Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 25 september 2015 houdende regels over de taak, de samenstelling en de werkwijze van de adviescommissie individuele trajectafdelingen (Regeling adviescommissie individuele trajectafdelingen)

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 22c, zesde lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. adviescommissie:

een commissie als bedoeld in artikel 22c, vijfde lid, van de wet;

b. individuele trajectafdeling:

een afdeling, aangewezen op grond van artikel 22c, eerste lid, van de wet;

c. de wet:

de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen.

Artikel 2

De adviescommissie heeft tot taak:

  • a. aan de selectiefunctionaris schriftelijk advies en inlichtingen te geven over de verzoeken tot plaatsing van jeugdigen op een individuele trajectafdeling;

  • b. schriftelijk te adviseren ten aanzien van de voortgang, de voorzetting van het verblijf en de door- en uitstroom van de jeugdigen die op de individuele trajectafdeling verblijven.

Artikel 3

  • 1. De leden van de adviescommissie worden door de minister benoemd en ontslagen. De leden van de adviescommissie worden door de minister benoemd voor de tijd van twee jaar. Zij kunnen voor herbenoeming in aanmerking komen.

  • 2. De leden wijzen uit hun midden één van hen als voorzitter aan.

  • 3. De adviescommissie bestaat uit ten minste drie en ten hoogste zeven leden.

  • 4. De adviescommissie is zo breed mogelijk samengesteld. Van de adviescommissie maken in elk geval deel uit:

    • a. twee gezondheidszorgpsychologen dan wel andere deskundigen op het gebied van pedagogische hulpverlening werkzaam in een justitiële jeugdinrichting, die niet de bestemming heeft van individuele trajectafdeling, en

    • b. een onafhankelijke kinder- en jeugdpsychiater verbonden aan het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie.

  • 5. Aan de adviescommissie is een secretaris verbonden. Deze is geen lid van de adviescommissie. De minister voorziet in de secretariële ondersteuning.

  • 6. De adviescommissie kan uit haar midden één of meer plaatsvervangende secretarissen aanwijzen om, in overleg met de secretaris, bepaalde secretariaatswerkzaamheden te verrichten en de secretaris bij diens afwezigheid te vervangen.

  • 7. De minister beslist binnen twee maanden op een verzoek tot benoeming als bedoeld in het eerste, tweede of derde lid.

Artikel 4

  • 1. Een lid van de adviescommissie wordt door de minister tussentijds ontslagen:

    • a. op eigen verzoek;

    • b. bij de aanvaarding van een ambt of betrekking, dat onverenigbaar is met het lidmaatschap van de adviescommissie;

    • c. wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij een dergelijke uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d. wanneer hij naar het oordeel van de minister door handelen of nalaten ernstig nadeel toebrengt aan het in hem te stellen vertrouwen;

  • 2. Aan een lid van de adviescommissie kan door de minister tussentijds ontslag worden verleend bij het verlies van de hoedanigheid of beëindiging van de ambtsvervulling in verband waarmee de benoeming heeft plaatsgevonden.

  • 3. Hangende de procedure voor ontslag kan de minister het lid van de adviescommissie in de uitoefening van zijn functie schorsen.

Artikel 5

  • 1. De adviescommissie vergadert ten minste eenmaal in de twee maanden.

  • 2. De directeur brengt ten behoeve van iedere vergadering een algemeen verslag uit over de samenstelling van de individuele trajectafdeling in de inrichting en van de ontwikkeling en de voortgang van de op die afdeling verblijvende jeugdigen. De directeur van de inrichting waar een individuele trajectafdeling is of een door hem aangewezen vertegenwoordiger kan de vergaderingen van de adviescommissie bijwonen.

  • 3. De adviescommissie kan besluiten buiten tegenwoordigheid van de directeur van de inrichting waar een individuele trajectafdeling is of de door hem aangewezen vertegenwoordiger te vergaderen.

  • 4. De minister is bevoegd vergaderingen van de adviescommissie door een, door hem aan te wijzen ambtenaar van zijn ministerie, te doen bijwonen.

Artikel 6

  • 1. De selectiefunctionaris vraagt, al dan niet op verzoek van de directeur van de inrichting waar de jeugdige verblijft, advies aan de adviescommissie ten behoeve van de plaatsing op een individuele trajectafdeling.

  • 2. Voor de adviesaanvraag wordt een door de minister voorgeschreven formulier gebruikt.

  • 3. De selectiefunctionaris brengt alle voor de uitoefening van de taak van de adviescommissie belangrijke feiten en omstandigheden ter kennis van de adviescommissie.

  • 4. Indien voor de adviesaanvraag de volgende vergadering van de adviescommissie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, niet afgewacht kan worden, bereiken de leden van de adviescommissie schriftelijk overeenstemming en brengen schriftelijk advies uit.

Artikel 7

Indien de adviescommissie de selectiefunctionaris adviseert een jeugdige op een individuele trajectafdeling te plaatsen, dan adviseert zij tevens over de plaats van tenuitvoerlegging.

Artikel 8

  • 1. De kosten voor het instandhouden van de adviescommissie worden door de Staat gedragen.

  • 2. Voor zover een lid, de secretaris of de plaatsvervangende secretaris van de adviescommissie geen ambtenaar is, komt deze in aanmerking voor vergoeding van reis- en verblijfskosten overeenkomstig de bepalingen welke te dien aanzien voor de burgerlijke rijksambtenaren zijn vastgesteld.

Artikel 9

Deze regeling treedt op 1 oktober 2015 in werking.

Artikel 10

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling adviescommissie individuele trajectafdelingen

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

TOELICHTING

Op 1 januari 2008 is voor de duur van anderhalf jaar een proefproject gestart met individuele trajectafdelingen in de justitiële jeugdinrichtingen (JJI’s). Dit proefproject was gebaseerd op de Tijdelijke regeling adviescommissie individuele trajectafdeling (Stcrt. 2008, 47). Het proefproject en de positieve evaluatie van de proef hebben in 2009 geresulteerd in het geven van een structurele plek van de individuele trajectafdelingen binnen de justitiële jeugdinrichtingen (Kamerstuk 24 587 nr. 371, vergaderjaar 2009–2010). De wettelijke grondslag voor individuele trajectafdelingen is belegd in artikel 22c van de wet, zoals dat is komen te luiden na de wetswijziging van 1 juli 2011 (Stb. 2010, 818). De minister heeft daarmee de bevoegdheid om een individuele trajectafdeling aan te wijzen en nadere regels te stellen over de taak, de samenstelling en de werkwijze van de adviescommissie. Onderhavige regeling voorziet in deze nadere regels.

De adviescommissie is belast met de advisering aan de selectiefunctionaris over de plaatsing van jeugdigen op een afdeling voor individuele trajectbegeleiding en met de advisering aan de directeur van de inrichting over de voortgang, de voorzetting van het verblijf en de door- en uitstroom op de individuele trajectafdeling.

Artikel 3, vierde lid, stelt de eis dat de adviescommissie zo breed mogelijk moet zijn samengesteld. De problematiek van de jeugdige en of hij op een individuele trajectafdeling geplaatst dient te worden, kan hierdoor goed beoordeeld worden. Het belang van de jeugdige om op een plek geplaatst te worden, die aansluit bij zijn problematiek, wordt hiermee het beste gediend. Daarom moeten bepaalde deskundigen verplicht deel uitmaken van de adviescommissie, onder andere twee gezondheidszorgpsychologen en een onafhankelijke kinder- en jeugdpsychiater verbonden aan het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie.

Ingevolge artikel 5 vergadert de adviescommissie minimaal een keer in de twee maanden. De adviescommissie kan derhalve ook vaker vergaderen. Daarnaast is het mogelijk, bijvoorbeeld als een advies niet op de volgende geplande vergadering kan wachten, dat de adviescommissie tussentijds advies uitbrengt. De adviescommissie hoeft dan niet fysiek bij elkaar te komen maar kan via elektronische weg, bijvoorbeeld videoconference tot een advies komen, mits alle leden van de adviescommissie worden betrokken en de informatiebeveiliging is gewaarborgd. Het advies wordt op schrift gesteld.

De medewerker van het ministerie die op grond van artikel 5, derde lid, aangewezen kan worden de vergaderingen van de adviescommissie bij te wonen, is in de praktijk een medewerker van de afdeling individuele jeugdzaken van DJI.

Op grond van artikel 6 is de selectiefunctionaris bevoegd een jeugdige voor te dragen bij de adviescommissie.

De leden en de secretaris verrichten hun werkzaamheden voor de adviescommissie als behorend tot hun reguliere taakuitoefening. Zij krijgen hiervoor dus geen vergoeding of vacatiegeld. Wel worden eventueel aan de werkzaamheden verbonden reis- en verblijfskosten vergoed, voor niet-ambtenaren conform artikel 8, tweede lid en voor leden die ambtenaar zijn op de reguliere wijze binnen het dienstverband. Daarnaast verzorgt de Staat eventuele vergaderfaciliteiten en wordt het secretariaat door het ministerie verzorgd.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Naar boven