Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 30 september 2015, nr. IenM/BSK-2015/190814, houdende verlening van vrijstelling van artikel 31 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 voor het op de openbare weg krijgen of geven van rijonderricht in het besturen van een voorrangsvoertuig

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 147, eerste lid, en 150, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

BESLUIT:

ARTIKEL I

In artikel 2, derde lid, van het besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 17 maart 2015, nr. IenM/BSK-2015/51943, houdende verlening van vrijstelling van artikel 31 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 voor het op de openbare weg krijgen of geven van rijonderricht in het besturen van een voorrangsvoertuig (Stcrt. 2015, 7796) wordt ‘1 oktober 2015’ vervangen door: 1 januari 2016.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Milieu, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, afdeling Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20906, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen;

  • e. zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt.

Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift.

TOELICHTING

Artikel 2, tweede lid, van het besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 17 maart 2015, nr. IenM/BSK-2015/51943, houdende verlening van vrijstelling van artikel 31 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 voor het op de openbare weg krijgen of geven van rijonderricht in het besturen van een voorrangsvoertuig (Stcrt. 2015, 7796) (hierna: de vrijstelling) verplicht de politie, brandweer en diensten voor spoedeisende medische hulpverlening een competentieprofiel op te stellen voor de instructeurs die op de openbare weg rijonderricht in het besturen van een voorrangsvoertuig geven.

In artikel 2, derde lid, van de vrijstelling is voorzien in een overgangsbepaling die inhoudt dat tot 1 oktober 2015 de instructeurs die voor 1 april 2015 instructie gaven in het kader van de pilot oefenen op de openbare weg zonder dat ze aan de hand van het competentieprofiel gecertificeerd zijn, het hiervoor bedoelde rijonderricht mogen geven.

Het Instituut voor Fysieke Veiligheid, Brandweer Nederland en Ambulancezorg Nederland hebben laten weten dat het niet doenlijk is gebleken om het competentieprofiel en de daarbij behorende certificering op 1 oktober 2015 gereed te hebben en hebben daarom verzocht om verlenging van de overgangstermijn.

Dit besluit strekt tot verlenging van de overgangstermijn tot 1 januari 2016.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven