Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 28 september 2015, tot wijziging van de regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 juni 2015 tot wijziging van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 (Stcrt. 2015, 17551)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 12, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, 17, derde lid, 18, vierde lid, 29, derde lid, 29a, zesde lid, en 67, negende lid, van de Algemene nabestaandenwet, 2, elfde en twaalfde lid, van de Wet op het kindgebonden budget, en 62, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

Besluit:

ARTIKEL I

De bijlage bij de regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 juni 2015 tot wijziging van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 (Stcrt. 2015, 17551) wordt als volgt gewijzigd:

1. In de voetnoten twee tot en met vijf, zeven, acht en tien wordt na ‘geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag’ ingevoegd: , met uitzondering van de kinderbijslag en het kindgebonden budget,.

2. Onder vernummering van de voetnoten twaalf tot en met veertien tot dertien tot en met vijftien wordt na ‘Servië’ een voetnoot ingevoegd, luidende:

  • 12. Met betrekking tot Servië geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag, met uitzondering van de kinderbijslag en het kindgebonden budget, vooralsnog een woonlandfactor van 100%.

3. Voetnoot 14 (nieuw) komt te luiden:

  • 14. Met betrekking tot Turkije geldt in verband met het Associatieraadsbesluit, met uitzondering van de kinderbijslag en het kindgebonden budget, een woonlandfactor van 100%.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 28 september 2015

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

TOELICHTING

Met deze wijzigingsregeling wordt de bijlage bij de regeling van 22 juni 2015 tot wijziging van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 (Stcrt. 2015, nr. 17551) gewijzigd. Omdat de genoemde regeling van 22 juni 2015 met ingang van 1 januari 2016 in werking zal treden, zal de bijlage zoals gewijzigd door de onderhavige wijzigingsregeling, met ingang van 1 januari 2016 in werking treden.

Voor de inwerkingtreding van de onderhavige wijzigingsregeling stond in de bijlage bij de regeling van 22 juni 2015 in de voetnoten bij een aantal landen dat met betrekking tot diezelfde landen in verband met de geldende bilaterale socialezekerheidsverdragen vooralsnog een woonlandfactor van 100% geldt. Bij een zevental landen (Bosnië en Herzegovina, Canada, Chili, India, Kosovo, Macedonië en Montenegro) was deze voetnoot echter abusievelijk te breed geformuleerd. Voor deze landen verzet het bilaterale verdrag zich tegen de toepassing van een woonlandfactor op de algemene nabestaandenuitkering en de WGA-vervolguitkering, maar kan de woonlandfactor wel op de kinderbijslag en het kindgebonden budget worden toegepast. Ook voor inwerkingtreding van de onderhavige wijzigingsregeling werd de woonlandfactor op de kinderbijslag en het kindgebonden budget toegepast, waardoor er geen sprake is van inkomenseffecten. Voor Servië geldt hetzelfde, maar ontbrak een voetnoot volledig. Met de onderhavige wijzigingsregeling zijn deze zeven voetnoten aangepast en is er een voetnoot met betrekking tot Servië toegevoegd.

Van de gelegenheid is tevens gebruik gemaakt om de voetnoot voor Turkije wetstechnisch aan te passen.

Deze wijzigingsregeling heeft geen gevolgen voor de regeldruk van burgers, bedrijven, overheid en milieu.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven