Besluit van de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie van 14 augustus 2015, nummer WBV 2015/12, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C7/14 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

14 Het asielbeleid ten aanzien van Iran

14.1 Besluitmoratorium

Geen bijzonderheden.

14.2 Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

Geen bijzonderheden.

14.3 Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag
14.3.1 Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

De IND beschouwt de volgende groepen als groepen die systematisch worden blootgesteld aan vervolging in de zin van artikel 1A Vluchtelingenverdrag:

  • a. christenen die actief zijn voor ‘nieuwe kerken’ of evangeliseren;

  • b. leden van huiskerken;

  • c. tot het christendom bekeerde moslims die hun geloof openlijk belijden, bijvoorbeeld door het bijwonen van kerkdiensten.

14.3.2 Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

De IND merkt de volgende groepen aan tot risicogroepen:

  • a. christenen

  • b. bahai’s

  • c. soefi’s

Voor wat betreft sub a ziet dit op christenen die niet reeds vallen onder de in paragraaf 14.3.1. genoemde groepen.

14.3.3 LHBT’s

De IND verleent een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, Vw aan Iraanse LHBT’s, tenzij uit het individuele asielrelaas blijkt dat de vreemdeling niet zal worden blootgesteld aan vervolging.

14.4 Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw
14.4.1 Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

14.4.2 Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

14.4.3 Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

14.5 Bescherming
14.5.1 Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc

Geen bijzonderheden.

14.5.2 Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

Geen bijzonderheden.

14.6 Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

De IND beoordeelt aan de hand van paragraaf B8/6 Vc of adequate opvang voor amv’s aanwezig is.

Voor Iran geldt in ieder geval dat:

  • algemene opvangvoorzieningen niet beschikbaar en/of toereikend zijn; en

  • de autoriteiten geen zorg dragen voor de opvang.

14.7 Vertrekmoratorium

Geen bijzonderheden.

14.8 Bijzonderheden

Geen bijzonderheden.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 augustus 2015

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, voor deze, de directeur-generaal Vreemdelingenzaken, J.C. Goet

TOELICHTING

ALGEMEEN

Naar aanleiding van het Thematisch Ambtsbericht Iran inzake christenen en LHBT’s van mei 2015 zijn in de brief aan de Tweede Kamer van 21 juli 2015 (kenmerk 19 637 nr. 2023) de beleidsgevolgen beschreven en toegelicht.

Op grond van informatie uit het ambtsbericht blijkt dat de situatie ten aanzien van christenen die actief zijn voor ‘nieuwe kerken’ of evangeliseren, leden van huiskerken en tot het christendom bekeerde moslims die hun geloof openlijk belijden, bijvoorbeeld door het bijwonen van kerkdiensten, ernstig is. Derhalve worden deze groepen aangemerkt als groepen die systematisch blootstaan aan vervolging in de zin van artikel 1A Vluchtelingenverdrag.

De categorie ‘groepen van bijzondere aandacht’ worden voortaan aangemerkt als risicogroepen. Door deze wijziging wordt het beleid ten aanzien van Iran meer in lijn gebracht met het algemene beleid.

Uit het ambtsbericht blijkt tevens dat de situatie ten aanzien van Iraanse LHBT’s niet significant is gewijzigd. Derhalve wordt het beleid ten aanzien van Iraanse LHBT’s gehandhaafd.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, voor deze, de directeur-generaal Vreemdelingenzaken, J.C. Goet

Naar boven