Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 17 september 2015, nr. 2015-000497297, houdende wijziging van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 in verband met het aanpassen van de eisen ten aanzien van de rating van beleggingen met een looptijd van meer dan drie maanden

De Minister voor Wonen en Rijksdienst;

Gelet op artikel 104, derde lid, 105, tweede lid, en 107, tweede lid, van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 41, eerste lid, onderdeel e, onder 2, komt te luiden:

  • 2°. voor zichzelf en voor de door hen uitgegeven waardepapieren kunnen aantonen dat ze ten minste over een A-rating beschikken, afgegeven door ten minste twee van de in onderdeel 1° genoemde ratingbureaus;

B

In het derde lid van artikel 46 wordt na ‘goedgekeurd’ ingevoegd: met dien verstande dat in artikel 5 van de in het eerste lid genoemde beleidsregels voor ‘AAminus-rating’ gelezen wordt ‘A-rating’ en dat daarin artikel 5, tweede lid, vervalt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 25 september 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

TOELICHTING

Met deze wijzigingsregeling wordt artikel 41 van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting gewijzigd. Het betreft het voorschrift dat beleggingen met een looptijd van meer dan drie maanden uitsluitend kunnen worden ondergebracht bij financiële ondernemingen die tenminste over een ‘AAminus’-rating beschikken. Met deze wijziging wordt deze eis teruggebracht tot een ‘A’-rating en wordt daarmee gelijk aan de eis voor beleggingen van minder dan 3 maanden. Het onderscheid tussen beleggingen van meer en minder dan 3 maanden komt hierdoor te vervallen. Hiermee wordt aangesloten bij de wijziging van de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden, waarin een vergelijkbare wijziging is doorgevoerd in de beleggingsregels voor decentrale overheden1. Tevens worden hiermee de ratingseisen voor beleggingen en derivaten gelijk getrokken.

In lijn met deze wijziging dienen ook de beleidsregels verantwoord beleggen door toegelaten instellingen, voor zover die op grond van artikel 46, derde lid, nog van toepassing zijn op toegelaten instellingen, op overeenkomstige wijze te worden toegepast. Hiertoe wordt artikel 46 aangepast in deze wijzigingsregeling.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok


X Noot
1

Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 december 2014, tot wijziging van de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden in verband met de nadere invulling van het prudent gebruik van derivaten (Stcrt. 2014, 36912).

Naar boven