Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 29 januari 2015, nr. 2015-0000058635, houdende wijziging van de Tijdelijke experimentenregeling centrale stemopneming in verband met de gecombineerde staten- en waterschapsverkiezingen en de wijziging van het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming in verband met het vervoer van stembescheiden en de zitting van het gemeentelijk stembureau bij het experiment met een centrale stemopneming

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 41, tweede lid, en artikel 46 van het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming;

Besluit:

ARTIKEL I

De Tijdelijke experimentenregeling centrale stemopneming wordt als volgt gewijzigd:

A

In het opschrift van paragraaf 2 en in artikel 3, eerste en tweede lid, wordt ‘de stembus’ telkens vervangen door: de transportbox.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het eerste tot het tweede en het tweede tot het derde lid, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 1. Voordat de pakken, bedoeld in artikel N 2, van de Kieswet en artikel 23, eerste lid, Experimentenbesluit overeenkomstig artikel 24, eerste lid, Experimentenbesluit in de transportbox worden geplaatst, vergewist het stembureau zich ervan dat de transportbox leeg is.

2. In het derde lid (nieuw) wordt ‘bedoeld in het eerste lid:’ vervangen door: bedoeld in het tweede lid:.

C

Na artikel 6 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 6a

  • 1. Voor zover, bij een combinatie van stemmingen als bedoeld in de artikelen J 6 en J 6a van de Kieswet, het gemeentelijk stembureau het vermoeden heeft dat stembescheiden van de verkiezing waarvoor het gemeentelijk stembureau is ingesteld, in de verzegelde pakken van een andere verkiezing terecht zijn gekomen, kan het gemeentelijk stembureau, na een verzoek aan burgemeester en wethouders om de desbetreffende pakken naar het gemeentelijk stembureau over te brengen, deze pakken openen en de stembescheiden van de verkiezing waarvoor het gemeentelijk stembureau is ingesteld, die in de pakken van de andere verkiezing worden aangetroffen, uit de desbetreffende pakken halen en bij zijn stemopneming betrekken.

  • 2. Indien een situatie als bedoeld in het eerste lid zich voor heeft gedaan, maakt het gemeentelijk stembureau hiervan melding in het proces-verbaal en brengt het onverwijld een afschrift van het proces-verbaal over naar het hoofdstembureau, respectievelijk het centraal stembureau van de andere verkiezing.

D

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘nadat een stembus is geopend,’ vervangen door: nadat een transportbox is geopend,.

2. In het eerste en tweede lid wordt ‘de stembus’ telkens vervangen door: de transportbox.

E

In de artikelen 10 en 11 wordt ‘stembussen’ telkens vervangen door: transportboxen.

F

De bijlage, bedoeld in artikel 13, eerste en tweede lid, wordt vervangen door de bijlage die bij deze regeling is opgenomen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

BIJLAGE

Model I: Proces-verbaal van een stembureau bij het experiment met een centrale stemopneming

Model I: Proces-verbaal van een stembureau bij het experiment met een centrale stemopneming

Model II: Proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau

Model II: Proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau

Model II: Proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau

TOELICHTING

Inleiding

Met deze regeling worden enkele wijzigingen doorgevoerd in de Tijdelijke experimentenregeling centrale stemopneming. Voor een toelichting op de experimenten wordt verwezen naar de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming (Stb. 2013, 240)1 (hierna: Experimentenwet) en het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming (Stb. 2013, 368) (hierna: Experimentenbesluit). Deze regeling bevat wijzigingen op de volgende onderwerpen:

  • 1. Redactionele wijzigingen die voortvloeien uit de wijziging van het Experimentenbesluit (Besluit van 19 december 2014 tot wijziging van het Tijdelijk Experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming in verband met het vervoer van de stembescheiden en de zitting van het gemeentelijk stembureau bij het experiment met centrale stemopneming, Stb.2015, 13);

  • 2. Het proces-verbaal van het stembureau en van het gemeentelijk stembureau;

  • 3. Het opnemen van een voorziening waardoor het gemeentelijk stembureau kan herstellen dat stembiljetten, stempassen, volmachtbewijzen of kiezerspassen bij de gecombineerde staten- en waterschapsverkiezingen zijn verwisseld en in de verzegelde pakken van de verkeerde verkiezing terecht zijn gekomen.

Wijzigingen als gevolg van de wijziging van het Experimentenbesluit

De Experimentenwet en het Experimentenbesluit delegeren het stellen van bepaalde (ondergeschikte) regels naar een ministeriële regeling. Het Experimentenbesluit is gewijzigd bij besluit van 19 december 2014. De wijzigingen van dat besluit hebben betrekking op het vervoer van de stembescheiden en op het uiterste aanvangstijdstip van de stemopneming door het gemeentelijk stembureau. Voor wat betreft het vervoer van de stembescheiden is in het wijzigingsbesluit geregeld dat hiervoor ook een ander opslagmiddel dan de stembus kan worden gebruikt. Dientengevolge is het begrip ‘stembus’ vervangen door ‘transportbox’. Deze wijziging moet ook doorwerken in de Experimentenregeling. In paragraaf 2 en de artikelen 3, 8, 10 en 11 is daarom ‘stembus’ telkens vervangen door ‘transportbox’.

Voorts is naar aanleiding van het advies van de Kiesraad van 24 juli 2014 over de wijziging van het Tijdelijk Experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming2 artikel 3 van de Experimentenregeling aangevuld. De Kiesraad adviseerde om in aansluiting bij artikel J 18, tweede lid, van de Kieswet een bepaling in het besluit op te nemen waarin wordt geregeld dat de stembureauleden vóór gebruik van de transportbox na moeten gaan of deze leeg is. De toezegging dat dit advies zou worden betrokken bij de aanpassing van de Tijdelijke Experimentenregeling centrale stemopneming wordt met de toevoeging van een nieuw lid aan artikel 3 van deze regeling gestand gedaan.

Wijzigingen in het proces-verbaal

De processen-verbaal van het stembureau en het gemeentelijk stembureau worden op een aantal punten gewijzigd. Ten eerste zijn de processen-verbaal aangepast in verband met de waterschapsverkiezingen die tegelijk met de statenverkiezingen op 18 maart 2014 voor het eerst in het stembureau zullen plaatsvinden.

Daartoe is aan beide processen-verbaal toegevoegd dat deze ook betrekking kunnen hebben op de algemene besturen van de waterschappen. In het proces-verbaal van het stembureau wordt daarnaast het nummer van het stembureau opgenomen.

Verder volgt uit het Experimentenbesluit dat, wanneer blijkt dat het aantal uitgebrachte stemmen dat geteld wordt door het gemeentelijk stembureau hoger of lager is dan het aantal kiezers dat door het stembureau tot de stemming is toegelaten, het gemeentelijk stembureau de stempassen, kiezerspassen en volmachtbewijzen voor het betreffende stembureau opnieuw telt.3 Het gemeentelijk stembureau stelt in dat geval dus opnieuw vast hoeveel kiezers er tot de stemming zijn toegelaten. Dit is aan het proces-verbaal voor het gemeentelijk stembureau toegevoegd.

Voor een goed inzicht in het verloop van de experimenten is het wenselijk om het aantal malen dat geteld is en de alternatieve verklaringen voor het opnieuw tellen waarneembaar te maken in het proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau. Het proces-verbaal is met het oog hierop aangepast. Er wordt geregeld dat per stembureau zichtbaar wordt hoe vaak een telling van de stembiljetten of een telling van de stempassen, kiezerspassen en volmachtbewijzen heeft plaatsgevonden door het gemeentelijk stembureau.

Daarnaast wordt het proces-verbaal zodanig aangepast dat de aantallen stempassen, kiezerspassen en volmachtbewijzen per stembureau, zoals vastgesteld door de telteams van het gemeentelijk stembureau dienen te worden uitgesplitst in het proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau omdat deze aantallen moeten worden ingevoerd in OSV en zij nu niet op het proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau staan opgenomen, terwijl de aantallen af kunnen wijken van de aantallen zoals vastgesteld op het stembureau.

Ook wordt geregeld dat in het proces-verbaal meer ruimte beschikbaar is voor een toelichting indien er een verschil wordt vastgesteld tussen het aantal toegelaten kiezers en het aantal getelde stembiljetten. Daarnaast wordt ruimte geboden aan het gemeentelijk stembureau om een verklaring te geven voor de vastgestelde verschillen.

In Bijlage 2 bij Model II wordt verduidelijkt dat het hier gaat om uitkomsten per stembureau, zoals vastgesteld door het gemeentelijk stembureau.

Voorts is het proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau, mede naar aanleiding van het advies van de Kiesraad, zo aangevuld dat indien het gemeentelijk stembureau stembescheiden van een andere verkiezing heeft aangetroffen of stembescheiden van zijn eigen verkiezing uit de verzegelde pakken van de andere verkiezing heeft gehaald, dit duidelijk uit het proces-verbaal blijkt. De processen-verbaal kunnen, overeenkomstig de suggestie van de Kiesraad, worden gebruikt om te evalueren hoe vaak het voorkomt dat bij gecombineerde verkiezingen stembescheiden bij de verkeerde verkiezing terecht komen.

Tot slot wordt het proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau zo gewijzigd dat het totaal aantal geldige, blanco en ongeldige stemmen in de gemeente kan worden genoteerd.

Centrale stemopneming bij gecombineerde stemmingen

Op 18 maart 2015 worden er voor het eerst gecombineerde provinciale staten- en waterschapsverkiezingen gehouden. De Experimentenregeling moet hiermee rekening houden en ook met de bijzondere omstandigheden die zich daarbij kunnen voordoen. Het is wenselijk dat geregeld is hoe gemeentelijke stembureaus moeten handelen als blijkt dat stembiljetten, stempassen, volmachten of kiezerspassen van de ene verkiezing in de verzegelde pakken van de andere verkiezing terecht zijn gekomen. Daarom wordt er in het nieuwe artikel 6a een bepaling aan deze regeling toegevoegd die duidelijk maakt dat als gemeentelijke stembureaus het vermoeden hebben dat stembescheiden per abuis zijn verwisseld, de gemeentelijke stembureaus de verzegelde pakken van de andere verkiezing kunnen openen om dit te verifiëren. Omdat de verzegelde pakken van de andere verkiezing in de praktijk hetzij bij het andere gemeentelijk stembureau, hetzij bij burgemeester en wethouders berusten, zal het gemeentelijk stembureau een verzoek aan burgemeester en wethouders richten, zodat het beschikking krijgt over de betreffende pakken. Als inderdaad blijkt dat stembescheiden verkeerd terecht zijn gekomen kunnen deze in de verzegelde pakken van de juiste verkiezing worden gevoegd en worden meegeteld. Artikel 6a, eerste lid, geeft het gemeentelijk stembureau dat stembescheiden tekort komt immers de bevoegdheid deze uit de pakken van de andere verkiezing te halen en deze bij de juiste verkiezing te betrekken. Van het aantreffen van stembescheiden van een andere verkiezing, het openen van pakken, en van hetgeen daarbij is aangetroffen, dient het gemeentelijk stembureau verslag te doen in het proces-verbaal van de eigen verkiezing. Het proces-verbaal is met het oog hierop uitgebreid.

Zodra het gemeentelijk stembureau de uitslag heeft vastgesteld, zorgt het ervoor dat behalve het hoofdstembureau en het vertegenwoordigend orgaan van de eigen verkiezing ook het hoofdstembureau van de andere verkiezing een afschrift van het proces-verbaal krijgt. Zodoende kunnen alle hoofdstembureaus en centraal stembureaus tijdig kennis nemen van de mogelijke opening van verzegelde pakken en het herstellen van fouten. Overeenkomstig het advies van de Kiesraad is deze verplichting in het tweede lid van artikel 6a juridisch verankerd.

Een vermoeden dat stembescheiden zijn verwisseld kan gebaseerd zijn op het feit dat er in de verzegelde pakken van de eigen verkiezing stembescheiden van een andere verkiezing worden aangetroffen. Ook is het mogelijk dat er juist een aantal stembescheiden van de eigen verkiezing lijkt te ontbreken of er een op voorhand onverklaarbaar groot verschil is tussen het aantal toegelaten kiezers en het aantal stembiljetten. Als er voor beide verkiezingen centraal wordt geteld en als de eerste van deze centrale stemopnemingen al is afgerond zonder dat er onregelmatigheden zijn geconstateerd ligt het niet voor de hand dat er bij de centrale stemopneming van de andere verkiezing een vermoeden bestaat dat stembescheiden zijn verwisseld. Indien er namelijk sprake zou zijn geweest van een verwisseling van stembescheiden dan had het gemeentelijke stembureau dat verantwoordelijk was voor de eerste centrale stemopneming tot dezelfde conclusie moeten komen en op grond daarvan de verzegelde pakken van de andere verkiezing kunnen inspecteren. Indien dit niet is gebeurd kan ervan worden uitgegaan dat dergelijke onregelmatigheden zich niet hebben voorgedaan. Als er slechts bij een van beide verkiezingen een centrale stemopneming plaatsvindt, kan het gemeentelijke stembureau in de verzegelde pakken van het stembureau kijken en verkeerd terechtgekomen stembescheiden uit de pakken halen en bij de eigen verkiezing betrekken. Mocht het gemeentelijk stembureau bij de stemopneming stembescheiden van de andere verkiezing aantreffen, dan maakt het hiervan melding op het proces-verbaal en zorgt het ervoor dat de stembescheiden apart worden verpakt. Op het betreffende pak wordt het nummer van het stembureau vermeld waarvan de verkeerd geplaatste stembescheiden afkomstig zijn en het aantal aangetroffen stembescheiden. Als er later door het centraal stembureau of het volksvertegenwoordigend lichaam tot een hertelling wordt besloten, kunnen de in eerste instantie verkeerd terechtgekomen stembescheiden alsnog bij de juiste verkiezing worden betrokken. In de specifieke situatie dat er alleen geëxperimenteerd wordt met de centrale stemopneming van de waterschapsverkiezingen en deze op de vrijdag na de stemming plaatsvindt, dient het gemeentelijk stembureau van de waterschapsverkiezing, indien het de pakken van de provinciale statenverkiezing heeft geopend, ook een afschrift van zijn proces-verbaal te sturen aan het centraal stembureau van de provinciale statenverkiezing. Het hoofdstembureau van de provinciale statenverkiezing kan op dat moment al bijeengekomen zijn en heeft dan geen kennis kunnen nemen van het feit dat er wellicht stembescheiden zijn verwisseld en dat de verzegelde pakken zijn geopend en mogelijke fouten zijn hersteld. Het is daarom van belang om in deze situatie het centraal stembureau van de provinciale statenverkiezing hiervan op de hoogte te brengen, zodat het met deze bijzondere omstandigheid rekening kan houden.

De gemeenten die meedoen aan het experiment met centrale stemopneming ontvangen van het ministerie van BZK nog nadere informatie over onder meer organisatorische en logistieke aspecten van de centrale stemopneming. Daarbij zal ook worden ingegaan op de procedure in het geval er een vermoeden bestaat over het verwisselen door het stembureau van stembescheiden. Deze informatie zal ook met de gemeenten die meedoen aan het experiment worden besproken.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Zie ook Kamerstukken 33 573.

X Noot
2

Advies Wijziging Tijdelijk Experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming, 24 juli 2014, kenmerk 2014-0000374960 te vinden op www.kiesraad.nl.

X Noot
3

Zie artikel 34 van het Tijdelijke experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming.

Naar boven