Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 10 oktober 2015, nr. VO/OK/587536, houdende regels voor de vaststelling van de kerstvakantie 2016, 2017, 2018, en de meivakantie 2017, 2018, 2019 en de spreiding en vaststelling van de zomervakantie 2017, 2018 en 2019 (Regeling vaststelling schoolvakanties 2016–2019)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 15, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 20, tweede lid van de Wet primair onderwijs BES, artikel 26, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra, artikel 22, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 45, tweede lid, van de Wet voortgezet onderwijs BES;

BESLUIT:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

b. een school voor basisonderwijs:

een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 1 van de Wet primair onderwijs BES;

c. een school voor speciaal onderwijs:

een school voor speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;

d. een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs:

een school, dan wel een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;

e. een school voor voortgezet speciaal onderwijs:

een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;

f. een school voor voortgezet onderwijs:

een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 1 van de Wet voortgezet onderwijs BES, met uitzondering van het voorbereidend beroepsonderwijs dat deel uitmaakt van een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs en met uitzondering van een school voor voortgezet onderwijs die deel uitmaakt van een scholengemeenschap met een regionaal opleidingencentrum als bedoeld in artikel 1.3.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

g. een school:

een school als bedoeld in b, c, d, e of f.

Artikel 2. Regio's en perioden zomervakantie

Voor de vaststelling van de perioden van de zomervakantie, genoemd in artikel 6 behoort een school tot één van de regio's, genoemd in artikel 3. De plaats van vestiging is bepalend voor de regio waartoe een school behoort. Indien een school vestigingen heeft in meer dan één regio, behoort elke vestiging tot de regio waarin ze is gelegen.

Artikel 3. Regio-indeling

De regio's, bedoeld in artikel 2, zijn:

  • a. regio noord, bestaande uit: de provincie Groningen, de provincie Friesland, de provincie Drenthe, de provincie Overijssel, de provincie Flevoland (met uitzondering van de gemeente Zeewolde) en de provincie Noord-Holland, alsmede wat betreft de provincie Gelderland de gemeente Hattem, en wat betreft de provincie Utrecht de gemeente Eemnes en de voormalige gemeente Abcoude;

  • b. regio midden, bestaande uit: de provincie Utrecht (met uitzondering van de gemeente Eemnes en de voormalige gemeente Abcoude), de provincie Zuid-Holland, alsmede wat betreft de provincie Flevoland de gemeente Zeewolde, wat betreft de provincie Gelderland de gemeenten Aalten, Apeldoorn, Barneveld, Berkelland, Bronckhorst, Brummen, Buren, Culemborg, Doetinchem, Ede, Elburg, Epe, Ermelo, Geldermalsen, Harderwijk, Heerde, Lingewaal, Lochem, Montferland (met uitzondering van de voormalige gemeente Didam), Neder-Betuwe (met uitzondering van de voormalige gemeente Dodewaard), Neerijnen, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Oost-Gelre, Oude IJsselstreek, Putten, Scherpenzeel, Tiel, Voorst, Wageningen, Winterswijk en Zutphen, en wat betreft de provincie Noord-Brabant de gemeenten Werkendam (met uitzondering van de kernen Hank en Dussen) en Woudrichem;

  • c. regio zuid, bestaande uit: de provincie Limburg, de provincie Noord-Brabant (met uitzondering van de gemeenten Werkendam (voor zover het betreft de kernen Sleeuwijk, Nieuwendijk en Werkendam) en Woudrichem), en de provincie Zeeland, alsmede wat betreft de provincie Gelderland de gemeenten Arnhem, Beuningen, Doesburg, Druten, Duiven, Groesbeek, Heumen, Neder-Betuwe (voor zover het betreft de voormalige gemeente Dodewaard), Lingewaard, Maasdriel, Millingen aan de Rijn, Montferland (voor zover het betreft de voormalige gemeente Didam), Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Rijnwaarden, Ubbergen, Westervoort, West Maas en Waal, Wijchen, Zaltbommel en Zevenaar.

Artikel 4. Samenvoeging gemeenten

Bij samenvoeging van gemeenten na publicatie van deze regeling behoort de nieuw te vormen gemeente tot dezelfde regio als die waartoe de samengevoegde gemeenten behoorden. Als de samen te voegen gemeenten tot verschillende regio’s behoorden, beslist de minister tot welke regio de nieuwe gemeente gaat behoren. Voordat de minister definitief beslist, wordt het college van burgemeester en wethouders van de nieuwe gemeente gehoord.

Artikel 5. De kerst- en meivakanties 2016 tot en met 2019

De perioden voor de kerst- en meivakanties worden voor de jaren 2016 tot en met 2019 voor alle scholen, bedoeld in artikel 1, en voor alle regio’s, bedoeld in artikel 3, als volgt centraal vastgesteld:

Schooljaar 2016–2017

Vakantie

Data

Kerst

24 december 2016 tot en met 8 januari 2017

Mei

22 april tot en met 30 april 2017

Schooljaar 2017–2018

Vakantie

Data

Kerst

23 december 2017 tot en met 7 januari 2018

Mei

28 april tot en met 6 mei 2018

Schooljaar 2018–2019

Vakantie

Data

Kerst

22 december 2018 tot en met 6 januari 2019

Mei

27 april tot en met 5 mei 2019

Artikel 6. Zomervakanties 2017, 2018 en 2019

De perioden voor de zomervakanties worden voor de jaren 2017, 2018 en 2019 voor alle scholen, bedoeld in artikel 1, als volgt centraal vastgesteld:

Schooljaar 2016–2017

Regio Noord

22 juli tot en met 3 september 2017

Regio Midden

8 juli tot en met 20 augustus 2017

Regio Zuid

15 juli tot en met 27 augustus 2017

Schooljaar 2017–2018

Regio Noord

21 juli tot en met 2 september 2018

Regio Midden

14 juli tot en met 26 augustus 2018

Regio Zuid

7 juli tot en met 19 augustus 2018

Schooljaar 2018–2019

Regio Noord

13 juli tot en met 25 augustus 2019

Regio Midden

20 juli tot en met 1 september 2019

Regio Zuid

6 juli tot en met 18 augustus 2019

Artikel 7. Mogelijkheden om af te wijken van regio’s en zomervakantieperioden

  • 1. Het bevoegd gezag van een school voor primair onderwijs kan de periode, vastgesteld in artikel 6, verlengen met ten hoogste twee dagen voorafgaand aan die periode en met ten hoogste twee dagen na die periode.

  • 2. In afwijking van artikel 2 kan het bevoegd gezag van een school, indien meer dan de helft van de leerlingen van de school in een andere regio woont dan de regio waar de school gevestigd is, die andere regio aanwijzen om de zomervakantie vast te stellen op grond van artikel 6. Voor de vaststelling van het aantal leerlingen, bedoeld in de vorige volzin, wordt uitgegaan van het aantal leerlingen dat in het voorafgaande schooljaar op 1 oktober bij de school stond ingeschreven.

  • 3. In afwijking van artikel 2 kan het bevoegd gezag van een school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs, een school voor voortgezet speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, indien gedurende drie achtereenvolgende schooljaren telkens meer dan zeventig procent van de leerlingen is doorgestroomd naar scholen voor voortgezet onderwijs in een andere regio dan die van de school, met ingang van het daaropvolgend schooljaar die andere regio aanwijzen om de zomervakantie vast te stellen op grond van artikel 6.

  • 4. In afwijking van artikel 2 kan het bevoegd gezag van een school voor voortgezet onderwijs met een tijdelijke nevenvestiging of nevenvestiging in een andere regio dan die van de hoofdvestiging, voor deze school de periode, bedoeld in artikel 6, zodanig vaststellen dat die periode niet eerder begint dan de vroegste periode en niet later eindigt dan de laatste periode van een van de vestigingen.

  • 5. Het bevoegd gezag van een school voor cluster 3 en 4 onderwijs, als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, kan de perioden, vastgesteld in artikel 6 bekorten.

  • 6. In afwijking van artikel 6 hebben in de gemeenten Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog de zomervakanties in het primair en voortgezet onderwijs een duur van vijf weken. In afwijking van artikel 6, beginnen de zomervakanties in deze gemeenten steeds tegelijk met die regio die het eerst vakantie heeft.

  • 7. De Inspectie van het Onderwijs toetst of de afwijkingen, bedoeld in het tweede tot en met vijfde lid, voldoen aan de in deze leden genoemde voorschriften.

Artikel 8. Afwijkingen op verzoek

Het bevoegd gezag van een school kan in geval van bijzondere omstandigheden, bij de minister een verzoek indienen om te mogen afwijken van de perioden bedoeld in artikel 5 en artikel 6.

Artikel 9. Voor vakantie te bestemmen examendagen voortgezet onderwijs

Het bevoegd gezag van een school voor voortgezet onderwijs kan in bijzondere gevallen en onder voorwaarde dat de centrale examens in het voortgezet onderwijs doorgang vinden op de daarvoor voorgeschreven tijdstippen, dagen die door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of de Staatssecretaris van Economische Zaken als examendag zijn aangewezen, voor vakantie bestemmen.

Artikel 10. Caribisch Nederland

Voor de scholen in de openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba wordt alleen de grote vakantie vastgesteld. De grote vakantie begint en eindigt op hetzelfde tijdstip als in de regio in Europees Nederland waar de zomervakantie op grond van artikel 6 het eerst begint en eindigt.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2016 en vervalt met ingang van 1 oktober 2019.

Artikel 12. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling schoolvakanties 2016–2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

TOELICHTING

Deze toelichting wordt mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken gegeven.

De momenteel geldende regeling over de vakantiespreiding, de Regeling vaststelling schoolvakanties 2013–2016 (Stcrt. 2012, nr. 10979), heeft betrekking op de schoolvakanties tot en met het schooljaar 2015–2016.

Voor de schoolvakanties van 2017, 2018 en 2019 is het daarom nodig dat er een nieuwe regeling wordt vastgesteld en gepubliceerd. Het is belangrijk voor scholen, ouders en leerlingen dat deze vakantiedata tijdig bekend zijn.

Deze vakantiedata (zowel de centraal vastgestelde data als de adviesdata) zijn tot stand gekomen in overleg met onder andere betrokkenen in het onderwijs, vertegenwoordigd in de PO-Raad en de VO-raad, Ouders & Onderwijs, de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Economische Zaken, de ANWB en brancheorganisaties voor toerisme.

Sinds de zomer van 2014 duurt de centraal vastgestelde zomervakantie zowel in het primair onderwijs als in het voortgezet onderwijs zes aaneengesloten weken. Omdat de onderwijstijd in het primair onderwijs over acht schooljaren wordt berekend, kunnen scholen voor primair onderwijs besluiten om een meivakantie van meer dan één week in te roosteren. In het voortgezet onderwijs kunnen naast de centraal vastgestelde zomervakantie (zes weken), kerstvakantie (twee weken) en meivakantie (één week) nog twee vakantieweken (tien vakantiedagen) worden ingepland. Voor de hand liggende periodes daarvoor zijn in de herfst en in het voorjaar. Voor de herfst- en voorjaarsvakantie worden adviesdata gegeven (zie hieronder), maar hier kunnen scholen in overleg met de medezeggenschapsraad van afwijken, bijvoorbeeld in verband met carnaval of om de meivakantie met een week uit te breiden. Besluitvorming over de indeling van de onderwijstijd en de regeling van de vakantie moet voldoen aan hetgeen hierover bepaald is in de Wet medezeggenschap op scholen.

Het aantal dagen waarop geen onderwijs verzorgd behoeft te worden, is in het voortgezet onderwijs aan een maximum gebonden. Voor het voortgezet onderwijs geldt, naast de weekenden, een maximum van 55 vakantiedagen (zes weken zomervakantie, twee weken kerstvakantie, één week meivakantie en tien overige vakantiedagen), twaalf roostervrije dagen en vier feestdagen die buiten de centraal vastgestelde vakanties vallen. Bij deze feestdagen gaat het altijd om tweede paasdag, Hemelvaartsdag en tweede pinksterdag. Afhankelijk van de precieze data van de meivakantie is de vierde feestdag buiten de centraal vastgestelde vakanties Koningsdag dan wel Bevrijdingsdag.

De regio-indeling

De regio-indeling is gewijzigd ten opzichte van de Regeling vaststelling schoolvakanties 2013–2016. Op verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen is de voormalige gemeente Abcoude toegevoegd aan regio Noord, aangezien het merendeel van de leerlingen hier doorstroomt naar het voortgezet onderwijs in plaatsen die zich in Regio Noord bevinden. De voormalige gemeenten Baambrugge, Mijdrecht, Vinkeveen, Wilnis, de Hoef, Waverveen en Amstelhoek van de gemeente De Ronde Venen blijven ingedeeld in regio Midden.

Caribisch Nederland

Voor Caribisch Nederland dient de grote vakantie te worden vastgesteld. Bij ontbreken van een vaststelling van de grote vakantie zouden de bevoegde gezagsorganen van de scholen in Caribisch Nederland zelf de grote vakantie vast moeten stellen. Dat zou ertoe kunnen leiden dat leerlingen en leraren in Caribisch Nederland vakantie zouden hebben op het moment dat er (eind)toetsen in het primair onderwijs en examens in het voortgezet onderwijs worden afgenomen. Deze moeten in Europees en Caribisch Nederland op dezelfde dagen plaatsvinden. Daarnaast zou het niet centraal vaststellen van de grote vakantie kunnen leiden tot ongewenste verschillen tussen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba ten aanzien van de planning en de duur van de grote vakantie. Waarbij verschillen tussen vooral Sint-Eustatius en Saba niet wenselijk zijn. Tot nu toe gebeurde de vaststelling van de vakanties voor Caribisch Nederland in een aparte regeling voor Caribisch Nederland. Aangezien het enkel de vaststelling van de grote vakantie betreft, waarbij de grote vakantie start en eindigt tegelijk met de zomervakantie van de eerste regio in Europees Nederland, is gekozen om geen aparte regeling voor Caribisch Nederland meer te maken, maar Caribisch Nederland in deze regeling op te nemen. Het betreft hier enkel de vaststelling van de grote vakantie, de overige vakanties zullen door de openbare lichamen in overleg met de schoolbesturen worden vastgesteld. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de wens van Caribisch Nederland om voor de overige vakanties aan te sluiten bij de Caribische regio.

Overige vakanties

Om een volledig overzicht te hebben van alle vakantieperioden in een bepaalde regio worden hieronder ook de adviesdata voor de overige vakanties gepubliceerd.

Regio-indeling en adviesdata voor de herfst- en voorjaarsvakanties 2016–2019

Voor de herfst- en voorjaarsvakantie geeft het ministerie van OCW slechts adviesdata. Scholen mogen hier dus van afwijken. Het ministerie adviseert om bij de school na te gaan op welke dagen deze gesloten is in verband met vakantie.

Schooljaar 2016–2017

Vakantie

Regio

Data

Herfst

Noord/Midden

Zuid

15 oktober tot en met 23 oktober 2016

22 oktober tot en met 30 oktober 2016

Voorjaar

Noord

Midden/Zuid

18 februari tot en met 26 februari 2017

25 februari tot en met 5 maart 2017

Schooljaar 2017–2018

Vakantie

Regio

Data

Herfst

Midden/Zuid

Noord

14 oktober tot en met 22 oktober 2017

21 oktober tot en met 29 oktober 2017

Voorjaar

Zuid

Midden/Noord

17 februari tot en met 25 februari 2018

24 februari tot en met 4 maart 2018

Schooljaar 2018–2019

Vakantie

Regio

Data

Herfst

Midden/Noord

Zuid

20 oktober tot en met 28 oktober 2018

13 oktober tot en met 21 oktober 2018

Voorjaar

Noord

Zuid/Midden

16 februari tot en met 24 februari 2019

23 februari tot en met 3 maart 2019

Administratieve lasten

Deze regeling brengt geen administratieve lasten met zich mee voor het bevoegd gezag van de school.

Inwerkingtreding en publicatie

Deze regeling treedt op 1 augustus 2016 in werking. Deze regeling wordt behalve in de Staatscourant ook bekendgemaakt op de internetsite van de Dienst Uitvoering Onderwijs van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (www.duo.nl) en op de site van de Rijksoverheid (www.rijksoverheid.nl).

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Naar boven