ARTIKEL I
De Regeling op afstand bestuurde luchtvaartuigen wordt als volgt gewijzigd:
A
In paragraaf 1 wordt na artikel 1 een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1a
Deze regeling berust mede op artikel 7, eerste lid, van het Besluit vluchtuitvoering.
B
Aan artikel 10 wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
5. Het vierde lid is niet van toepassing op vluchtuitvoering door de brandweer ten behoeve
van de taken, bedoeld in artikel 25, eerste lid, aanhef en onderdelen a tot en met
d, en tweede lid, van de Wet veiligheidsregio’s.
C
Na artikel 16 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 16a. Uitzondering voor vluchten buiten de daglichtperiode
Artikel 2.2. van de Vrijstellingsregeling Besluit luchtverkeer 2014 is van overeenkomstige
toepassing op het uitvoeren van een vlucht door de brandweer buiten de daglichtperiode
ten behoeve van de taken, bedoeld in artikel 25, eerste lid, aanhef en onderdelen
a tot en met d, en tweede lid, van de Wet veiligheidsregio’s, en de opleiding en training
die nodig zijn voor de veilige uitvoering van een dergelijke vlucht, met dien verstande
dat wordt voldaan aan het voorschrift dat voor en tijdens het uitvoeren van de vlucht
contact wordt onderhouden met de gemeenschappelijke meldkamer, bedoeld in artikel
35 van de Wet veiligheidsregio’s in plaats van aan het voorschrift, bedoeld in artikel
2.2, eerste lid, onderdeel b, van de Vrijstellingsregeling Besluit luchtverkeer 2014,
D
Het opschrift van bijlage 5 komt te luiden:
BIJLAGE 5. BEHOREND BIJ ARTIKEL 9.
E
Bijlage 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden:
BIJLAGE 6. BEHOREND BIJ ARTIKEL 10.
2. In de aanhef wordt ‘artikel 10’ vervangen door: artikel 9.
3. In het vierde bolletje, zesde subbolletje, wordt na ‘Regeling burgerluchtvaartinlichtingen’
ingevoegd: , tenzij het de uitvoering van vluchten door de brandweer ten behoeve van
de taken, bedoeld in artikel 25, eerste lid, aanhef en onderdelen a tot en met d,
en tweede lid, van de Wet veiligheidsregio’s betreft;.
4. In het zesde bolletje wordt na ‘inlichtingen)’ingevoegd: , waarbij voor de brandweer
in plaats van NOTAMS in het kader van de taken, bedoeld in artikel 25, eerste lid,
aanhef en onderdelen a tot en met d, en tweede lid, van de Wet veiligheidsregio’s,
een procedure voor contact met de gemeenschappelijke meldkamer, bedoeld in artikel
35, van de Wet veiligheidsregio’s, kan worden gebruikt;.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van de Staatscourant
waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling betreft de uitvoering van vluchten met op afstand bestuurde luchtvaartuigen
door de brandweer ten behoeve van de taken die de brandweer op grond van artikel 25,
aanhef en onderdelen a tot en met d, en tweede lid, van de Wet veiligheidsregio’s
moet uitvoeren. Gezien het grote maatschappelijke belang dat daarmee gediend kan zijn,
wordt met deze regeling de uitvoering van deze vluchten ‘s nachts mogelijk gemaakt.
Bovendien wordt een uitzondering gecreëerd op de geldende verplichtingen ten aanzien
van het voorafgaand melden van deze vluchten. Het voornemen hiertoe is meegedeeld
in de brief aan de Tweede Kamer van 28 augustus 2015 (kamerstukken 2014/15, 30 806, nr. 31)
Inwerkingtreding
Omdat deze regeling uitsluitend gevolgen heeft voor de uitvoering van vluchten met
op afstand bestuurde luchtvaartuigen door brandweer en het met het oog op de uitvoering
van brandweertaken zoals brandbestrijding van belang is dat deze regeling zo spoedig
mogelijk gaat gelden, wordt afgeweken van het systeem van vaste verandermomenten.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel I, onderdeel A
Omdat artikel 7, eerste lid, van het Besluit vluchtuitvoering per abuis niet is genoemd
in de grondslag van de Regeling op afstand bestuurde luchtvaartuigen, wordt met het
nieuwe artikel 1a verduidelijkt dat de Regeling op afstand bestuurde luchtvaartuigen
mede op dit artikel berust.
Artikel I, onderdeel B
Met het oog op de inzet van op afstand bestuurde luchtvaartuigen in geval van calamiteiten,
wordt met dit artikelonderdeel geregeld dat de verplichting om 24 uur voorafgaand
aan de vlucht een melding te doen bij de burgemeester van de betrokken gemeente, niet
geldt voor de uitvoering van vluchten met op afstand bestuurde luchtvaartuigen ten
behoeve van de uitvoering van de in artikel 25, eerste lid, aanhef en onderdelen a
tot en met d, en tweede lid, van de Wet veiligheidsregio’s bedoelde brandweertaken.
Daarbij wordt opgemerkt dat de betrokken burgemeester op grond van artikel 4, eerste
lid, van de Wet veiligheidsregio’s het gezag heeft in geval van brand en bij ongevallen
anders dan brand waar de brandweer bij betrokken is en hij vanuit dien hoofde betrokken
is bij de inzet van een op afstand bestuurde luchtvaartuig ten behoeve van deze brandweertaken.
Een meldplicht die dient om de burgemeester op de hoogte te brengen van de uitvoering
van een vlucht met een op afstand bestuurd luchtvaartuig, is daarom in dit geval niet
nodig.
Artikel I, onderdeel C
Op grond van uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 van de Commissie van 26 september
2012 tot vaststelling van gemeenschappelijke luchtverkeersregels en operationele bepalingen
betreffende luchtvaartnavigatiediensten en -procedures (PbEU 2012, L 281) (de zogenoemde
SERA-verordening) zijn vluchten op basis van visual flight rules (VFR-vluchten) ’s nachts niet toegestaan. Artikel 2.2. van de Vrijstellingsregeling
Besluit luchtverkeer 2014 maakt het mogelijk dat VFR-vluchten, HEMS-vluchten (Helicopter Emergency Medical Services-vluchten), SAR-vluchten (Safe And Rescue-vluchten) en politievluchten, ook buiten de daglichtperiode kunnen worden uitgevoerd. Het artikel
bepaalt verder de voorwaarden waaronder van deze vrijstelling gebruik kan worden gemaakt.
Met artikel 2.2 van de Vrijstellingsregeling besluit luchtverkeer 2014 is gebruik
gemaakt van de mogelijkheid die de verordening biedt om voor activiteiten van openbaar
belang en de opleiding die voor de veilige uitoefening noodzakelijk is, vrijstelling
te verlenen van bepalingen van deze verordening. Artikel 3 van het Besluit luchtverkeer
2014 geeft de grondslag om deze vrijstelling nationaal uit te werken. De taken die
de brandweer op grond van artikel 25 van de Wet op de veiligheidsregio’s moet uitvoeren
betreffen activiteiten van openbaar belang. Met onderhavig artikelonderdeel wordt
artikel 2.2. van de Vrijstellingsregeling Besluit luchtverkeer 2014 van overeenkomstige
toepassing op de uitvoering van vluchten door de brandweer met op afstand bestuurde
luchtvaartuigen ten behoeve van deze taken.
De hiervoor genoemde vrijstelling voor ’s nachts vliegen (een uitzondering op de geldende
luchtverkeersregels), laat onverlet dat de piloot voor de besturing van een op afstand
bestuurd luchtvaartuig ’s nachts en boven bebouwing en mensenmenigten een bewijs van
bevoegdheid nodig heeft, waarop een bevoegdverklaring voor nachtvliegen en een bevoegdverklaring
voor werkzaamheden boven bebouwing en mensenmenigten zijn weergegeven. De eisen die
nodig zijn voor verkrijging van deze bevoegdverklaringen, moeten nog worden ontwikkeld.
Om deze eisen te ontwikkelen en hiermee ervaring op te doen, zijn experimenten in
een veilige omgeving noodzakelijk. Om deze experimenten mogelijk te maken zal, vooruitlopend
op de vaststelling van genoemde eisen, aan de betreffende personen bij de brandweer
op aanvraag ontheffing worden verleend van de verplichting om over een bewijs van
bevoegdheid RPA-L met de betreffende bevoegdverklaringen te beschikken. In het kader
van het beoordelen van de aanvraag van deze ontheffing wordt uiteraard wel getoetst
of er voldoende kennis, bedrevenheid en ervaring bestaat die noodzakelijk is voor
de besturing van een op afstand bestuurd luchtvaartuig onder deze omstandigheden.
Wellicht ten overvloede wordt in dit verband opgemerkt dat de bestaande bepalingen
ten aanzien van de geschiktheid van het toestel, zoals het voeren van de juiste verlichting,
onverkort gelden.
Artikel I, onderdeel E
Op grond van artikel 10, eerste lid, en bijlage 6 van de Regeling op afstand bestuurde
luchtvaartuigen moet de brandweer voor de uitvoering van een vlucht met een op afstand
bestuurd luchtvaartuig over een handboek beschikken, dat onder andere een procedure
bevat ten aanzien van de luchtvoorbereiding en een procedure om uiterlijk twee dagen
voor de vlucht plaatsvindt een NOTAM (Notice to Airmen) te publiceren.
Een dergelijke meldplicht verhindert de inzet door de brandweer van op afstand bestuurde
luchtvaartuigen ten behoeve van de aan de brandweer opgedragen taken. Met betrekking
tot de uitvoering van vluchten ten behoeve van deze taken is om die reden met een
alternatieve wijze van vluchtvoorbereiding gewenst, die het risico voor de bemande
luchtvaart mitigeert. Dit wordt met artikel I, onderdeel E, geregeld.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld