijn; PbEU 2007, L 263; hierna: Richtlijn 2007/46/EG), bepaalt dat de lidstaten vóór 29 april 2009 de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vaststellen en bekendmaken die nodig zijn om aan de inhoudelijke wijzigingen van die richtlijn te voldoen en dat zij die bepalingen toepassen vanaf 29 april 2009.

In dat licht bezien, bevatten de bewuste artikelen onjuiste data. Immers, de bepalingen van Richtlijn 2007/46/EG moeten worden toegepast met ingang van 29 april 2009 en niet – zoals de redactie van de bewuste artikelen suggereerde (‘na 29 april 2009’ en ‘voor 30 april 2009’) – 30 april 2009. De onderhavige wijzigingen corrigeren deze data dan ook (‘na 28 april 2009’ respectievelijk ‘vóór 29 april 2009’).

Onderdeel D (artikel 3.1, vijfde lid)

Wat de toelating van voorrangsvoertuigen betreft, leert de ervaring dat deze voertuigen meestal ter beoordeling worden aangeboden wanneer deze reeds zijn voorzien van de aanvullende uitrusting die normaliter bij toelating van een voertuig niet aanwezig mag zijn.

In de praktijk wordt bij de toelatingskeuring dan – in lijn met het bepaalde in artikel 2, derde lid, aanhef en onderdeel b, van Richtlijn 2007/46/EG, dat de lidstaten de mogelijkheid biedt om ten aanzien van de toelatingskeuring onder meer ten behoeve van de in artikel 29, eerste lid, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) bedoelde diensten af te wijken van die richtlijn – de aanwezigheid van deze aanvullende uitrusting door de vingers gezien. De voertuigen van vorenbedoelde diensten zijn naar hun aard voorzien van dermate veel extra retroreflecterende voorzieningen, geluidssignalen en verlichting, dat de zichtbaarheid van deze voertuigen en daarmee de verkeersveiligheid niet in het geding komen. Deze praktijk had echter abusievelijk nooit een wettelijke basis gekregen. Door middel van de onderhavige wijziging wordt deze omissie gerepareerd; in het bewuste artikel is vorenbedoelde wettelijke grondslag gecreëerd.

Onderdelen G en H (artikelen 3.26 en 3.27)

Artikel 3.26 gaat over Europese typegoedkeuringen en artikel 3.27 over nationale typegoedkeuringen. De bewuste leden, inzake alcoholsloten, zijn destijds abusievelijk toegevoegd aan het artikel over Europese typegoedkeuringen (artikel 3.26), terwijl het in casu nationale typegoedkeuringen (artikel 3.27) betreft. Deze omissie wordt met de onderhavige wijzigingen hersteld, waarbij van de gelegenheid gebruik is gemaakt de redactie van de bewuste leden enigszins aan te passen.

Onderdeel J, onder 2 (artikel 5.1b.1)

In het bewuste artikel wordt het begrip ‘controleapparaat’ voor wat betreft hoofdstuk 5 gedefinieerd als controleapparaat als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer (PbEG L 370; hierna: Verordening (EEG) nr. 3821/85). Met ingang van 2 maart 2016 wordt Verordening (EEG) nr. 3821/85 echter ingetrokken en vervangen door Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PbEU 2014, L 60; hierna: Verordening (EU) nr. 165/2014). In dat licht strekt de onderhavige wijziging ertoe om per genoemde datum de betreffende verwijzing naar Verordening (EEG) nr. 3821/85 te vervangen door een verwijzing naar Verordening (EU) nr. 165/2014.

Onderdeel K (artikel 5.1b.3)

Op grond van de artikelen 24 en 25 van de Regeling erkenning en keuringsbevoegdheid APK, neemt de erkenninghouder respectievelijk de keurmeester in verband met de periodieke keuring van motorrijtuigen en aanhangwagens het bij en krachtens de Wegenverkeerswet 1994 bepaalde in acht. Zulks houdt in dat bij de periodieke keuring van motorrijtuigen en aanhangwagens alle keuringsaspecten worden beoordeeld. Met betrekking tot de thans aan het bewuste artikel toegevoegde onderdelen, bestond dienaangaande echter enige onduidelijkheid. Deze wordt met de onderhavige wijziging weggenomen.

Onderdelen L en FM, onder 1 en 12, onder b (artikelen 5.2.9, 5.3.9, 5.3a.9 en 5.5.9, alsmede bijlage VIII, artikelen 2 en 43, achtste lid)

Deze wijzigingen strekken ertoe in de bewuste artikelen de term ‘hoofdbrandstof’ te doen vervallen. Zulks is wenselijk, omdat bij voertuigen die op meerdere brandstoffen kunnen rijden, de hoofdzakelijk te gebruiken brandstof per berijder of per rit verschillend kan zijn. In het kentekenregister en het raadpleegscherm voertuigen, waarmee APK-keurmeesters tijdens de periodieke keuring de voertuiggegevens controleren, is het aantal te vermelden brandstoffen uitgebreid tot maximaal zes. Bij meer dan één brandstof worden in het register en raadpleegscherm de verschillende brandstoffen in willekeurige volgorde vermeld. De betreffende voertuigen zullen worden gecontroleerd in de staat zoals deze ter keuring worden aangeboden.

Onderdelen M en BN (artikelen 5.2.10a, derde en vierde lid, 5.3.10a, derde en vierde lid, 5.3a.10a, derde en vierde lid, en 5.5.10a, tweede, vierde en vijfde lid)

De bewuste artikelen luidden aldus dat tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport, niet werd getoetst aan de eis dat de vervaldatum van de goedkeuring, en indien van toepassing van de herkwalificatie, van een CNG-tank niet mag zijn verstreken. Het niet toetsen aan voormelde eis is echter onwenselijk.

Het aantal autobussen dat op CNG rijdt, is aanzienlijk (meer dan 600). Gemiddeld is per bus 1.600 liter CNG aan boord. Daaraan zijn risico’s verbonden, die zoveel mogelijk beperkt dienen te worden. Zulks geldt mutatis mutandis ook ten aanzien van voertuigen van de andere hier betrokken voertuigcategorieën.

Het periodiek keuren van CNG-tanks is weliswaar wettelijk vastgelegd, maar de situatie was zo dat de betreffende voertuigen werden goedgekeurd zónder dat werd gecontroleerd of de CNG-tanks aan de voorgeschreven periodieke keuring waren onderworpen. De onderhavige wijzigingen maken aan deze praktijk een einde.

Onderdelen N, AW en BG (artikelen 5.2.10a, zevende en tiende lid, 5.3.10a, zevende en tiende lid, 5.3a.10a, zevende en tiende lid, 5.4.10a, 5.5.10a, zevende en tiende lid, 5.6.10a en 5.6.79)

De eis dat de vulaansluiting moet zijn voorzien van een stofkap, tenzij deze is beschermd tegen vuil en water, is destijds wél gesteld ten aanzien van voertuigen voorzien van een LPG-installatie, maar abusievelijk níet met betrekking tot voertuigen voorzien van een CNG-installatie. Door vorenbedoelde eis nu in de bewuste artikelen op te nemen, wordt deze omissie verholpen.

Onderdelen Q, AG, onder 2, onder a, onder i, en AX, onder 2, onder a, onder i (artikelen 5.2.15, 5.3.15 en 5.3a.15)

De bewuste artikelen behoeven aanpassing om de nationale regelgeving betreffende het wel of niet voeren van een tachograaf geheel in overeenstemming te brengen met de vigerende EU-regelgeving op dit terrein, met name met Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad (PbEU 2006, L 102). Deze verordening is globaal van toepassing op wegvervoer van (1) goederen waarbij de toegestane maximummassa van de voertuigen, die van opleggers of andere aanhangwagens inbegrepen, meer dan 3.500 kg bedraagt, of (2) personen door voertuigen die zijn gebouwd of permanent zijn toegerust om meer dan negen personen, de bestuurder daaronder begrepen, te kunnen vervoeren en daartoe zijn bestemd.

In de bewuste artikelen 5.3.15 en 5.3a.15 kan voorts de verwijzing met betrekking tot het controleapparaat naar Verordening (EEG) nr. 3821/85 vervallen, en in het bewuste artikel 5.2.15, tweede lid (nieuw), behoeft deze niet te worden opgenomen, nu het begrip ‘controleapparaat’ in artikel 5.1b.1, onderdeel c, voor wat betreft hoofdstuk 5 reeds is gedefinieerd als controleapparaat als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 3821/85 (per 2 maart 2016: Verordening (EU) nr. 165/2014; zie onderdeel J, onder 2).

Onderdeel T (artikelen 5.2.39, 5.3.39 en 5.3a.39)

Door middel van de onderhavige wijziging is bepaald dat bij een elektrisch bediende parkeerrem de remvertraging in beginsel wordt vastgesteld op een remtestinrichting. De bewuste artikelen zijn daarmee geheel in overeenstemming gebracht met de vigerende EU-regelgeving op dit terrein.

Onderdelen X en AL (artikelen 5.2.48 en 5.3.48)

In de praktijk komt de nationale politie regelmatig personen- en bedrijfsauto’s tegen die aan de voorzijde zijn voorzien van bepaalde voorzieningen. Deze voorzieningen zijn niet direct als scherpe delen aan te merken, maar vergroten bij een botsing de kans op lichamelijk letsel voor andere weggebruikers aanzienlijk en zijn dientengevolge onwenselijk. Bovendien doen de bedoelde voorzieningen de inspanningen van autofabrikanten om de botsveiligheid aan de voorzijde van voertuigen te verhogen, teniet.

Daarom is een nieuw (derde) lid ingevoegd, inhoudende dat personen- en bedrijfsauto’s aan de voorzijde niet mogen zijn voorzien van voorzieningen die in geval van botsing de kans op lichamelijk letsel voor andere weggebruikers aanzienlijk kunnen vergroten. Aan het aldus bepaalde wordt overigens tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport niet getoetst.

Indien een personen- of bedrijfsauto aan de voorzijde is voorzien van een trekhaak die kan worden afgeschermd, valt deze niet onder de werking van het nieuwe (derde) lid, maar onder het tweede.

Onderdelen Z, AD, AF, AP, AT, AV, BD, BF, BH, BM, BP en BQ (artikelen 5.2.51a, 5.2.57a, 5.2.65, 5.2.71, 5.3.51a, 5.3.57a, 5.3.65, 5.3.71, 5.3a.51a, 5.3a.57a, 5.3a.65, 5.3a.71, 5.4.51a, 5.4.57a, 5.4.65, 5.4.71, 5.5.51a, 5.5.57a, 5.5.65, 5.5.71, 5.6.57a, 5.9.57a, 5.12.57a, 5.12.65, 5.13.57a, 5.13.65, 5.15.57a en 5.15.65, alsmede bijlage VIII, artikel 153)

In het derde lid van de artikelen 5.2.64, 5.3.64, 5.3a.64, 5.4.64 en 5.5.64, zijn destijds ten aanzien van de aldaar te onderscheiden voertuigcategorieën de in artikel 29, eerste lid, én artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde diensten – Nederlandse respectievelijk Belgische en Duitse diensten voor spoedeisende hulpverlening – uitgezonderd van het verbod op knipperende lichten. Bij vergissing is toen echter een dergelijke uitzonderingsbepaling voor de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde (Belgische en Duitse) diensten niet opgenomen met betrekking tot verbod op (lichtarmaturen voor) blauwe en groene zwaai-, flits- of knipperlichten. Deze omissie wordt hersteld door middel van de onderhavige wijzigingen van de bewuste artikelen 5.2.57a, 5.2.65, 5.3.57a, 5.3.65, 5.3a.57a, 5.3a.65, 5.4.57a, 5.4.65, 5.5.57a, 5.5.65, 5.12.65, 5.13.65 en 5.15.65.

De onderhavige wijzigingen van de bewuste artikelen 5.6.57a, 5.9.57a, 5.12.57a, 5.13.57a en 5.15.57a, strekken ertoe met betrekking tot de betreffende voertuigcategorieën het verzuim te herstellen van het niet benoemen van de mogelijkheid dat de voertuigen van de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde (Belgische en Duitse) diensten zijn voorzien van cijfers of tekens die deze voertuigen herkenbaar maken als zijnde in gebruik bij die diensten.

Ten aanzien van de in de bewuste artikelen 5.2.51a, 5.3.51a, 5.3a.51a, 5.4.51a en 5.5.51a vervatte voertuigcategorieën was (indirect) wel in die mogelijkheid voorzien, zij het op een wijze die vatbaar was voor verbetering. De gelegenheid is dan ook te baat genomen om de redactie van de laatstgenoemde artikelen te wijzigen. Daarbij is het bewuste artikel 5.4.51a opnieuw vastgesteld, met name om de omissie van het ontbreken van de kolomaanduiding (linkerkolom ‘Eisen’, rechterkolom ‘Wijze van keuren’) te herstellen.

De onderhavige wijzigingen van de bewuste artikelen 5.2.71, 5.3.71, 5.3a.71, 5.4.71 en 5.5.71 inzake geluidssignaalinrichtingen, verdisconteren met betrekking tot de daar genoemde voertuigcategorieën de in artikel 30b van het RVV 1990 bedoelde (Belgische en Duitse) diensten, hetgeen abusievelijk niet eerder was geschied.

Onderdelen AA, AE, AQ, BZ, CB en CC (artikelen 5.2.53, 5.2.59, 5.3.53, 5.3.59, 5.3a.53, 5.3a.59, 5.12.53, 5.12.59, 5.13.53 en 5.13.59)

In afdeling 13 van hoofdstuk 5 is een bepaling betreffende de kleur die de zijmarkeringslichten mogen stralen, ten aanzien van de verplichte verlichting – het bewuste artikel 5.13.53 – destijds abusievelijk niet opgenomen. Deze omissie wordt door middel van de onderhavige wijziging hersteld.

In tegenstelling tot de andere zijmarkeringslichten, die niet anders dan ambergeel mogen stralen, mag het achterste zijmarkeringslicht óf ambergeel óf rood stralen. Daar zulks in de corresponderende artikelen in de afdelingen 2, 3, 3a en 12 van hoofdstuk 5 niet geheel duidelijk was bepaald, is van de gelegenheid gebruik gemaakt de redactie van de bewuste artikelen 5.2.53, 5.2.59, 5.3.53, 5.3.59, 5.3a.53, 5.3a.59, 5.12.53, 5.12.59 en 5.13.59 enigszins aan te passen.

Onderdeel AK (artikel 5.3.45)

Gelet op artikel 2, tweede lid, onderdeel b, van Richtlijn 2007/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende uitrusting met spiegels van in de Gemeenschap ingeschreven vrachtwagens (PbEU 2007, L 184), geldt tevens als uitzonderingsgrond de onmogelijkheid om een trottoirspiegel zodanig te monteren dat de spiegel volledig zichtbaar is vanaf de bestuurdersplaats. Abusievelijk was deze uitzonderingsgrond echter niet in het bewuste artikel opgenomen. De onderhavige wijziging repareert deze omissie.

Onderdeel BA (artikel 5.3a.41)

Het algemene begrip ‘deuren’ dat in het onderhavige artikel werd gehanteerd, was in de praktijk niet onproblematisch. De onderhavige wijziging strekt er dan ook toe de betreffende eis te beperken tot bedrijfs- en nooddeuren; het volstaat wanneer overige deuren goed sluiten.

Onderdelen BD en BJ, onder 1, onder a, en 3 (artikelen 5.3a.57 en 5.4.57, eerste en vijfde lid)

Artikel 1.1, tweede lid, definieert het begrip ‘verlichte transparant’ aldus: ‘verlichting op een voertuig die uitsluitend informatie biedt over de bestemming of het gebruik van het voertuig, dan wel aanwijzingen weergeeft voor het overige wegverkeer’. Het bewuste artikel 5.3a.57 was echter zo geredigeerd dat de aldaar gebezigde formulering een doublure inhield met zowel voormelde begripsbepaling als de eisen die in het bewuste artikel 5.3a.57, vijfde lid, aan verlichte transparanten zijn gesteld. De onderhavige wijziging van het bewuste artikel 5.3a.57 neemt deze doublures weg.

Met betrekking tot de in het bewuste artikel 5.4.57 te onderscheiden voertuigcategorie – motorfietsen – bepaalt artikel 41a van het RVV 1990 dat onder de in dat artikel opgenomen omstandigheden verlichte transparanten mogen worden gevoerd. In de Rv ontbrak echter de bepaling dat motorfietsen mogen zijn voorzien van deze verlichte transparanten. Deze lacune is opgevuld met het toevoegen aan het bewuste artikel 5.4.57 inzake toegestane verlichting van een onderdeel aan het eerste lid en een nieuw (derde) lid.

Onderdelen BJ, onder 1, onder a, en BL (artikelen 5.4.57, eerste lid, en 5.4.59)

Als gevolg van supplement 14 op VN/ECE-reglement nr. 53.01 (installatie verlichting van motorfietsen)1, zijn bochtlichten toegestaan op motorfietsen. Om de permanente eisen in overeenstemming te brengen met de toelatingseisen, worden door middel van deze wijzigingen bochtlichten als toegestane verlichting toegevoegd aan het bewuste artikel 5.4.57. Tevens wordt bepaald dat bochtlichten niet anders mogen stralen dan wit (het bewuste artikel 5.4.59).

Onderdeel BJ, onder 1, onder b (artikel 5.4.57)

Deze wijziging betreft een correctie van een onvolkomenheid ten aanzien van de wijze van keuren met betrekking tot het bepaalde in het bewuste artikel.

Onderdeel BW, onder 2 en 3 (artikel 5.12.31, tiende en elfde lid)

De onderhavige wijzigingen zijn ingegeven door en in overeenstemming met paragraaf 5.2.2.2 van VN/ECE-reglement nr. 13 (goedkeuring van motorvoertuigen van de voertuigcategorieën M, N en O met betrekking tot remsystemen), alsmede met Verordening (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende typegoedkeuringsvoorschriften voor de algemene veiligheid van motorvoertuigen, aanhangwagens daarvan en daarvoor bestemde systemen, onderdelen en technische eenheden (PbEU 2009, 200). De gehanteerde datum (1 mei 2016) is de dag na ommekomst van de restantvoorraadtermijn van 18 maanden, gerekend vanaf 1 november 2014.

Onderdeel BX (artikel 5.12.49)

Omdat in relevante bindende EU-rechtshandelingen – met name aanhangsel 2, onder 15, van Verordening (EU) nr. 678/2011 van de Commissie van 14 juli 2011 tot vervanging van bijlage II en tot wijziging va de bijlagen IV, IX en XI bij Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (PbEU 2011, 185) – ‘betonmolen’ als ‘betonmixer’ wordt aangeduid, is het wenselijk beide begrippen in de Rv te benoemen. De onderhavige wijziging voegt in dat licht met betrekking tot de permanente eis inzake de stootbalk het begrip ‘betonmixer’ aan het bewuste artikel toe.

Deze wijziging heeft mutatis mutandis per 1 januari 2014 plaatsgevonden ten aanzien van bedrijfsauto’s (artikel 5.3.43). Abusievelijk is toen echter nagelaten ook het bewuste artikel 5.12.49 met betrekking tot aanhangwagens te wijzigen. Deze omissie wordt met de onderhavige wijziging hersteld.

Onderdeel BY (artikel 5.12.51)

Door middel van de onderhavige wijziging is in de bewuste artikelonderdelen het begrip ‘toegestane maximummassa’ vervangen door ‘som van de aslasten’. Het bewuste artikel is daarmee geheel in overeenstemming gebracht met de vigerende EU-regelgeving op dit terrein.

Onderdeel CE (artikel 5.14.6)

De onderhavige wijziging brengt de maximale breedte van aanhangwagens terug van 2,60 m naar 2,55 m. Die breedte van 2,55 m komt overeen met de algemene Europese breedtemaat van voertuigen, hetgeen voor fabrikanten van de bedoelde aanhangwagens duidelijkheid schept. Bovendien geldt in de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk België reeds een maximale breedte van 2,55 m voor aanhangwagens, zodat de onderhavige wijziging het grensverkeer voor Nederlandse aanhangwagens vergemakkelijkt. Overgangsrecht is reeds vervat in het derde lid van het bewuste artikel, dat bepaalt dat aanhangwagens tot 1 januari 2025 maximaal 3,00 m breed mogen zijn.

Onderdeel CF (artikel 5.18.2)

Uit de toelichting bij de overgang van het Voertuigreglement naar de Rv, blijkt dat bedoeld was te verbieden om met een motorvoertuig een samenstel van voertuigen – in artikel 1.1, tweede lid, gedefinieerd als: trekkend voertuig met een of meer aanhangwagens – te slepen. Het bewuste artikel was echter zo geredigeerd dat daarover ten aanzien van andere dan tweewielige motorvoertuigen onduidelijkheid bestond. De onderhavige wijziging neemt deze weg.

Onderdelen CI, onder 1, en CS (artikelen 5.18.11, derde lid, en 5.18.20)

Verwisselbare uitrustingsstukken waren niet in de bewuste artikelen verdisconteerd. In de praktijk is dit problematisch gebleken; het komt met enige regelmaat voor dat – met name aan de voorzijde – verwisselbare uitrustingsstukken zijn aangebracht waardoor de lengte van het samenstel meer bedraagt dan die in de bewuste artikelen is genoemd. Omdat zulks onwenselijk is, is deze omissie door de onderhavige wijzigingen gerepareerd.

De onderhavige wijziging van het bewuste artikel 5.18.20 verruimt voorts de maximale lengte van voertuigcombinaties van tractoren met daaraan gekoppelde aanhangwagens van 18,00 m naar 18,75 m, hetgeen in overeenstemming is met Richtlijn 96/53/EG van de Raad van 25 juli 1996 houdende vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en het internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en van de in het internationale verkeer maximaal toegestane gewichten (PbEG 1996, L 235). De Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk België hebben de maximale lengte van de bedoelde voertuigcombinaties reeds verruimt tot 18,75 m, zodat de onderhavige wijziging van het bewuste artikel 5.18.20 het grensverkeer voor de bedoelde voertuigcombinaties vergemakkelijkt.

Onderdeel CI, onder 3 (artikel 5.18.11, elfde lid)

Uitgeschoven voertuigen (met name opleggers en andere aanhangwagens) vormen zonder zijdelingse afscherming een gevaar voor de verkeersveiligheid. De onderhavige wijziging beoogt deze praktijk met betrekking tot onbeladen uitschuifbare voertuigen te beëindigen, door de eis te stellen dat een uitschuifbaar voertuig in onbeladen toestand geheel is ingeschoven, tenzij de uitgeschoven delen zijdelings zijn afgeschermd.

Onderdeel CJ, onder 1 (artikel 5.18.12, tweede lid)

Dat het zicht op de verlichting, de retroreflectoren, de richtingaanwijzers of de kentekenplaat (artikel 5.18.12, eerste lid, onderdeel e) wordt belemmerd, is onwenselijk, ook in het geval het kermis- of circusvoertuigen betreft.

Onderdelen CJ, onder 2, en CN (artikelen 5.18.12, vijfde lid, en 5.18.21)

De in dit kader eerder gehanteerde begrippen ‘uitschuiflade’ en ‘laadklep’ deden geen recht aan de bestaande variëteit aan laadvloerverlengingen. De onderhavige wijzingen corrigeren die situatie.

Onderdeel CT, onder 1 en 2, onder b (artikel 5.18.17c)

Om met betrekking tot de overschrijding van de toegestane maximummassa van middenasaanhangwagens (bijvoorbeeld caravans) te kunnen verbaliseren, moeten deze worden afgekoppeld teneinde deze te kunnen wegen. Omdat dit niet als wenselijk wordt beschouwd, wordt in de praktijk bekeurd voor overschrijding van de aslast. Deze waarde is bij dergelijke aanhangwagens immers bijna altijd dezelfde als de toegestane maximummassa. Volgens het ter zake gehanteerde beleid wordt echter bij overschrijding van een aslast eerst opgetreden vanaf 20%, terwijl dat bij overschrijding van de toegestane maximummassa 10% is. Onderhavige wijziging beoogt aan deze praktijk een einde te maken door te bewerkstelligen dat geverbaliseerd kan worden bij overschrijding van de toegestane maximummassa vanaf 10%. Deze wijziging heeft mutatis mutandis enige jaren geleden plaatsgevonden ten aanzien van artikel 5.18.18a (overschrijding trekgewicht).

Onderdeel CQ, onder 1, onder a, en 2 (artikel 5.18.17g, tweede lid, aanhef, en derde lid)

De onderhavige wijziging van de bewuste aanhef en het toevoegen van het bewuste artikellid, is analoog aan het reeds eerder in dier voege gewijzigde artikel 5.18.18a ten aanzien van personenauto’s. Met deze wijziging wordt bewerkstelligd dat wanneer in het kentekenregister of op het kentekenbewijs dan wel de kentekencard geen maximum te trekken aanhangwagengewicht is vermeld, ook met bedrijfsauto’s, bussen en dolly’s geen aanhangwagens meer getrokken mogen worden.

Onderdeel CU (artikel 5.18.23)

Dat bij het bepalen van de maximumhoogte verwisselbare uitrustingsstukken dienen te worden meegerekend, was abusievelijk niet in het bewuste artikel verdisconteerd.

Onderdeel CV (artikel 5.18.25)

Het bewuste artikel had voorheen slechts betrekking op samenstellen van landbouw- of bosbouwtrekkers of motorrijtuigen met beperkte snelheid. Ook bij bepaalde ‘losse’ landbouw- of bosbouwtrekkers of motorrijtuigen met beperkte snelheid kan echter sprake zijn van overbelading, hetgeen de onderhavige wijziging wenselijk maakt.

Onderdeel FF (artikel 11.10)

De in artikel 11.10 vervatte overgangsrechtelijke bepalingen zijn uitgewerkt en kunnen derhalve vervallen.

Onderdeel FJ (bijlage IV)
Onder 2 (artikel 3)

Het bewuste artikel ziet op voertuigen met een datum van eerste toelating na 31 december 1997 maar vóór 29 april 2009. Met betrekking tot voertuigen van de voertuigcategorieën N en O, was voor de onderhavige wijziging zijdelingse afscherming na de voorste achteras verplicht, terwijl dit voor soortgelijke voertuigen van vóór 1 januari 1998 en na 28 april 2009 niet verplicht is. Vanuit de praktijk werd opgeroepen dit verschil op te heffen, hetgeen door middel van de onderhavige wijziging is geschied.

Onder 4, onder c (annex 2, artikel 5)

De bewuste NEN-norm is niet meer van kracht en kan derhalve vervallen.

Onderdeel FL, onder 3 (bijlage VI, artikel 3.4)

Voertuigen met een Europese typegoedkeuring kunnen zijn voorzien van een carjackslot waarbij de deuren bij het bereiken van een bepaalde snelheid op slot gaan. Deze zijn dan niet meer vanaf de buitenzijde te openen. Wanneer het voertuig vaart mindert of stilstaat, blijven de deuren van buiten af gesloten, totdat de bestuurder het carjackslot weer vrijgeeft. Deze situatie was niet in overeenstemming met de in het bewuste artikel aan taxi’s gestelde eisen. De onderhavige wijziging trekt dat recht, waarbij bovendien aansluiting is gezocht bij supplement 2 op VN/ECE-reglement nr. 11.03 (deursloten en afsluitmechanismen met betrekking tot deuren) dat het carjackslot regelt ten aanzien van voertuigen met de voertuigclassificaties M1 en N1.

Onderdeel FM (bijlage VIII)
Onder 8, onder a, en 9 (artikelen 37, derde lid, en 38)

Door middel van de onderhavige wijzigingen worden enige onjuistheden gecorrigeerd die per 1 januari 2015 (Stcrt. 2014, 34219) waren ontstaan met betrekking tot de verwijzingen naar een tweetal leden van artikel 5.6.11.

Onder 10 (artikel 40)

Het bewuste artikel vereiste certificering van de olietemperatuurmeter. Certificering van deze temperatuurmeter is gelet op hoofdstuk 8 (Meetmiddelen) echter niet noodzakelijk. De eis van een geldig certificaat ten aanzien van de olietemperatuurmeter is met deze wijziging dan ook vervallen.

Onder 22, onder b en c (artikel 77)

Abusievelijk was nagelaten het moment te bepalen waarop de remkrachten dienen te worden vastgesteld. Deze omissie is met de onderhavige wijziging verholpen.

Artikel II

In overeenstemming met het stelsel van vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309 en 2012/13, 29 362, nr. 224, blz. 7–8) zoals vervat in de Aanwijzingen voor de regelgeving (Ar 174), treedt deze wijzigingsregeling – met uitzondering van onderdeel J, onder 2 – in werking met ingang van 1 januari 2016 en is de minimale termijn van twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding in acht genomen.

Met betrekking tot de inwerkingtreding van onderdeel J, onder 2, betreffende Verordening (EU) nr. 165/2014, is afgeweken van de vaste verandermomenten met gebruikmaking van de uitzonderingsgrond voor implementatieregelgeving (Ar 174, vierde lid, aanhef en onder d). De bewuste wijziging houdt immers verband met Verordening (EU) nr. 165/2014, die met ingang van 2 maart 2016 van toepassing is.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Reglement van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties. VN/ECE-reglementen zijn te raadplegen via United Nations Economic Commission for Europe/Transport/Areas of Work/Vehicle Regulations/Agreements and Regulations/UN Regulations (1958 Agreement): http://www.unece.org/trans/main/wp29/wp29regs.html.

Naar boven