Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 30 juni 2015, inzake een beschikbaarheidbijdrage voor medische vervolgopleidingen

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na op 4 mei 2015 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Kamerstukken II 2014/15, 29 282, nr. 226);

Besluit:

Artikel 1 Beschikbaarheidbijdrage medische vervolgopleidingen

De Nederlandse Zorgautoriteit kan, op vergelijkbare wijze als omschreven in de Aanwijzing beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen 2013 (Stcrt. 2012, 20041) op grond van onderdeel B, sub 1, van de bijlage behorende bij het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG, een beschikbaarheidbijdrage verlenen voor de medische opleidingen tot sportarts, klinisch neuropsycholoog en arts voor verstandelijk gehandicapten.

Artikel 2 Hoogte vergoedingsbedragen

De Nederlandse Zorgautoriteit berekent de beschikbaarheidbijdragen bedoeld in artikel 1 op basis van de bij brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vermelde vergoedingsbedragen.

Artikel 3 Inwerkingtreding

Deze aanwijzing treedt in werking op de dag dat het besluit houdende wijziging van het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG in verband met acuut ambulancevervoer per ambulancehelikopter voor de Friese Waddeneilanden en enige andere besluiten in verband met medische vervolgopleidingen in werking treedt.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing met de toelichting in de Staatscourant.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

TOELICHTING

Met deze aanwijzing kan:

  • de opleiding tot sportarts en de opleiding tot klinisch neuropsycholoog met ingang van 1 januari 2016 in aanmerking komen voor bekostiging door middel van een beschikbaarheidbijdrage als bedoeld in artikel 56a Wmg;

  • vanaf 1 januari 2016 de Stichting Beroepsopleiding tot Sportarts (SBOS) op aanvraag worden belast met een dienst van algemeen belang voor de vervolgopleiding tot sportarts en

  • de Stichting Beroepsopleiding Huisartsen (SBOH) op aanvraag worden belast met een dienst van algemeen belang voor de vervolgopleiding tot arts voor verstandelijk gehandicapten, voor zover het betreft de artsen in opleiding tot specialist die met ingang van 1 januari 2016 aanvangen met de opleiding.

De Nederlandse Zorgautoriteit, verder te noemen zorgautoriteit, krijgt met deze aanwijzing de opdracht om voor bovengenoemde opleidingen beleidsregels op te stellen. Zij kan hiervoor gebruik maken van de systematiek zoals omschreven in de Aanwijzing beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen 2013 en de Aanwijzing van beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen 2014–2016 (Stcrt. 2013, 30705).

Dit geldt zowel voor de verlening, vaststelling en verantwoording van de beschikbaarheidbijdrage als de belasting met een dienst van algemeen belang. Met de verwijzing naar de systematiek van de Aanwijzing beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen 2013 (Stcrt. 2012, 20041) wordt tevens beoogd dat de daar genoemde definities te volgen.

De zorgautoriteit berekent de beschikbaarheidbijdragen bedoeld in artikel 1 op basis van de bij brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vermeldde vergoedingsbedragen. De minister zal de brief zoals bedoeld in artikel 2 met de daarin vermelde vergoedingsbedragen voor opleidingen tot sportarts, klinisch neuropsycholoog en arts voor verstandelijk gehandicapten tijdig aan de zorgautoriteit verzenden. De brief zal onder meer ingaan op de berekening van de beschikbaarheidbijdrage voor medische vervolgopleidingen waaronder of deze meetellen in de staffelberekening, ten laste van welk fonds de bijdrage komt en de instroom en/of doorstroom. Ten aanzien van de mogelijkheden van afwijking van het verdeelplan geldt dat de zorgautoriteit de bevoegdheid heeft om wanneer zij dat nodig acht af te wijken.

Wellicht ten overvloede zij gezegd dat de vervolgopleiding tot arts voor verstandelijk gehandicapten betreft de artsen in opleiding tot specialist die met ingang van 1 januari 2016 aanvangen met de opleiding. Artsen die vóór 2016 zijn gestart worden bekostigd op de wijze vermeld in de eerdere aanwijzingen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven