Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 17 juni 2015, nr. IENM/BSK-2015/113114, tot wijziging van de Regeling bodemkwaliteit (actualisering verwijzingen normdocumenten 2015.2)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 25, eerste lid, en 40, eerste lid, van het Besluit bodemkwaliteit;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling bodemkwaliteit wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5.1.9. wordt als volgt gewijzigd:

1. Het achttiende lid vervalt.

2. Het negentiende lid wordt vernummerd tot achttiende lid en komt te luiden:

  • 18. Tot 1 januari 2016 geldt voor de werkzaamheid, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel f, voor zover deze werkzaamheid de certificering van personen en instellingen betreft voor de werkzaamheid, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdelen e en r, een vrijstelling van het vereiste krachtens artikel 2.2, eerste lid, dat een erkenning voor die werkzaamheid is gebaseerd op een accreditatie voor BRL SIKB 7500, versie 3.1, vastgesteld op 17 juni 2010, zoals vermeld bij de categorieën 5 en 18 in bijlage C.

B

In bijlage B, tabel 1, wordt in voetnoot 5 ‘NEN-ISO 17380:2006’ vervangen door: NEN-EN-ISO 17380:2013.

C

Bijlage C wordt vervangen door bijlage C, opgenomen in de bijlage, behorende bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

BIJLAGE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL C, VAN DE REGELING VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU TOT WIJZIGING VAN DE REGELING BODEMKWALITEIT (ACTUALISERING VERWIJZINGEN NORMDOCUMENTEN 2015.2)

Bijlage C. , behorende bij de artikelen 2.1 en 2.2

Categorie

Werkzaamheden

Normdocumenten

Certificatie- en accreditatierichtlijnen

Onderdelen

1

Aanleg van bodembeschermende voorzieningen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a.

BRL SIKB 7700 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening, versie 1.3, vastgesteld op 30 oktober 2014.

Protocol 7701 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening met prefab betonnen elementen, versie 1.3, vastgesteld op 30 oktober 2014.

Protocol 7702 – Aanleg of herstel van een vloei-stofdichte voorziening van beton, versie 1.3, vastgesteld op 30 oktober 2014.

Protocol 7703 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening met bitumineus materiaal, versie 1.3, vastgesteld op 30 oktober 2014.

Protocol 7704 –Aanleg of herstel van een vloeistofdichte kunstharsgebonden beschermlaag, versie 1.3, vastgesteld op 30 oktober 2014.

Protocol 7711 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voegafdichting, versie 1.3, vastgesteld op 30 oktober 2014.

2

Afgeven van kwaliteitsverklaringen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b

BRL 1004 Kalkzandsteen, versie van 31 oktober 2011 met wijzigingsblad van 31 december 2014. Tot 1 september 2015 is het toegestaan om de versie van 31 oktober 2011 met wijzigingsblad van 8 november 2012 toe te passen (uitsluitend NL BSB merk).

 
   

BRL 1007 Metselbaksteen, versie van 10 maart 2010 met wijzigingsblad van 29 november 2012 (uitsluitend NL BSB merk).

 
   

BRL 1010 Drooggeperste keramische wand- en vloertegels, versie van 3 oktober 2008 met wijzigingsblad van 20 november 2012 (uitsluitend NL BSB merk).

BRL 1015 Gevelsysteem met droog gestapelde bakstenen, versie van 24 oktober 2012.

BRL 1016 Keramische prefab wand- en gevelelementen, versie van 29 november 2012.

 
   

BRL 1103 Daken en gevels met geprofileerde vezelcementplaten, versie van 20 januari 2006 met wijzigingsblad van 31 december 2014.

 
   

BRL 1104 Bedrijfsvloerplaten van constructief beton, versie van 1 december 2008.

 
   

BRL 1105 Cementgebonden houtspaanplaat, versie van 1 februari 2006 met wijzigingsblad van 31 december 2014.

 
   

BRL 1328 Buitengevelisolatiesystemen met gepleisterde afwerking, versie van 14 november 2004 met wijzigingsblad van 29 november 2012 (uitsluitend NL BSB merk).

 
   

BRL 1510 Keramische dakpannen, versie van 27 november 2012 (uitsluitend NL BSB merk).

 
   

BRL 1905 Mortels voor metselwerk, versie van 17 januari 2011 met wijzigingsblad van 8 november 2012 (uitsluitend NL BSB merk).

 
   

BRL 2307 AVI-bodemas voor ongebonden toepassing in grond- of wegenbouwkundige werken, versie van 27 mei 2008 met wijzigingsblad van 31 december 2014.

 
   

BRL 2317 Waterdoorlatende bestratingselementen van beton, versie van 21 maart 2014.

BRL 2320 Grasbetontegels, versie van 21 maart 2014.

 
   

BRL 2353 Kelderwanden van staalvezelbeton, van 31 januari 2011 met wijzigingsblad van 2 januari 2013.

 
   

BRL 2360 Straatbaksteen, versie van 16 november 2012 met wijzigingsblad van 31 december 2014. Tot 1 september 2015 is het toegestaan om de versie van 16 november 2012 toe te passen (uitsluitend NL BSB merk).

 
   

BRL 2368 Niet constructieve betonproducten, versie van 16 november 2012.

 
   

BRL 2506 Recyclinggranulaten voor toepassing in GWW-werken en in beton, versie van 29 november 2012 met wijzigingsblad van 31 december 2014. Tot 1 september 2015 is het toegestaan om de versie van 29 november 2012 toe te passen (uitsluitend NL BSB merk).

BRL 2811 Ferrocement producten, versie van 1 september 2004, met wijzigingsblad van 27 september 2012.

 
   

BRL 2815 Wandconstructies opgebouwd uit betonnen stapelblokken, versie van 22 juni 2012.

 
   

BRL 2817 Cementgebonden afstandhouders, versie van 16 november 2012.

 
   

BRL 5068 Cellenbeton voor toepassing in buitenwanden (type B-wanden) in bouwwerken, versie van 5 juli 1999, met wijzigingsblad van 18 december 2008.

 
   

BRL 5070 Vooraf vervaardigde elementen van beton, versie van 31 maart 2008.

 
   

BRL 5071 Elementen van vezelcement, versie van 24 april 2008.

 
   

BRL 5075 Cementbetonverhardingen geproduceerd met in mobiele installaties vervaardigde betonspecie, versie van

1 januari 2009.

 
   

BRL 5076 Elementen van polymeerbeton in contact met regenwater, grondwater en

oppervlaktewater, versie van 15 mei 2008.

 
   

BRL 52230 Keramische buizen voor riolering, versie van 22 oktober 2008.

 
   

BRL 5231 Buizen en hulpstukken van gewapend beton met plaatstalen kern voor het transport van afvalwater, versie van 1 september 2007 met wijzigingsblad van 28 november 2011.

 
   

BRL 9080 Zetsteen van beton, versie van 15 januari 2007, met wijzigingsblad van 12 maart 2013.

 
   

BRL 9203 Afdekkingen voor putten en kolken, versie van 6 december 2011.

 
   

BRL 9204 Kolken samengesteld uit beton en gietijzer, versie van 6 december 2011.

 
   

BRL 9301 Mijnsteen voor GWW-werken, versie van 2 november 2009, met wijzigingsblad van 31 december 2014.

 
   

BRL 9302 E-bodemas en KV-slak in ongebonden toepassing, versie van 10 juli 2008, met wijzigingsblad van 31 december 2014. Tot 1 september 2015 is het toegestaan om de versie van 10 juli 2008 met wijzigingsblad van 1 juni 2012 toe te passen (uitsluitend NL BSB merk).

 
   

BRL 9304 Fosforslak en fosforslakmengsel voor toepassing in GWW-werken, versie 13 november 2012 met wijzigingsblad van 31 december 2014. Tot 1 september 2015 is het toegestaan om de versie van 10 juli 2008 met wijzigingsblad van 13 november 2012 toe te passen (uitsluitend NL BSB merk).

 
   

BRL 9305 Hoogovenslakmengsel voor toepassing in GWW-werken, versie van 13 november 2012.

 
   

BRL 9310 LD-staalslakmengsel voor toepassing in de wegenbouw en LD-staalslak voor toepassing in GWW-werken, versie van 13 november 2012 met wijzigingsblad van 31 december 2014. Tot 1 september 2015 is het toegestaan om de versie van 13 november 2012 toe te passen (uitsluitend NL BSB merk).

 
   

BRL 9311 Gerecycled grind voor toepassing op daken, in ongebonden lagen in civiele werken en als toeslagmateriaal voor asfalt, versie van 16 april 2008, met wijzigingsblad van 31 december 2014. Tot 1 september 2015 is het toegestaan om de versie van 16 april 2008 toe te passen (uitsluitend NL BSB merk).

 
   

BRL 9312 Waterbouwsteen voor toepassing in de GWW, versie van 30 oktober 2012 met wijzigingsblad van 31 december 2014.

 
   

BRL 9313 Zand uit dynamische wingebieden, versie van 29 november 2012.

 
   

BRL 9315 De milieuhygiënische kwaliteit van geëxpandeerde kleikorrels voor ongebonden toepassing in werken, versie van 9 april 2008.

 
   

BRL 9316 Flugsand voor GWW-werken, versie van 15 januari 2009.

 
   

BRL 9317 Lava voor GWW-werken, versie van 15 januari 2009.

 
   

BRL 9319 De milieuhygiënische kwaliteit van drinkwaterreststoffen voor toepassing in grondwerken, versie van 31 augustus 2009.

 
   

BRL 9320 Bitumineus gebonden mengsels, versie van 24 april 2009 met wijzigingsblad van 31 december 2014. Tot 1 september 2015 is het toegestaan om de versie van 24 april 2009 toe te passen.

 
   

BRL 9321 Milieuhygiënische kwaliteit van industriezand en (gebroken) industriegrind, versie van 4 november 2014. Tot 1 september 2015 is het toegestaan om de versie van 8 februari 2008 met wijzigingsblad van 23 mei 2012 toe te passen.

 
   

BRL 9322 Cementgebonden minerale reststoffen als gebonden fundering in de GWW, versie van 29 februari 2012.

BRL 9324 Milieuhygiënische kwaliteit van steenslag in ongebonden toepassing, versie van 4 november 2014. Tot 1 september 2015 is het toegestaan om de versie van 8 februari 2008 met wijzigingsblad van 23 mei 2012, toe te passen.

 
   

BRL 9326 Schelpen, versie van 15 september 2011.

 
   

BRL 9327 Milieuhygiënische kwaliteit van bitumineuze afdichtingsmaterialen voor toepassing in waterkerende en waterafdichtingssystemen, versie van 15 september 2008 met wijzigingsblad van 31 december 2014. Tot 1 september 2015 is het toegestaan om de versie van 15 september 2008 toe te passen.

 
   

BRL 9328 ELO-staalslak voor toepassing in de wegenbouw en kust- en oeverwerken, versie van 24 april 2008 met wijzigingsblad van 31 december 2014. Tot 1 september 2015 is het toegestaan om de versie van 24 april 2008 toe te passen (uitsluitend NL BSB merk).

 
   

BRL 9335 Grond, versie van 12 september 2014 en de bijbehorende SIKB protocollen 9335-1, 9335-2 en 9335-4, versie van 5 september 2014. Tot 15 september 2015 is het toegestaan om de versie van 29 april 2013 met wijzigingsblad van 1 mei 2013 en de bijbehorende SIKB protocollen 9335-1 en 9335-2, versies van 25 juni 2008 en 9335-4, versie van 17 december 2008, toe te passen.

 
   

BRL 9336 Milieuhygiënische kwaliteit van E-Vliegas in ongebonden toepassing, versie van 4 november 2014. Tot 1 september 2015 is het toegestaan om de versie van 8 februari 2008, met wijzigingsblad van 23 mei 2012, toe te passen.

 
   

BRL 9337 De milieuhygiënische kwaliteit van polymeergebonden steenslag voor toepassing in GWW-werken, versie van 2 november 2009.

 
   

BRL 9338 Betonmortel en andere cementgebonden mortels, versie van 25 juni 2013.

 
   

BRL 9341 Steenachtige substraten (boomgranulaat/daktuinsubstraat), versie van 21 maart 2013.

 
   

BRL 9342 Gebonden Steenslag met binder van plantaardige oorsprong ten behoeve van halfverharding, versie van 1 mei 2014.

BRL 9343 Koperslak voor GWW-werken, versie van 18 november 2013

 

3

Analyse van bouwstoffen, grond of baggerspecie, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c

NEN-EN-ISO/IEC 17025 Algemene eisen voor de bekwaamheid van beproevings- en kalibratielaboratoria, versie van 2005 +C1:2007.

 
   

AP 04-A, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Algemeen, versie 8, vastgesteld op 3 oktober 2013.

 
   

AP 04-V, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Monstervoorbehandeling, versie 9, vastgesteld op 3 oktober 2013.

 
   

AP 04-SG, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Samenstelling grond, versie 11, vastgesteld op 3 oktober 2013.

Pakket SG1.

Pakket SG2.

Pakket SG3.

Pakket SG4.

Pakket SG5.

Pakket SG6.

Pakket SG7.

Pakket SG8.

   

AP 04-SB, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Samenstelling bouwstoffen (niet zijnde grond en afvalstoffen), versie 8, vastgesteld op 3 oktober 2013.

Pakket SB1.

Pakket SB2.

Pakket SB3.

Pakket SB4.

Pakket SB5.

   

AP 04-U, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Uitloogonderzoek, versie 8, vastgesteld op3 oktober 2013.

Pakket U1.

Pakket U2.

Pakket U3.

   

AP 04-E, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Analyse van eluaten, versie 8, vastgesteld op 3 oktober 2013.

 

4

Analyse voor milieuhygiënisch bodemonderzoek, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d

NEN-EN-ISO/IEC 17025 Algemene eisen voor de bekwaamheid van beproevings- en kalibratielaboratoria, versie van 2005 +C1:2007.

 
   

AS SIKB 3000, Accreditatieschema Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek, versie 6, vastgesteld op 3 oktober 2013, met wijzigingsblad van 2 oktober 2014.

Protocol 3001, Conserveringsme-thoden en conserveringster- mijnen voor milieumonsters, versie 4 van 2 oktober 2014.

Tot 1 oktober 2016 is het toegestaan om versie 3, vastgesteld op 3 september 2009. toe te passen.

     

Protocollen 3010 t/m 3090, Laboratoriumana-lyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronder-zoek, versie 7, vastgesteld op 3 oktober 2013.

     

Protocollen 3110 t/m 3190, Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en Grondwateronder- zoek, versie 6, vastgesteld op 3 oktober 2013.

     

Protocollen 3210 t/m Protocollen 3210 t/m 3290, Laboratoriumana-lyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronder- zoek, versie 4, vastgesteld op 3 oktober 2013.

5

Bewerking van verontreinigde grond of baggerspecie, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e,

BRL SIKB 7500, Beoordelingsrichtlijn Bewerken van verontreinigde grond en baggerspecie, versie 4.0, vastgesteld op 17 april 2014. Tot 1 januari 2016 is het toegestaan om versie 3.1.1, vastgesteld op 12 december 2013, toe te passen.

De volgende werkgebieden worden onderscheiden in BRL SIKB 7500, Protocol 7510:

– Thermische reiniging;

– Extractieve reiniging;

– Biologische reiniging;

– Koude immobilisatie;

Fysische scheiding (nat- en droog zeven).

Protocol 7510, Procesmatige ex situ reiniging van grond en baggerspecie, versie 4.0, vastgesteld op 17 april 2014. Tot 1 januari 2016 is het toegestaan om versie 3.1.1, vastgesteld op 12 december 2013, toe te passen.

     

Protocol 7511, Landfarming, ontwatering, rijping en zandscheiding van baggerspecie, versie 3.0.1, vastgesteld op 12 december 2013.

6

Certificering van personen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f

NEN-EN-ISO/IEC 17065:2012, Conformiteitsbeoordeling-Eisen voor certificatie-instellingen die certificaten toekennen aan producten, processen en diensten en een of meerdere normdocumenten die zijn opgenomen in deze tabel met uitzondering van de normdocumenten die zijn opgenomen bij categorie 2.

Voor NEN-EN-ISO/IEC 17065:2012 is het toegestaan om tot 15 september 2015 NEN-EN 45011 toe te passen.

 

7

Periodieke inspectie van bodembeschermende voorzieningen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g

AS SIKB 6700 -Inspectie bodembeschermende voorzieningen, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012, met wijzigingsblad van 30 oktober 2014.

Protocol 6701 – Visuele inspectie vloeistofdichtheid, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012, met wijzigingsblad van 30 oktober 2014’.

Protocol 6702 – Geo-elektrische meting vloeistofdichtheid, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012, met wijzigingsblad van 30 oktober 2014.

Protocol 6703 – Hydrologische meting vloeistofdichtheid, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012, met wijzigingsblad van 30 oktober 2014.

Protocol 6704 – Meten vloeistofdichtheid met luchttestsysteem, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012, met wijzigingsblad van 30 oktober 2014.

8

Milieukundige begeleiding, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h

BRL SIKB 6000, Beoordelingsrichtlijn Milieukundige begeleiding van (water)bodemsaneringen, ingrepen in de waterbodem en nazorg, versie 4.2, vastgesteld op 2 oktober 2014, met wijzigingsblad van 12 februari 2015. Tot 15 september 2015 is het toegestaan om versie 4.1, vastgesteld op 12 december 2013 met wijzigingsblad van 12 februari 2015, toe te passen.

De volgende werkgebieden worden onderscheiden in BRL SIKB 6000:

-Verificatie;

-Processturing

Protocol 6001, Milieukundige begeleiding van landbodemsanering met conventionele methoden en nazorg, versie 4.0, vastgesteld op 13 december 2012 met wijzigingsblad van 12 februari 2015.

Protocol 6002, Milieukundige begeleiding van landbodemsanering met in situ methoden en nazorg, versie 4.0, vastgesteld op 13 december 2012, met wijzigingsblad van 12 februari 2015.

Protocol 6003, Milieukundige begeleiding van ingrepen in de waterbodem en uitvoering van waterbodemsaneringen, versie 3.2, vastgesteld op 12 december 2013.

     

Dezelfde documenten als bij onderdeel verificatie

   

of

of

   

BRL SIKB 7000- Uitvoering van (water)bodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem, versie 5, vastgesteld op 19 juni 2014 met wijzigingsblad van 12 februari 2015. Tot 1 oktober 2015 is het toegestaan om versie 4.3, vastgesteld op 12 december 2013, toe te passen.

De volgende werkgebieden worden onderscheiden in BRL SIKB 7000:

-Processturing.

Protocol 7002 – Uitvoering van landbodemsaneringen met in situ methoden, versie 2.3, vastgesteld op 12 december 2013, toe te passen.

9

Monsterneming bij partijkeuringen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i

BRL SIKB 1000, Beoordelingsrichtlijn Monsterneming voor partijkeuringen, versie 8.2, vastgesteld op 2 oktober 2014, met wijzigingsblad van 19 juni 2014. Tot 15 september 2015 is het toegestaan om versie 8.1, vastgesteld op 12 december 2013, met wijzigingsblad van 12 februari 2015, toe te passen.

of

AS SIKB 1000, Accreditatieschema Monsterneming voor partijkeuringen, versie 1.1, vastgesteld op 4 maart 2010, met wijzigingsblad van 11 december 2014.

Protocol 10011, Monsterneming voor partijkeuringen grond en baggerspecie, versie 2.1, vastgesteld op 12 december 2013, bij BRL SIKB 1000 met wijzigingsblad van 12 februari 2015, of bij AS SIKB 1000 met wijzigingsblad van 11 december 2014.

Protocol 10021,

Monsterneming voor partijkeuringen niet-vormgegeven bouwstoffen, versie 2.1, vastgesteld op 12 december 2013, bij BRL SIKB 1000 met wijzigingsblad van 12 februari 2015, of bij AS SIKB 1000 met wijzigingsblad van 11 december 2014.

Protocol 10031, Monsterneming voor partijkeuringen vormgegeven bouwstoffen, versie 2.1, vastgesteld op 12 december 2013, bij BRL SIKB 1000 met wijzigingsblad van 12 februari 2015, of bij AS SIKB 1000 met wijzigingsblad van 11 december 2014.

10

Produceren van bouwstoffen, grond of baggerspecie, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j

De normdocumenten die bij categorie 2 zijn opgenomen.

 

11

Uitvoering van een sanering van de bodem,

bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k

BRL SIKB 7000 – Uitvoering van (water)bodemsaneringen en ingrepen in de

waterbodem, versie 5, vastgesteld op 19 juni 2014 met wijzigingsblad van 12 februari 2015. Tot 1 oktober 2015 is het toegestaan om versie 4.3, vastgesteld op 12 december 2013, toe te passen.

Protocol 7001 – Uitvoering van landbodemsanering met conven-

tionele methoden, versie 4.2, vastgesteld op 12 december 2013, toe te passen.

Protocol 7002 – Uitvoering van landbodemsaneringen met in situ methoden, versie 2.3, vastgesteld op 12 december 2013, toe te passen.

Protocol 7003 – Uitvoering van waterbodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem, versie 3.2, vastgesteld op 12 december 2013, toe te passen.

Protocol 7004 – Tijdelijk uitplaatsen van grond, versie 1.1, vastgesteld op 12 december 2013, toe te passen.

12

Veldwerk, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder l

BRL SIKB 20001, Beoordelingsrichtlijn Veldwerk bij milieuhygiënisch bodem- en waterbodemonderzoek, versie 5, vastgesteld op 12 december 2013 met wijzigingsblad van 12 februari 2015.

of

AS SIKB 2000, Accreditatieschema Veldwerk bij Milieuhygiënisch Bodem- en waterbodemonderzoek, versie 2.8, vastgesteld op 7 februari 2014 met wijzigingsblad van 11 december 2014.

Protocol 2001, Plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boor-beschrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen, versie 3.2, vastgesteld op 12 december 2013, met wijzigingsblad van 12 februari 2015.

Protocol 2002, Het nemen van grondwatermonsters, versie 4, vastgesteld op 12 december 2013.

Protocol 2003, Veldwerk bij milieuhygiënisch waterbodemonderzoek, versie 2, vastgesteld op 16 april 2015. Tot 1 oktober 2016 is het toegestaan om versie 1.1, vastgesteld op 7 februari 2014, toe te passen.

Protocol 2018,

Locatie inspectie en monsterneming van asbest in bodem, versie 3.1, vastgesteld op 12 december 2013.

13

Verwijderen, onklaar maken, reparatie en installeren ondergrondse opslagtanks, leidingen en appendages, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder m.

BRL-K903, Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa procescertificaat voor de Regeling Erkenning Installateurs Tankinstallaties, KIWA Nederland B.V., versie 08, vastgesteld op 1 februari 2011 met wijzigingsblad 01 van 15 december 2011, wijzigingsblad 02 van 1 januari 2013 en wijzigingsblad 03 van 1 december 2013.

BRL-K902, Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa procescertificaat voor Tanksanering HBO/diesel, KIWA Nederland B.V., versie 04, vastgesteld op 26 juli 2011 met wijzigingsblad van 14 september 2012.

BRL K904, Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa procescertificaat voor Tanksaneringen, KIWA Nederland B.V., versie 03, vastgesteld op 26 juli 2011 met wijzigingsblad van 14 september 2012.

BRL K905, Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa procescertificaat voor Tankreiniging, KIWA N.V. Certificatie en Keuringen, versie 02 vastgesteld op 1 juni 2000.

 

14

Beoordeling en keuring van ondergrondse opslagtanks, leidingen en appendages en daarbij behorende voorzieningen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder n.

AS SIKB 6800, – Controle en keuring tank(opslag)installaties, versie 1.3 vastgesteld op 20 februari 2014.

Protocol 6801 – Controle bekleding enkathodische bescherming van ondergrondse tanks en ondergronds leidingwerk behorende bij onder- of bovengrondse tanks, versie 1.3, vastgesteld op 20 februari 2014

Protocol 6802 – Controle op water/bezinksel/micro-organismen in onder- en bovengrondse tanks, versie 1.3, vastgesteld 20 februari 2014.

Protocol 6803 – Controle aarding en potentiaalvereffening, van ondergrondse tanks en ondergronds leidingwerk behorende bij onder- of bovengrondse tanks, versie 1.3, vastgesteld op 20 februari 2014.

Protocol 6811 –- Keuring van ondergrondse tanks of ondergronds leidingwerk behorende bij onder- of bovengrondse tanks; uitvoeren bodemweerstandsmeting, versie 1.3, vastgesteld op 20 februari 2014.

15

Inspecteren van de aanleg van een werk met isolerende voorzieningen bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder o.

AS SIKB 6900, Accreditatieschema Inspectie werk met IBC-bouwstof, versie 1.0, vastgesteld op 28 februari 2013 met wijzigingsblad van 30 oktober 2014.

Protocol 6901,

Inspectie bij aanleg IBC-werk, versie 1.0,vastgesteld op 28 februari 2013, met wijzigingsblad van 30 oktober 2014.

16

Aanbrengen van isolerende voorzieningen bedoeld in artikel 2.1, onder eerste lid, onder p.

BRL 1148, Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO procescertificaat voor aanleg van afdichtingslagen met zandbentonietpolymeergel mengsel, 7 april 2014.

 
   

BRL 1149, Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO procescertificaat voor verwerken van kunstoffolie, 14 juni 2002, met wijzigingsblad van 21 maart 2005.

 

17

Controle van de staat van een werk, bedoeld in artikel 2.1., eerste lid, onder q.

AS SIKB 6900, Accreditatieschema Inspectie werk met IBC-bouwstof, versie 1.0, vastgesteld op 28 februari 2013, met Wijzigingsblad van 30 oktober 2014.

Protocol 6902, Controle staat van het IBC-werk, versie 1.0, vastgesteld op 28 februari 2013, met Wijzigingsblad van 30 oktober 2014.

18

Samenvoegen van verschillende partijen grond of baggerspecie, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder r.

BRL 9335 Grond, versie van 12 september2014 en de bijbehorende SIKB protocollen 9335-1, 9335-2 en 9335-4 van 5 september 2014. Tot 15 september 2015 is het toegestaan om de versie van 29 april 2013 met wijzigingsblad van 1 mei 2013 en de bijbehorende SIKB protocollen 9335-1, 9335-2 versies van 25 juni 2008 en 9335-4, versie van 17 december 2008, toe te passen.

SIKB protocol 9335-1, versie van 5 september 2014. Tot 15 september 2015 is het toegestaan om de versie van 25 juni 2008, toe te passen.

SIKB protocol 9335-2, versie van 5 september 2014. Tot 15 september 2015 is het toegestaan om de versie van 25 juni 2008, toe te passen.

SIKB protocol 9335-4, versie van 5 september 2014. Tot 15 september 2015 is het toegestaan om de versie van 17 december 2008, toe te passen.

   

of

of

   

BRL SIKB 7500, Beoordelingsrichtlijn Bewerken van verontreinigde grond en baggerspecie, versie 4.0, vastgesteld op 17 april 2014. Tot 1 januari 2016 is het toegestaan om versie 3.1.1, vastgesteld op 12 december 2013, toe te passen

Protocol 7510, Procesmatige ex situ reiniging van grond en baggerspecie, versie 4.0,

vastgesteld op 17april 2014. Tot 1 januari 2016 is het toegestaan om versie 3.1.1, vastgesteld op 12 december 2013 toe te passen

19

Mechanisch boren in de bodem, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder s.

BRL SIKB 2100, Beoordelingsrichtlijn Mechanisch boren, versie 3.3, vastgesteld op 16 april2015. Tot 15 september 2015 is het toegestaan om versie 3.1, vastgesteld op 12 december 2013, toe te passen.

De volgende werkgebieden, worden onderscheiden in BRL SIKB 2100:

– mechanische boringen zonder waterdruk;

– mechanische boringen met waterdruk;

– mechanische luchtliftboringen.

of

BRL SIKB 7000- Uitvoering van (water)bodemsaneringen en ingrepen in waterbodem, versie 5, vastgesteld op 19 juni 2014, met wijzigingsblad van 12 februari 2015. Tot 1 oktober 2015 is het toegestaan om versie 4.3, vastgesteld op 12 december 2013 toe te passen.

Protocol 2101, Mechanisch boren, versie 3.3, vastgesteld op 16 april2015.

Tot 15 september 2015 is het toegestaan om versie 3.1, vastgesteld op 12 december 2013, toe te passen.

of

Protocol 7002 – Uitvoering van landbodemsaneringen met in situ methoden, versie 2.3, vastgesteld op 12 december 2013.

20

Keuren van mestbassins en afdekkingen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder t.

Beoordelingsrichtlijn BRL 2344 voor het Kiwa procescertificaat voor verlengen van de referentieperiode voor mestbassins en afdekkingen voor mestbassins, KIWA Nederland B.V., versie van 15 december 2012.

 

21

Ontwerpen, installeren, beheren en onderhouden van het ondergrondse deel van bodemenergiesystemen bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel u.

BRL SIKB 11000, Beoordelingsrichtlijn Ontwerp, Realisatie, Beheer en onderhoud ondergrondse deel bodemenergiesystemen, versie 2.0, vastgesteld op 2 oktober 2014. Tot 1 april 2016 is het toegestaan om versie 1.1, vastgesteld op 12 december 2013, toe te passen. De volgende werkgebieden worden onderscheiden in BRL SIKB 11000:

1a. Ontwerpen op hoofdlijnen van open bodemenergiesystemen;

1b. Ontwerpen op hoofdlijnen van gesloten bodemenergiesystemen;

2a. Ontwerpen in detail van open bodemenergiesystemen;

2b. Ontwerpen in detail van gesloten bodemenergiesystemen;

3a. Installeren van open bodemenergiesystemen;

3b. Installeren van gesloten bodemenergiesystemen;

4a. Beheren en onderhouden van open bodemenergiesystemen;

4b. Beheren en onderhouden van gesloten bodemenergiesystemen.

Protocol 11001, Ontwerp, Realisatie, Beheer en onderhoud ondergrondse deel bodemenergiesystemen, versie 2.0, vastgesteld op 2 oktober 2014. Tot 1 april 2016 is het toegestaan om versie 1.1, vastgesteld op 12 december 2013, toe te passen.

22

Ontwerpen, installeren en beheren van het bovengrondse deel van bodemenergiesystemen bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel v.

BRL KBI 6000 Deel 00, Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO INSTAL certificaat voor Ontwerpen, Installeren en Beheren van Installaties, Algemeen deel, vastgesteld op 30 april 2013, met wijzigingsblad van 30 september 2013.

en

BRL 6000 Deel 21, Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO INSTAL certificaat voor Ontwerpen, Installeren en Beheren van energiecentrales van bodemenergiesystemen, versie van 23 januari 2014 met wijzigingsblad van 1 september 2014. Tot 1 september 2015 is het toegestaan om de versie van 23 januari 2014 toe te passen.

De volgende werkgebieden worden onderscheiden in BRL KBI 21:

1. Ontwerpen van energiecentrales van bodemenergiesystemen van individuele woningen(ontwerpen, klein);

2. Installeren van energiecentrales van bodemenergiesystemen van individuele woningen(installeren, klein);

3. Beheren van energiecentrales van bodemenergiesystemen van individuele woningen (beheren, klein);

4.Ontwerpen van energiecentrales van bodemenergiesystemen van woongebouwen en/of utiliteitsgebouwen (ontwerpen, groot);

5. Installeren van energiecentrales van bodemenergiesystemen van woongebouwen en/of utiliteitsgebouwen (installeren, groot);

6. Beheren van energiecentrales van bodemenergiesystemen van woongebouwen en/of utiliteitsgebouwen (beheren, groot).

ISSO-publicatie 39

Energiecentrale met warmte- en koudeopslag (WKO). Ontwerp, realisatie en beheer, vastgesteld op 17 maart 2014.

ISSO-publicatie 44 Het ontwerp van hydraulische schakelingen voor verwarmen, vastgesteld op 5 november 1998.

ISSO-publicatie 47 Ontwerp hydraulische schakelingen voor koelen, vastgesteld op 17 maart 2005.

ISSO-publicatie 69 Model voor de beschrijving van de werking van een klimaatinstallatie, vastgesteld op 8 november 2002.

ISSO-publicatie 72

Ontwerp van individuele en klein elektrische warmtepomp-systemen voor woningen, vastgesteld op 5 maart 2014.

ISSO-publicatie 76 Montage- en materiaalspecificaties voor warmwater-verwarmingsinstallaties, vastgesteld op 24 mei 2005.

ISSO-publicatie 80 Handboek integraal ontwerpen van collectieve installaties met warmtepompen in woningbouw, vastgesteld op 18 januari 2007.

X Noot
1

De in de BRL/protocollen genoemde inzet van niet-geregistreerde monsternemers/veldwerkers mag alleen worden toegepast voor het opleiden van monsternemers/veldwerkers

TOELICHTING

Algemeen

1. Hoofdlijnen

De Regeling bodemkwaliteit geeft een technische invulling van de regels van het Besluit bodemkwaliteit. Hierin is onder andere geregeld op welke wijze de kwaliteit van bouwstoffen, grond en baggerspecie wordt bepaald en aan de daarvoor geldende normen wordt getoetst.

Voorts geeft de Regeling bodemkwaliteit invulling aan de regels met betrekking tot de kwaliteitsborging in het bodembeheer, in de praktijk Kwalibo genoemd. Bepaalde werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door erkende personen of bedrijven. In de Regeling bodemkwaliteit zijn deze werkzaamheden aangewezen. Daarbij wordt voor elke werkzaamheid aangegeven volgens welke normdocumenten de werkzaamheid moet worden verricht. De normdocumenten vormen de grondslag voor het verlenen van certificaten en erkenningen. Zij worden door het bedrijfsleven (zowel uitvoerend als betalend) en de overheid samen opgesteld. Dit systeem beperkt de administratieve lasten voor bedrijven tot een minimum. Het stelsel van beoordelingsrichtlijnen, kwaliteitsverklaringen en certificaten levert onder meer een wettelijk bewijsmiddel.

Normdocumenten zijn niet statisch. Innovaties en veranderende inzichten kunnen aanleiding geven tot aanpassing van deze documenten. Een nadrukkelijke wens van het bedrijfsleven is dat de Regeling bodemkwaliteit hierop aansluit zodat in de uitvoeringspraktijk kan worden gewerkt volgens de laatste inzichten en technieken. In verband hiermee wordt de Regeling bodemkwaliteit periodiek geactualiseerd. Hierdoor worden de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de regelgeving verbeterd en bijgedragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van Kwalibo.

Met de onderhavige wijziging van de Regeling bodemkwaliteit (hierna: wijzigingsregeling) vindt een dergelijke periodieke actualisatie plaats. Deze houdt verband met recente wijzigingen van diverse normdocumenten, genoemd in bijlage C. Voor een overzicht van de wijzigingen wordt verwezen naar de toelichting bij artikel I. Daarnaast bevat de wijzigingsregeling het herstel van een kennelijke verschrijving.

2. Administratieve lasten

Deze wijzigingen hebben geen ongunstige gevolgen voor de administratieve lastendruk voor burgers en bedrijven. De structurele administratieve lasten zijn berekend in het kader van het Besluit bodemkwaliteit waarop de Regeling bodemkwaliteit is gebaseerd. Deze totale structurele administratieve lasten zijn becijferd op circa € 3,7 miljoen per jaar.

3. Consultatie

Signalen over mogelijke uitvoeringsknelpunten, te actualiseren normdocumenten of fouten in het Besluit bodemkwaliteit of de Regeling bodemkwaliteit komen binnen bij Bodem+, de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu die is ondergebracht bij Rijkswaterstaat. Bodem+ heeft de implementatie van het Besluit bodemkwaliteit sinds de inwerkingtreding in 2008 ondersteund.

De normdocumenten die in dit voorstel worden gewijzigd zijn vastgesteld door landelijke organen waarin alle betrokken partijen zijn vertegenwoordigd. Gelet op de nauwe betrokkenheid van decentrale overheden en bedrijfsleven bij de actualisatie van de normdocumenten en daarmee bij de totstandkoming van de wijzigingsregeling kon een aparte (internet)consultatieronde achterwege blijven. Deze procedure is afgesproken met de Raad voor Accreditatie.

4. Notificatie

De ontwerpregeling is op 2 maart 2015 voorgelegd aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen (notificatienummer 2015 0101 NL), teneinde aldus te voldoen aan artikel 8, eerste lid, van Richtlijn 98/34/EG van het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 217). Verschillende onderdelen van artikel I kunnen namelijk technische voorschriften bevatten.

Naar aanleiding van de notificatie heeft de Europese Commissie een verduidelijkende vraag gesteld, namelijk of voor de normdocumenten voor producten, net als voor de normdocumenten voor werkzaamheden, een clausule van wederzijdse erkenning geldt waarmee vergelijkbare eisen waaraan de producten in een andere lidstaat moeten voldoen, als gelijkwaardig worden erkend. Nederland heeft geantwoord dat hierin is voorzien. Voor normdocumenten is een bepaling van wederzijdse erkenning opgenomen in artikel 25, tweede lid, van het Besluit bodemkwaliteit. Deze clausule van wederzijdse erkenning heeft betrekking op alle normdocumenten, dus ook op normdocumenten voor producten. De Europese Commissie heeft vraag en antwoord gepubliceerd en geen nadere vragen meer gesteld. Van andere lidstaten zijn geen opmerkingen ontvangen.

Artikelsgewijs

Artikel I

A

In artikel 5.1.9. is een omissie hersteld. De overgangstermijnen in het achttiende en negentiende lid voor de accreditatie voor BRL SIKB 7000, onderscheidenlijk BRL SIKB 7500, zijn bij de vorige wijzigingsregeling abusievelijk omgewisseld. Voor BRL SIKB 7000 moest een overgangstermijn gelden tot 1 januari 2015 en voor BRL SIKB 7500 tot 1 januari 2016. Omdat de beoogde overgangstermijn voor BRL SIKB 7000 tot 1 januari 2015 inmiddels is verstreken, kan het achttiende lid vervallen. In verband hiermee wordt het negentiende lid vernummerd tot achttiende lid. Daarin is voor BRL SIKB 7500 nu de juiste overgangstermijn tot 1 januari 2016 vermeld.

B

In voetnoot 5 onder tabel 1 van bijlage B is in het kader van actualisatie de NEN-ISO 17380:2006 vervangen door de NEN-EN-ISO 17380:2013. De aanleiding hiervoor is dat de methodiek in lijn is gebracht met de vergelijkbare norm voor wateronderzoek, namelijk NEN-EN-ISO 14403-2 ‘Water quality – Determination of total cyanide and free cyanide by continuous flow Analysis’. Gebruikers kunnen hierdoor dezelfde opstelling contineous flow Analysis gebruiken voor zowel water- als bodemmonsters hetgeen voor een laboratorium leidt verbetering van haar procesflow.

C

In bijlage C zijn diverse normdocumenten geactualiseerd. De aanleiding hiervoor is uiteenlopend van aard. De wijzigingen kunnen als volgt worden onderverdeeld.

Herziening in het kader van afstemming KOMO-CPR

Op 1 juli 2013 is de Verordening bouwproducten (EU nr. 305/2011) in werking getreden. Deze verordening regelt de CE-markering op bouwproducten met daaraan gekoppeld een zogenaamde prestatieverklaring. Met deze markering worden eindgebruikers geïnformeerd over de prestaties van het product in de beoogde toepassing. Op basis van die informatie kunnen eindgebruikers (partijen in de bouw als bestekschrijvers, architecten en bouwers) producten onderling vergelijken om tot een juiste keuze te komen. Naar aanleiding hiervan zijn de KOMO-certificaten voor bouwproducten, waarvoor CE-markering van toepassing is, herzien. Dit geldt voor de volgende beoordelingsrichtlijnen in de regeling: BRL 1004, BRL 1103, BRL 1105, BRL 2307, BRL 2360, BRL 2506, BRL 9301 BRL 9302, BRL 9304, BRL 9310, BRL 9311, BRL 9312, BRL 9328 en BRL 9335.

Inspelen op nieuwe (technische) inzichten

Nieuwe technische inzichten hebben ertoe geleid dat protocol 3001, dat de conserveringsmethoden en conserveringstermijnen voor milieumonsters regelt, is herzien. Vanwege de wijziging van het bepalen van het energierendement van bodemenergiesystemen is ook de BRL 6000-21 aangepast.

In de BRL SIKB 2100 voor mechanisch boren zijn diverse aanpassingen doorgevoerd. Zo is de beoordelingsrichtlijn beter afgestemd op een werkbare praktijk van de werkwatervoorziening en van het afdichtingsregime. Ook is de laagdetectie achteraf, mogelijk gemaakt door een technische innovatie, geïntroduceerd. Verder zijn de eisen van functiescheiding vervallen. Functiescheiding is namelijk niet relevant voor de werkzaamheden waarop protocol 2101 van toepassing is: de situatie waarin ‘eigen vlees zou kunnen worden gekeurd’ doet zich niet voor.

De BRL 9327 is herzien vanwege de wijziging in de frequentie van het steekproefregime.

Nieuwe regels van de Raad voor Accreditatie waaraan BRL-en moeten voldoen

Er zijn nieuwe versies van de BRL 1000 (Monsterneming voor partijkeuringen) en BRL 6000 (Milieukundige begeleiding van (water)bodemsaneringen, ingrepen in de waterbodem en nazorg) verschenen. Dit heeft te maken met het volgende. De bestaande norm voor accreditatie (EN 45011) is met ingang van 15 september 2015 vervangen door NEN-EN-ISO/IEC 17065. Om de afstemming op die nieuwe norm te realiseren, zijn met de aanpassing vooral enkele (deels) redactionele aanpassingen doorgevoerd in hoofdstuk 4 van de BRL, waarin de eisen aan de certificatie-instellingen zijn beschreven. De belangrijkste wijzigingen hangen samen met:

  • een meer prominente rol van de reviewer in het certificatieproces;

  • benoeming van de competentie-eisen voor het beoordelingsteam;

  • diverse verwijzingen naar ISO/IEC 17065 in plaats van EN 45011.

Ook is de sanctieparagraaf aangepast. Hierin is aangegeven welke sanctie er volgt op bepaalde afwijkingen van de eisen van de BRL. De BRL-teksten over dit belangrijke onderwerp zijn door de tijd uiteen gaan lopen. Om meer uniformiteit en daarmee transparantie in de sanctionering te brengen, zijn de sanctieparagrafen geharmoniseerd, zowel tekstueel als inhoudelijk.

Herziening vanwege wettelijke aanpassingen

Met ingang van 1 januari 2015 heeft de laatste actualisatie van de Regeling bodemkwaliteit plaatsgevonden (Stcrt. 2014, nr. 33763). Daarbij is onder andere een wijziging in de keuringsfrequenties en de gammaregeling bij erkende kwaliteitsverklaringen doorgevoerd. De BRL 9320 is hierop aangepast. Ook de BRL 9321, BRL 9324 en BRL 9336 zijn vanwege wettelijke aanpassingen herzien.

Diverse administratieve aanpassingen

In de BRL 9321, BRL 9324 en BRL 9336 zijn diverse administratieve wijzigingen doorgevoerd. Deze houden onder meer verband met de eisen die aan de certificatie-instelling worden gesteld vanuit de HCB (Harmonisatie Commissie Bouw (HCB).

Ook protocol 2003 (Veldwerk bij milieuhygiënisch waterbodemonderzoek) is herzien. Zo zijn onduidelijkheden in tekst verhelderd en onjuistheden hersteld.

Ook de BRL 7700 en de BRL 7000 zijn op onderdelen gerepareerd.

In de BRL 9335 zijn eerder vastgestelde wijzigingen uit het wijzigingsblad alsmede enkele redactionele aanpassingen doorgevoerd.

Artikel II

De wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2015. Bij de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding is uitgegaan van de vaste verandermomenten (Aanwijzing voor de regelgeving 174, tweede lid). Er is echter niet een minimuminvoeringstermijn van 2 maanden gehanteerd (Aanwijzing voor de regelgeving 174, derde lid). Deze uitzondering op de minimuminvoeringstermijn is gemaakt omdat uitstel van de inwerkingtreding tot na 1 juli 2015, gelet op de doelgroep, aanmerkelijke ongewenste private of publieke voor of nadelen voorkomt (onderdeel a).

Dit is nodig omdat de gewijzigde normdocumenten in het privaatrechtelijke toezicht al worden toegepast door de certificatie-instellingen. De regeling sluit hierdoor niet meer volledig aan op de uitvoeringspraktijk. Met de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling is die aansluiting geborgd. Deze afwijking berust op de eerste afwijkingsgrond die betrekking heeft op voor- of nadelen van vertragingen of vervroegingen van invoering.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven