Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2015, 29016 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2015, 29016 | Besluiten van algemene strekking |
(concept 11 juni 2015)
Het verwijderen van natuur toestaan om de ontwikkeling van natuur mogelijk te maken. Dat is de schijnbare paradox van het concept Tijdelijke Natuur. Deze nieuwe manier van kijken naar natuur(bescherming) biedt kansen voor zowel natuur als bedrijfsleven.
Het probleem is overzichtelijk: veel grondeigenaren met ontwikkelplannen proberen de vestiging van beschermde plant- en diersoorten op hun toekomstige bouwterreinen te voorkomen om conflicten met natuurwetgeving vermijden. De innovatieve oplossing is ook eenvoudig: als terreineigenaren de zekerheid kan worden verschaft dat ze nieuw te vestigen beschermde soorten probleemloos mogen verwijderen op het moment dat de schop de grond in moet, kunnen ze stoppen met hun ‘natuurwerend’ beheer en profiteren zowel de natuur als die grondeigenaren.
Dit levert voor natuur de kans op dat er meer dan 40.000 hectare aan Tijdelijke Natuur bijkomt. En hoewel elk van die Tijdelijke Natuurterreinen een tijdelijk karakter heeft, is de winst voor de natuur permanent. Omdat zaden en jonge dieren zich vanuit een Tijdelijk Natuurgebied naar de omgeving verspreiden helpt dat de instandhouding van populaties.
Voor grondeigenaren biedt de aanpak winst omdat ze geen ‘natuurwerend’ beheer meer hoeven te voeren. Ook lopen ze niet langer het risico om, juist op het moment dat de schop de grond in moet, geconfronteerd te worden met nader onderzoek en eisen voor compensatie.
Tijdelijke Natuur krijgt een kans op terreinen die tijdelijk niet conform de bestemming worden gebruikt. Denk daarbij aan terreinen die:
– volgens het bestemmingsplan een andere bestemming hebben, maar waarvan de bestemming voorlopig niet gerealiseerd wordt en;
– terreinen waarvan nu al bekend is dat de bestemming zal gaan veranderen (er is een bestemmingswijziging aanstaande);
De eigenaar is bereid om in afwachting van de realisatie van de nieuwe bestemming het terrein braak te laten liggen, zodat spontane natuurontwikkeling kan plaatsvinden. Wel is voorwaarde dat het terrein minimaal één voortplantingsseizoen (maart tot en met september) beschikbaar is voor tijdelijke natuur.
Het kan gaan om opgespoten haventerreinen, toekomstige industriegebieden, woningbouwlocaties.
Incidenteel kan het ook gaan om vervallen industrieterreinen of andere terreinen die langdurig niet gebruikt worden voor de bestemming.
De Nederlandse overheid heeft de verantwoordelijkheid om flora en fauna op haar grondgebied, in een ‘gunstige staat van instandhouding’ te houden. Tijdelijke natuur kan hieraan een bijdrage leveren want tijdelijke natuur biedt planten en dieren, waaronder zeldzame en beschermde, een tijdelijk leef- en voortplantingsgebied. Die tijdelijkheid lijkt misschien een bezwaar, maar voor veel soorten, zoals sterns, rugstreeppadden en diverse orchideeën is het dat niet. Integendeel, zij gedijen juist in gebieden met sterk wisselende omstandigheden. Zeker voor dit soort ‘specialisten van de dynamiek’ vormen terreinen met tijdelijke natuur een welkome aanvulling op (permanente) natuurgebieden waarin het beheer meestal is gericht op stabiliteit en het tegengaan van plotselinge veranderingen.
Tijdelijke natuur biedt een vestigings-, reproductie-, fourageer-, overnachtings- of overwinteringsplek voor pioniersoorten, soorten van vroege en latere successiestadia, doortrekkers en overwinteraars. Het terrein kan ook fungeren als stepping stone c.q. ecologische verbinding, zodat andere tijdelijke en permanente natuurgebieden beter bereikt kunnen worden.
In principe is tijdelijke natuur toegankelijk voor mensen. Voor de betreding van het terrein kan wel toestemming van de eigenaar nodig zijn. In sommige gevallen, bijvoorbeeld te midden van gevaarlijke installaties of als er sprake is van drijfzand, kan het noodzakelijk zijn het terrein af te sluiten.
Het effect van tijdelijke natuur hangt samen met de schaal waarop wordt gekeken. In het terrein zelf zullen planten en dieren zich eerst vestigen en in aantal toenemen en weer verdwijnen op het moment dat het daar geplande project start. Op die plek is het effect dus tijdelijk. Op een groter schaalniveau is het effect echter permanent, omdat jonge dieren of plantenzaden zich vanuit dit tijdelijke habitat verspreiden naar de omgeving. Dit vindt niet alleen plaats op het moment dat het projectgebied wordt opgeruimd, maar ook al daarvoor. Het functioneren als kolonisatiekern betekent dat tijdelijke natuur een permanent effect heeft op de populaties van planten en dieren in de wijde omgeving.
Het risico dat sommige soorten door de ontwikkeling van tijdelijke natuur uiteindelijk achteruitgaan is verwaarloosbaar klein. Dit is alleen zeer lokaal en op zeer beperkte schaal mogelijk, als de leefomgeving van die soort buiten het terrein eigenlijk al niet meer geschikt is voor die soort. In dat geval is niet de ontwikkeling van een tijdelijk natuurterrein de boosdoener, maar de slechte staat van instandhouding en/of negatieve ontwikkelingen in het ‘permanente’ leefgebied.
Een belangrijk kenmerk van tijdelijke natuur is dat de flora en fauna die zich gedurende een bepaalde tijd ontwikkelt, na verloop van tijd weer actief wordt verwijderd, omdat de grondeigenaar/initiatiefnemer de eindbestemming gaat realiseren. Op het moment dat de schop de grond in gaat, kan de initiatiefnemer in aanraking komen met natuurwetgeving indien er zich beschermde soorten op het terrein hebben gevestigd. Om beschermde soorten te mogen verwijderen, is toestemming nodig van het bevoegde gezag inzake de wettelijke soortenbescherming.
Raakvlakken natuurwetgeving.
Voor Tijdelijke Natuur zijn de volgende beschermingsregimes relevant: in alle gevallen soortenbescherming en mogelijk ook gebiedenbescherming.
Soortenbescherming:
Het onderdeel soortenbescherming is altijd aan de orde, omdat het uitgangspunt van Tijdelijke Natuur is dat zich planten- en diersoorten vestigen op terreinen, waarbij de kans bestaat dat zich daaronder beschermde soorten bevinden. Zodra beschermde soorten worden verwijderd of negatief worden beïnvloed, zijn de verbodsbepalingen van de natuurwetgeving aan de orde.
Daarnaast is de algemene zorgplicht van toepassing bij tijdelijke natuur. Deze zorgplicht houdt in dat iedereen ‘voldoende zorg’ in acht neemt voor alle in het wild voorkomende dieren en planten, dus ook niet-beschermde soorten, en hun leefomgeving. Dit is een algemene verantwoordelijkheid die voor iedereen geldt. Voor tijdelijke natuur betekent dit bijvoorbeeld dat er niet onnodig dieren en planten worden gedood, wanneer er redelijkerwijs een andere oplossing voor is, bijvoorbeeld het verplaatsen naar een ander gebied.
Toetsing soortenbescherming en tijdelijke natuur:
De wet is bedoeld om kwetsbare soorten te beschermen, zodat het voortbestaan van deze soorten in Nederland niet in gevaar komt. De wettelijke soortenbescherming is vormgegeven aan de hand van verbodsbepalingen, zoals het verbod op het opzettelijk doden of opzettelijk verontrusten van beschermde dieren of het verbod om opzettelijk beschermde planten te plukken.
Op deze verbodsbepalingen zijn een aantal uitzonderingsmogelijkhedenmogelijk. Zo kan er ontheffing worden verleend, indien voldaan wordt aan de volgende drie criteria:
– Er bestaat geen andere bevredigende oplossing
In terreinen waar tijdelijke natuur de ruimte gegeven wordt, kunnen zich (hoogdynamische) biotopen ontwikkelen waar een breed spectrum aan flora en fauna profijt van kan hebben. Dit geldt in het bijzonder voor pionierssoorten, omdat terreinen waar de hiervoor omschreven dynamiek plaats kan vinden, nauwelijks nog voorkomen in Nederland. Ook het inrichten van permanente natuurgebieden biedt hiervoor geen goede oplossing, omdat ook daar successie plaats zal vinden. Derhalve kan vastgesteld worden dat er voor het toepassen van tijdelijke natuur geen andere bevredigende oplossing voorhanden is.
– Belang van de ingreep
Tijdelijke Natuur draagt bij aan de duurzame instandhouding van de inheemse flora en fauna; het biedt mogelijkheden om de verspreiding van soorten te bevorderen. Met name pionierssoorten en vroege soorten die afhankelijk zijn van dynamiek in het landschap, zullen profiteren. In een volgend stadium van natuurlijke successie zullen deze soorten vanzelf verdwijnen, en biedt zo ruimte aan andere beschermde soorten. Tijdelijke natuur kan daarom een permanente winst zijn. Soorten kunnen zich in het tijdelijke gebied versterken en van daaruit nieuwe terreinen bezetten. Derhalve kan vastgesteld worden dat Tijdelijke Natuur dient ter bescherming van flora en fauna, waarmee er een wettelijk belang is op grond waarvan ontheffing kan verleend worden. Een belang dat bovendien volgt uit de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn.
– Gunstige staat van instandhouding
Zoals in het vorige hoofdstuk is betoogd, heeft tijdelijke natuur een positief effect op de Nederlandse flora en fauna. Tijdelijke natuur heeft dan ook geen negatieve invloed op de gunstige staat van instandhouding van de in Nederland voorkomende beschermde soorten.
Op deze wijze kan, mits er wordt voldaan aan de overige criteria van tijdelijke natuur (zie het volgende hoofdstuk) ontheffing worden verleend. Ook is het mogelijk om gebruik te maken van de goedgekeurde gedragscode tijdelijke natuur, wanneer deze door de staatssecretaris van economische zaken goedgekeurd is.
Gebiedenbescherming:
Tijdelijke natuurontwikkeling op een terrein dat in (de nabijheid van) een beschermd natuurgebied (Natura2000) ligt, kan effect hebben op de natuurwaarden in dat beschermde natuurgebied (externe werking). Indien dit effect negatief is, is een vergunning in het kader van de gebiedenbescherming nodig. Tijdelijke natuur heeft echter vrijwel altijd een positief effect op de natuurontwikkeling in de omgeving, zo niet, dan is het effect neutraal (zie vorige hoofdstuk). Daarom zal er in de praktijk geen sprake zijn van significant negatieve effecten waardoor er voor tijdelijke natuur in (de buurt van) beschermde natuurgebieden geen vergunning nodig zal zijn.
Van Tijdelijke Natuur is sprake als,
– de uiteindelijke bestemming van het terrein vast ligt,1 dan wel de bestemming is duidelijk, d.w.z. er moet overtuigend aangetoond worden dat de bestemming gaat veranderen en dat daarover geen discussie meer is.
– die bestemming nog niet is gerealiseerd,2
– die bestemming in de regel niet natuur is,3
– er spontane (of op beperkte schaal geleide) natuurontwikkeling4 plaats vindt tussen het moment dat (vooraf) ontheffing is verleend voor het ruimen van de beschermde soorten die zich mogelijk in het gebied zullen vestigen en het moment van daadwerkelijke realisatie van de uiteindelijke bestemming,
– de natuur minimaal één jaar5 de tijd krijgt om zich te ontwikkelen, en
– aan noodzakelijke compensatievoorwaarden is voldaan of juridisch afdoende vastgelegd is hoe dat zal gebeuren.
De essentie van Tijdelijke Natuur is dat vooraf, voordat de Tijdelijke Natuur zich ontwikkelt, ontheffing wordt verleend voor het weer ruimen van die Tijdelijke Natuur. Reeds in het betreffende terrein aanwezige natuur valt daar niet onder. Dat is immers reeds bestaande natuur. Er dient om die reden een deugdelijke inventarisatie van de reeds in het gebied voorkomende beschermde soorten te hebben plaatsgevonden, de resultaten daarvan dienen te zijn vastgelegd en er dient door de aanvrager van de ontheffing voor Tijdelijke Natuur gegarandeerd te worden dat aan alle wettelijke verplichtingen betreffende die reeds aanwezige beschermde soorten zal worden voldaan, alvorens ontheffing in het kader van het concept Tijdelijke Natuur kan worden verleend.
Zowel een individuele grondeigenaar als een groep van grondeigenaren kan een ontheffing aanvragen.
Op deze wijze wordt overbodige bureaucratie met extra werk voor de aanvragers als voor RVO.nl voorkomen. De aanvraag kan door één van de eigenaren worden gedaan voor één gebied. De verkregen ontheffing kan via een privaatrechtelijke overeenkomst worden gedelegeerd aan de andere eigenaren.
Voor de beoordeling van aanvragen wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende biogeografische regio’s in Nederland. Aan elke biogeografische regio is een soortenlijst gekoppeld met alle soorten die in de betreffende regio kunnen voorkomen. In de te verlenen ontheffing kan voor de soorten waarop de ontheffing van toepassing is simpelweg worden verwezen naar die biogeografische kaart met bijbehorende soortenlijst. Aanvragers van ontheffing hoeven niet langer zelf een inschatting te (laten) maken van welke wettelijk beschermde soorten zich mogelijk in Tijdelijke Natuur zullen kunnen vestigen. Deze kaart met bijbehorende lijst (en eventueel toekomstige aanpassingen ervan) worden gepubliceerd in de Staatscourant.
De biogeografische kaart met bijbehorende soortenlijst biedt ook belangrijke mogelijkheden voor terugdringen van bureaucratie rond aanvragen en verlenen van ontheffing buiten het concept van Tijdelijke Natuur. Aanvragers van reguliere ontheffingen kunnen aan de hand van de kaart en de soortenlijsten gemakkelijk controleren of de vereiste inventarisatie van soorten volledig is. Datzelfde geldt voor de ontheffingverlener. Deze kan aan de hand van de kaart en de soortenlijsten gemakkelijk controleren of een aanvraag volledig is. Daarmee kan intensieve correspondentie over aanvullende informatie worden voorkomen en de afhandelingstermijn voor aanvragen worden bekort.
De ontheffing voor het terrein heeft in beginsel een looptijd van maximaal 10 jaar. Dit komt overeen met de maximale wettelijke tijdspanne dat een bestemming op een terrein kan liggen zonder dat deze is gerealiseerd. Elke 10 jaar wordt een bestemmingsplan hernieuwd. Als de niet gerealiseerde bestemming opnieuw wordt vastgelegd kan ook de geldigheidsduur van de ontheffing tijdelijke natuur voor 10 jaar worden verlengd.
Een jaar voor het aflopen van de ontheffing of voor het opruimen van het tijdelijke natuur terrein moet het terrein gemonitord/ geïnventariseerd te worden welke soorten aanwezig zijn. Dit om de juiste zorgplichtmaatregen te kunnen treffen. Deze monitoring hoeft enkel overlegd te worden bij het bevoegd gezag als er een verlengingsaanvraag voor tijdelijke natuur betreft.
Bij de ingebruikname van het terrein zal de tijdelijke natuur worden opgeruimd. Opruimen beïnvloedt de aanwezige planten en dieren. Dat er op enig moment wordt opgeruimd, maakt onlosmakelijk deel uit van het principe van tijdelijke natuur. Aangezien de positieve effecten van tijdelijke natuur opwegen tegen de negatieve effecten van het opruimen – zoals eerder betoogd is er geen negatieve invloed op soortniveau – wordt door het ministerie ontheffing verleend voor tijdelijke natuur. Dit ontslaat de initiatiefnemer er echter niet van de wettelijke zorgplicht om tijdens het opruimen op zorgvuldige wijze te werk te gaan en schade aan planten en dieren redelijkerwijs zoveel mogelijk te voorkomen of tot een minimum te beperken (te mitigeren, niet compenseren). Deze voorwaarden zullen dan ook bij een ontheffing voor tijdelijke natuur worden gesteld. In de praktijk hoeft dit geen groot probleem te zijn. Als tijdelijke natuur verdwijnt en de werkzaamheden voor de definitieve inrichting gaan van start, dan is dit vaak van te voren bekend. Starten met de werkzaamheden buiten het broedseizoen lost problemen met bijvoorbeeld broedende vogels en negatieve publiciteit op, maar ook als een start daarbinnen voorzien is, is dit mogelijk. Het gebied kan namelijk al voor het broedseizoen ongeschikt gemaakt worden. Het opruimen zal moeten plaatsvinden onder begeleiding van een deskundig ecoloog op gebied van de soorten die zijn aangetroffen.
Tijdelijke Natuur vraagt geen inrichting, gebruik en/of beheer. Uiteraard mag het gebied wel aantrekkelijk worden gemaakt voor dieren, planten en recreanten. Aanvullende maatregelen zijn facultatief. Wel is het de bedoeling dat hierbij zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de natuurlijke potentie van het gebied en zijn omgeving (quick wins die met weinig moeite veel opleveren). Het is niet de bedoeling om ingrijpende maatregelen te treffen om een tijdelijke natuurgebied in te richten of te beheren. Hierbij kan de volgende richtlijn worden gebruikt:
• Het aanplanten van grassen, gewassen, houtopstanden en dergelijke is landbouw en geen tijdelijke natuur. Ook grote ingrepen om er een tuin- of parkachtig landschap van te maken is geen tijdelijke natuur.
• Intensieve beweiding, maaien tijdens het groeiseizoen, vaker dan eens per jaar maaien, maaien en klepelen en bestrijding van ‘onkruiden’ die geen schade aanrichten aan de omgeving zijn ook niet toegestaan.
• Minimale ingrepen om biodiversiteit te stimuleren zijn wel mogelijk zoals bijvoorbeeld: het inzaaien van inheemse bloemmengsels, extensief beheren (als het de biodiversiteit ten goede komt) zoals 1 x per jaar maaien of extensief begrazen ook kunnen evenals ingrepen om pionierssoorten te lokken zoals het (deels) afgraven van de bovenlaag, het aanbrengen van een zandlichaam, het graven van een poel of het aanleggen van een stijlwand. Ook de aanleg van een onverhard wandelpad is mogelijk. Materieel kan op maximaal 5% van het terrein worden opgeslagen.
• Opschietende bomen mogen gerooid worden. ‘Onkruiden’ die schadelijk zijn voor de omgeving mogen bestreden worden (distels, Jacobskruiskruid)
Tijdelijke natuur is in principe ook gebruiksnatuur. Voor betreding van het terrein kan wel toestemming van de eigenaar nodig zijn. In sommige gevallen, bijvoorbeeld als er sprake is van gevaarlijke situaties, kan afsluiten van (een deel van) het terrein noodzakelijk zijn. Recreatie mag de (ontwikkeling van) biodiversiteit niet in de weg staan. Intensief gebruik past niet binnen het concept tijdelijke natuur. Denk hierbij aan het organiseren van evenementen en festivals of het gebruik als tijdelijke parkeerterrein.
|
Groningen + Friesland + Drenthe |
Overijssel + Gelderland + Utrecht |
Flevoland |
Noord-Holland + Zuid Holland |
Noord-Brabant + Limburg + Zeeland |
|||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
zeekleigebied |
laagveengebieden |
zandgebieden en veenkoloniën |
duinen (kustzone) |
bebouwing en stedelijk gebied |
zandgebieden en veenkoloniën |
laagveengebieden |
rivierengebied |
bebouwing en stedelijk gebied |
droogmakerijen |
zandgebieden |
bebouwing en stedelijk gebied |
duinen (kustzone) |
zeekleigebied |
rivierengebied |
laagveengebieden |
droogmakerijen |
zandgebieden |
bebouwing en stedelijk gebied |
zandgebieden |
rivierengebied |
heuvelland |
zeekleigebied |
bebouwing en stedelijk gebied |
|||
basis |
soort |
opmerking |
||||||||||||||||||||||||
AMVB |
das |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
||||||||||||
AMVB |
boommarter |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|||||||
AMVB |
eikelmuis |
x |
x |
1 |
1 = Zeeuws Vlaanderen |
|||||||||||||||||||||
AMVB |
gewone zeehond |
|||||||||||||||||||||||||
AMVB |
veldspitsmuis |
x |
1 |
1 = Zeeuws Vlaanderen |
||||||||||||||||||||||
AMVB |
waterspitsmuis |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
1 |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
1 = Texel |
|||||
AMVB |
adder |
x |
x |
x |
x |
|||||||||||||||||||||
AMVB |
hazelworm |
x |
x |
x |
x |
x |
||||||||||||||||||||
AMVB |
ringslang |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
||||||||||||||||
AMVB |
vinpootsalamander |
x |
x |
|||||||||||||||||||||||
AMVB |
vuursalamander |
x |
||||||||||||||||||||||||
AMVB |
beekprik |
1 |
1 |
1 |
1 = kleine beken en sprengen |
|||||||||||||||||||||
AMVB |
bittervoorn |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|||||||
AMVB |
elrits |
1 |
x |
1 |
x |
1 |
1 = beken |
|||||||||||||||||||
AMVB |
gestippelde alver |
x |
x |
x |
||||||||||||||||||||||
AMVB |
grote modderkruiper |
0 |
x |
0 |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
||||||||||||
AMVB |
rivierprik |
1 |
x |
x |
x |
1 = Drentse Aa |
||||||||||||||||||||
AMVB |
bruin dikkopje |
x |
||||||||||||||||||||||||
AMVB |
dwergblauwtje |
x |
||||||||||||||||||||||||
AMVB |
dwergdikkopje |
0 |
0 = niet meer in Nederland |
|||||||||||||||||||||||
AMVB |
groot geaderd witje |
0 |
0 1 |
0 = niet meer in Nederland 1= geen voortplanting > 30 jaar |
||||||||||||||||||||||
AMVB |
grote ijsvogelvlinder |
0 1 |
0 |
0 = niet meer in Nederland 1= Terschelling tot 1995 |
||||||||||||||||||||||
AMVB |
heideblauwtje |
x |
2 |
x |
1 |
x |
x |
1 = Texel, 2 Terschelling |
||||||||||||||||||
AMVB |
iepenpage |
x 1 |
x |
2 |
1 = Winterswijk 2013 2= Heerlen, Eindhoven |
|||||||||||||||||||||
AMVB |
kalkgraslanddikkopje |
0 |
0 = niet meer in Nederland, zwerver in 2010 |
|||||||||||||||||||||||
AMVB |
keizersmantel |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
vaker voortplanting in Nederland |
AMVB |
klaverblauwtje |
x |
x |
Valkenburg, Maastricht |
||||||||||||||||||||||
AMVB |
purperstreepparelmoervlinder |
x |
||||||||||||||||||||||||
AMVB |
rode vuurvlinder |
x |
||||||||||||||||||||||||
AMVB |
rouwmantel |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
momenteel vnl zwervende exemplaren |
AMVB |
tweekleurig hooibeestje |
0 |
0 |
0 |
0 = niet meer in Nederland |
|||||||||||||||||||||
AMVB |
veenbesparelmoervlinder |
x |
||||||||||||||||||||||||
AMVB |
veenhooibeestje |
x |
||||||||||||||||||||||||
AMVB |
veldparelmoervlinder |
x |
x |
|||||||||||||||||||||||
AMVB |
woudparelmoervlinder |
0 |
0 |
0 |
0 = niet meer in Nederland |
|||||||||||||||||||||
AMVB |
zilvervlek |
0 |
0 |
0 |
0 = niet meer in Nederland, 1 zwerver in 90 er jaren |
|||||||||||||||||||||
AMVB |
groot zeegras |
x |
x |
|||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
baardvleermuis |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|
Bijl IV |
bechstein’s vleermuis |
0 |
0 |
x |
0 = niet meer aanwezig |
|||||||||||||||||||||
Bijl IV |
bever |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|||||||||||||||
Bijl IV |
bosvleermuis |
x |
x |
x |
||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
brandt’s vleermuis |
0 |
0 |
0 |
0 = niet meer in Nederland |
|||||||||||||||||||||
Bijl IV |
bruinvis |
1 |
1 |
1 = alleen in zoute wateren |
||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
euraziatische lynx |
0 |
0 |
0 |
o |
0 = nog niet aanwezig o = niet meer aanwezig |
||||||||||||||||||||
Bijl IV |
franjestaart |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
||||||||||||||||
Bijl IV |
gewone dolfijn |
1 |
1 |
1 = alleen in zoute wateren |
||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
gewone dwergvleermuis |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|
Bijl IV |
gewone grootoorvleermuis |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|||
Bijl IV |
grijze grootoorvleermuis |
x |
x |
x |
x |
|||||||||||||||||||||
Bijl IV |
grote hoefijzerneus |
0 |
0 = niet meer in Nederland |
|||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
hamster |
x |
||||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
hazelmuis |
x |
||||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
ingekorven vleermuis |
x |
x |
|||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
kleine dwergvleermuis |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 = nog niet aanwezig |
|||||||||||||||||||
Bijl IV |
kleine hoefijzerneus |
0 |
0 = niet meer in Nederland |
|||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
laatvlieger |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|
Bijl IV |
meervleermuis |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
1 |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
1 |
1 = mergelgroeves, bunkers e.d. |
|||||||||
Bijl IV |
mopsvleermuis |
x |
x |
|||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
nathusius’ dwergvleermuis = ruige dwergvleermuis |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|
Bijl IV |
noordse woelmuis |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
||||||||||||||||
Bijl IV |
otter |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 = nog niet aanwezig |
|||||||||
Bijl IV |
rosse vleermuis |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
||
Bijl IV |
tuimelaar |
1 |
1 = alleen in zoute wateren |
|||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
tweekleurige vleermuis |
x |
x |
x |
x |
x |
uitbreidend |
|||||||||||||||||||
Bijl IV |
vale vleermuis |
x |
x |
x |
x |
x |
||||||||||||||||||||
Bijl IV |
watervleermuis |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
||
Bijl IV |
wilde kat |
x |
||||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
witflankdolfijn |
1 |
1 = alleen in zoute wateren |
|||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
witsnuitdolfijn |
1 |
1 = alleen in zoute wateren |
|||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
wolf |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 = nog niet aanwezig |
||||||||||||||||||
Bijl IV |
boomkikker |
x |
x |
x |
||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
geelbuikvuurpad |
x |
||||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
gladde slang |
x |
x |
x |
x |
|||||||||||||||||||||
Bijl IV |
heikikker |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|||||||||||||||
Bijl IV |
kamsalamander |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
1 |
1= Zeeuws vlaanderen |
||||||||||||||
Bijl IV |
knoflookpad |
x |
x |
x |
x |
|||||||||||||||||||||
Bijl IV |
muurhagedis |
x |
x |
|||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
poelkikker |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|||||||||||||||||
Bijl IV |
rugstreeppad |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|||
Bijl IV |
vroedmeesterpad |
x |
x |
x |
||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
zandhagedis |
x |
x |
x |
x |
x |
||||||||||||||||||||
Bijl IV |
donker pimpernelblauwtje |
x |
||||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
grote vuurvlinder |
x |
x |
|||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
pimpernelblauwtje |
x |
||||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
tijmblauwtje |
0 |
0 |
0 |
0 = niet meer in Nederland |
|||||||||||||||||||||
Bijl IV |
zilverstreephooibeestje |
0 |
0 |
0 |
0 = niet meer in Nederland |
|||||||||||||||||||||
Bijl IV |
bronslibel |
0 |
0 |
0 |
0 = niet meer in Nederland |
|||||||||||||||||||||
Bijl IV |
gaffellibel |
0 |
x |
x |
0 = niet meer aanwezig |
|||||||||||||||||||||
Bijl IV |
gevlekte witsnuitlibel |
x 1 |
x |
x |
x 2 |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
1= Rottige Meente 2= Groningen, Veendam |
||||||||||
Bijl IV |
groene glazenmaker |
x |
x 1 |
x |
x |
x |
2 |
1= Veendam, omliggende dorpen 2= Langstraat en omg Waalwijk |
||||||||||||||||||
Bijl IV |
noordse winterjuffer |
x |
x |
|||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
oostelijke witsnuitlibel |
x 1 |
0 |
0 |
0 = niet meer aanwezig 1= Delleboersterweide |
|||||||||||||||||||||
Bijl IV |
rivierrombout |
x |
x |
x |
||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
sierlijke witsnuitlibel |
x 1 |
0 |
0 |
0 = niet meer aanwezig 1= Weerribben en Wieden uitbreidend |
|||||||||||||||||||||
Bijl IV |
houting |
x |
x |
x |
||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
steur |
x |
x |
x |
||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
drijvende waterweegbree |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
||||||||||||||||||
Bijl IV |
groenknolorchis |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|||||||||||||||||||
Bijl IV |
kruipend moerasscherm |
x |
x |
x |
x |
x |
||||||||||||||||||||
Bijl IV |
zomerschroeforchis |
x |
||||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
brede geelrandwaterroofkever |
x |
0 |
0 |
0 |
0 = niet meer aanwezig |
||||||||||||||||||||
Bijl IV |
gestreepte waterroofkever |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|||||||||||||||||||
Bijl IV |
heldenbok |
vestiging is onwaarschijnlijk |
||||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
juchtleerkever |
vestiging is onwaarschijnlijk |
||||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
vermiljoenkever |
x |
||||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
bataafse stroommossel |
0 |
0 |
0 |
0 = niet meer in Nederland |
|||||||||||||||||||||
Bijl IV |
platte schijfhoren |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
||||||||||||||||
nest1 |
steenuil |
x |
x |
x |
x |
x |
||||||||||||||||||||
nest2 |
gierzwaluw |
x |
x |
x |
x |
x |
in FL alleen in NOP? (Urk) |
|||||||||||||||||||
nest2 |
roek |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
0 |
0 |
0 |
0 |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
0= nog niet aanwezig 1= alleen Zuid Holland |
||||
nest3 |
grote gele kwikstaart |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
typische bekensoort |
||||||||||||||||||
nest3 |
kerkuil |
x |
x |
x |
x |
x |
gebonden aan (solitaire) bebouwing (nestkasten) |
|||||||||||||||||||
nest3 |
oehoe |
x 1 |
0 |
x |
met name groeves 0 = nog niet aanwezig 1= steengroeve Winterswijk |
|||||||||||||||||||||
nest3 |
ooievaar |
x |
x 1 |
x |
x |
gebonden aan (solitaire) bebouwing (kunstnesten) 1 = hoogspanningsmasten |
||||||||||||||||||||
nest3 |
slechtvalk |
x |
x 1 |
x |
x |
gebonden aan hoge bebouwing (nestkasten) 1 = electriciteitscentrale |
||||||||||||||||||||
nest4 |
boomvalk |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|
nest4 |
buizerd |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|
nest4 |
havik |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|
nest4 |
ransuil |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|
nest4 |
sperwer |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|
nest4 |
wespendief |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
||||||||||||||||||
nest4 |
zwarte wouw |
x |
x |
x |
||||||||||||||||||||||
nest5 |
blauwe reiger |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
koloniebroeder in bomen |
nest5 |
boerenzwaluw |
x |
x |
x |
x |
x |
||||||||||||||||||||
nest5 |
bonte vliegenvanger |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
ook in nestkasten |
||||||||||||||
nest5 |
boomklever |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
oude bossen; rest niet belangrijk |
nest5 |
boomkruiper |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|
nest5 |
bosuil |
x |
x |
x |
x |
x |
0 |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
dikke bomen met holtes nodig 0 = nog niet aanwezig |
|||||||
nest5 |
brilduiker |
x |
x |
x |
||||||||||||||||||||||
nest5 |
draaihals |
x |
x |
|||||||||||||||||||||||
nest5 |
eidereend |
x |
1 |
2 |
1 = alleen Texel 2 = kleine kolonie Neeltje Jans |
|||||||||||||||||||||
nest5 |
ekster |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|
nest5 |
gekraagde roodstaart |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
bossoort; ook nestkasten |
nest5 |
glanskop |
x |
1 |
x |
1 |
0 |
x |
1 |
x |
x |
1 |
bossoort 0 = nog niet aanwezig 1= op zandgrond |
||||||||||||||
nest5 |
grauwe vliegenvanger |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
bossoort |
nest5 |
groene specht |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
0 |
x |
0 |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
0 = nog niet aanwezig |
nest5 |
grote bonte specht |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|
nest5 |
hop |
1 |
1 = De Hamert |
|||||||||||||||||||||||
nest5 |
huiszwaluw |
x |
x |
x |
x |
x |
gebonden aan (solitaire) bebouwing (koloniebroeder) |
|||||||||||||||||||
nest5 |
ijsvogel |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
steile (oever)wanden |
nest5 |
kleine bonte specht |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
bossoort |
nest5 |
kleine vliegenvanger |
geen broedvogel in NL |
||||||||||||||||||||||||
nest5 |
koolmees |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|
nest5 |
kortsnavelboomkruiper |
x |
x |
x |
||||||||||||||||||||||
nest5 |
middelste bonte specht |
x |
x |
x |
x |
|||||||||||||||||||||
nest5 |
oeverzwaluw |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|
nest5 |
pimpelmees |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|
nest5 |
raaf |
x |
x |
x |
x |
0 |
x |
x |
0 |
0 |
0 = nog niet aanwezig |
|||||||||||||||
nest5 |
ruigpootuil |
x |
x |
0 |
dikke bomen met holtes nodig 0 = nog niet aanwezig |
|||||||||||||||||||||
nest5 |
spreeuw |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|
nest5 |
tapuit |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
||||||||||||||
nest5 |
torenvalk |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|
nest5 |
zeearend |
x |
1 |
2 |
3 |
0 |
0 |
0 = nog niet aanwezig 1= Oostevaardersplassen 2 = Roggebotzand 3 = Biesbosch |
||||||||||||||||||
nest5 |
zwarte kraai |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
||
nest5 |
zwarte mees |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
bossoort |
|
nest5 |
zwarte roodstaart |
x |
x |
x |
x |
x |
||||||||||||||||||||
nest5 |
zwarte specht |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
dikke bomen met holtes nodig |
LEGENDA Het betreft een indicatieve lijst; derhalve kunnen er geen rechten aan worden ontleend
x = aanwezig
leeg vak = ongeschikt voor soort
De eerste kolom geeft de wettelijke basis aan op grond waarvan de soort belangrijk is.
AMVB betreft de tabel 2 en 3 soorten uit de Flora en Faunawet
BIJL IV betreft de niet-vogels uit de habitat richtlijn, die overeenkomt met tabel 3 uit de Flora en Faunawet
nest 1 t/m 5 betreft de vogelsoorten die op deze wijze zijn aangemerkt in de Flora en Faunawet
DLG 28 mei 2014
|
Groningen + Friesland + Drenthe |
Overijssel + Gelderland + Utrecht |
Flevoland |
Noord-Holland + Zuid Holland |
Noord-Brabant + Limburg + Zeeland |
|||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
zeekleigebied |
laagveengebieden |
zandgebieden en veenkoloniën |
duinen (kustzone) |
bebouwing en stedelijk gebied |
zandgebieden en veenkoloniën |
laagveengebieden |
rivierengebied |
bebouwing en stedelijk gebied |
droogmakerijen |
zandgebieden |
bebouwing en stedelijk gebied |
duinen (kustzone) |
zeekleigebied |
rivierengebied |
laagveengebieden |
droogmakerijen |
zandgebieden |
bebouwing en stedelijk gebied |
zandgebieden |
rivierengebied |
heuvelland |
zeekleigebied |
bebouwing en stedelijk gebied |
|||
basis |
soort |
opmerking |
||||||||||||||||||||||||
AMVB |
das |
a |
A |
A |
a |
A |
c |
a |
b |
b |
A |
A |
A |
A |
||||||||||||
AMVB |
boommarter |
b |
a |
a |
a |
b |
b |
a |
c |
a |
c |
a |
b |
b |
b |
a |
a |
a |
a |
|||||||
AMVB |
eikelmuis |
c |
c |
c1 |
1 = Zeeuws Vlaanderen |
|||||||||||||||||||||
AMVB |
gewone zeehond |
|||||||||||||||||||||||||
AMVB |
veldspitsmuis |
c |
c1 |
1 = Zeeuws Vlaanderen |
||||||||||||||||||||||
AMVB |
waterspitsmuis |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a1 |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
1 = Texel |
|||||
AMVB |
adder |
B |
B |
B |
B |
|||||||||||||||||||||
AMVB |
hazelworm |
A |
A |
A |
A |
A |
||||||||||||||||||||
AMVB |
ringslang |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
||||||||||||||||
AMVB |
vinpootsalamander |
A |
a |
|||||||||||||||||||||||
AMVB |
vuursalamander |
b |
||||||||||||||||||||||||
AMVB |
beekprik |
C1 |
C1 |
C1 |
1 = kleine beken en sprengen |
|||||||||||||||||||||
AMVB |
bittervoorn |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|||||||
AMVB |
elrits |
c1 |
c |
c1 |
c |
C1 |
1 = beken |
|||||||||||||||||||
AMVB |
gestippelde alver |
c |
c |
c |
||||||||||||||||||||||
AMVB |
grote modderkruiper |
Ao |
A |
Ao |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
||||||||||||
AMVB |
rivierprik |
C1 |
C |
C |
C |
1 = Drentse aa |
||||||||||||||||||||
AMVB |
bruin dikkopje |
c |
||||||||||||||||||||||||
AMVB |
dwergblauwtje |
c |
||||||||||||||||||||||||
AMVB |
dwergdikkopje |
c |
o = niet meer in Nederland |
|||||||||||||||||||||||
AMVB |
groot geaderd witje |
c1 |
c |
1 = in het verleden, nu verdwenen uit Nederland |
||||||||||||||||||||||
AMVB |
grote ijsvogelvlinder |
c1 |
c1 |
1 = in het verleden, nu verdwenen uit Nederland |
||||||||||||||||||||||
AMVB |
heideblauwtje |
A |
A |
A |
A1 |
A |
A |
1 = Texel |
||||||||||||||||||
AMVB |
iepenpage |
b2 |
b |
b1 |
1 = Heerlen, Eindhoven, Rest Zuid-Limburg 2: omgeving Winterswijk |
|||||||||||||||||||||
AMVB |
kalkgraslanddikkopje |
c |
o = niet meer in Nederland |
|||||||||||||||||||||||
AMVB |
keizersmantel |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
momenteel vnl zwervende exemplaren; breidt uit met vaker voortplanting |
AMVB |
klaverblauwtje |
b |
b |
|||||||||||||||||||||||
AMVB |
purperstreepparelmoervlinder |
c |
||||||||||||||||||||||||
AMVB |
rode vuurvlinder |
c |
||||||||||||||||||||||||
AMVB |
rouwmantel |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
momenteel vnl zwervende exemplaren |
AMVB |
tweekleurig hooibeestje |
c |
c |
c |
o = niet meer in Nederland |
|||||||||||||||||||||
AMVB |
veenbesparelmoervlinder |
c |
||||||||||||||||||||||||
AMVB |
veenhooibeestje |
c |
||||||||||||||||||||||||
AMVB |
veldparelmoervlinder |
b |
b |
|||||||||||||||||||||||
AMVB |
woudparelmoervlinder |
c |
c |
c |
o = niet meer in Nederland |
|||||||||||||||||||||
AMVB |
zilvervlek |
c0 |
co |
co |
o = niet meer in Nederland |
|||||||||||||||||||||
AMVB |
groot zeegras |
c |
c |
|||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
baardvleermuis |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
|
Bijl IV |
bechstein’s vleermuis |
co |
co |
c |
||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
bever |
b |
a |
A |
A |
a |
A |
A |
a |
A |
a |
|||||||||||||||
Bijl IV |
bosvleermuis |
c |
c |
c |
||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
brandt’s vleermuis |
co |
co |
co |
||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
bruinvis |
C1 |
C1 |
1 = alleen in zoute wateren |
||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
euraziatische lynx |
c1 |
c1 |
c1 |
co |
1 = toekomst |
||||||||||||||||||||
Bijl IV |
franjestaart |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
||||||||||||||||
Bijl IV |
gewone dolfijn |
C1 |
C1 |
1 = alleen in zoute wateren |
||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
gewone dwergvleermuis |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
Bijl IV |
gewone grootoorvleermuis |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
|||
Bijl IV |
grijze grootoorvleermuis |
a |
a |
a |
a |
|||||||||||||||||||||
Bijl IV |
grote hoefijzerneus |
co |
||||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
hamster |
c |
||||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
hazelmuis |
c |
||||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
ingekorven vleermuis |
B |
B |
|||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
kleine dwergvleermuis |
c1 |
c1 |
c1 |
c1 |
c1 |
1 = nog niet in Nederland |
|||||||||||||||||||
Bijl IV |
kleine hoefijzerneus |
co |
o = niet meer in Nederland |
|||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
laatvlieger |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
Bijl IV |
meervleermuis |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A1 |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A1 |
1 = mergelgroeves, bunkers e.d. |
|||||||||
Bijl IV |
mopsvleermuis |
c |
c |
|||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
nathusius’ dwergvleermuis = ruige dwergvleermuis |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
|
Bijl IV |
noordse woelmuis |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
||||||||||||||||
Bijl IV |
otter |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
bo |
bo |
bo |
bo |
o = nog niet aanwezig |
|||||||||
Bijl IV |
rosse vleermuis |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
||
Bijl IV |
tuimelaar |
c1 |
1 = alleen in zoute wateren |
|||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
tweekleurige vleermuis |
c |
c |
c |
c |
c |
uitbreidend |
|||||||||||||||||||
Bijl IV |
vale vleermuis |
b |
b |
b |
B |
b |
||||||||||||||||||||
Bijl IV |
watervleermuis |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
||
Bijl IV |
wilde kat |
c |
||||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
witflankdolfijn |
c1 |
1 = alleen in zoute wateren |
|||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
witsnuitdolfijn |
c1 |
1 = alleen in zoute wateren |
|||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
wolf |
c1 |
c1 |
c1 |
c1 |
c1 |
c1 |
1 = nu nog niet in Nederland |
||||||||||||||||||
Bijl IV |
boomkikker |
b |
b |
b |
||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
geelbuikvuurpad |
b |
||||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
gladde slang |
b |
b |
b |
b |
|||||||||||||||||||||
Bijl IV |
heikikker |
A |
A |
A |
A |
a |
A |
A |
A |
A |
A |
|||||||||||||||
Bijl IV |
kamsalamander |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A1 |
1= Zeeuws Vlaanderen |
||||||||||||||
Bijl IV |
knoflookpad |
a |
a |
a |
a |
|||||||||||||||||||||
Bijl IV |
muurhagedis |
A |
A |
|||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
poelkikker |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|||||||||||||||||
Bijl IV |
rugstreeppad |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|||
Bijl IV |
vroedmeesterpad |
A |
A |
A |
||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
zandhagedis |
A |
A |
A |
A |
A |
||||||||||||||||||||
Bijl IV |
donker pimpernelblauwtje |
b |
||||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
grote vuurvlinder |
c |
c |
|||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
pimpernelblauwtje |
b |
||||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
tijmblauwtje |
c1 |
c1 |
c1 |
1 = verdwenen uit Nederland |
|||||||||||||||||||||
Bijl IV |
zilverstreephooibeestje |
c1 |
c1 |
c1 |
1 = verdwenen uit Nederland |
|||||||||||||||||||||
Bijl IV |
bronslibel |
c1 |
o |
c1 |
1 = verdwenen uit Nederland |
|||||||||||||||||||||
Bijl IV |
gaffellibel |
bo |
b |
b |
||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
gevlekte witsnuitlibel |
b |
b |
b |
b |
b |
B |
b |
b |
b |
B |
b |
b |
b |
||||||||||||
Bijl IV |
groene glazenmaker |
a |
a |
a |
a |
a |
||||||||||||||||||||
Bijl IV |
noordse winterjuffer |
b |
b |
|||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
oostelijke witsnuitlibel |
c |
c |
c |
||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
rivierrombout |
b |
b |
b |
||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
sierlijke witsnuitlibel |
c |
c |
c |
c |
|||||||||||||||||||||
Bijl IV |
houting |
c |
c |
c |
||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
steur |
c |
c |
c |
||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
drijvende waterweegbree |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
a |
||||||||||||||||||
Bijl IV |
groenknolorchis |
a |
A |
a |
A |
a |
A |
|||||||||||||||||||
Bijl IV |
kruipend moerasscherm |
b |
b |
b |
b |
b |
||||||||||||||||||||
Bijl IV |
zomerschroeforchis |
c |
||||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
brede geelrandwaterroofkever |
c |
c1 |
c1 |
c1 |
1 = verdwenen |
||||||||||||||||||||
Bijl IV |
gestreepte waterroofkever |
c |
c |
c |
c |
c |
c |
|||||||||||||||||||
Bijl IV |
heldenbok |
vestiging is onwaarschijnlijk |
||||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
juchtleerkever |
vestiging is onwaarschijnlijk |
||||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
vermiljoenkever |
c |
||||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
bataafse stroommossel |
co |
o |
co |
||||||||||||||||||||||
Bijl IV |
platte schijfhoren |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
B |
b |
b |
||||||||||||||||
nest1 |
steenuil |
B |
B |
c |
B |
B |
||||||||||||||||||||
nest2 |
gierzwaluw |
A |
A |
b |
A |
A |
in FL alleen in NOP? (A in Urk) |
|||||||||||||||||||
nest2 |
roek |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
c0 |
b0 |
b0 |
b0 |
B |
B |
A |
B |
A |
A |
A |
A |
koloniebroeder |
||||
nest3 |
grote gele kwikstaart |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
typische bekensoort |
||||||||||||||||||
nest3 |
kerkuil |
A |
A |
A |
A |
A |
gebonden aan (solitaire) bebouwing (nestkasten) |
|||||||||||||||||||
nest3 |
oehoe |
c |
c0 |
c |
met name groeves |
|||||||||||||||||||||
nest3 |
ooievaar |
C |
C |
C |
C |
gebonden aan (solitaire) bebouwing (kunstnesten) |
||||||||||||||||||||
nest3 |
slechtvalk |
c |
c |
c |
c |
gebonden aan hoge bebouwing (nestkasten) |
||||||||||||||||||||
nest4 |
boomvalk |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
b |
|
nest4 |
buizerd |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
A |
|
nest4 |
havik |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
|
nest4 |
ransuil |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
|
nest4 |
sperwer |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
|
nest4 |
wespendief |
c |
c |
c |
c |
c |
c |
c |
||||||||||||||||||
nest4 |
zwarte wouw |
c |
c |
c |
||||||||||||||||||||||
nest5 |
blauwe reiger |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
B |
koloniebroeder in bomen |
nest5 |
boerenzwaluw |
A |
A |
A |
A |
A |
||||||||||||||||||||
nest5 |
bonte vliegenvanger |
C |
B |
C |
B |
C |
B |
C |
B |
C |
B |
ook in nestkasten |
||||||||||||||
nest5 |
boomklever |
C |
C |