Besluit overdracht samenvoeging en splitsing opsporingsvergunningen aardwarmte Californië I en 2, Ministerie van Economische Zaken

DGETM/EO/15116094

30 september 2015

Procesverloop:

  • Tuinbedrijf Wijnen B.V. (hierna: Wijnen) is houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken (hierna: EZ) van 12 oktober 2009 verleende opsporingsvergunning voor aardwarmte Californië I, met kenmerk ET/EM/9140539 (Staatscourant 2009, nr. 15966), laatstelijk gewijzigd bij beschikking van de Minister van EZ van 22 november 2013 met kenmerk DGETM-EM/13198086 (Staatscourant 2013, nr. 34030);

  • bij brief van 4 juni 2015, ontvangen op 9 juni 2015 heeft Wijnen verzocht om toestemming tot overdracht op grond van artikel 20 van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw) van de opsporingsvergunning aardwarmte Californië I aan Grondexploitatiemaatschappij Californië B.V.;

  • Grondexploitatiemaatschappij Californië B.V. vraagt bij brief van 4 juni 2015, ontvangen op 9 juni 2015, om in geval van honorering van de overdracht van de opsporingsvergunning aardwarmte Californië I, conform artikel 19, aanhef en onder b, van de Mbw en artikel 137, eerste lid van het Mijnbouwbesluit deze samen te voegen met de door de Minister van EZ verleende opsporingsvergunning aardwarmte voor het gebied genaamd Californië 2, met kenmerk ET/EM/10028732 (Staatscourant 2010, nr. 43132), laatstelijk gewijzigd bij beschikking van de Minister van EZ van 5 juni 2014 met kenmerk DGETM-EM/14087778 (Staatscourant 2014, nr. 16729);

  • vervolgens vraagt Grondexploitatiemaatschappij Californië B.V om, in geval van honorering van de samenvoeging van de opsporingsvergunningen aardwarmte Californië I en Californië 2, toestemming op grond van artikel 20, tweede lid in samenhang met artikel 19, aanhef en onder a, van de Mbw om splitsing van de vergunning en aansluitend om toestemming op grond van artikel 20, eerste lid Mbw tot overdracht van twee van de drie ontstane opsporingsvergunningen voor aardwarmte aan respectievelijk Californië Wijnen Geothermie B.V. en Californië Lipzig Gielen Geothermie B.V.;

  • Staatstoezicht op de mijnen (hierna: Sodm) heeft op verzoek van de Minister van EZ op 16 september 2015 advies uitgebracht (kenmerk: 15122949).

Gelet op:

De artikelen 19, onder a, 20, eerste en tweede lid van de Mijnbouwwet, en de artikelen 135, 136, 137, 138, 140, 141 en 142 van het Mijnbouwbesluit.

Besluit:

I: overdracht, samenvoeging en splitsing opsporingsvergunningen aardwarmte Californië I, Californië 2

artikel 1

Aan de houder van de opsporingsvergunning aardwarmte Californië I wordt toestemming verleend tot overdracht van der vergunning aan Grondexploitatiemaatschappij Californië B.V.

artikel 2

De vergunning dient binnen 1 jaar na bekendmaking van deze beschikking daadwerkelijk te zijn overgedragen.

artikel 3

De vergunninghouder doet van de overdracht onverwijld schriftelijk mededeling aan de Minister van Economische Zaken.

artikel 4

De opsporingsvergunningen aardwarmte Californië I en Californië 2 worden, nadat schriftelijk mededeling is gedaan van de overdracht zoals beschreven in I, artikel 3, samengevoegd zodat een nieuwe opsporingsvergunning aardwarmte ontstaat: Californië III.

artikel 5

De opsporingsvergunning aardwarmte Californië III wordt gesplitst in 3 opsporingsvergunningen voor aardwarmte: Californië IV, Californië V en Californië VI.

artikel 6

Het gebied Californië IV, dat door de in artikel 5 bedoelde splitsing ontstaat, ligt in de gemeenten Horst aan de Maas en Venlo en wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de puntenparen 10-7, 7-6, 6-5, 5-11 en 11-10.

De coördinaten van de vermelde punten zijn:

Punt

X

Y

10

202480,000

380288,000

7

204567,000

383888,000

6

206116,000

381334,000

5

204655,000

378816,000

11

203373,000

378816,000

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 10,21 km2.

De coördinaten zijn vermeld volgens het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting, zoals vermeld in artikel 1.2.2, eerste lid, onder a, van de Mijnbouwregeling.

artikel 7

Het gebied Californië V, dat door de in artikel 5 bedoelde splitsing ontstaat, ligt in de gemeenten Horst aan de Maas en Venlo en wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de puntenparen 9-8, 8-7, 7-10 en 10-9.

De coördinaten van de vermelde punten zijn:

Punt

X

Y

9

201806,000

381399,000

8

203893,000

384999,000

7

204567,000

383888,000

10

202480,000

380288,000

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 4,75 km2.

De coördinaten zijn vermeld volgens het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting, zoals vermeld in artikel 1.2.2, eerste lid, onder a, van de Mijnbouwregeling.

artikel 8

Het gebied Californië VI, dat door de in artikel 5 bedoelde splitsing ontstaat, ligt in de gemeenten Horst aan de Maas en Venlo en wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de puntenparen 1-2, 2-3, 3-4, 4-5, 5-6, 6-7, 7-8, 8-9, 9-10, 10-11 en 1-11.

Voor het gebied dat wordt gegrensd door de rechte lijnen tussen de puntenparen A-B, B-C, C-D, D-E en A-E geldt een dieptebeperking. De vergunning geldt hier alleen voor gesteenten van Carboon en ouder.

De coördinaten van de vermelde punten zijn:

Punt

X

Y

1

197426,000

378816,000

2

197466,000

385721,000

3

208717,000

385721,000

4

208697,000

378816,000

5

204655,000

378816,000

6

206116,000

381334,000

7

204567,000

383888,000

8

203893,000

384999,000

9

201806,000

381399,000

10

202480,000

380288,000

11

203373,000

378816,000

A

197450,645

383070,387

B

199000,000

384000,000

C

200400,000

381700,000

D

198019,346

380271,653

E

197439,360

381122,272

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 62,8 km2.

De coördinaten zijn vermeld volgens het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting, zoals vermeld in artikel 1.2.2, eerste lid, onder a, van de Mijnbouwregeling.

II: opsporingsvergunning aardwarmte Californië IV

artikel 1

Aan Grondexploitatiemaatschappij Californië B.V. wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied Californië IV, als beschreven in I, artikel 6.

artikel 2

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 14 oktober 2008 en 14 november 2008 ontvangen aanvragen.

artikel 3

De vergunninghouder wijst tijdig voor de aanvang van de opsporingsactiviteiten een persoon aan met boortechnische en operationele ervaring, die leiding geeft aan boor- en aanverwante activiteiten en doet hiervan schriftelijk mededeling aan Staatstoezicht op de mijnen. Bovendien moet die persoon de bevoegdheid hebben om uitvoering te geven aan instructies van inspecteurs van Staatstoezicht op de mijnen. De vergunninghouder houdt Staatstoezicht op de mijnen van eventuele wijzigingen schriftelijk vooraf tijdig op de hoogte.

artikel 4

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarden in acht:

  • binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning deelt de vergunninghouder schriftelijk mee aan de Minister van Economische Zaken, onder vermelding van tijdstip, geologische structuur en diepte, de plaats waar de boringen zullen worden verricht;

  • Uiterlijk in het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning worden twee boringen (1 doublet) geplaatst.

artikel 5

De vergunning geldt tot 24 november 2015.

III: opsporingsvergunning aardwarmte Californië V

artikel 1

Aan Grondexploitatiemaatschappij Californië B.V. wordt een opsporingsvergunning verleend voor het gebied Californië V, als beschreven in I, artikel 7.

artikel 2

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 14 oktober 2008 en 14 november 2008 ontvangen aanvragen.

artikel 3

De vergunninghouder wijst tijdig voor de aanvang van de opsporingsactiviteiten een persoon aan met boortechnische en operationele ervaring, die leiding geeft aan boor- en aanverwante activiteiten en doet hiervan schriftelijk mededeling aan Staatstoezicht op de mijnen. Bovendien moet die persoon de bevoegdheid hebben om uitvoering te geven aan instructies van inspecteurs van Staatstoezicht op de mijnen. De vergunninghouder houdt Staatstoezicht op de mijnen van eventuele wijzigingen schriftelijk vooraf tijdig op de hoogte.

artikel 4

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarden in acht:

  • binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning deelt de vergunninghouder schriftelijk mee aan de Minister van Economische Zaken, onder vermelding van tijdstip, geologische structuur en diepte, de plaats waar de boringen zullen worden verricht;

  • Uiterlijk in het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning worden twee boringen (1 doublet) geplaatst.

artikel 5

De vergunning geldt tot 24 november 2015.

IV: opsporingsvergunning aardwarmte Californië VI

artikel 1

Aan Grondexploitatiemaatschappij Californië B.V. wordt een opsporingsvergunning verleend voor het gebied Californië VI, als beschreven in I, artikel 8.

artikel 2

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 14 oktober 2008 en 14 november 2008 ontvangen aanvragen.

artikel 3

De vergunninghouder wijst tijdig voor de aanvang van de opsporingsactiviteiten een persoon aan met boortechnische en operationele ervaring, die leiding geeft aan boor- en aanverwante activiteiten en doet hiervan schriftelijk mededeling aan Staatstoezicht op de mijnen. Bovendien moet die persoon de bevoegdheid hebben om uitvoering te geven aan instructies van inspecteurs van Staatstoezicht op de mijnen. De vergunninghouder houdt Staatstoezicht op de mijnen van eventuele wijzigingen schriftelijk vooraf tijdig op de hoogte.

artikel 4

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarden in acht:

  • binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning deelt de vergunninghouder schriftelijk mee aan de Minister van Economische Zaken, onder vermelding van tijdstip, geologische structuur en diepte, de plaats waar de boringen zullen worden verricht;

  • Uiterlijk in het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning worden twee boringen (1 doublet) geplaatst.

artikel 5

De vergunning geldt tot 24 november 2015.

V: overdracht opsporingsvergunning aardwarmte Californië IV

artikel 1

Aan Grondexploitatiemaatschappij Californië B.V. wordt toestemming verleend tot overdracht van de opsporingsvergunning aardwarmte Californië IV, zodat Californië Wijnen Geothermie B.V. houder wordt van de opsporingsvergunning aardwarmte Californië IV.

artikel 2

De vergunning dient binnen 1 jaar na bekendmaking van deze beschikking daadwerkelijk te zijn overgedragen.

artikel 3

De vergunninghouder doet van de overdracht onverwijld schriftelijk mededeling aan de Minister van Economische Zaken.

VI: overdracht opsporingsvergunning aardwarmte Californië V

artikel 1

Aan Grondexploitatiemaatschappij Californië B.V. wordt toestemming verleend tot het doen overgaan van de opsporingsvergunning aardwarmte Californië V, zodat Californië Lipzig Gielen Geothermie B.V. houder wordt van de opsporingsvergunning aardwarmte Californië V.

artikel 2

De vergunning dient binnen 1 jaar na bekendmaking van deze beschikking daadwerkelijk te zijn overgedragen.

artikel 3

De vergunninghouder doet van de overdracht onverwijld schriftelijk mededeling aan de Minister van Economische Zaken.

VII

artikel 1

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken, namens deze: J.H. Brouwer MT-lid directie Energie en Omgeving

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken, na de dag waar op dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK 's-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven