De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op Richtlijn 2014/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari
2014 tot wijziging van de Richtlijnen 92/58/EEG, 92/85/EEG, 94/33/EG en 98/24/EG van
de Raad en Richtlijn 2004/37/EG van het Europees Parlement en de Raad, teneinde deze
aan te passen aan Verordening (EG) nr. 1272/2008 betreffende de indeling, etikettering
en verpakking van stoffen en mengsels (PbEU 2014, L 65), Verordening (EG) nr. 1272/2008
van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 december 2008 betreffende
de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking
van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG)
nr. 1907/2006 (PbEG 2008, L 353), en de artikelen 1.46, dertiende lid, 4.1d, zevende
lid, en 8.4, tweede lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit;
Besluit:
ARTIKEL I
De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 4.14 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
Paragraaf 4.1a Werkpleketikettering
Artikel 4.15 Werkpleketikettering
-
1. De aanduidingen op verpakkingen als bedoeld in de artikelen 1.46, vierde lid of 4.1d,
eerste lid, van het besluit:
-
a. worden gesteld in de Nederlandse taal waarbij naast de Nederlandse taal een andere
taal mag worden gebruikt, mits in alle gebruikte talen dezelfde gegevens worden vermeld;
-
b. worden duurzaam op één of meer oppervlakken van de onmiddellijke verpakking van de
stof of het mengsel bevestigd en zijn horizontaal leesbaar wanneer de verpakking op
normale wijze wordt neergezet;
-
c. hebben een zodanige kleur en opmaak dat het gevarenpictogram duidelijk afsteekt;
-
d. bevatten vermeldingen als bedoeld in de artikelen 1.46, vierde lid of 4.1d, eerste
lid, van het besluit die duidelijk en onuitwisbaar worden aangebracht, duidelijk tegen
de achtergrond afsteken en een zodanige grootte en spatiëring hebben dat zij gemakkelijk
leesbaar zijn, en
-
e. hebben afmetingen die voldoen aan bijlage I, deel 1.2.1, van EG-verordening indeling,
etikettering en verpakking van stoffen en mengsels.
-
2. De vorm, kleur en grootte van een gevarenpictogram voldoen aan bijlage I, deel 1.2.1,
van EG-verordening indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels.
-
3. De gevarenpictogrammen, signaalwoorden of gevarenaanduidingen worden bij elkaar op
het etiket geplaatst.
B
Artikel 8.1 komt te luiden:
Artikel 8.1. Vereisten
-
1. Veiligheids- of gezondheidssignalering als bedoeld in artikel 8.4 van het besluit
voldoet aan het tweede lid en de artikelen 8.2 tot en met 8.29.
-
2. Veiligheids- of gezondheidssignalering wordt, al naar gelang het geval, geregeld
schoongemaakt, onderhouden, geverifieerd en gerepareerd of zo nodig vervangen, met
het oog op het behoud van hun intrinsieke of functionele kwaliteiten.
C
Artikel 8.2, derde lid, komt te luiden:
D
Artikel 8.12 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden:
Artikel 8.12 Reservoirs en leidingen met gevaarlijke stoffen
2. Het eerste lid komt te luiden:
-
1. Reservoirs die worden gebruikt bij werkzaamheden met dan wel de opslag van chemische
stoffen of mengsels die overeenkomstig EG-verordening indeling, etikettering en verpakking
van stoffen en mengsels als gevaarlijk worden ingedeeld op grond van de criteria voor
enige fysische gevarenklasse of gezondheidsgevarenklasse, alsmede leidingen die dergelijke
stoffen en mengsels bevatten of waardoor deze stoffen en mengsels worden getransporteerd,
worden overeenkomstig die verordening voorzien van de relevante gevarenpictogrammen.
3. Het derde lid komt te luiden:
E
Het opschrift van artikel 8.13 komt te luiden:
Artikel 8.13 Aanbrengen van signalering op reservoirs en leidingen
F
Artikel 8.14 komt te luiden:
Artikel 8.14 Plaatsing op leidingen
De op leidingen gebruikte gevarenpictogrammen of signaalwoorden worden zichtbaar en
voldoende herhaald aangebracht in de nabijheid van de meest gevaarlijke plaatsen,
zoals kleppen en aansluitingspunten.
G
Artikel 8.15 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘als bedoeld 8.12’ vervangen door: als bedoeld in artikel
8.12.
2. In het eerste en tweede lid wordt ‘gevaarssymbolen en gevaarsbenamingen’ telkens
vervangen door: gevarenpictogrammen en signaalwoorden.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
3. Indien artikel 8.10 geen gelijkwaardig waarschuwingsbord bevat, wordt het relevante
gevarenpictogram als weergegeven in bijlage V van EG-verordening indeling, etikettering
en verpakking van stoffen en mengsels gebruikt.
H
In artikel 8.29a wordt ‘4.11 tot en met 4.13, 4.18’ vervangen door ‘4.11 tot en met
4.13, 4.15, 4.18’ en wordt ‘5.1 tot en met 5.3, 8.2’ vervangen door: 5.1 tot en met
5.3, 8.1, tweede lid, 8.2.
I
Bijlage XVIII, onderdeel 2, behorende bij artikel 8.10, zesde lid, wordt als volgt
gewijzigd:
1. Bij het driehoekige bord waarin een uitroepteken staat met het onderschrift gevaar
wordt een voetnoot aangebracht met de volgende tekst: Dit waarschuwingsbord wordt
niet gebruikt om te waarschuwen voor gevaarlijke stoffen, behalve in het geval waarin
het waarschuwingsbord wordt gebruikt op grond van artikel 8.15 om de opslag van gevaarlijke
stoffen aan te geven.
2. Het driehoekige bord waarin een kruis staat met het onderschrift ‘Schadelijke of
irriterende stoffen’ en de daarbij behorende voetnoot vervalt.
J
Artikel 8.29c wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel b wordt als volgt gewijzigd:
a. Onder vernummering van de onderdelen 3° tot en met 99° tot 6° tot en met 102° worden
drie onderdelen ingevoegd, luidende:
-
3°. artikel 1.46, derde lid, onderdelen a tot en met d;
-
4°. artikel 1.46, vierde lid, onderdelen a en b;
-
5°. artikel 1.46, zesde lid en zevende lid;.
b. In onderdeel 6° (nieuw) wordt ‘achtste en negende lid’ vervangen door: negende en
tiende lid.
c. Onder vernummering van de onderdelen 28° tot en met 102° (nieuw) tot 31° tot en met
105° worden drie onderdelen ingevoegd, luidende:
-
28°. artikel 4.1c, eerste lid, onderdelen f en g;
-
29°. artikel 4.1d, eerste lid, onderdelen a en b;
-
30°. artikel 4.1d, derde lid, onderdelen a tot en met d;.
2. Onder vernummering van de onderdelen 8° en 9° tot 9° en 10° wordt in onderdeel c
een onderdeel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onderdeel
A, dat in werking treedt met ingang van 1 juni 2017.
TOELICHTING
I. Algemeen
Dit voorstel tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenregeling (Arboregeling) strekt
tot uitvoering van Richtlijn 2014/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van
26 februari 2014 tot wijziging van de richtlijnen 92/58/EG, 92/85/EEG, 94/33/EG en
98/24/EG van de Raad en Richtlijn 2004/37/EG van het Europees Parlement en de Raad,
teneinde deze aan te passen aan Verordening (EG) nr. 1272/2008 betreffende de indeling,
etikettering en verpakking van stoffen en mengsels (PbEU 2014, L 65).
Daarnaast is het noodzakelijk om de Arboregeling op een onderdeel in lijn te brengen
met Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese
Unie van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van
stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG
en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PbEG 2008, L 353). Het betreft
hier de eisen aan het werkpleketiket.
In genoemde verordening 1272/2008 (hierna CLP-verordening) worden deze eisen expliciet
beschreven. Wijziging is noodzakelijk om de doeltreffendheid van de Arboregeling te
verzekeren en een voldoende hoog niveau van bescherming te garanderen. De onderhavige
wijziging was al aangekondigd in de recente herziening van het Arbobesluit (Stb. 2015, 300).
Het voorstel voor implementatie is afgestemd met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven.
Bij de herziening van het Arbobesluit is de geplande herziening van de Arboregeling
meegenomen zodat een transponeringstabel, financieel-economische gevolgen en uitvoerings-
en handhavingsaspecten hier niet opgenomen hoeven te worden. Daarnaast is in de toelichting bij
de herziening uitvoerig toegelicht waarom de gehele herziening (van Arbobesluit en
Arboregeling) noodzakelijk is.
II Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A (artikel 4.15)
In hoofdstuk 4 van de Arbeidsomstandighedenregeling (Arboregeling) is een nieuwe paragraaf
over werkpleketikettering opgenomen. In het enige artikel van deze paragraaf, artikel
4.15, zijn eisen overgenomen analoog aan de artikelen 17, tweede lid, 31 en 32, eerste
lid van de EG-verordening indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels
(CLP-verordening). De eisen uit de CLP-verordening gelden alleen voor het in de handel
brengen van gevaarlijke stoffen, dezelfde eisen gaan ook gelden voor werkpleketikettering.
Dat geldt ook voor plaatsonafhankelijke arbeid. De CLP-verordening is in artikel 1.1
van het Arbeidsomstandighedenbesluit gedefinieerd als verordening (EG) nr. 1272/2008
van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 december 2008 betreffende
de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking
van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG)
nr. 1907/2006 (PbEG 2008, L 353).
Artikel I, onderdeel B (artikel 8.1)
Aan het oorspronkelijke artikel 8.1 is een tweede lid toegevoegd over het schoonmaken,
onderhouden, verifiëren, repareren of zo nodig vervangen van veiligheids- en gezondheidssignalering
ten einde de intrinsieke of functionele kwaliteiten daarvan te behouden. Deze op zich
vanzelfsprekende eis uit bijlage I (punt 6) bij Richtlijn 92/58/EEG van de Raad van
24 juni 1992 betreffende de minimumvoorschriften voor de veiligheids- en/of gezondheidssignalering
op het werk (negende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn
89/391/EEG) was tot heden niet expliciet opgenomen in de Arboregeling. Van de gelegenheid
is gebruik gemaakt om dit alsnog te doen.
Artikel I, onderdeel C (artikel 8.2)
Dit artikel is technisch aangepast. Voorts zijn een aantal verwijzingen toegevoegd.
Artikel I, onderdeel D (artikel 8.12)
Deze wijziging vloeit voort uit de wijziging in richtlijn 92/58/EEG die met richtlijn
2014/27/EU is aangebracht. Het betreft de wijziging van artikel 1, onderdeel 4, van
richtlijn 2014/27/EU (betreffende bijlage III, punt 1, van richtlijn 92/58/EEG). Bij
de implementatie is zoveel mogelijk aangesloten bij de bestaande terminologie in artikel
8.12. Opgemerkt wordt nog dat het begrip gevaarlijke stoffen in het Arbobesluit is
gedefinieerd als: stoffen of mengsels waaraan werknemers bij de arbeid worden of kunnen
worden blootgesteld die vanwege de eigenschappen van of de omstandigheden waaronder
die stoffen of mengsels voorkomen gevaar voor de veiligheid of gezondheid kunnen opleveren.
Een mengel is gedefinieerd als een mengsel of oplossing bestaande uit twee of meer
stoffen. Daarnaast is in dit onderdeel het opschrift van het artikel aangepast zodat
ook in het opschrift al naar leidingen wordt verwezen.
Artikel I, onderdeel E (artikel 8.13)
Aangezien artikel 8.13 ook betrekking heeft op leidingen, is het opschrift van het
artikel aangepast.
Artikel I, onderdeel F (artikel 8.14)
In dit artikel is de terminologie in overeenstemming gebracht met de terminologie
die ook in het Arbobesluit wordt gebruikt en aansluit bij de gewijzigde richtlijn
92/58/EEG en de CLP-verordening. Tevens is het opschrift van het artikel aangepast
zodat het de lading van het artikel dekt. Artikel 8.14, eerste lid, is komen te vervallen,
aangezien voortaan in artikel 8.2, derde lid, is geregeld dat de signalering op reservoirs
en leidingen overeenkomstig de artikelen 8.9 en 8.11 geschiedt.
Artikel I, onderdeel G (artikel 8.15)
In het eerste en tweede lid is de terminologie in overeenstemming gebracht met de
terminologie die ook in het Arbobesluit wordt gebruikt en aansluit bij de gewijzigde
richtlijn 92/58/EEG en de CLP-verordening. Tevens wordt in het eerste lid een redactionele
aanpassing gedaan. Het derde onderdeel betreft een wijziging die is doorgevoerd in
richtlijn 92/58/EEG (bijlage I, punt 12) met richtlijn 2014/27/EU (artikel 1, onderdeel
2).
Artikel I, onderdeel H (artikel 8.29a)
Dit betreft een technische aanpassing in verband met de nieuwe artikelen 8.1, tweede
lid en 4.15 van de Arboregeling.
Artikel I, onderdeel I (bijlage XVIII)
Deze wijziging vloeit voort uit de wijzigingen in richtlijn 92/58/EEG die met richtlijn
2014/27/EU zijn aangebracht. Het betreft de wijziging van artikel 1, onderdeel 3,
van richtlijn 2014/27/EU (wijziging van bijlage II, punt 3.2 van richtlijn 92/58/EEG).
Onderdeel 1 betreft het aanbrengen van een voetnoot bij het bord ‘gevaar’. Met onderdeel
2 vervalt het bord ‘Schadelijke of irriterende stoffen’ met de bijbehorende voetnoot.
Artikel I, onderdeel J (artikel 8.29c)
In artikel 8.29c is vastgelegd welke overtredingen als soortgelijk worden aangemerkt.
Het begrip soortgelijke overtreding is van belang om vast te stellen of sprake is
van recidive en heeft derhalve gevolgen voor de hoogte van de op te leggen boete voor
een overtreding en het geven van een waarschuwing of het overgaan tot het preventief
stilleggen van werk. Naar aanleiding van de recente wijziging van het Arbobesluit
(Stb. 2015, 300) worden in artikel 8.29c, onder b, wijzigingen aangebracht. Artikel 9.10c van het
Arbobesluit bepaalt namelijk dat in de Arboregeling wordt aangegeven wat onder soortgelijke
overtredingen moet worden verstaan. Er worden derhalve verschillende artikelen van
het Arbobesluit aan de opsomming van artikel 8.29c, onder b, toegevoegd. Tevens wordt,
voortvloeiend uit de onderhavige wijziging van de Arboregeling, artikel 4.15, eerste
lid, onder a tot en met d, tweede en derde lid, van de Arboregeling toegevoegd aan
de opsomming van artikel 8.29c, onder c, en daarmee aangemerkt als soortgelijke overtreding.
Artikel II
Aangezien de uiterste implementatiedatum reeds is verstreken (was 1 juni 2015) is
ervoor gekozen deze regeling de dag na plaatsing in de Staatscourant in werking te
laten treden. Artikel 61, vierde lid, tweede zin, van de CLP-verordening bepaalt dat
mengsels die voor 1 juni 2015 op de markt zijn gebracht overeenkomstig de oude richtlijn
1999/45/EG mogen zijn ingedeeld, geëtiketteerd en verpakt. Hier is met betrekking
tot de werkpleketikettering op de arbeidsplaats en bij plaatsonafhankelijk werken
bij aangesloten. Aangezien artikel 4.15 een nieuwe bepaling is en er voorheen geen
bepaling over werkpleketikettering in de Arboregeling was opgenomen, treedt artikel
4.15 vanaf 1 juni 2017 in werking. Dit laat uiteraard onverlet dat in de periode tot
1 juni 2017 ook al voldaan mag worden aan de eisen zoals geformuleerd in artikel 4.15.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher