Beleidslijn Tijdelijke Natuur

(concept 11 juni 2015)

1. Introductie

Het verwijderen van natuur toestaan om de ontwikkeling van natuur mogelijk te maken. Dat is de schijnbare paradox van het concept Tijdelijke Natuur. Deze nieuwe manier van kijken naar natuur(bescherming) biedt kansen voor zowel natuur als bedrijfsleven.

Kansen

Het probleem is overzichtelijk: veel grondeigenaren met ontwikkelplannen proberen de vestiging van beschermde plant- en diersoorten op hun toekomstige bouwterreinen te voorkomen om conflicten met natuurwetgeving vermijden. De innovatieve oplossing is ook eenvoudig: als terreineigenaren de zekerheid kan worden verschaft dat ze nieuw te vestigen beschermde soorten probleemloos mogen verwijderen op het moment dat de schop de grond in moet, kunnen ze stoppen met hun ‘natuurwerend’ beheer en profiteren zowel de natuur als die grondeigenaren.

Dit levert voor natuur de kans op dat er meer dan 40.000 hectare aan Tijdelijke Natuur bijkomt. En hoewel elk van die Tijdelijke Natuurterreinen een tijdelijk karakter heeft, is de winst voor de natuur permanent. Omdat zaden en jonge dieren zich vanuit een Tijdelijk Natuurgebied naar de omgeving verspreiden helpt dat de instandhouding van populaties.

Voor grondeigenaren biedt de aanpak winst omdat ze geen ‘natuurwerend’ beheer meer hoeven te voeren. Ook lopen ze niet langer het risico om, juist op het moment dat de schop de grond in moet, geconfronteerd te worden met nader onderzoek en eisen voor compensatie.

Terreinen geschikt voor tijdelijke natuur

Tijdelijke Natuur krijgt een kans op terreinen die tijdelijk niet conform de bestemming worden gebruikt. Denk daarbij aan terreinen die:

  • volgens het bestemmingsplan een andere bestemming hebben, maar waarvan de bestemming voorlopig niet gerealiseerd wordt en;

  • terreinen waarvan nu al bekend is dat de bestemming zal gaan veranderen (er is een bestemmingswijziging aanstaande);

De eigenaar is bereid om in afwachting van de realisatie van de nieuwe bestemming het terrein braak te laten liggen, zodat spontane natuurontwikkeling kan plaatsvinden. Wel is voorwaarde dat het terrein minimaal één voortplantingsseizoen (maart tot en met september) beschikbaar is voor tijdelijke natuur.

Het kan gaan om opgespoten haventerreinen, toekomstige industriegebieden, woningbouwlocaties.

Incidenteel kan het ook gaan om vervallen industrieterreinen of andere terreinen die langdurig niet gebruikt worden voor de bestemming.

Het belang van tijdelijke natuur

De Nederlandse overheid heeft de verantwoordelijkheid om flora en fauna op haar grondgebied, in een ‘gunstige staat van instandhouding’ te houden. Tijdelijke natuur kan hieraan een bijdrage leveren want tijdelijke natuur biedt planten en dieren, waaronder zeldzame en beschermde, een tijdelijk leef- en voortplantingsgebied. Die tijdelijkheid lijkt misschien een bezwaar, maar voor veel soorten, zoals sterns, rugstreeppadden en diverse orchideeën is het dat niet. Integendeel, zij gedijen juist in gebieden met sterk wisselende omstandigheden. Zeker voor dit soort ‘specialisten van de dynamiek’ vormen terreinen met tijdelijke natuur een welkome aanvulling op (permanente) natuurgebieden waarin het beheer meestal is gericht op stabiliteit en het tegengaan van plotselinge veranderingen.

Tijdelijke natuur biedt een vestigings-, reproductie-, fourageer-, overnachtings- of overwinteringsplek voor pioniersoorten, soorten van vroege en latere successiestadia, doortrekkers en overwinteraars. Het terrein kan ook fungeren als stepping stone c.q. ecologische verbinding, zodat andere tijdelijke en permanente natuurgebieden beter bereikt kunnen worden.

In principe is tijdelijke natuur toegankelijk voor mensen. Voor de betreding van het terrein kan wel toestemming van de eigenaar nodig zijn. In sommige gevallen, bijvoorbeeld te midden van gevaarlijke installaties of als er sprake is van drijfzand, kan het noodzakelijk zijn het terrein af te sluiten.

Het effect van tijdelijke natuur

Het effect van tijdelijke natuur hangt samen met de schaal waarop wordt gekeken. In het terrein zelf zullen planten en dieren zich eerst vestigen en in aantal toenemen en weer verdwijnen op het moment dat het daar geplande project start. Op die plek is het effect dus tijdelijk. Op een groter schaalniveau is het effect echter permanent, omdat jonge dieren of plantenzaden zich vanuit dit tijdelijke habitat verspreiden naar de omgeving. Dit vindt niet alleen plaats op het moment dat het projectgebied wordt opgeruimd, maar ook al daarvoor. Het functioneren als kolonisatiekern betekent dat tijdelijke natuur een permanent effect heeft op de populaties van planten en dieren in de wijde omgeving.

Het risico dat sommige soorten door de ontwikkeling van tijdelijke natuur uiteindelijk achteruitgaan is verwaarloosbaar klein. Dit is alleen zeer lokaal en op zeer beperkte schaal mogelijk, als de leefomgeving van die soort buiten het terrein eigenlijk al niet meer geschikt is voor die soort. In dat geval is niet de ontwikkeling van een tijdelijk natuurterrein de boosdoener, maar de slechte staat van instandhouding en/of negatieve ontwikkelingen in het ‘permanente’ leefgebied.

2. Wettelijke grondslag

Een belangrijk kenmerk van tijdelijke natuur is dat de flora en fauna die zich gedurende een bepaalde tijd ontwikkelt, na verloop van tijd weer actief wordt verwijderd, omdat de grondeigenaar/initiatiefnemer de eindbestemming gaat realiseren. Op het moment dat de schop de grond in gaat, kan de initiatiefnemer in aanraking komen met natuurwetgeving indien er zich beschermde soorten op het terrein hebben gevestigd. Om beschermde soorten te mogen verwijderen, is toestemming nodig van het bevoegde gezag inzake de wettelijke soortenbescherming.

Raakvlakken natuurwetgeving.

Voor Tijdelijke Natuur zijn de volgende beschermingsregimes relevant: in alle gevallen soortenbescherming en mogelijk ook gebiedenbescherming.

Soortenbescherming:

Het onderdeel soortenbescherming is altijd aan de orde, omdat het uitgangspunt van Tijdelijke Natuur is dat zich planten- en diersoorten vestigen op terreinen, waarbij de kans bestaat dat zich daaronder beschermde soorten bevinden. Zodra beschermde soorten worden verwijderd of negatief worden beïnvloed, zijn de verbodsbepalingen van de natuurwetgeving aan de orde.

Daarnaast is de algemene zorgplicht van toepassing bij tijdelijke natuur. Deze zorgplicht houdt in dat iedereen ‘voldoende zorg’ in acht neemt voor alle in het wild voorkomende dieren en planten, dus ook niet-beschermde soorten, en hun leefomgeving. Dit is een algemene verantwoordelijkheid die voor iedereen geldt. Voor tijdelijke natuur betekent dit bijvoorbeeld dat er niet onnodig dieren en planten worden gedood, wanneer er redelijkerwijs een andere oplossing voor is, bijvoorbeeld het verplaatsen naar een ander gebied.

Toetsing soortenbescherming en tijdelijke natuur:

De wet is bedoeld om kwetsbare soorten te beschermen, zodat het voortbestaan van deze soorten in Nederland niet in gevaar komt. De wettelijke soortenbescherming is vormgegeven aan de hand van verbodsbepalingen, zoals het verbod op het opzettelijk doden of opzettelijk verontrusten van beschermde dieren of het verbod om opzettelijk beschermde planten te plukken.

Op deze verbodsbepalingen zijn een aantal uitzonderingsmogelijkhedenmogelijk. Zo kan er ontheffing worden verleend, indien voldaan wordt aan de volgende drie criteria:

  • Er bestaat geen andere bevredigende oplossing

    In terreinen waar tijdelijke natuur de ruimte gegeven wordt, kunnen zich (hoogdynamische) biotopen ontwikkelen waar een breed spectrum aan flora en fauna profijt van kan hebben. Dit geldt in het bijzonder voor pionierssoorten, omdat terreinen waar de hiervoor omschreven dynamiek plaats kan vinden, nauwelijks nog voorkomen in Nederland. Ook het inrichten van permanente natuurgebieden biedt hiervoor geen goede oplossing, omdat ook daar successie plaats zal vinden. Derhalve kan vastgesteld worden dat er voor het toepassen van tijdelijke natuur geen andere bevredigende oplossing voorhanden is.

  • Belang van de ingreep

    Tijdelijke Natuur draagt bij aan de duurzame instandhouding van de inheemse flora en fauna; het biedt mogelijkheden om de verspreiding van soorten te bevorderen. Met name pionierssoorten en vroege soorten die afhankelijk zijn van dynamiek in het landschap, zullen profiteren. In een volgend stadium van natuurlijke successie zullen deze soorten vanzelf verdwijnen, en biedt zo ruimte aan andere beschermde soorten. Tijdelijke natuur kan daarom een permanente winst zijn. Soorten kunnen zich in het tijdelijke gebied versterken en van daaruit nieuwe terreinen bezetten. Derhalve kan vastgesteld worden dat Tijdelijke Natuur dient ter bescherming van flora en fauna, waarmee er een wettelijk belang is op grond waarvan ontheffing kan verleend worden. Een belang dat bovendien volgt uit de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn.

  • Gunstige staat van instandhouding

    Zoals in het vorige hoofdstuk is betoogd, heeft tijdelijke natuur een positief effect op de Nederlandse flora en fauna. Tijdelijke natuur heeft dan ook geen negatieve invloed op de gunstige staat van instandhouding van de in Nederland voorkomende beschermde soorten.

Op deze wijze kan, mits er wordt voldaan aan de overige criteria van tijdelijke natuur (zie het volgende hoofdstuk) ontheffing worden verleend. Ook is het mogelijk om gebruik te maken van de goedgekeurde gedragscode tijdelijke natuur, wanneer deze door de staatssecretaris van economische zaken goedgekeurd is.

Gebiedenbescherming:

Tijdelijke natuurontwikkeling op een terrein dat in (de nabijheid van) een beschermd natuurgebied (Natura2000) ligt, kan effect hebben op de natuurwaarden in dat beschermde natuurgebied (externe werking). Indien dit effect negatief is, is een vergunning in het kader van de gebiedenbescherming nodig. Tijdelijke natuur heeft echter vrijwel altijd een positief effect op de natuurontwikkeling in de omgeving, zo niet, dan is het effect neutraal (zie vorige hoofdstuk). Daarom zal er in de praktijk geen sprake zijn van significant negatieve effecten waardoor er voor tijdelijke natuur in (de buurt van) beschermde natuurgebieden geen vergunning nodig zal zijn.

3. Procedure

Definitie tijdelijke natuur

Van Tijdelijke Natuur is sprake als,

  • de uiteindelijke bestemming van het terrein vast ligt,1 dan wel de bestemming is duidelijk, d.w.z. er moet overtuigend aangetoond worden dat de bestemming gaat veranderen en dat daarover geen discussie meer is.

  • die bestemming nog niet is gerealiseerd,2

  • die bestemming in de regel niet natuur is,3

  • er spontane (of op beperkte schaal geleide) natuurontwikkeling4 plaats vindt tussen het moment dat (vooraf) ontheffing is verleend voor het ruimen van de beschermde soorten die zich mogelijk in het gebied zullen vestigen en het moment van daadwerkelijke realisatie van de uiteindelijke bestemming,

  • de natuur minimaal één jaar5 de tijd krijgt om zich te ontwikkelen, en

  • aan noodzakelijke compensatievoorwaarden is voldaan of juridisch afdoende vastgelegd is hoe dat zal gebeuren.

Voorwaarden voor een ontheffing tijdelijke natuur

De essentie van Tijdelijke Natuur is dat vooraf, voordat de Tijdelijke Natuur zich ontwikkelt, ontheffing wordt verleend voor het weer ruimen van die Tijdelijke Natuur. Reeds in het betreffende terrein aanwezige natuur valt daar niet onder. Dat is immers reeds bestaande natuur. Er dient om die reden een deugdelijke inventarisatie van de reeds in het gebied voorkomende beschermde soorten te hebben plaatsgevonden, de resultaten daarvan dienen te zijn vastgelegd en er dient door de aanvrager van de ontheffing voor Tijdelijke Natuur gegarandeerd te worden dat aan alle wettelijke verplichtingen betreffende die reeds aanwezige beschermde soorten zal worden voldaan, alvorens ontheffing in het kader van het concept Tijdelijke Natuur kan worden verleend.

Aanvragers

Zowel een individuele grondeigenaar als een groep van grondeigenaren kan een ontheffing aanvragen.

Op deze wijze wordt overbodige bureaucratie met extra werk voor de aanvragers als voor RVO.nl voorkomen. De aanvraag kan door één van de eigenaren worden gedaan voor één gebied. De verkregen ontheffing kan via een privaatrechtelijke overeenkomst worden gedelegeerd aan de andere eigenaren.

Soorten opgenomen in de ontheffing

Voor de beoordeling van aanvragen wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende biogeografische regio’s in Nederland. Aan elke biogeografische regio is een soortenlijst gekoppeld met alle soorten die in de betreffende regio kunnen voorkomen. In de te verlenen ontheffing kan voor de soorten waarop de ontheffing van toepassing is simpelweg worden verwezen naar die biogeografische kaart met bijbehorende soortenlijst. Aanvragers van ontheffing hoeven niet langer zelf een inschatting te (laten) maken van welke wettelijk beschermde soorten zich mogelijk in Tijdelijke Natuur zullen kunnen vestigen. Deze kaart met bijbehorende lijst (en eventueel toekomstige aanpassingen ervan) worden gepubliceerd in de Staatscourant.

De biogeografische kaart met bijbehorende soortenlijst biedt ook belangrijke mogelijkheden voor terugdringen van bureaucratie rond aanvragen en verlenen van ontheffing buiten het concept van Tijdelijke Natuur. Aanvragers van reguliere ontheffingen kunnen aan de hand van de kaart en de soortenlijsten gemakkelijk controleren of de vereiste inventarisatie van soorten volledig is. Datzelfde geldt voor de ontheffingverlener. Deze kan aan de hand van de kaart en de soortenlijsten gemakkelijk controleren of een aanvraag volledig is. Daarmee kan intensieve correspondentie over aanvullende informatie worden voorkomen en de afhandelingstermijn voor aanvragen worden bekort.

Looptijd van de ontheffing

De ontheffing voor het terrein heeft in beginsel een looptijd van maximaal 10 jaar. Dit komt overeen met de maximale wettelijke tijdspanne dat een bestemming op een terrein kan liggen zonder dat deze is gerealiseerd. Elke 10 jaar wordt een bestemmingsplan hernieuwd. Als de niet gerealiseerde bestemming opnieuw wordt vastgelegd kan ook de geldigheidsduur van de ontheffing tijdelijke natuur voor 10 jaar worden verlengd.

Een jaar voor het aflopen van de ontheffing of voor het opruimen van het tijdelijke natuur terrein moet het terrein gemonitord/ geïnventariseerd te worden welke soorten aanwezig zijn. Dit om de juiste zorgplichtmaatregen te kunnen treffen. Deze monitoring hoeft enkel overlegd te worden bij het bevoegd gezag als er een verlengingsaanvraag voor tijdelijke natuur betreft.

Ontheffingsvoorschriften

Bij de ingebruikname van het terrein zal de tijdelijke natuur worden opgeruimd. Opruimen beïnvloedt de aanwezige planten en dieren. Dat er op enig moment wordt opgeruimd, maakt onlosmakelijk deel uit van het principe van tijdelijke natuur. Aangezien de positieve effecten van tijdelijke natuur opwegen tegen de negatieve effecten van het opruimen – zoals eerder betoogd is er geen negatieve invloed op soortniveau – wordt door het ministerie ontheffing verleend voor tijdelijke natuur. Dit ontslaat de initiatiefnemer er echter niet van de wettelijke zorgplicht om tijdens het opruimen op zorgvuldige wijze te werk te gaan en schade aan planten en dieren redelijkerwijs zoveel mogelijk te voorkomen of tot een minimum te beperken (te mitigeren, niet compenseren). Deze voorwaarden zullen dan ook bij een ontheffing voor tijdelijke natuur worden gesteld. In de praktijk hoeft dit geen groot probleem te zijn. Als tijdelijke natuur verdwijnt en de werkzaamheden voor de definitieve inrichting gaan van start, dan is dit vaak van te voren bekend. Starten met de werkzaamheden buiten het broedseizoen lost problemen met bijvoorbeeld broedende vogels en negatieve publiciteit op, maar ook als een start daarbinnen voorzien is, is dit mogelijk. Het gebied kan namelijk al voor het broedseizoen ongeschikt gemaakt worden. Het opruimen zal moeten plaatsvinden onder begeleiding van een deskundig ecoloog op gebied van de soorten die zijn aangetroffen.

Beheer en inrichting van tijdelijke natuur

Tijdelijke Natuur vraagt geen inrichting, gebruik en/of beheer. Uiteraard mag het gebied wel aantrekkelijk worden gemaakt voor dieren, planten en recreanten. Aanvullende maatregelen zijn facultatief. Wel is het de bedoeling dat hierbij zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de natuurlijke potentie van het gebied en zijn omgeving (quick wins die met weinig moeite veel opleveren). Het is niet de bedoeling om ingrijpende maatregelen te treffen om een tijdelijke natuurgebied in te richten of te beheren. Hierbij kan de volgende richtlijn worden gebruikt:

  • Het aanplanten van grassen, gewassen, houtopstanden en dergelijke is landbouw en geen tijdelijke natuur. Ook grote ingrepen om er een tuin- of parkachtig landschap van te maken is geen tijdelijke natuur.

  • Intensieve beweiding, maaien tijdens het groeiseizoen, vaker dan eens per jaar maaien, maaien en klepelen en bestrijding van ‘onkruiden’ die geen schade aanrichten aan de omgeving zijn ook niet toegestaan.

  • Minimale ingrepen om biodiversiteit te stimuleren zijn wel mogelijk zoals bijvoorbeeld: het inzaaien van inheemse bloemmengsels, extensief beheren (als het de biodiversiteit ten goede komt) zoals 1 x per jaar maaien of extensief begrazen ook kunnen evenals ingrepen om pionierssoorten te lokken zoals het (deels) afgraven van de bovenlaag, het aanbrengen van een zandlichaam, het graven van een poel of het aanleggen van een stijlwand. Ook de aanleg van een onverhard wandelpad is mogelijk. Materieel kan op maximaal 5% van het terrein worden opgeslagen.

  • Opschietende bomen mogen gerooid worden. ‘Onkruiden’ die schadelijk zijn voor de omgeving mogen bestreden worden (distels, Jacobskruiskruid)

Recreatie en tijdelijke natuur

Tijdelijke natuur is in principe ook gebruiksnatuur. Voor betreding van het terrein kan wel toestemming van de eigenaar nodig zijn. In sommige gevallen, bijvoorbeeld als er sprake is van gevaarlijke situaties, kan afsluiten van (een deel van) het terrein noodzakelijk zijn. Recreatie mag de (ontwikkeling van) biodiversiteit niet in de weg staan. Intensief gebruik past niet binnen het concept tijdelijke natuur. Denk hierbij aan het organiseren van evenementen en festivals of het gebruik als tijdelijke parkeerterrein.

BIJLAGE

Groningen + Friesland + Drenthe

Overijssel + Gelderland + Utrecht

Flevoland

Noord-Holland + Zuid Holland

Noord-Brabant + Limburg + Zeeland

 

zeekleigebied

laagveengebieden

zandgebieden en veenkoloniën

duinen (kustzone)

bebouwing en stedelijk gebied

zandgebieden en veenkoloniën

laagveengebieden

rivierengebied

bebouwing en stedelijk gebied

droogmakerijen

zandgebieden

bebouwing en stedelijk gebied

duinen (kustzone)

zeekleigebied

rivierengebied

laagveengebieden

droogmakerijen

zandgebieden

bebouwing en stedelijk gebied

zandgebieden

rivierengebied

heuvelland

zeekleigebied

bebouwing en stedelijk gebied

 

basis

soort

opmerking

AMVB

das

 

x

x

   

x

x

x

 

x

x

     

x

   

x

 

x

x

x

 

x

 

AMVB

boommarter

 

x

x

x

 

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

x

x

x

x

x

 

x

     

AMVB

eikelmuis

                                     

x

 

x

1

 

1 = Zeeuws Vlaanderen

AMVB

gewone zeehond

                                                 

AMVB

veldspitsmuis

         

x

                               

1

 

1 = Zeeuws Vlaanderen

AMVB

waterspitsmuis

x

x

x

   

x

x

x

 

x

x

x

1

x

x

x

x

x

 

x

x

x

x

 

1 = Texel

AMVB

adder

   

x

   

x

                     

x

 

x

         

AMVB

hazelworm

   

x

   

x

                     

x

 

x

 

x

     

AMVB

ringslang

 

x

x

   

x

     

x

 

x

     

x

x

x

x

           

AMVB

vinpootsalamander

                                     

x

 

x

     

AMVB

vuursalamander

                                         

x

     

AMVB

beekprik

         

1

                         

1

 

1

   

1 = kleine beken en sprengen

AMVB

bittervoorn

x

x

   

x

x

x

x

x

x

 

x

 

x

x

x

x

x

x

x

x

   

x

 

AMVB

elrits

         

1

               

x

       

1

x

1

   

1 = beken

AMVB

gestippelde alver

                           

x

         

x

x

     

AMVB

grote modderkruiper

0

x

0

   

x

x

x

           

x

x

x

x

 

x

x

 

x

   

AMVB

rivierprik

   

1

       

x

           

x

         

x

     

1 = Drentse Aa

AMVB

bruin dikkopje

                                         

x

     

AMVB

dwergblauwtje

                                         

x

     

AMVB

dwergdikkopje

                                         

0

   

0 = niet meer in Nederland

AMVB

groot geaderd witje

         

0

                             

0 1

   

0 = niet meer in Nederland

1= geen voortplanting > 30 jaar

AMVB

grote ijsvogelvlinder

     

0 1

                                 

0

   

0 = niet meer in Nederland

1= Terschelling tot 1995

AMVB

heideblauwtje

   

x

2

 

x

           

1

       

x

 

x

       

1 = Texel, 2 Terschelling

AMVB

iepenpage

         

x 1

                             

x

 

2

1 = Winterswijk 2013 2= Heerlen, Eindhoven

AMVB

kalkgraslanddikkopje

                                         

0

   

0 = niet meer in Nederland, zwerver in 2010

AMVB

keizersmantel

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

vaker voortplanting in Nederland

AMVB

klaverblauwtje

                                         

x

 

x

Valkenburg, Maastricht

AMVB

purperstreepparelmoervlinder

                                         

x

     

AMVB

rode vuurvlinder

                                         

x

     

AMVB

rouwmantel

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

momenteel vnl zwervende exemplaren

AMVB

tweekleurig hooibeestje

   

0

   

0

                         

0

       

0 = niet meer in Nederland

AMVB

veenbesparelmoervlinder

   

x

                                           

AMVB

veenhooibeestje

   

x

                                           

AMVB

veldparelmoervlinder

                                     

x

 

x

     

AMVB

woudparelmoervlinder

         

0

                         

0

 

0

   

0 = niet meer in Nederland

AMVB

zilvervlek

         

0

                         

0

 

0

   

0 = niet meer in Nederland, 1 zwerver in 90 er jaren

AMVB

groot zeegras

     

x

                                   

x

   

Bijl IV

baardvleermuis

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

Bijl IV

bechstein’s vleermuis

         

0

                         

0

 

x

   

0 = niet meer aanwezig

Bijl IV

bever

   

x

   

x

 

x

 

x

x

x

   

x

       

x

x

x

     

Bijl IV

bosvleermuis

         

x

                         

x

 

x

     

Bijl IV

brandt’s vleermuis

         

0

                         

0

 

0

   

0 = niet meer in Nederland

Bijl IV

bruinvis

                       

1

                 

1

 

1 = alleen in zoute wateren

Bijl IV

euraziatische lynx

         

0

     

0

                 

0

 

o

   

0 = nog niet aanwezig

o = niet meer aanwezig

Bijl IV

franjestaart

   

x

   

x

   

x

     

x

       

x

x

x

 

x

 

x

 

Bijl IV

gewone dolfijn

                       

1

                 

1

 

1 = alleen in zoute wateren

Bijl IV

gewone dwergvleermuis

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

Bijl IV

gewone grootoorvleermuis

 

x

x

 

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

Bijl IV

grijze grootoorvleermuis

                                     

x

 

x

x

x

 

Bijl IV

grote hoefijzerneus

                                         

0

   

0 = niet meer in Nederland

Bijl IV

hamster

                                         

x

     

Bijl IV

hazelmuis

                                         

x

     

Bijl IV

ingekorven vleermuis

                                     

x

 

x

     

Bijl IV

kleine dwergvleermuis

       

0

     

0

   

0

           

0

       

0

0 = nog niet aanwezig

Bijl IV

kleine hoefijzerneus

                                         

0

   

0 = niet meer in Nederland

Bijl IV

laatvlieger

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

Bijl IV

meervleermuis

x

x

     

x

x

   

x

x

 

1

x

x

x

x

 

x

x

x

   

1

1 = mergelgroeves, bunkers e.d.

Bijl IV

mopsvleermuis

                                         

x

x

   

Bijl IV

nathusius’ dwergvleermuis = ruige dwergvleermuis

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

Bijl IV

noordse woelmuis

 

x

             

x

   

x

x

x

x

x

     

x

 

x

   

Bijl IV

otter

 

x

x

   

x

x

x

 

x

x

   

x

x

x

x

   

0

0

0

0

 

0 = nog niet aanwezig

Bijl IV

rosse vleermuis

x

x

x

 

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

Bijl IV

tuimelaar

                                           

1

 

1 = alleen in zoute wateren

Bijl IV

tweekleurige vleermuis

 

x

x

     

x

               

x

x

             

uitbreidend

Bijl IV

vale vleermuis

         

x

                         

x

x

x

x

   

Bijl IV

watervleermuis

x

x

x

 

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

Bijl IV

wilde kat

                                         

x

     

Bijl IV

witflankdolfijn

                                           

1

 

1 = alleen in zoute wateren

Bijl IV

witsnuitdolfijn

                                           

1

 

1 = alleen in zoute wateren

Bijl IV

wolf

   

0

   

0

 

0

 

0

0

               

0

       

0 = nog niet aanwezig

Bijl IV

boomkikker

         

x

                         

x

   

x

   

Bijl IV

geelbuikvuurpad

                                         

x

     

Bijl IV

gladde slang

   

x

   

x

                     

x

 

x

         

Bijl IV

heikikker

 

x

x

   

x

x

         

x

 

x

x

 

x

 

x

x

       

Bijl IV

kamsalamander

   

x

   

x

 

x

x

         

x

   

x

 

x

x

x

1

 

1= Zeeuws vlaanderen

Bijl IV

knoflookpad

   

x

   

x

 

x

                     

x

         

Bijl IV

muurhagedis

                                         

x

 

x

 

Bijl IV

poelkikker

   

x

   

x

 

x

       

x

 

x

   

x

 

x

x

       

Bijl IV

rugstreeppad

   

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

Bijl IV

vroedmeesterpad

         

x

           

x

               

x

     

Bijl IV

zandhagedis

     

x

 

x

           

x

       

x

 

x

         

Bijl IV

donker pimpernelblauwtje

                                     

x

         

Bijl IV

grote vuurvlinder

 

x

       

x

                                   

Bijl IV

pimpernelblauwtje

                                     

x

         

Bijl IV

tijmblauwtje

         

0

                         

0

 

0

   

0 = niet meer in Nederland

Bijl IV

zilverstreephooibeestje

         

0

                         

0

 

0

   

0 = niet meer in Nederland

Bijl IV

bronslibel

             

0

           

0

         

0

     

0 = niet meer in Nederland

Bijl IV

gaffellibel

             

0

                     

x

x

     

0 = niet meer aanwezig

Bijl IV

gevlekte witsnuitlibel

 

x 1

x

x

x 2

x

x

x

 

x

x

 

x

   

x

 

x

 

x

x

     

1= Rottige Meente

2= Groningen, Veendam

Bijl IV

groene glazenmaker

 

x

   

x 1

 

x

             

x

x

       

2

     

1= Veendam, omliggende dorpen

2= Langstraat en omg Waalwijk

Bijl IV

noordse winterjuffer

           

x

   

x

                             

Bijl IV

oostelijke witsnuitlibel

   

x 1

   

0

                         

0

       

0 = niet meer aanwezig

1= Delleboersterweide

Bijl IV

rivierrombout

             

x

           

x

         

x

       

Bijl IV

sierlijke witsnuitlibel

           

x 1

                       

0

 

0

   

0 = niet meer aanwezig

1= Weerribben en Wieden uitbreidend

Bijl IV

houting

             

x

           

x

         

x

       

Bijl IV

steur

             

x

           

x

         

x

       

Bijl IV

drijvende waterweegbree

   

x

x

 

x

x

               

x

 

x

 

x

         

Bijl IV

groenknolorchis

 

x

 

x

   

x

         

x

   

x

           

x

   

Bijl IV

kruipend moerasscherm

   

x

   

x

           

x

           

x

   

x

   

Bijl IV

zomerschroeforchis

                                     

x

         

Bijl IV

brede geelrandwaterroofkever

   

x

   

0

                 

0

     

0

       

0 = niet meer aanwezig

Bijl IV

gestreepte waterroofkever

 

x

x

   

x

x

               

x

     

x

         

Bijl IV

heldenbok

                                               

vestiging is onwaarschijnlijk

Bijl IV

juchtleerkever

                                               

vestiging is onwaarschijnlijk

Bijl IV

vermiljoenkever

                                     

x

         

Bijl IV

bataafse stroommossel

             

0

           

0

         

0

     

0 = niet meer in Nederland

Bijl IV

platte schijfhoren

x

x

     

x

x

x

         

x

 

x

x

   

x

         

nest1

steenuil

       

x

     

x

   

x

           

x

       

x

 

nest2

gierzwaluw

       

x

     

x

   

x

           

x

       

x

in FL alleen in NOP? (Urk)

nest2

roek

x

x

x

 

x

x

x

x

x

0

0

0

 

0

x

x

 

x

x

x

x

x

 

x

0= nog niet aanwezig

1= alleen Zuid Holland

nest3

grote gele kwikstaart

         

x

   

x

     

x

           

x

 

x

 

x

typische bekensoort

nest3

kerkuil

       

x

     

x

   

x

           

x

       

x

gebonden aan (solitaire) bebouwing (nestkasten)

nest3

oehoe

         

x 1

                         

0

 

x

   

met name groeves

0 = nog niet aanwezig

1= steengroeve Winterswijk

nest3

ooievaar

       

x

           

x 1

           

x

       

x

gebonden aan (solitaire) bebouwing (kunstnesten)

1 = hoogspanningsmasten

nest3

slechtvalk

       

x

           

x 1

           

x

       

x

gebonden aan hoge bebouwing (nestkasten)

1 = electriciteitscentrale

nest4

boomvalk

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

nest4

buizerd

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

nest4

havik

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

nest4

ransuil

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

nest4

sperwer

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

nest4

wespendief

   

x

   

x

     

x

x

           

x

 

x

 

x

     

nest4

zwarte wouw

             

x

                     

x

x

       

nest5

blauwe reiger

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

koloniebroeder in bomen

nest5

boerenzwaluw

       

x

     

x

   

x

           

x

       

x

 

nest5

bonte vliegenvanger

   

x

 

x

x

   

x

 

x

x

         

x

x

x

     

x

ook in nestkasten

nest5

boomklever

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

oude bossen; rest niet belangrijk

nest5

boomkruiper

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

nest5

bosuil

x

 

x

 

x

x

   

x

 

0

   

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

dikke bomen met holtes nodig

0 = nog niet aanwezig

nest5

brilduiker

             

x

           

x

         

x

       

nest5

draaihals

   

x

   

x

                                     

nest5

eidereend

     

x

               

1

                 

2

 

1 = alleen Texel

2 = kleine kolonie Neeltje Jans

nest5

ekster

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

nest5

gekraagde roodstaart

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

bossoort; ook nestkasten

nest5

glanskop

   

x

 

1

x

   

1

 

0

           

x

1

x

 

x

 

1

bossoort

0 = nog niet aanwezig

1= op zandgrond

nest5

grauwe vliegenvanger

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

bossoort

nest5

groene specht

x

x

x

x

x

x

x

x

x

0

x

0

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

0 = nog niet aanwezig

nest5

grote bonte specht

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

nest5

hop

                                     

1

       

1 = De Hamert

nest5

huiszwaluw

       

x

     

x

   

x

           

x

       

x

gebonden aan (solitaire) bebouwing (koloniebroeder)

nest5

ijsvogel

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

steile (oever)wanden

nest5

kleine bonte specht

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

bossoort

nest5

kleine vliegenvanger

                                               

geen broedvogel in NL

nest5

koolmees

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

nest5

kortsnavelboomkruiper

         

x

                         

x

 

x

     

nest5

middelste bonte specht

   

x

   

x

                         

x

 

x

     

nest5

oeverzwaluw

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

nest5

pimpelmees

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

nest5

raaf

   

x

   

x

     

x

x

         

0

x

 

x

0

0

   

0 = nog niet aanwezig

nest5

ruigpootuil

   

x

   

x

                         

0

       

dikke bomen met holtes nodig

0 = nog niet aanwezig

nest5

spreeuw

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

nest5

tapuit

x

 

x

x

 

x

     

x

x

 

x

x

     

x

 

x

   

x

   

nest5

torenvalk

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

nest5

zeearend

x

               

1

2

   

3

           

0

 

0

 

0 = nog niet aanwezig

1= Oostevaardersplassen

2 = Roggebotzand 3 = Biesbosch

nest5

zwarte kraai

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

nest5

zwarte mees

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

 

x

x

x

x

x

x

x

x

x

bossoort

nest5

zwarte roodstaart

       

x

     

x

   

x

           

x

       

x

 

nest5

zwarte specht

   

x

   

x

       

x

           

x

 

x

 

x

   

dikke bomen met holtes nodig

LEGENDA Het betreft een indicatieve lijst; derhalve kunnen er geen rechten aan worden ontleend

x = aanwezig

leeg vak = ongeschikt voor soort

De eerste kolom geeft de wettelijke basis aan op grond waarvan de soort belangrijk is.

AMVB betreft de tabel 2 en 3 soorten uit de Flora en Faunawet

BIJL IV betreft de niet-vogels uit de habitat richtlijn, die overeenkomt met tabel 3 uit de Flora en Faunawet

nest 1 t/m 5 betreft de vogelsoorten die op deze wijze zijn aangemerkt in de Flora en Faunawet

DLG 28 mei 2014

Groningen + Friesland + Drenthe

Overijssel + Gelderland + Utrecht

Flevoland

Noord-Holland + Zuid Holland

Noord-Brabant + Limburg + Zeeland

 

zeekleigebied

laagveengebieden

zandgebieden en veenkoloniën

duinen (kustzone)

bebouwing en stedelijk gebied

zandgebieden en veenkoloniën

laagveengebieden

rivierengebied

bebouwing en stedelijk gebied

droogmakerijen

zandgebieden

bebouwing en stedelijk gebied

duinen (kustzone)

zeekleigebied

rivierengebied

laagveengebieden

droogmakerijen

zandgebieden

bebouwing en stedelijk gebied

zandgebieden

rivierengebied

heuvelland

zeekleigebied

bebouwing en stedelijk gebied

 

basis

soort

opmerking

AMVB

das

 

a

A

   

A

a

A

 

c

a

     

b

   

b

 

A

A

A

 

A

 

AMVB

boommarter

 

b

a

a

 

a

b

b

a

c

a

c

a

b

 

b

b

a

a

a

 

a

     

AMVB

eikelmuis

                                     

c

 

c

c1

 

1 = Zeeuws Vlaanderen

AMVB

gewone zeehond

                                                 

AMVB

veldspitsmuis

         

c

                               

c1

 

1 = Zeeuws Vlaanderen

AMVB

waterspitsmuis

a

a

a

   

a

a

a

 

a

a

a

a1

a

a

a

a

a

 

a

a

a

a

 

1 = Texel

AMVB

adder

   

B

   

B

                     

B

 

B

         

AMVB

hazelworm

   

A

   

A

                     

A

 

A

 

A

     

AMVB

ringslang

 

A

A

   

A

     

A

 

A

     

A

A

A

A

           

AMVB

vinpootsalamander

                                     

A

 

a

     

AMVB

vuursalamander

                                         

b

     

AMVB

beekprik

         

C1

                         

C1

 

C1

   

1 = kleine beken en sprengen

AMVB

bittervoorn

A

A

   

A

A

A

A

A

A

 

A

 

A

A

A

A

A

A

A

A

   

A

 

AMVB

elrits

         

c1

               

c

       

c1

c

C1

   

1 = beken

AMVB

gestippelde alver

                           

c

         

c

c

     

AMVB

grote modderkruiper

Ao

A

Ao

   

A

A

A

           

A

A

A

A

 

A

A

 

A

   

AMVB

rivierprik

   

C1

       

C

           

C

         

C

     

1 = Drentse aa

AMVB

bruin dikkopje

                                         

c

     

AMVB

dwergblauwtje

                                         

c

     

AMVB

dwergdikkopje

                                         

c

   

o = niet meer in Nederland

AMVB

groot geaderd witje

         

c1

                             

c

   

1 = in het verleden, nu verdwenen uit Nederland

AMVB

grote ijsvogelvlinder

     

c1

                                 

c1

   

1 = in het verleden, nu verdwenen uit Nederland

AMVB

heideblauwtje

   

A

A

 

A

           

A1

       

A

 

A

       

1 = Texel

AMVB

iepenpage

         

b2

                             

b

 

b1

1 = Heerlen, Eindhoven, Rest Zuid-Limburg

2: omgeving Winterswijk

AMVB

kalkgraslanddikkopje

                                         

c

   

o = niet meer in Nederland

AMVB

keizersmantel

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

momenteel vnl zwervende exemplaren; breidt uit met vaker voortplanting

AMVB

klaverblauwtje

                                         

b

 

b

 

AMVB

purperstreepparelmoervlinder

                                         

c

     

AMVB

rode vuurvlinder

                                         

c

     

AMVB

rouwmantel

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

momenteel vnl zwervende exemplaren

AMVB

tweekleurig hooibeestje

   

c

   

c

                         

c

       

o = niet meer in Nederland

AMVB

veenbesparelmoervlinder

   

c

                                           

AMVB

veenhooibeestje

   

c

                                           

AMVB

veldparelmoervlinder

                                     

b

 

b

     

AMVB

woudparelmoervlinder

         

c

                         

c

 

c

   

o = niet meer in Nederland

AMVB

zilvervlek

         

c0

                         

co

 

co

   

o = niet meer in Nederland

AMVB

groot zeegras

     

c

                                   

c

   

Bijl IV

baardvleermuis

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

 

Bijl IV

bechstein’s vleermuis

         

co

                         

co

 

c

     

Bijl IV

bever

   

b

   

a

 

A

 

A

a

A

   

A

       

a

A

a

     

Bijl IV

bosvleermuis

         

c

                         

c

 

c

     

Bijl IV

brandt’s vleermuis

         

co

                         

co

 

co

     

Bijl IV

bruinvis

                       

C1

                 

C1

 

1 = alleen in zoute wateren

Bijl IV

euraziatische lynx

         

c1

     

c1

                 

c1

 

co

   

1 = toekomst

Bijl IV

franjestaart

   

a

   

a

   

a

     

a

       

a

a

a

 

a

 

a

 

Bijl IV

gewone dolfijn

                       

C1

                 

C1

 

1 = alleen in zoute wateren

Bijl IV

gewone dwergvleermuis

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

 

Bijl IV

gewone grootoorvleermuis

 

a

a

 

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

 

Bijl IV

grijze grootoorvleermuis

                                     

a

 

a

a

a

 

Bijl IV

grote hoefijzerneus

                                         

co

     

Bijl IV

hamster

                                         

c

     

Bijl IV

hazelmuis

                                         

c

     

Bijl IV

ingekorven vleermuis

                                     

B

 

B

     

Bijl IV

kleine dwergvleermuis

       

c1

     

c1

   

c1

           

c1

       

c1

1 = nog niet in Nederland

Bijl IV

kleine hoefijzerneus

                                         

co

   

o = niet meer in Nederland

Bijl IV

laatvlieger

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

 

Bijl IV

meervleermuis

A

A

     

A

A

   

A

A

 

A1

A

A

A

A

 

A

A

A

   

A1

1 = mergelgroeves, bunkers e.d.

Bijl IV

mopsvleermuis

                                         

c

c

   

Bijl IV

nathusius’ dwergvleermuis = ruige dwergvleermuis

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

 

Bijl IV

noordse woelmuis

 

A

             

A

   

A

A

A

A

A

     

A

 

A

   

Bijl IV

otter

 

b

b

   

b

b

b

 

b

b

   

b

b

b

b

   

bo

bo

bo

bo

 

o = nog niet aanwezig

Bijl IV

rosse vleermuis

a

a

a

 

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

a

 

Bijl IV

tuimelaar

                                           

c1

 

1 = alleen in zoute wateren

Bijl IV

tweekleurige vleermuis

 

c

c

     

c

               

c

c

             

uitbreidend

Bijl IV

vale vleermuis

         

b

                         

b

b

B

b

   

Bijl IV

watervleermuis

A

A

A

 

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

 

Bijl IV

wilde kat

                                         

c

     

Bijl IV

witflankdolfijn

                                           

c1

 

1 = alleen in zoute wateren

Bijl IV

witsnuitdolfijn

                                           

c1

 

1 = alleen in zoute wateren

Bijl IV

wolf

   

c1

   

c1

 

c1

 

c1

c1

               

c1

       

1 = nu nog niet in Nederland

Bijl IV

boomkikker

         

b

                         

b

   

b

   

Bijl IV

geelbuikvuurpad

                                         

b

     

Bijl IV

gladde slang

   

b

   

b

                     

b

 

b

         

Bijl IV

heikikker

 

A

A

   

A

A

         

a

 

A

A

 

A

 

A

A

       

Bijl IV

kamsalamander

   

A

   

A

 

A

A

         

A

   

A

 

A

A

A

A1

 

1= Zeeuws Vlaanderen

Bijl IV

knoflookpad

   

a

   

a

 

a

                     

a

         

Bijl IV

muurhagedis

                                         

A

 

A

 

Bijl IV

poelkikker

   

A

   

A

 

A

       

A

 

A

   

A

 

A

A

       

Bijl IV

rugstreeppad

   

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

 

Bijl IV

vroedmeesterpad

         

A

           

A

               

A

     

Bijl IV

zandhagedis

     

A

 

A

           

A

       

A

 

A

         

Bijl IV

donker pimpernelblauwtje

                                     

b

         

Bijl IV

grote vuurvlinder

 

c

       

c

                                   

Bijl IV

pimpernelblauwtje

                                     

b

         

Bijl IV

tijmblauwtje

         

c1

                         

c1

 

c1

   

1 = verdwenen uit Nederland

Bijl IV

zilverstreephooibeestje

         

c1

                         

c1

 

c1

   

1 = verdwenen uit Nederland

Bijl IV

bronslibel

             

c1

           

o

         

c1

     

1 = verdwenen uit Nederland

Bijl IV

gaffellibel

             

bo

                     

b

b

       

Bijl IV

gevlekte witsnuitlibel

 

b

b

b

b

b

B

   

b

b

 

b

   

B

 

b

 

b

b

       

Bijl IV

groene glazenmaker

 

a

   

a

 

a

             

a

a

                 

Bijl IV

noordse winterjuffer

           

b

   

b

                             

Bijl IV

oostelijke witsnuitlibel

   

c

   

c

                         

c

         

Bijl IV

rivierrombout

             

b

           

b

         

b

       

Bijl IV

sierlijke witsnuitlibel

 

c

       

c

                       

c

 

c

     

Bijl IV

houting

             

c

           

c

         

c

       

Bijl IV

steur

             

c

           

c

         

c

       

Bijl IV

drijvende waterweegbree

   

a

a

 

a

a

               

a

 

a

 

a

         

Bijl IV

groenknolorchis

 

a

 

A

   

a

         

A

   

a

           

A

   

Bijl IV

kruipend moerasscherm

   

b

   

b

           

b

           

b

   

b

   

Bijl IV

zomerschroeforchis

                                     

c

         

Bijl IV

brede geelrandwaterroofkever

   

c

   

c1

                 

c1

     

c1

       

1 = verdwenen

Bijl IV

gestreepte waterroofkever

 

c

c

   

c

c

               

c

     

c

         

Bijl IV

heldenbok

                                               

vestiging is onwaarschijnlijk

Bijl IV

juchtleerkever

                                               

vestiging is onwaarschijnlijk

Bijl IV

vermiljoenkever

                                     

c

         

Bijl IV

bataafse stroommossel

             

co

           

o

         

co

       

Bijl IV

platte schijfhoren

b

b

     

b

b

b

         

b

 

B

b

   

b

         

nest1

steenuil

       

B

     

B

   

c

           

B

       

B

 

nest2

gierzwaluw

       

A

     

A

   

b

           

A

       

A

in FL alleen in NOP? (A in Urk)

nest2

roek

A

A

A

 

A

A

A

A

A

c0

b0

b0

 

b0

B

B

 

A

B

A

A

A

 

A

koloniebroeder

nest3

grote gele kwikstaart

         

b

   

b

     

b

           

b

 

b

 

b

typische bekensoort

nest3

kerkuil

       

A

     

A

   

A

           

A

       

A

gebonden aan (solitaire) bebouwing (nestkasten)

nest3

oehoe

         

c

                         

c0

 

c

   

met name groeves

nest3

ooievaar

       

C

           

C

           

C

       

C

gebonden aan (solitaire) bebouwing (kunstnesten)

nest3

slechtvalk

       

c

           

c

           

c

       

c

gebonden aan hoge bebouwing (nestkasten)

nest4

boomvalk

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

b

 

nest4

buizerd

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

 

nest4

havik

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

 

nest4

ransuil

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

 

nest4

sperwer

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

 

nest4

wespendief

   

c

   

c

     

c

c

           

c

 

c

 

c

     

nest4

zwarte wouw

             

c

                     

c

c

       

nest5

blauwe reiger

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

B

koloniebroeder in bomen

nest5

boerenzwaluw

       

A

     

A

   

A

           

A

       

A

 

nest5

bonte vliegenvanger

   

C

 

B

C

   

B

 

C

B

         

C

B

C

     

B

ook in nestkasten

nest5

boomklever

C

C