Rectificatie van WBV 2015/8

In de Staatscourant van 30 juni 2015, nr. 18172, is het Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 24 juni 2015, nummer WBV 2015/8, houdende wijzigingen van de Vreemdelingencirculaire 2000 gepubliceerd. Abusievelijk is onder Artikel I, sub J (Paragraaf B9/18) de tekst onjuist weergegeven. Hierdoor is paragraaf B9/18.2 weggevallen.

Paragraaf B9/18.2 Vreemdelingencirculaire 2000 wordt toegevoegd en komt te luiden:

18.2 Verblijfsspecifiek

Oud-Nederlanders geboren en getogen in Nederland

De IND beschouwt een geboorteakte als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling geboren is in Nederland.

Buiten Nederland geboren meerderjarige oud-Nederlanders

De IND beschouwt een geldig Nederlands document voor grensoverschrijding als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling niet woont in het land waarvan hij onderdaan is.

Oud-Nederlanders o.g.v. artikel 15, eerste lid, aanhef en onder d en f, RWN

De IND beschouwt een geldig Nederlands document voor grensoverschrijding dat door Nederland wordt erkend als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling meerderjarig is.

De IND beschouwt een besluit tot intrekking van het Nederlanderschap als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling het Nederlanderschap heeft verloren omdat hij na de totstandkoming van zijn naturalisatie heeft nagelaten al het mogelijke te doen om zijn oorspronkelijke nationaliteit te verliezen.

De IND beschouwt een afschrift uit de BRP waaruit blijkt dat de vreemdeling is ingeschreven als ingezetene, als bewijsmiddel waaruit blijkt dat de vreemdeling zijn hoofdverblijf in Nederland heeft.

De IND beschouwt een besluit tot intrekking van het Nederlanderschap als bewijs dat de aanvraag binnen twee jaar na intrekking van het Nederlanderschap is ingediend.

Oud-Nederlanders o.g.v. artikel 15, eerste lid, aanhef en onder b, RWN

De IND beschouwt een geldig document voor grensoverschrijding dat door Nederland wordt erkend als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling meerderjarig is.

De IND beschouwt een verklaring van afstand van de Nederlandse nationaliteit als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling het Nederlanderschap heeft verloren.

De IND beschouwt een afschrift uit de BRP waaruit blijkt dat de vreemdeling is ingeschreven als ingezetene, als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling zijn hoofdverblijf in Nederland heeft.

De IND beschouwt een afschrift uit de BRP waarin de datum is opgenomen waarop afstand is gedaan van de Nederlandse nationaliteit als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling de aanvraag heeft ingediend binnen twee jaar nadat door de vreemdeling afstand is gedaan van het Nederlanderschap.

Remigratie en terugkeeroptie op grond van artikel 8 Remigratiewet

De IND beschouwt een afschrift van de beschikking van de SVB, waarin het recht op de basisvoorzieningen of de remigratievoorzieningen is toegekend en waarin de vertrekdatum van de vreemdeling is vermeld, als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling de aanvraag heeft ingediend binnen één jaar na remigratie uit Nederland met toepassing van de Remigratiewet.

Terugkeeroptie minderjarige vreemdelingen

De IND beschouwt een geldig Nederlands document voor grensoverschrijding als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling minderjarig is.

Verblijfsvergunning na overlijden referent

De IND beschouwt een afschrift van de overlijdensakte als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de huwelijks- of (geregistreerd) partner, ouder, adoptie- of pleegouder van de vreemdeling is overleden.

Verblijfsvergunning na medische behandeling

De IND beschouwt als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de medische behandeling van de vreemdeling voor ten minste één jaar noodzakelijk is:

  • een door de medische behandelaars van de vreemdeling volledig ingevulde en ondertekende Bijlage bewijs omtrent medische situatie vreemdeling, die niet ouder is dan zes weken;

  • een door de vreemdeling zelf volledig ingevulde en ondertekende Bijlage toestemmingsverklaring medische gegevens die niet ouder is dan zes maanden; en

  • relevante medische gegevens zoals beschreven in paragraaf A3/7.1 Vc.

Bijzondere individuele omstandigheden

De IND beschouwt als bewijsmiddel van huiselijk geweld:

  • recente bescheiden van de politie, waarbij bij de politie aannemelijk gemaakt moet zijn dat het huiselijk geweld heeft plaatsgevonden; of

  • een recente verklaring van de politie of het OM dat het OM ambtshalve vervolging tegen de dader heeft ingesteld; en

  • recente medische informatie van de (vertrouwens)arts of een recente verklaring van een andere hulpverlener of recente gegevens over verblijf in de opvang of andere objectieve gegevens uit betrouwbare bron, waaruit voldoende moet blijken dat het huiselijk geweld heeft plaatsgevonden.

Slachtoffer mensenhandel

De IND beschouwt een afschrift van de rechterlijke uitspraak in de strafzaak als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de strafzaak, op basis waarvan de vreemdeling een verblijfsvergunning heeft gehad in het kader van het beleid op het gebied van mensenhandel, heeft geleid tot een onherroepelijke veroordeling.

De IND beschouwt een verklaring van de politie of het OM als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de strafzaak, op basis waarvan de vreemdeling een verblijfsvergunning heeft gehad in het kader van het beleid op het gebied van mensenhandel, nog loopt.

De IND beschouwt een verklaring van de politie als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat van de vreemdeling nog steeds niet verwacht kan worden medewerking te verlenen aan het strafproces, omdat de ernstige bedreigingen in Nederland door de mensenhandelaar voortduren.

De IND beschouwt medische informatie als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat er nog steeds sprake is van een fysieke of psychische aandoening die aan het verlenen van medewerking aan het strafproces in de weg staat. De medische informatie moet afkomstig zijn van een behandelaar die in het register van Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg of in het register van het Nederlands Instituut van Psychologen is ingeschreven.

Getuige-aangever mensenhandel

De IND beschouwt een afschrift van de rechterlijke uitspraak in de strafzaak als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de strafzaak heeft geleid tot een onherroepelijke veroordeling voor mensenhandel.

Privéleven als bedoeld in artikel 8 EVRM

De IND beschouwt bewijsstukken waaruit de banden met Nederland en de intensiteit daarvan blijken als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling privéleven heeft opgebouwd in Nederland.

Plaatsing in een pleeggezin of instelling op verzoek van een ander land op grond van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996

De IND beschouwt de instemmingsverklaring van de Nederlandse Centrale autoriteit als bewijsmiddel dat de Nederlandse Centrale autoriteit heeft ingestemd met de plaatsing van de vreemdeling in een pleeggezin of instelling in Nederland.

De IND beschouwt het instemmingsbesluit van de Centrale autoriteit van het land van herkomst van de vreemdeling als bewijsmiddel dat de Centrale autoriteit van het land van herkomst van de vreemdeling heeft besloten om in te stemmen met de plaatsing van de vreemdeling in een pleeggezin of instelling in Nederland.

De IND beschouwt een verklaring van de Nederlandse Centrale autoriteit als bewijsmiddel dat de vreemdeling niet meer zal kunnen terugkeren naar de oorspronkelijke gezinssituatie en tot zijn 18de jaar in een pleeggezin of instelling zal gaan verblijven.

De IND beschouwt een verklaring van de bevoegde autoriteiten van het land van herkomst als bewijsmiddel dat het gezag over de vreemdeling is geregeld.

Naar boven