Wijziging van het subsidiebeleidskader wonen en werken voor (ex-) gedetineerden 2014, Stcrt. 2014, 18378

I. Aanleiding

Uit een inventarisatie onder gemeenten bleek een wijziging van het subsidiebeleidskader 2014, vooral voor de verantwoording, gewenst. Het subsidiebeleidskader wonen en werken voor ex-gedetineerden 2014 wordt met terugwerkende kracht gewijzigd. De wijziging van het subsidiebeleidskader 2014 wordt uitsluitend ten gunste van de subsidieontvangers gewijzigd. De wijzigingen betreffen verruiming van de doelgroep voor de gesubsidieerde trajecten en verruiming van de indieningtermijn van de verantwoording naar 2016.

Conform het subsidiebeleidskader waren de subsidiegelden uitsluitend bedoeld voor justitiabelen van wie de detentie of de justitiële titel in 2014 is beëindigd en die zich in 2014 na detentie vestigen in een Nederlandse gemeente, behorende tot het Europese grondgebied van het Koninkrijk. Het subsidiebeleidskader 2014 geeft aan dat de trajecten voor deze doelgroep mogen doorlopen tot 1 oktober 2015. Dit laatste heeft uiteindelijk verwarring veroorzaakt bij de aanvragende gemeenten, waardoor de subsidiegelden van 2014 ook besteed zijn aan justitiabelen van wie de detentie of de justitiële titel in 2015 is beëindigd. Gevolg hiervan is dat indien de definitie uit het subsidiebeleidskader strikt gehandhaafd wordt, het aannemelijk is dat een groot deel van de verleende subsidiegelden teruggevorderd moet worden. Dit wordt door gemeenten en door mij onwenselijk geacht.

Gemeenten verwachten daarnaast de indieningstermijn voor de verantwoording van het subsidiebeleidskader 2014 die is gesteld op 1 oktober 2015 niet te halen. Trajecten kunnen namelijk, conform het subsidiebeleidskader 2014, ook tot 1 oktober 2015 doorlopen. Bij de totstandkoming van het subsidiebeleidskader 2014 is hier onvoldoende rekening mee gehouden. Om gemeenten de benodigde ruimte te geven voor de verantwoording is er voor gekozen de verantwoordingstermijn gelijk te stellen aan de termijn van het subsidiebeleidskader 20151. Daarmee kunnen de gemeenten het subsidiejaar 2014 en 2015 gelijktijdig verantwoorden, zijn de administratieve lasten minder en wordende subsidies binnen dezelfde termijn vastgesteld.

II. Wijziging van het subsidiebeleidskader 2014

  • A. Paragraaf 4, doelgroep, van het subsidiebeleidskader 2014 wordt als volgt gewijzigd:

    • 1. Doelgroep

      Ex-gedetineerden worden gedefinieerd als legaal in Nederland verblijvende justitiabelen van wie de detentie of de justitiële titel in 2014 of 2015 is beëindigd en die zich in 2014 of 2015 na detentie vestigen in een Nederlandse gemeente, behorende tot het Europese grondgebied van het Koninkrijk.

    • 2. De voetnoot 4 van het subsidiebeleidskader 2014 komt als volgt te luiden:

      Voor dit beleidskader wordt thans gekozen voor de gedetineerde in de zin van de Penitentiaire beginselenwet. Voor de jaren erna wordt onderzocht of en op welke wijze jeugdigen en TBS-patiënten als doelgroep moeten worden opgenomen. Het gaat om de uitstroom gedetineerden in 2014 en 2015.

      Deze wijziging is niet van toepassing op trajecten van gedetineerden die na 1 januari 2015 zijn uitgestroomd en waarvoor subsidie is verleend op grond van het subsidiebeleidskader 2015.

  • B. Paragraaf 7.1.2. komt als volgt te luiden:

    Voor een gemeente die een subsidie boven de € 25.000,– ontvangt, wordt de subsidie verleend en een voorschot van 90% uitbetaald.

    De aanvrager is verplicht om:

    • onverwijld een schriftelijke melding te doen zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan;

    • een administratie van aan activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten bij te houden;

    • voor 1 augustus 2016 op basis van een verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten aan te tonen dat de activiteiten zijn verricht. In deze verklaring wordt aangegeven:

      • ° dat de trajecten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht, voorzien van een korte toelichting en de namen van de ex- gedetineerde die deelnemen aan de trajecten,

      • ° dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan;

      • ° wat het totale bedrag van de gerealiseerde subsidiabele kosten is uitgesplitst naar kostensoort;

    • mee te werken aan een steekproefsgewijze controle indien daartoe aanleiding voor is.

Definitieve vaststelling van de subsidie vindt uiterlijk plaats op 1 oktober 2016 op basis van de na afloop van het subsidiejaar afgelegde verantwoording over de uitgevoerde activiteiten op grond van artikel 4:46 Awb. De definitieve vaststelling geschiedt overeenkomstig de subsidieverlening. Een eventueel lagere toekenning wordt verrekend met het voorschot, dan wel van de aanvrager teruggevorderd.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Naar boven