De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 3.10 en 4.2, derde lid, van het Besluit inburgering, 3.98a,
derde en zesde lid, en 3.98b, vierde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 en 15b
van de Auteurswet;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling inburgering wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4.2, vierde lid, vervalt, onder vernummering van het vijfde lid tot vierde
lid.
B
In artikel 4.3 wordt ‘2013’ vervangen door ‘2014’ en wordt ‘0,60’ vervangen door ‘0,81’.
C
In artikel 4.3 wordt ‘2014’ vervangen door ‘2015’ en wordt ‘0,81’ vervangen door ‘0,12’.
E
Bijlage 6, behorende bij artikel 3.3, wordt vervangen door de bijlage die bij deze
regeling is gevoegd.
ARTIKEL II
Bijlage 1 en 2 bij het Examenreglement basisexamen inburgering vervallen.
ARTIKEL III
In het Examenprogramma basisexamen inburgering wordt na artikel 1 een artikel ingevoegd,
luidende:
Artikel 1a
De Staat der Nederlanden (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) maakt een
voorbehoud als bedoeld in artikel 15b van de Auteurswet met betrekking tot de inhoud
van het basisexamen inburgering.
ARTIKEL IV
-
1. Deze regeling, met uitzondering van de artikelen I, onderdelen B en C, en II, treedt
in werking met ingang van 1 januari 2016.
-
2. Artikel I, onderdeel B, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met
1 januari 2014.
-
3. Artikel I, onderdeel C, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met
1 januari 2015.
-
4. Artikel II treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de
Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 november
2014.
BIJLAGE BEHORENDE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL C
Bijlage 6, behorende bij artikel 3.3 van de Regeling inburgering
Inburgeringsdiploma
(voor- en achternaam)
geboren (geboortedatum) te (geboorteplaats, geboorteland),
heeft met goed gevolg het inburgeringsexamen afgelegd.
Het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 7, tweede lid, aanhef en onderdeel a, van
de Wet inburgering of artikel 13, eerste lid, van de Wet inburgering zoals die luidde
op 31 december 2012, is behaald op het vereiste niveau van het Gemeenschappelijk Europees
Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen.
Het inburgeringsexamen omvat de volgende examenonderdelen:
Elektronisch Praktijkexamen (profiel/niveau*)
Praktijkexamen (profiel/niveau*)
Toets Gesproken Nederlands
Kennis van de Nederlandse Samenleving
Leesvaardigheid
Luistervaardigheid
Schrijfvaardigheid
Spreekvaardigheid
Kennis van de Nederlandse Maatschappij
Oriëntatie op de Nederlandse Arbeidsmarkt
*Het behaalde profiel en niveau (A1/A2) wordt getoond
Plaats
|
Datum
|
|
|
Groningen
|
(datum diplomagerechtigd)
|
|
|
Namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
|
Handtekening van de kandidaat
|
voor deze
|
|
......
|
......
|
|
|
(naam van de ondertekenaar)
|
|
|
|
(functie van de ondertekenaar)
|
|
|
|
|
Diplomanummer: (unieke klantsleutel alleen bekend in ISI)
|
Doorhalingen en/of wijzigingen maken dit diploma ongeldig.
|
TOELICHTING
De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling inburgering, het Examenreglement
basisexamen inburgering en het Examenprogramma basisexamen inburgering. De wijzigingen
zijn voornamelijk van wetstechnische aard.
De bepaling in de Regeling inburgering dat een toegekende lening vervalt als daarvan
geen gebruik is gemaakt gedurende één jaar na toekenning is geschrapt. Deze bepaling
heeft betrekking op de leenfaciliteit, zoals geregeld in de Wet Inburgering 2007,
waarbij de inburgeringstermijn en de leenperiode niet synchroon liepen. In de huidige
situatie is de leentermijn gelijkgesteld aan de (verlengde) inburgeringstermijn en
is deze bepaling overbodig. Door het schrappen van deze bepaling wordt de lening niet
meer beëindigd als hier langer dan één jaar geen gebruik van is gemaakt.
Ook is de bepaling geschrapt, waarin door de minister op grond van de hem in artikel
4.5, eerste lid, van het Besluit inburgering gegeven bevoegdheid het jaarlijkse rentepercentage
wordt vastgesteld voor de sociale lening die ten behoeve van het inburgeringsexamen
kan worden afgesloten. Voor de jaren 2014 en 2015 is het rentepercentage weliswaar
vastgesteld volgens de in het hiervoor genoemde artikel 4.5 van het Besluit inburgering
voorgeschreven manier, maar is het rentepercentage per abuis niet jaarlijks in de
regeling opgenomen. In onderhavige regeling wordt dit gecorrigeerd, door de rentepercentages
voor de jaren 2014 en 2015 alsnog met terugwerkende kracht vast te stellen.
De vaststelling van het rentepercentage zal met ingang van 1 januari 2016 door de
minister gemandateerd worden aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (hierna: DUO).1 DUO publiceert het geldende rentepercentage op zijn website. Hierdoor hoeft de regeling
niet meer jaarlijks te worden aangepast en kan artikel 4.3 dus vervallen.
Het komt voor dat aan inburgeraars die het inburgeringsexamen op A1 niveau hebben
afgelegd het inburgeringsdiploma wordt uitgereikt. Daarom wordt in bijlage 6 van de
Regeling inburgering in het model inburgeringsdiploma ‘niveau A2’ vervangen door ‘het
vereiste niveau’.
In het Examenreglement basisexamen inburgering buitenland kunnen de bijlagen vervallen.
Bijlage 1 bevat een aanmeldingsformulier van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Aangezien aanmelding sinds 1 november 2014 bij DUO moet geschieden,2 vervalt dit formulier met terugwerkende kracht per gelijke datum. Bijlage 2 bevat
een lijst met ambassades en consulaten-generaal waar het basisexamen inburgering kan
worden afgenomen. Omdat deze lijst niet meer actueel is vervalt deze. Actuele informatie
over beide onderwerpen is te vinden op de websites van DUO en van het Ministerie van
Buitenlandse Zaken.
Tot slot wordt in het Examenprogramma basisexamen inburgering buitenland geregeld
dat het auteursrecht op het basisexamen berust bij de Staat der Nederlanden. Een dergelijk
voorbehoud is al eerder gemaakt voor het inburgeringsexamen in Nederland maar was
nog niet vastgelegd voor het Examenprogramma basisexamen inburgering in het buitenland.
Gevolgen voor de regeldruk
Er worden geen extra administratieve lasten voorzien als gevolg van de wijzigingen.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A
In artikel 4.2, vierde lid, van de Regeling inburgering is bepaald dat de eerste betaling
van de verstrekte lening binnen één jaar na de verleende beschikking dient plaats
te vinden. In artikel 4.2, vierde lid, tweede volzin, is geregeld dat de toekenning
van de lening vervalt indien binnen de genoemde termijn geen betaling van de lening
plaatsvindt. Dit artikellid is komen te vervallen.
Artikel I, onderdeel B en C
Op grond van artikel 4.5 van het Besluit inburgering dient het rentepercentage dat
gehanteerd wordt voor de terugbetaling van leningen die zijn verstrekt op grond van
artikel 16, eerste lid, van de Wet inburgering voor het volgen van inburgeringscursussen,
jaarlijks door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te worden vastgesteld.
Nu de rentepercentages voor de jaren 2014 en 2015 abusievelijk niet jaarlijks in de
regeling zijn opgenomen, zijn deze rentepercentages in artikel 4.3 alsnog met terugwerkende
kracht voor de jaren 2014 en 2015 vastgesteld.
Doordat het vaststellen van het jaarlijkse rentepercentage van de sociale lening ten
behoeve van het inburgeringsexamen is gemandateerd aan DUO, kan artikel 4.3 van de
Regeling inburgering met ingang van het jaar 2016 komen te vervallen.
Artikel I, onderdeel D
Het model van het inburgeringsdiploma, zoals neergelegd in bijlage 6 behorende bij
artikel 3.3 van de Regeling inburgering, is gewijzigd en zodoende vervangen. Zie voor de exacte
wijziging het algemeen deel van de toelichting bij deze regeling.
Artikel II
De in het Examenprogramma basisexamen inburgering opgenomen twee bijlagen kunnen komen
te vervallen. Nu actuele en relevante informatie te raadplegen is op de websites van
DUO en van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, wordt publicatie van de onderhavige
bijlagen niet meer noodzakelijk geacht.
Artikel III
Om te voorkomen dat de inhoud van het basisexamen inburgering verder wordt verspreid
of openbaar wordt gemaakt, wordt in het Examenprogramma basisexamen inburgering een
nieuwe artikel 1a toegevoegd, waarin met betrekking tot de inhoud van het basisexamen
inburgering een auteursrechtelijk voorbehoud wordt gemaakt als bedoeld in artikel
15b van de Auteurswet.
Artikel IV
De regeling wordt in overeenstemming met de systematiek van de vaste verandermomenten
minimaal twee maanden voor de inwerkingtreding per 1 januari 2016 in de Staatscourant
gepubliceerd.
De bepaling over het schrappen van bijlage 1 en 2 bij het Examenreglement basisexamen
inburgering zal echter op de dag na de dag van publicatie in werking treden en terugwerken
tot en met 1 november 2014. Hiermee wordt afgeweken van de systematiek van de vaste
verandermomenten en van de minimale invoeringstermijn van twee maanden. De voorgestelde
wijziging is een logisch gevolg van het feit dat aanmelding al vanaf 1 november 2014
moet geschieden bij DUO, hetgeen uiteraard al eerder in het Examenreglement verwerkt
had moeten zijn. Er is voor gekozen het overzicht met ambassades en consulaten-generaal
waar het basisexamen kan worden afgelegd, eveneens per diezelfde datum te laten vervallen.
Deze wijziging leidt niet tot ongunstige gevolgen voor de betrokken doelgroep. Met
het oog daarop is ook aan deze wijziging terugwerkende kracht gegeven.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher