De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming
met de Staatssecretaris van Economische Zaken,
Gelet op artikel 15, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 20,
tweede lid van de Wet primair onderwijs BES, artikel 26, tweede lid, van de Wet op
de expertisecentra, artikel 22, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs
en artikel 45, tweede lid, van de Wet voortgezet onderwijs BES;
BESLUIT:
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a. de minister:
-
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
- b. een school voor basisonderwijs:
-
een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs en artikel
1 van de Wet primair onderwijs BES;
- c. een school voor speciaal onderwijs:
-
een school voor speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;
- d. een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs:
-
een school, dan wel een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs
als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;
- e. een school voor voortgezet speciaal onderwijs:
-
een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet
op de expertisecentra;
- f. een school voor voortgezet onderwijs:
-
een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet
onderwijs en artikel 1 van de Wet voortgezet onderwijs BES, met uitzondering van het
voorbereidend beroepsonderwijs dat deel uitmaakt van een agrarisch opleidingscentrum
als bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs en met uitzondering
van een school voor voortgezet onderwijs die deel uitmaakt van een scholengemeenschap
met een regionaal opleidingencentrum als bedoeld in artikel 1.3.1 van de Wet educatie
en beroepsonderwijs of een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3
van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
- g. een school:
-
een school als bedoeld in b, c, d, e of f.
Artikel 2. Regio's en perioden zomervakantie
Voor de vaststelling van de perioden van de zomervakantie, genoemd in artikel 6 behoort
een school tot één van de regio's, genoemd in artikel 3. De plaats van vestiging is
bepalend voor de regio waartoe een school behoort. Indien een school vestigingen heeft
in meer dan één regio, behoort elke vestiging tot de regio waarin ze is gelegen.
Artikel 3. Regio-indeling
De regio's, bedoeld in artikel 2, zijn:
-
a. regio noord, bestaande uit: de provincie Groningen, de provincie Friesland, de provincie
Drenthe, de provincie Overijssel, de provincie Flevoland (met uitzondering van de
gemeente Zeewolde) en de provincie Noord-Holland, alsmede wat betreft de provincie
Gelderland de gemeente Hattem, en wat betreft de provincie Utrecht de gemeente Eemnes
en de voormalige gemeente Abcoude;
-
b. regio midden, bestaande uit: de provincie Utrecht (met uitzondering van de gemeente
Eemnes en de voormalige gemeente Abcoude), de provincie Zuid-Holland, alsmede wat
betreft de provincie Flevoland de gemeente Zeewolde, wat betreft de provincie Gelderland
de gemeenten Aalten, Apeldoorn, Barneveld, Berkelland, Bronckhorst, Brummen, Buren,
Culemborg, Doetinchem, Ede, Elburg, Epe, Ermelo, Geldermalsen, Harderwijk, Heerde,
Lingewaal, Lochem, Montferland (met uitzondering van de voormalige gemeente Didam),
Neder-Betuwe (met uitzondering van de voormalige gemeente Dodewaard), Neerijnen, Nijkerk,
Nunspeet, Oldebroek, Oost-Gelre, Oude IJsselstreek, Putten, Scherpenzeel, Tiel, Voorst,
Wageningen, Winterswijk en Zutphen, en wat betreft de provincie Noord-Brabant de gemeenten
Werkendam (met uitzondering van de kernen Hank en Dussen) en Woudrichem;
-
c. regio zuid, bestaande uit: de provincie Limburg, de provincie Noord-Brabant (met uitzondering
van de gemeenten Werkendam (voor zover het betreft de kernen Sleeuwijk, Nieuwendijk
en Werkendam) en Woudrichem), en de provincie Zeeland, alsmede wat betreft de provincie
Gelderland de gemeenten Arnhem, Beuningen, Doesburg, Druten, Duiven, Groesbeek, Heumen,
Neder-Betuwe (voor zover het betreft de voormalige gemeente Dodewaard), Lingewaard,
Maasdriel, Millingen aan de Rijn, Montferland (voor zover het betreft de voormalige
gemeente Didam), Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Rijnwaarden, Ubbergen,
Westervoort, West Maas en Waal, Wijchen, Zaltbommel en Zevenaar.
Artikel 4. Samenvoeging gemeenten
Bij samenvoeging van gemeenten na publicatie van deze regeling behoort de nieuw te
vormen gemeente tot dezelfde regio als die waartoe de samengevoegde gemeenten behoorden.
Als de samen te voegen gemeenten tot verschillende regio’s behoorden, beslist de minister
tot welke regio de nieuwe gemeente gaat behoren. Voordat de minister definitief beslist,
wordt het college van burgemeester en wethouders van de nieuwe gemeente gehoord.
Artikel 5. De kerst- en meivakanties 2016 tot en met 2019
De perioden voor de kerst- en meivakanties worden voor de jaren 2016 tot en met 2019
voor alle scholen, bedoeld in artikel 1, en voor alle regio’s, bedoeld in artikel
3, als volgt centraal vastgesteld:
Schooljaar 2016–2017
Vakantie
|
Data
|
Kerst
|
24 december 2016 tot en met 8 januari 2017
|
Mei
|
22 april tot en met 30 april 2017
|
Schooljaar 2017–2018
Vakantie
|
Data
|
Kerst
|
23 december 2017 tot en met 7 januari 2018
|
Mei
|
28 april tot en met 6 mei 2018
|
Schooljaar 2018–2019
Vakantie
|
Data
|
Kerst
|
22 december 2018 tot en met 6 januari 2019
|
Mei
|
27 april tot en met 5 mei 2019
|
Artikel 6. Zomervakanties 2017, 2018 en 2019
De perioden voor de zomervakanties worden voor de jaren 2017, 2018 en 2019 voor alle
scholen, bedoeld in artikel 1, als volgt centraal vastgesteld:
Schooljaar 2016–2017
Regio Noord
|
22 juli tot en met 3 september 2017
|
Regio Midden
|
8 juli tot en met 20 augustus 2017
|
Regio Zuid
|
15 juli tot en met 27 augustus 2017
|
Schooljaar 2017–2018
Regio Noord
|
21 juli tot en met 2 september 2018
|
Regio Midden
|
14 juli tot en met 26 augustus 2018
|
Regio Zuid
|
7 juli tot en met 19 augustus 2018
|
Schooljaar 2018–2019
Regio Noord
|
13 juli tot en met 25 augustus 2019
|
Regio Midden
|
20 juli tot en met 1 september 2019
|
Regio Zuid
|
6 juli tot en met 18 augustus 2019
|
Artikel 7. Mogelijkheden om af te wijken van regio’s en zomervakantieperioden
-
1. Het bevoegd gezag van een school voor primair onderwijs kan de periode, vastgesteld
in artikel 6, verlengen met ten hoogste twee dagen voorafgaand aan die periode en
met ten hoogste twee dagen na die periode.
-
2. In afwijking van artikel 2 kan het bevoegd gezag van een school, indien meer dan
de helft van de leerlingen van de school in een andere regio woont dan de regio waar
de school gevestigd is, die andere regio aanwijzen om de zomervakantie vast te stellen
op grond van artikel 6. Voor de vaststelling van het aantal leerlingen, bedoeld in
de vorige volzin, wordt uitgegaan van het aantal leerlingen dat in het voorafgaande
schooljaar op 1 oktober bij de school stond ingeschreven.
-
3. In afwijking van artikel 2 kan het bevoegd gezag van een school voor basisonderwijs,
een school voor speciaal onderwijs, een school voor voortgezet speciaal onderwijs
of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, indien gedurende drie
achtereenvolgende schooljaren telkens meer dan zeventig procent van de leerlingen
is doorgestroomd naar scholen voor voortgezet onderwijs in een andere regio dan die
van de school, met ingang van het daaropvolgend schooljaar die andere regio aanwijzen
om de zomervakantie vast te stellen op grond van artikel 6.
-
4. In afwijking van artikel 2 kan het bevoegd gezag van een school voor voortgezet onderwijs
met een tijdelijke nevenvestiging of nevenvestiging in een andere regio dan die van
de hoofdvestiging, voor deze school de periode, bedoeld in artikel 6, zodanig vaststellen
dat die periode niet eerder begint dan de vroegste periode en niet later eindigt dan
de laatste periode van een van de vestigingen.
-
5. Het bevoegd gezag van een school voor cluster 3 en 4 onderwijs, als bedoeld in artikel
1 van de Wet op de expertisecentra, kan de perioden, vastgesteld in artikel 6 bekorten.
-
6. In afwijking van artikel 6 hebben in de gemeenten Vlieland, Terschelling, Ameland
en Schiermonnikoog de zomervakanties in het primair en voortgezet onderwijs een duur
van vijf weken. In afwijking van artikel 6, beginnen de zomervakanties in deze gemeenten
steeds tegelijk met die regio die het eerst vakantie heeft.
-
7. De Inspectie van het Onderwijs toetst of de afwijkingen, bedoeld in het tweede tot
en met vijfde lid, voldoen aan de in deze leden genoemde voorschriften.
Artikel 8. Afwijkingen op verzoek
Het bevoegd gezag van een school kan in geval van bijzondere omstandigheden, bij de
minister een verzoek indienen om te mogen afwijken van de perioden bedoeld in artikel
5 en artikel 6.
Artikel 9. Voor vakantie te bestemmen examendagen voortgezet onderwijs
Het bevoegd gezag van een school voor voortgezet onderwijs kan in bijzondere gevallen
en onder voorwaarde dat de centrale examens in het voortgezet onderwijs doorgang vinden
op de daarvoor voorgeschreven tijdstippen, dagen die door de Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap of de Staatssecretaris van Economische Zaken als examendag zijn
aangewezen, voor vakantie bestemmen.
Artikel 10. Caribisch Nederland
Voor de scholen in de openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba wordt alleen
de grote vakantie vastgesteld. De grote vakantie begint en eindigt op hetzelfde tijdstip
als in de regio in Europees Nederland waar de zomervakantie op grond van artikel 6
het eerst begint en eindigt.
Artikel 11. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2016 en vervalt met ingang
van 1 oktober 2019.
Artikel 12. Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling schoolvakanties 2016–2019.
TOELICHTING
Deze toelichting wordt mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken gegeven.
De momenteel geldende regeling over de vakantiespreiding, de Regeling vaststelling schoolvakanties 2013–2016 (Stcrt. 2012, nr. 10979), heeft betrekking op de schoolvakanties tot en met het schooljaar 2015–2016.
Voor de schoolvakanties van 2017, 2018 en 2019 is het daarom nodig dat er een nieuwe
regeling wordt vastgesteld en gepubliceerd. Het is belangrijk voor scholen, ouders
en leerlingen dat deze vakantiedata tijdig bekend zijn.
Deze vakantiedata (zowel de centraal vastgestelde data als de adviesdata) zijn tot
stand gekomen in overleg met onder andere betrokkenen in het onderwijs, vertegenwoordigd
in de PO-Raad en de VO-raad, Ouders & Onderwijs, de ministeries van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties en Economische Zaken, de ANWB en brancheorganisaties voor toerisme.
Sinds de zomer van 2014 duurt de centraal vastgestelde zomervakantie zowel in het
primair onderwijs als in het voortgezet onderwijs zes aaneengesloten weken. Omdat
de onderwijstijd in het primair onderwijs over acht schooljaren wordt berekend, kunnen
scholen voor primair onderwijs besluiten om een meivakantie van meer dan één week
in te roosteren. In het voortgezet onderwijs kunnen naast de centraal vastgestelde
zomervakantie (zes weken), kerstvakantie (twee weken) en meivakantie (één week) nog
twee vakantieweken (tien vakantiedagen) worden ingepland. Voor de hand liggende periodes
daarvoor zijn in de herfst en in het voorjaar. Voor de herfst- en voorjaarsvakantie
worden adviesdata gegeven (zie hieronder), maar hier kunnen scholen in overleg met
de medezeggenschapsraad van afwijken, bijvoorbeeld in verband met carnaval of om de
meivakantie met een week uit te breiden. Besluitvorming over de indeling van de onderwijstijd
en de regeling van de vakantie moet voldoen aan hetgeen hierover bepaald is in de
Wet medezeggenschap op scholen.
Het aantal dagen waarop geen onderwijs verzorgd behoeft te worden, is in het voortgezet
onderwijs aan een maximum gebonden. Voor het voortgezet onderwijs geldt, naast de
weekenden, een maximum van 55 vakantiedagen (zes weken zomervakantie, twee weken kerstvakantie,
één week meivakantie en tien overige vakantiedagen), twaalf roostervrije dagen en
vier feestdagen die buiten de centraal vastgestelde vakanties vallen. Bij deze feestdagen
gaat het altijd om tweede paasdag, Hemelvaartsdag en tweede pinksterdag. Afhankelijk
van de precieze data van de meivakantie is de vierde feestdag buiten de centraal vastgestelde
vakanties Koningsdag dan wel Bevrijdingsdag.
De regio-indeling
De regio-indeling is gewijzigd ten opzichte van de Regeling vaststelling schoolvakanties
2013–2016. Op verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
De Ronde Venen is de voormalige gemeente Abcoude toegevoegd aan regio Noord, aangezien
het merendeel van de leerlingen hier doorstroomt naar het voortgezet onderwijs in
plaatsen die zich in Regio Noord bevinden. De voormalige gemeenten Baambrugge, Mijdrecht,
Vinkeveen, Wilnis, de Hoef, Waverveen en Amstelhoek van de gemeente De Ronde Venen
blijven ingedeeld in regio Midden.
Caribisch Nederland
Voor Caribisch Nederland dient de grote vakantie te worden vastgesteld. Bij ontbreken
van een vaststelling van de grote vakantie zouden de bevoegde gezagsorganen van de
scholen in Caribisch Nederland zelf de grote vakantie vast moeten stellen. Dat zou
ertoe kunnen leiden dat leerlingen en leraren in Caribisch Nederland vakantie zouden
hebben op het moment dat er (eind)toetsen in het primair onderwijs en examens in het
voortgezet onderwijs worden afgenomen. Deze moeten in Europees en Caribisch Nederland
op dezelfde dagen plaatsvinden. Daarnaast zou het niet centraal vaststellen van de
grote vakantie kunnen leiden tot ongewenste verschillen tussen Bonaire, Sint-Eustatius
en Saba ten aanzien van de planning en de duur van de grote vakantie. Waarbij verschillen
tussen vooral Sint-Eustatius en Saba niet wenselijk zijn. Tot nu toe gebeurde de vaststelling
van de vakanties voor Caribisch Nederland in een aparte regeling voor Caribisch Nederland.
Aangezien het enkel de vaststelling van de grote vakantie betreft, waarbij de grote
vakantie start en eindigt tegelijk met de zomervakantie van de eerste regio in Europees
Nederland, is gekozen om geen aparte regeling voor Caribisch Nederland meer te maken,
maar Caribisch Nederland in deze regeling op te nemen. Het betreft hier enkel de vaststelling
van de grote vakantie, de overige vakanties zullen door de openbare lichamen in overleg
met de schoolbesturen worden vastgesteld. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de wens
van Caribisch Nederland om voor de overige vakanties aan te sluiten bij de Caribische
regio.
Overige vakanties
Om een volledig overzicht te hebben van alle vakantieperioden in een bepaalde regio
worden hieronder ook de adviesdata voor de overige vakanties gepubliceerd.
Regio-indeling en adviesdata voor de herfst- en voorjaarsvakanties 2016–2019
Voor de herfst- en voorjaarsvakantie geeft het ministerie van OCW slechts adviesdata.
Scholen mogen hier dus van afwijken. Het ministerie adviseert om bij de school na
te gaan op welke dagen deze gesloten is in verband met vakantie.
Schooljaar 2016–2017
Vakantie
|
Regio
|
Data
|
Herfst
|
Noord/Midden
Zuid
|
15 oktober tot en met 23 oktober 2016
22 oktober tot en met 30 oktober 2016
|
Voorjaar
|
Noord
Midden/Zuid
|
18 februari tot en met 26 februari 2017
25 februari tot en met 5 maart 2017
|
Schooljaar 2017–2018
Vakantie
|
Regio
|
Data
|
Herfst
|
Midden/Zuid
Noord
|
14 oktober tot en met 22 oktober 2017
21 oktober tot en met 29 oktober 2017
|
Voorjaar
|
Zuid
Midden/Noord
|
17 februari tot en met 25 februari 2018
24 februari tot en met 4 maart 2018
|
Schooljaar 2018–2019
Vakantie
|
Regio
|
Data
|
Herfst
|
Midden/Noord
Zuid
|
20 oktober tot en met 28 oktober 2018
13 oktober tot en met 21 oktober 2018
|
Voorjaar
|
Noord
Zuid/Midden
|
16 februari tot en met 24 februari 2019
23 februari tot en met 3 maart 2019
|
Administratieve lasten
Deze regeling brengt geen administratieve lasten met zich mee voor het bevoegd gezag
van de school.
Inwerkingtreding en publicatie
Deze regeling treedt op 1 augustus 2016 in werking. Deze regeling wordt behalve in
de Staatscourant ook bekendgemaakt op de internetsite van de Dienst Uitvoering Onderwijs
van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (www.duo.nl) en op de site van de Rijksoverheid (www.rijksoverheid.nl).
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker