ARTIKEL I
De Tijdelijke experimentenregeling centrale stemopneming wordt als volgt gewijzigd:
A
In het opschrift van paragraaf 2 en in artikel 3, eerste en tweede lid, wordt ‘de
stembus’ telkens vervangen door: de transportbox.
B
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het eerste tot het tweede en het tweede tot het derde lid,
wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
1. Voordat de pakken, bedoeld in artikel N 2, van de Kieswet en artikel 23, eerste lid,
Experimentenbesluit overeenkomstig artikel 24, eerste lid, Experimentenbesluit in
de transportbox worden geplaatst, vergewist het stembureau zich ervan dat de transportbox
leeg is.
2. In het derde lid (nieuw) wordt ‘bedoeld in het eerste lid:’ vervangen door: bedoeld
in het tweede lid:.
C
Na artikel 6 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 6a
-
1. Voor zover, bij een combinatie van stemmingen als bedoeld in de artikelen J 6 en J 6a van de Kieswet, het gemeentelijk stembureau het vermoeden heeft dat stembescheiden
van de verkiezing waarvoor het gemeentelijk stembureau is ingesteld, in de verzegelde
pakken van een andere verkiezing terecht zijn gekomen, kan het gemeentelijk stembureau,
na een verzoek aan burgemeester en wethouders om de desbetreffende pakken naar het
gemeentelijk stembureau over te brengen, deze pakken openen en de stembescheiden van
de verkiezing waarvoor het gemeentelijk stembureau is ingesteld, die in de pakken
van de andere verkiezing worden aangetroffen, uit de desbetreffende pakken halen en
bij zijn stemopneming betrekken.
-
2. Indien een situatie als bedoeld in het eerste lid zich voor heeft gedaan, maakt het
gemeentelijk stembureau hiervan melding in het proces-verbaal en brengt het onverwijld
een afschrift van het proces-verbaal over naar het hoofdstembureau, respectievelijk
het centraal stembureau van de andere verkiezing.
D
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘nadat een stembus is geopend,’ vervangen door: nadat een
transportbox is geopend,.
2. In het eerste en tweede lid wordt ‘de stembus’ telkens vervangen door: de transportbox.
E
In de artikelen 10 en 11 wordt ‘stembussen’ telkens vervangen door: transportboxen.
F
De bijlage, bedoeld in artikel 13, eerste en tweede lid, wordt vervangen door de bijlage
die bij deze regeling is opgenomen.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Inleiding
Met deze regeling worden enkele wijzigingen doorgevoerd in de Tijdelijke experimentenregeling
centrale stemopneming. Voor een toelichting op de experimenten wordt verwezen naar
de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming (Stb. 2013, 240)1 (hierna: Experimentenwet) en het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale
stemopneming (Stb. 2013, 368) (hierna: Experimentenbesluit). Deze regeling bevat wijzigingen op de volgende onderwerpen:
-
1. Redactionele wijzigingen die voortvloeien uit de wijziging van het Experimentenbesluit
(Besluit van 19 december 2014 tot wijziging van het Tijdelijk Experimentenbesluit
stembiljetten en centrale stemopneming in verband met het vervoer van de stembescheiden
en de zitting van het gemeentelijk stembureau bij het experiment met centrale stemopneming,
Stb.2015, 13);
-
2. Het proces-verbaal van het stembureau en van het gemeentelijk stembureau;
-
3. Het opnemen van een voorziening waardoor het gemeentelijk stembureau kan herstellen
dat stembiljetten, stempassen, volmachtbewijzen of kiezerspassen bij de gecombineerde
staten- en waterschapsverkiezingen zijn verwisseld en in de verzegelde pakken van
de verkeerde verkiezing terecht zijn gekomen.
Wijzigingen als gevolg van de wijziging van het Experimentenbesluit
De Experimentenwet en het Experimentenbesluit delegeren het stellen van bepaalde (ondergeschikte)
regels naar een ministeriële regeling. Het Experimentenbesluit is gewijzigd bij besluit
van 19 december 2014. De wijzigingen van dat besluit hebben betrekking op het vervoer
van de stembescheiden en op het uiterste aanvangstijdstip van de stemopneming door
het gemeentelijk stembureau. Voor wat betreft het vervoer van de stembescheiden is
in het wijzigingsbesluit geregeld dat hiervoor ook een ander opslagmiddel dan de stembus
kan worden gebruikt. Dientengevolge is het begrip ‘stembus’ vervangen door ‘transportbox’.
Deze wijziging moet ook doorwerken in de Experimentenregeling. In paragraaf 2 en de
artikelen 3, 8, 10 en 11 is daarom ‘stembus’ telkens vervangen door ‘transportbox’.
Voorts is naar aanleiding van het advies van de Kiesraad van 24 juli 2014 over de
wijziging van het Tijdelijk Experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming2 artikel 3 van de Experimentenregeling aangevuld. De Kiesraad adviseerde om in aansluiting
bij artikel J 18, tweede lid, van de Kieswet een bepaling in het besluit op te nemen
waarin wordt geregeld dat de stembureauleden vóór gebruik van de transportbox na moeten
gaan of deze leeg is. De toezegging dat dit advies zou worden betrokken bij de aanpassing
van de Tijdelijke Experimentenregeling centrale stemopneming wordt met de toevoeging
van een nieuw lid aan artikel 3 van deze regeling gestand gedaan.
Wijzigingen in het proces-verbaal
De processen-verbaal van het stembureau en het gemeentelijk stembureau worden op een
aantal punten gewijzigd. Ten eerste zijn de processen-verbaal aangepast in verband
met de waterschapsverkiezingen die tegelijk met de statenverkiezingen op 18 maart
2014 voor het eerst in het stembureau zullen plaatsvinden.
Daartoe is aan beide processen-verbaal toegevoegd dat deze ook betrekking kunnen hebben
op de algemene besturen van de waterschappen. In het proces-verbaal van het stembureau
wordt daarnaast het nummer van het stembureau opgenomen.
Verder volgt uit het Experimentenbesluit dat, wanneer blijkt dat het aantal uitgebrachte
stemmen dat geteld wordt door het gemeentelijk stembureau hoger of lager is dan het
aantal kiezers dat door het stembureau tot de stemming is toegelaten, het gemeentelijk
stembureau de stempassen, kiezerspassen en volmachtbewijzen voor het betreffende stembureau
opnieuw telt.3 Het gemeentelijk stembureau stelt in dat geval dus opnieuw vast hoeveel kiezers er
tot de stemming zijn toegelaten. Dit is aan het proces-verbaal voor het gemeentelijk
stembureau toegevoegd.
Voor een goed inzicht in het verloop van de experimenten is het wenselijk om het aantal
malen dat geteld is en de alternatieve verklaringen voor het opnieuw tellen waarneembaar
te maken in het proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau. Het proces-verbaal
is met het oog hierop aangepast. Er wordt geregeld dat per stembureau zichtbaar wordt
hoe vaak een telling van de stembiljetten of een telling van de stempassen, kiezerspassen
en volmachtbewijzen heeft plaatsgevonden door het gemeentelijk stembureau.
Daarnaast wordt het proces-verbaal zodanig aangepast dat de aantallen stempassen,
kiezerspassen en volmachtbewijzen per stembureau, zoals vastgesteld door de telteams
van het gemeentelijk stembureau dienen te worden uitgesplitst in het proces-verbaal
van het gemeentelijk stembureau omdat deze aantallen moeten worden ingevoerd in OSV
en zij nu niet op het proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau staan opgenomen,
terwijl de aantallen af kunnen wijken van de aantallen zoals vastgesteld op het stembureau.
Ook wordt geregeld dat in het proces-verbaal meer ruimte beschikbaar is voor een toelichting
indien er een verschil wordt vastgesteld tussen het aantal toegelaten kiezers en het
aantal getelde stembiljetten. Daarnaast wordt ruimte geboden aan het gemeentelijk
stembureau om een verklaring te geven voor de vastgestelde verschillen.
In Bijlage 2 bij Model II wordt verduidelijkt dat het hier gaat om uitkomsten per
stembureau, zoals vastgesteld door het gemeentelijk stembureau.
Voorts is het proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau, mede naar aanleiding
van het advies van de Kiesraad, zo aangevuld dat indien het gemeentelijk stembureau
stembescheiden van een andere verkiezing heeft aangetroffen of stembescheiden van
zijn eigen verkiezing uit de verzegelde pakken van de andere verkiezing heeft gehaald,
dit duidelijk uit het proces-verbaal blijkt. De processen-verbaal kunnen, overeenkomstig
de suggestie van de Kiesraad, worden gebruikt om te evalueren hoe vaak het voorkomt
dat bij gecombineerde verkiezingen stembescheiden bij de verkeerde verkiezing terecht
komen.
Tot slot wordt het proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau zo gewijzigd dat
het totaal aantal geldige, blanco en ongeldige stemmen in de gemeente kan worden genoteerd.
Centrale stemopneming bij gecombineerde stemmingen
Op 18 maart 2015 worden er voor het eerst gecombineerde provinciale staten- en waterschapsverkiezingen
gehouden. De Experimentenregeling moet hiermee rekening houden en ook met de bijzondere
omstandigheden die zich daarbij kunnen voordoen. Het is wenselijk dat geregeld is
hoe gemeentelijke stembureaus moeten handelen als blijkt dat stembiljetten, stempassen,
volmachten of kiezerspassen van de ene verkiezing in de verzegelde pakken van de andere
verkiezing terecht zijn gekomen. Daarom wordt er in het nieuwe artikel 6a een bepaling
aan deze regeling toegevoegd die duidelijk maakt dat als gemeentelijke stembureaus
het vermoeden hebben dat stembescheiden per abuis zijn verwisseld, de gemeentelijke
stembureaus de verzegelde pakken van de andere verkiezing kunnen openen om dit te
verifiëren. Omdat de verzegelde pakken van de andere verkiezing in de praktijk hetzij
bij het andere gemeentelijk stembureau, hetzij bij burgemeester en wethouders berusten,
zal het gemeentelijk stembureau een verzoek aan burgemeester en wethouders richten,
zodat het beschikking krijgt over de betreffende pakken. Als inderdaad blijkt dat
stembescheiden verkeerd terecht zijn gekomen kunnen deze in de verzegelde pakken van
de juiste verkiezing worden gevoegd en worden meegeteld. Artikel 6a, eerste lid, geeft
het gemeentelijk stembureau dat stembescheiden tekort komt immers de bevoegdheid deze
uit de pakken van de andere verkiezing te halen en deze bij de juiste verkiezing te
betrekken. Van het aantreffen van stembescheiden van een andere verkiezing, het openen
van pakken, en van hetgeen daarbij is aangetroffen, dient het gemeentelijk stembureau
verslag te doen in het proces-verbaal van de eigen verkiezing. Het proces-verbaal
is met het oog hierop uitgebreid.
Zodra het gemeentelijk stembureau de uitslag heeft vastgesteld, zorgt het ervoor dat
behalve het hoofdstembureau en het vertegenwoordigend orgaan van de eigen verkiezing
ook het hoofdstembureau van de andere verkiezing een afschrift van het proces-verbaal
krijgt. Zodoende kunnen alle hoofdstembureaus en centraal stembureaus tijdig kennis
nemen van de mogelijke opening van verzegelde pakken en het herstellen van fouten.
Overeenkomstig het advies van de Kiesraad is deze verplichting in het tweede lid van
artikel 6a juridisch verankerd.
Een vermoeden dat stembescheiden zijn verwisseld kan gebaseerd zijn op het feit dat
er in de verzegelde pakken van de eigen verkiezing stembescheiden van een andere verkiezing
worden aangetroffen. Ook is het mogelijk dat er juist een aantal stembescheiden van
de eigen verkiezing lijkt te ontbreken of er een op voorhand onverklaarbaar groot
verschil is tussen het aantal toegelaten kiezers en het aantal stembiljetten. Als
er voor beide verkiezingen centraal wordt geteld en als de eerste van deze centrale
stemopnemingen al is afgerond zonder dat er onregelmatigheden zijn geconstateerd ligt
het niet voor de hand dat er bij de centrale stemopneming van de andere verkiezing
een vermoeden bestaat dat stembescheiden zijn verwisseld. Indien er namelijk sprake
zou zijn geweest van een verwisseling van stembescheiden dan had het gemeentelijke
stembureau dat verantwoordelijk was voor de eerste centrale stemopneming tot dezelfde
conclusie moeten komen en op grond daarvan de verzegelde pakken van de andere verkiezing
kunnen inspecteren. Indien dit niet is gebeurd kan ervan worden uitgegaan dat dergelijke
onregelmatigheden zich niet hebben voorgedaan. Als er slechts bij een van beide verkiezingen
een centrale stemopneming plaatsvindt, kan het gemeentelijke stembureau in de verzegelde
pakken van het stembureau kijken en verkeerd terechtgekomen stembescheiden uit de
pakken halen en bij de eigen verkiezing betrekken. Mocht het gemeentelijk stembureau
bij de stemopneming stembescheiden van de andere verkiezing aantreffen, dan maakt
het hiervan melding op het proces-verbaal en zorgt het ervoor dat de stembescheiden
apart worden verpakt. Op het betreffende pak wordt het nummer van het stembureau vermeld
waarvan de verkeerd geplaatste stembescheiden afkomstig zijn en het aantal aangetroffen
stembescheiden. Als er later door het centraal stembureau of het volksvertegenwoordigend
lichaam tot een hertelling wordt besloten, kunnen de in eerste instantie verkeerd
terechtgekomen stembescheiden alsnog bij de juiste verkiezing worden betrokken. In
de specifieke situatie dat er alleen geëxperimenteerd wordt met de centrale stemopneming
van de waterschapsverkiezingen en deze op de vrijdag na de stemming plaatsvindt, dient
het gemeentelijk stembureau van de waterschapsverkiezing, indien het de pakken van
de provinciale statenverkiezing heeft geopend, ook een afschrift van zijn proces-verbaal
te sturen aan het centraal stembureau van de provinciale statenverkiezing. Het hoofdstembureau
van de provinciale statenverkiezing kan op dat moment al bijeengekomen zijn en heeft
dan geen kennis kunnen nemen van het feit dat er wellicht stembescheiden zijn verwisseld
en dat de verzegelde pakken zijn geopend en mogelijke fouten zijn hersteld. Het is
daarom van belang om in deze situatie het centraal stembureau van de provinciale statenverkiezing
hiervan op de hoogte te brengen, zodat het met deze bijzondere omstandigheid rekening
kan houden.
De gemeenten die meedoen aan het experiment met centrale stemopneming ontvangen van
het ministerie van BZK nog nadere informatie over onder meer organisatorische en logistieke
aspecten van de centrale stemopneming. Daarbij zal ook worden ingegaan op de procedure
in het geval er een vermoeden bestaat over het verwisselen door het stembureau van
stembescheiden. Deze informatie zal ook met de gemeenten die meedoen aan het experiment
worden besproken.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk