Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 14 juli 2015, nr. 15092390, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bescherming van de bedekte onbelichte productieteelt van tomaat (Tijdelijke vrijstelling voor het gewasbeschermingsmiddel V10 ter bescherming van de bedekte onbelichte productieteelt van tomaat 2015)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van de Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en nr. 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309);

BESLUIT:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt verleend voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel V10 ter bescherming van de bedekte onbelichte productieteelt van tomaat tegen schade door Pepinomozaïekvirus. Deze vrijstelling geldt niet voor de opkweek van tomatenplanten.

Artikel 2

De vrijstelling is slechts van toepassing indien de gebruiksvoorschriften in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 november 2015 en vervalt op 28 februari 2016.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: (Tijdelijke vrijstelling voor het gewasbeschermingsmiddel V10 ter bescherming van de bedekte onbelichte productieteelt van tomaat 2015).

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: J.P. Hoogeveen Directeur-Generaal Agro en Natuur

Bezwaar

Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na dagtekening van dit besluit digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen.

Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via ‘mijn.rvo.nl’. Om in te loggen heeft u uw gebruikerscode en wachtwoord nodig, voor de ondertekening een TAN-code. Bij een digitaal bezwaarschrift stuurt u een kopie van dit besluit mee als pdf-bestand of u stuurt een kopie per post na.

Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij een schriftelijk bezwaar stuurt u een kopie van dit besluit mee met uw bezwaarschrift.

Op mijn.rvo.nl/bezwaar vindt u meer belangrijke informatie over het digitaal en schriftelijk indienen van een bezwaarschrift.

Meer informatie

Heeft u nog vragen over uw bezwaarschrift, kijk dan op onze website: mijn.rvo.nl. Of bel: 088 042 42 42 (lokaal tarief).

BIJLAGE

Wettelijk Gebruiksvoorschrift

Middel: V10

Wettelijk Gebruiksvoorschrift

Toegestaan is uitsluitend het professionele gebruik als microbiologisch middel door middel van een gewasbehandeling in de volgende toepassingsgebieden (volgens Definitielijst toepassingsgebieden versie 2.0, Ctgb juni 2011) onder de vermelde toepassingsvoorwaarden.

Toepassingsgebied

Type toepassing

Te bestrijden organisme

Dosering (middel) per toepassing

Maximale dosering (middel) per toepassing

Maximaal aantal toepassingen per teeltcyclus

Veiligheidstermijn in dagen

Tomaat (bedekte onbelichte productieteelt)

gewasbehandeling door inwrijven, na het planten

pepinomozaïekvirus

10% (1 L middel per 10 L water)1

0,8 L/ha

1

14

1 in combinatie met 15 gram carborundum per 1 L inwrijfvloeistof.

Gewasbehandeling door inwrijven. Per hectare 0,8 L product aanvullen tot 8 L met water (10% dosering).

Toepassingsvoorwaarden

Het middel mag uitsluitend worden toegepast in de bedekte onbelichte productieteelt van tomaten. Toepassing van het middel in de opkweek van tomatenplanten is niet toegestaan.

Aanbevelingen

Algemeen

V10 is een microbiologisch middel op basis van twee milde varianten van pepinomozaïekvirus (VX1 en VC1). Het product bevat 1-5 mg/L virus. Na vaccinatie van tomatenplanten door middel van het mechanisme cross-protectie zijn deze planten beschermd tegen virulente varianten van het pepinomozaïekvirus. De inwrijfbehandeling dient toegepast worden door alle planten individueel in te wrijven. De planten moeten vrij zijn van pepinomozaïekvirus op het moment van behandeling.

Aanbevolen dosis en toediening bij het inwrijven van planten:

  • Middel goed schudden in jerrycan voordat verdund wordt.

  • Dosering: 0,8 L V10 op 8 L water.

  • Preparaat toevoegen aan koud water (±8 °C), eventueel water alvast een dag van te voren klaarzetten in koelcel.

  • Norm vloeistofverbruik 8 liter per hectare.

  • Verdeel verdund middel in bakjes van ongeveer een 1 L.

  • Elke medewerker die gaat inwrijven neemt een apart bakje en schoon schuursponsje. Bakje aan riem om middel bevestigen.

  • Per bakje carborundumpoeder toevoegen (per liter 15 gram). Zorg ervoor dat het middel niet buiten het bakje klotst.

  • Doop schoon schuursponsje in vloeistof en wrijf hiermee één deelblad per plant mee in.

  • Zodra er geen vloeistof meer uit sponsje komt, sponsje opnieuw dopen (ongeveer na elke 20 planten).

  • Als het bakje leeg is kan het bijgevuld worden met verdund middel en carborundum.

Attentiepunten:

  • Onverdund kunt u het virus gebruiken zoals de houdbaarheidsdatum aangeeft. Eénmaal verdund, binnen 6 uur gebruiken.

  • Enkele dagen na het behandelen zijn er kleine sporen zichtbaar op de planten.

Bevat: 1–5 mg/L virusdeeltjes (milde varianten VX1 en VC1 van pepinomozaïekvirus)

De uiterste gebruiksdatum bij bewaring bij temperaturen van –18°C of lager: 6 maanden na productie. Het middel binnen 3 dagen na ontdooien toepassen. Na ontdooien koel bewaren (4–10°C).

Nettohoeveelheid: 5 L.

Veiligheidszinnen:

R42/43:

Kan overgevoeligheid veroorzaken bij inademing of contact met de huid.

S2:

Buiten bereik van kinderen houden.

S13:

Verwijderd houden van eet- en drinkwaren.

S20/21:

Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

S23:

Spuitnevel niet inademen.

S24:

Aanraking met de huid vermijden.

S37:

Draag geschikte handschoenen.

SP1:

Zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen water verontreinigt

TOELICHTING

Algemeen

Artikel 53 van de Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en nr. 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) (hierna: Verordening (EG) nr. 1107/2009) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken.

Vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een gevaar dat op geen enkele andere redelijke manier te beheersen is.

Met dit besluit wordt in 2015 tijdelijk vrijstelling verleend voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel V10, ter bescherming van de bedekte onbelichte productieteelt van tomaat tegen pepinomozaïekvirus. Deze vrijstelling geldt niet voor de opkweek van tomatenplanten.

Op 22 juni 2015 (Staatscourant van 29 juni 2015, nr 15080671), 14 november 2014 (Staatscourant van 18 november 2014, nr 33151) en op 7 september 2013 (Staatscourant van 6 september 2013, nr. 25278) is eerder vrijstelling verleend voor het gebruik van V10.

Gevaar voor de teelt

Pepinomozaïekvirus (PepMV) is een zeer besmettelijke virus dat wordt verspreid door mechanische overdracht, met name bij gewashandelingen, via besmet materiaal en drainwater. De schade door PepMV in de tomatenteelt betreft productieverlies en kwalitatieve schade. Zonder de beschikbaarheid van goede gewasbeschermingsmaatregelen zullen telers opbrengstschade ondervinden die oploopt tot 20 procent kwaliteitsverlies, waardoor de tomaten niet meer voor de versmarkt afgezet kunnen worden, en 10 procent opbrengstverlies. Een landbouwtechnisch doelmatige geïntegreerde bedekte onbelichte productieteelt van tomaat wordt bedreigd door de onvoldoende bescherming tegen PepMV.

Alternatieven

Telers proberen door naleving van bedrijfshygiënische maatregelen infectie en verspreiding tegen te gaan. Echter PepMV is een zeer besmettelijk virus dat zeer makkelijk verspreid wordt.

Daarom kan met de toepassing van bedrijfshygiënische maatregelen PepMV niet afdoende worden bestreden. Een landbouwtechnisch doelmatige geïntegreerde bedekte onbelichte productieteelt van tomaat is met het beschikbare pakket aan maatregelen en middelen niet mogelijk.

Bijzondere omstandigheden

Er is perspectief voor de toelating van de zwakke stammen waardoor een kortstondig noodverband gerechtvaardigd is. De toelating zal in het teeltseizoen van 2015 nog niet beschikbaar zijn. Er worden inspanningen verricht om deze zwakke stammen in de EU als werkzame stoffen te plaatsen. Vervolgens kan een toelating van het middel V10 op basis van deze werkzame stoffen als gewasbeschermingsmiddel aangevraagd worden bij het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). De aanvraag voldoet aan de eis van bijzondere omstandigheden. De toelatinghouder en sector leveren inspanningen om te komen tot een toelating. Er is perspectief voor de toelating van V10 in de bedekte onbelichte productieteelt van tomaat in Nederland waardoor een kortstondig noodverband gerechtvaardigd is.

Advies College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden

Het Ctgb constateert dat er geen risico verbonden is aan de vrijstelling.

De overwegingen

Een hernieuwde vrijstelling voor V10 is gewenst, omdat zonder vrijstelling van het middel V10 pepinomozaïekvirus (PepMV) in de bedekte onbelichte productieteelt van tomaat op geen enkele andere redelijke wijze te beheersen is.

In overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, heb ik besloten om op grond van artikel 38 van de Wgb vrijstelling te verlenen voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel V10, ter bescherming van de bedekte onbelichte productieteelt van tomaat tegen pepinomozaïekvirus (PepMV). Deze vrijstelling geldt niet voor de opkweek van tomatenplanten.

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 november 2015 en vervalt op 28 februari 2016.

De Staatssecretaris van Economische Zaken namens deze: J.P. Hoogeveen Directeur-Generaal Agro en Natuur

Naar boven