Bestuursovereenkomst PHS: Vught

De ondergetekenden

1. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, mevrouw W.J. Mansveld, handelend als bestuursorgaan en als rechtsgeldig vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, gezeteld te ’s-Gravenhage, hierna te noemen: het Rijk;

2. Gedeputeerde Saten van de Provincie Noord-Brabant, handelend als bestuursorgaan, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer R.A.C. van Heugten, lid van het College van Gedeputeerde Staten, krachtens volmacht verleend door de commissaris van de Koning, handelend ter uitvoering van het besluit van Gedeputeerde Staten van 3 maart 2015, hierna te noemen: de Provincie Noord-Brabant;

3. Het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Vught, handelend als bestuursorgaan, namens deze de burgemeester, de heer R.J. van de Mortel, tevens handelende als rechtsgeldig vertegenwoordiger van de publiekrechtelijke rechtspersoon de gemeente Vught, ter uitvoering van het besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van 5 maart 2015, hierna te noemen: Gemeente Vught.

De partijen 2 en 3, hierna gezamenlijk te noemen: Regionale Partijen.

De partijen 1 tot en met 3, hierna gezamenlijk te noemen: Partijen.

Elke Partij afzonderlijk, hierna te noemen: Partij.

Overwegende:

  • 1. Het kabinet heeft op 4 juni 2010 een ‘Voorkeursbeslissing Programma Hoogfrequent Spoorvervoer’ (PHS)1 genomen voor het realiseren van hogere frequenties in het reizigersvervoer en het herrouteren van het goederenvervoer. De maatregelen op het traject Meteren-Boxtel maken hiervan onderdeel uit.

  • 2. Mede op basis van de intensieve participatie met bestuurders en omwonenden van het traject Meteren-Boxtel is in mei 2013 de ‘Notitie Reikwijdte en Detailniveau Milieueffectrapportage Hoogfrequent spoorvervoer: Meteren- Boxtel (NRD)’ vastgesteld waarin alle in het kader van de op te stellen milieu-effectrapportage te onderzoeken varianten en milieu-effecten zijn beschreven.

  • 3. Partijen hebben in het bestuurlijk overleg van 16 juni 2014 ter uitwerking van PHS overeenstemming bereikt over de maatregelen voor het traject Meteren-Boxtel die verband houden met de routering van het goederen- en reizigersvervoer door Noord-Brabant.

  • 4. De maatregelen, genoemd bij overweging 3, zijn verwoord in de afspraken 1 tot en met 5, zoals opgenomen in de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 17 juni 20142.

  • 5. Afspraak 2, zoals opgenomen in de reeds aangehaalde brief van de Staatssecretaris, betreft de voorkeursvariant voor een verdiepte ligging van het spoor in Vught (V3 variant) waaronder de ongelijkvloerse kruising van de Wolfskamerweg.

  • 6. De voorkeursvariant wordt gerealiseerd op basis van cofinanciering door Partijen conform de afspraken zoals opgenomen in de reeds aangehaalde brief van de Staatssecretaris. De Regionale Partijen hebben onderling overeenstemming over de kostenverdeling.

  • 7. Partijen hebben besloten om de afspraken over de uitvoering van deze variant vast te leggen in een bestuursovereenkomst, waarbij Partijen zich realiseren dat de planologische procedure ter zake van deze variant nog moet worden afgerond.

  • 8. De uitvoering van PHS heeft een forse impact op de gemeente Vught en haar inwoners.

  • 9. De overeengekomen maatregelen, genoemd onder overweging 3, met name de verdiepte ligging van het spoor in Vught, zorgen ervoor dat de uitbreiding van het reizigers- en het goederenvervoer niet ten koste gaat van de leefomgeving van de omwonenden.

  • 10. De overeengekomen maatregelen, genoemd onder overweging 3, maken het mogelijk om goederenvervoer dat nu via de Brabantroute rijdt, via de Betuweroute af te wikkelen. Daardoor kan de Betuweroute nog intensiever worden benut en kunnen de frequenties van reizigerstreinen op de Brabantroute en de Corridor Amsterdam-Eindhoven verhoogd worden.

  • 11. De uitvoering van het gestelde bij overweging 5 zal onderdeel uitmaken van het bredere Tracébesluit Meteren-Boxtel en zal als één Tracébesluit de procedure doorlopen.

  • 12. Door het Rijk wordt een onderzoek naar gedifferentieerd rijden gestart, om de overlast voor omwonenden te beperken specifiek voor het traject door ’s-Hertogenbosch. Dit onderzoek wordt afgestemd met het lopende landelijke onderzoek naar gedifferentieerd rijden en moet daarin passen.

  • 13. Partijen hechten aan het oplossen van de nadelige effecten op de veiligheid, leefbaarheid en barrièrewerking van het spoor binnen de gemeente Vught en het verkrijgen van maatschappelijk draagvlak voor zowel PHS als de in dat kader te nemen maatregelen.

  • 14. De goede inpassing en uitvoering van de maatregelen met oog voor ruimtelijke kwaliteit, interactieve betrokkenheid van de omgeving en borging van het welzijn van de burgers voor, tijdens en na bouwwerkzaamheden, zijn van essentieel belang voor de gemeente Vught en haar inwoners.

  • 15. Kennis, kunde en inbreng van de omgeving is relevant om varianten te optimaliseren en draagvlak te creëren voor het project. Daartoe zal participatie worden gerealiseerd conform de Code voor Publieksparticipatie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1. Definities

In deze bestuursovereenkomst wordt verstaan onder:

A. Aanvullende Bestelling:

een uitbreiding van de Projectscope op verzoek en kosten van een of twee van de Partijen;

B. Ambtelijke Regiegroep Vught:

ambtelijke regiegroep Vught als bedoeld in bijlage 3;

C. Bestuurlijk Overleg PHS Brabant:

bestuurlijk overleg PHS Brabant als bedoeld in bijlage 3;

D. Bijdrage:

de financiële bijdrage van een Partij;

E. Hoogambtelijk Overleg PHS Brabant:

hoogambtelijk overleg PHS Brabant als bedoeld in bijlage 3;

F. Plan van Aanpak:

het door het Hoogambtelijk Overleg PHS Brabant vast te stellen plan van aanpak waarin ProRail in opdracht van het Rijk de Projectscope in de Planuitwerkingsfase nader zal uitwerken in een tracébesluit;

G. Planuitwerkingsfase:

de fase waarin de planstudie wordt uitgevoerd, te weten de benodigde onderzoeken en overige activiteiten en de daaruit voortvloeiende publiek- en privaatrechtelijke besluiten;

H. Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS):

het totale pakket aan infrastructurele en overige maatregelen dat wordt uitgevoerd op grond van de Voorkeursbeslissing PHS;

I. Project:

het geheel aan projectonderdelen en maatregelen in Vught dat benodigd is ter realisatie van de Projectscope en ten behoeve van de uitvoering van deze bestuursovereenkomst;

J. Projectteam ProRail/Meteren-Boxtel:

projectteam ProRail/Meteren-Boxtel, als bedoeld in bijlage 3;

K. Projectscope:

de omschrijving van het Project, opgenomen in bijlage 1;

L. Realisatiefase:

de fase waarin de bouw inclusief voorbereidende werkzaamheden van het Project plaatsvinden binnen de afgesproken kaders, zoals tijd, Projectscope en Taakstellend Budget;

M. Taakstellend Budget:

budget dat maximaal beschikbaar is om het Project uit te voeren.

Artikel 2. Doel bestuursovereenkomst

  • 1. In het bestuurlijk overleg van 16 juni 2014 ter uitwerking van PHS is de keuze voor een verdiepte ligging van het spoor in Vught (V3 variant) gemaakt waarbij de Regionale Partijen 50% van de meerkosten van deze variant ten opzichte van de maaiveldvariant betalen en de bestaande overweg Wolfskamerweg in Vught die buiten de verdiepte ligging ligt, ongelijkvloers zal worden gemaakt en waarvoor Regionale Partijen 50% van de kosten betalen.

  • 2. Deze bestuursovereenkomst strekt ertoe afspraken tussen Partijen vast te leggen zodat uitvoering van het in het eerste lid bedoelde mogelijk wordt.

  • 3. In deze bestuursovereenkomst, worden afspraken vastgelegd over:

    • a. de door Partijen vastgestelde Projectscope;

    • b. financiële afspraken, waaronder het Taakstellend Budget, subsidiering en risicoverdeling;

    • c. de verantwoordelijkheden en rollen van Partijen;

    • d. de taakverdelingen, besluitvorming en de wijze van samenwerking binnen het Project.

  • 4. Bij de locale inpassing van het Project wordt, waar mogelijk, extra maatschappelijke waarde gecreëerd binnen scope en taakstellend budget.

Artikel 3. Reikwijdte

  • 1. Partijen hebben de scope van het Project vastgesteld zoals beschreven in bijlage 1.

  • 2. Ten behoeve van de versnelling van het deel van het Project inzake het ongelijkvloers maken van de bestaande overweg Wolfskamerweg, kan gedurende de planuitwerking door Partijen besloten worden om dit onderdeel in een bestemmingsplan op te nemen indien dat mogelijk is en door Partijen wenselijk wordt geacht vanuit oogpunt van procesversnelling.

  • 3. Vanwege de samenhang tussen het Project en de MIRT-verkenning N65 worden de mogelijkheden tot synergie onderzocht en waar mogelijk benut. Onderzoek, participatie en besluitvorming worden zoveel mogelijk op elkaar afgestemd.

  • 4. Het Rijk streeft ernaar de maatregelen uit het meerjarenprogramma geluid gelijktijdig met het Project uit te voeren.

Artikel 4. Planning

  • 1. Het Project wordt uitgevoerd in een Planuitwerkingsfase en een Realisatiefase.

  • 2. In de Planuitwerkingsfase wordt de Projectscope door ProRail in opdracht van het Rijk nader uitgewerkt in een tracébesluit overeenkomstig het Plan van Aanpak.

  • 3. Partijen nemen in de Planuitwerkingsfase en de Realisatiefase de planning, bedoeld in bijlage 2, in acht.

  • 4. Indien de planning, bedoeld in bijlage 2, niet gehaald kan worden, dan worden de gevolgen voor en aanpassing van de planning behandeld door het Hoogambtelijk Overleg PHS Brabant en waar nodig door het Bestuurlijk overleg PHS Brabant.

Artikel 5. Verantwoordelijkheden van Partijen

  • 1. Partijen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het Project, hetgeen inhoudt dat Partijen gezamenlijk de beslissingen nemen die nodig zijn voor de uitwerking, voorbereiding en uitvoering van het Project, met behoud van afzonderlijke publiekrechtelijke bevoegdheden. De gezamenlijke verantwoordelijkheid en beslissingsbevoegdheid is vormgegeven in de organisatiestructuur opgenomen in artikel 6.

  • 2. Partijen zullen elkaar desgewenst de benodigde (onderzoeks)gegevens leveren die betrekking hebben op het Project, niet zijnde gegevens die betrekking hebben op de interne verantwoording en besluitvorming van desbetreffende Partij.

  • 3. Het Rijk is opdrachtgever van ProRail tot uitvoering van het project, waarbij ProRail op grond van de aan haar verleende Beheerconcessie beheerder is van de hoofdspoorweginfrastructuur als bedoeld in de Spoorwegwet. Het Rijk zal ProRail opdracht geven het Project uit te voeren volgens het bepaalde in deze bestuursovereenkomst.

  • 4. Het Rijk borgt dat inpassing en omgevingsmanagement door ProRail in samenwerking met de Gemeente Vught geschiedt. Dit wordt nader uitgewerkt in het Plan van Aanpak.

  • 5. Partijen treden met elkaar in overleg indien de realisatie van de boog bij Meteren stagneert, of één of meer andere relevante onderdelen van de PHS-voorkeursbeslissing stagneren.

  • 6. De Regionale Partijen leveren hun Bijdrage aan het Taakstellend Budget als bedoeld in artikel 8, tweede lid.

Artikel 6. Samenwerking en overlegstructuur

  • 1. De sturing van het Project geschiedt overeenkomstig bijlage 3.

  • 2. Het Projectteam ProRail/Meteren-Boxtel is belast met de feitelijke planuitwerking en realisatie van het Project en is verantwoordelijk voor de uitvoering van gebruikelijke activiteiten ten behoeve van de planuitwerking en de realisatie waaronder burgerparticipatie conform het Plan van Aanpak.

  • 3. Het Projectteam ProRail/Meteren-Boxtel wordt samengesteld overeenkomstig het Plan van Aanpak. Indien nodig kunnen experts van de Regionale Partijen deelnemen aan het Projectteam ProRail/Meteren-Boxtel.

  • 4. De Ambtelijke Regiegroep Vught heeft de ambtelijke regiefunctie ten aanzien van voorbereiding van de besluitvorming door het Hoogambtelijk Overleg PHS Brabant, het bewaken van de Projectscope, het Taakstellend Budget en de planning van het Project en komt ten minste één keer per maand bijeen of zoveel vaker als door een Partij nodig wordt geacht.

  • 5. Aan de Ambtelijke Regiegroep Vught nemen vertegenwoordigers van Partijen en ProRail deel.

  • 6. Aan het Hoogambtelijk Overleg PHS Brabant nemen vertegenwoordigers van Partijen en ProRail op directieniveau deel. De Gemeente Vught is aanwezig bij agendapunten die het Project betreffen.

  • 7. Het Hoogambtelijk Overleg PHS Brabant bereidt onderwerpen ten behoeve van het Bestuurlijk Overleg PHS Brabant voor die bestuurlijke goedkeuring vereisen.

  • 8. Aan het Bestuurlijk overleg nemen vertegenwoordigers van Partijen deel. Het Bestuurlijk Overleg PHS Brabant komt ten minste 1 keer per jaar bijeen.

Artikel 7. Besluitvorming

  • 1. Besluiten over een Aanvullende Bestelling, besluiten overeenkomstig artikel 11, vierde lid, en besluiten over wijziging van de Bestuursovereenkomst als bedoeld in artikel 13, eerste lid, worden genomen door het Bestuurlijk Overleg PHS Brabant.

  • 2. De besluitvorming door het Bestuurlijk Overleg PHS Brabant gebeurt op basis van unanimiteit door Partijen.

  • 3. Het Hoogambtelijk Overleg PHS Brabant neemt besluiten met betrekking tot de Projectscope, het Taakstellend Budget en de planning voor zover deze binnen het bepaalde van deze bestuursovereenkomst vallen.

  • 4. Besluitvorming door het Hoogambtelijk Overleg PHS Brabant gebeurt op basis van unanimiteit door Partijen. Waar nodig en indien geen unanieme besluitvorming gerealiseerd kan worden, volgt Bestuurlijk overleg PHS Brabant.

  • 5. Omdat het Project onderdeel uit maakt van PHS en van het (Ontwerp) Tracébesluit Meteren-Boxtel dienen beslissingen over de Projectscope, Aanvullende Bestellingen, het Taakstellend Budget en de planning eveneens de reguliere besluitvormingstrajecten voor PHS te doorlopen via sectorteam OGON/PHS en Directeurenoverleg PHS zoals aangegeven in bijlage 3.

  • 6. In geval van verschil in besluitvorming door het Directeurenoverleg PHS en Hoogambtelijk Overleg Noord-Brabant volgt Bestuurlijk Overleg PHS Brabant.

  • 7. Bij besluitvorming overeenkomstig dit artikel zorgen de deelnemers aan het Hoogambtelijk Overleg PHS Brabant en het Bestuurlijk Overleg PHS Brabant, binnen de organisatie van de Partij die zij vertegenwoordigen, voor de vereiste instemming.

Artikel 8. Financiële afspraken

  • 1. Het geheel aan Bijdragen van Partijen vormt het Taakstellend Budget en is vastgesteld op een bedrag van € 502 miljoen (prijspeil 2013, inclusief BTW).

  • 2. De Bijdragen van Partijen zijn onderdeel van het Taakstellend Budget en zijn als volgt:

    • a. Rijk: € 375 miljoen;

    • b. Provincie Noord-Brabant: € 110,3 miljoen;

    • c. Gemeente Vught: € 16,7 miljoen.

  • 3. Jaarlijks zal indexering van het nog niet betaalde deel van de Bijdragen van Partijen plaatsvinden met de conform de door de Minister van Financiën daadwerkelijk uitgekeerde indexering voor de investeringsbudgetten van de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Milieu en de brede doeluitkering verkeer en vervoer (BDU).

  • 4. Het Rijk verbindt zich jegens de Gemeente Vught en de Provincie Noord-Brabant om met inachtneming van het bepaalde in deze bestuursovereenkomst op grondslag van de Wet Infrastructuurfonds en het Besluit Infrastructuurfonds aan ProRail subsidie te verlenen ter hoogte van de in het derde lid bedoelde bedrag ten behoeve van het Project.

  • 5. De Provincie Noord-Brabant verbindt zich jegens de Gemeente Vught en het Rijk om met inachtneming van het bepaalde in deze bestuursovereenkomst aan het Rijk een bijdrage te verlenen ter hoogte van het in het derde lid bedoelde bedrag ten behoeve van het Project.

  • 6. De Gemeente Vught verbindt zich jegens de Provincie en het Rijk om met inachtneming van het bepaalde in deze bestuursovereenkomst aan het Rijk een bijdrage te verlenen ter hoogte van het in het derde lid bedoelde bedrag ten behoeve van het Project.

  • 7. Partijen betalen hun Bijdragen op het tijdstip en op de wijze als weergegeven in bijlage 5. Indien de start van de Realisatiefase later plaatsvindt dan is voorzien in de in bijlage 2 opgenomen planning, zal het betalingsschema daarop worden aangepast. Partijen kunnen gezamenlijk het betalingsschema wijzigen.

  • 8. De Regionale Partijen hebben de wens om de bijdrage eerder te betalen. Het Rijk zal uiterlijk bij begroting 2016 aangeven of deze versnelde bijdrage voor het Rijk mogelijk en wenselijk zijn. Wanneer het Rijk oordeelt dat dit het geval is, zullen partijen gezamenlijk het betalingsschema wijzigingen overeenkomstig het zevende lid waarbij indexering als bedoeld in het derde lid wordt toegepast tot het moment van betaling.

  • 9. Alle uitgaven van ProRail die aan het Project verbonden zijn met uitzonderling van Aanvullende Bestellingen, worden uit het Taakstellend Budget bekostigd, tenzij expliciet anders overeengekomen.

  • 10. In afwijking van het bepaalde in het negende lid, worden de kosten voor planuitwerking die door ProRail zijn gemaakt vóór 1 juli 2014 niet uit het Taakstellend Budget vergoed. Deze blijven voor rekening van het Rijk. De kosten voor planuitwerking die door ProRail worden gemaakt na 1 juli 2014 en de werkelijk gemaakte voorbereiding- en begeleidingskosten die door ProRail worden gemaakt voor het Project, worden uit het Taakstellend Budget bekostigd, tenzij deze de begroting daarvan zoals opgenomen in bijlage 4 overstijgen. Kosten van planuitwerking die door ProRail worden gemaakt na 1 juli 2014 en voorbereiding- en begeleidingskosten van ProRail voor het Project die de begroting daarvan zoals opgenomen in bijlage 4 overstijgen, worden slechts uit het Taakstellend Budget bekostigd voor zover deze zijn goedgekeurd door het Hoogambtelijk Overleg PHS Brabant.

  • 11. De eigen planuitwerkings-, voorbereidings- en begeleidingskosten van Partijen voor het Project worden niet uit het Taakstellend Budget vergoed en blijven voor eigen rekening van de desbetreffende Partij, tenzij Partijen in het Hoogambtelijk Overleg PHS Brabant anders overeenkomen.

  • 12. Het Rijk betaalt voor de werkzaamheden in de planuitwerkingsfase en de realisatiefase van het project de werkelijk gemaakte kosten aan ProRail. Deze kosten zijn begroot overeenkomstig bijlage 4. Afwijkingen van bijlage 4 worden ter goedkeuring voorgelegd aan Hoogambtelijk Overleg PHS Brabant en waar nodig Bestuurlijk Overleg PHS Brabant.

  • 13. Financiële meevallers gedurende de looptijd van het Project waaronder subsidies (TEN-T) en BTW, worden toegevoegd aan de financiële reserve van het Project. Bij een meevaller ten gevolge van een gunstige aanbesteding kan het Bestuurlijk Overleg PHS Brabant in afwijking hiervan besluiten deze ofwel te benutten voor scopewijziging(en) ofwel deze te verrekenen met de eerstvolgende termijn van de Bijdragen van Partijen.

  • 14. Financiële tegenvallers van onderdelen van het Project kunnen na goedkeuring door het Hoogambtelijk Overleg PHS Brabant, en waar nodig door het Bestuurlijk Overleg PHS Brabant, verevend worden met de financiële reserve als bedoeld in het vorige lid. De Ambtelijke Regiegroep Vught kan daartoe voorstellen doen.

  • 15. Indien vóór de gunning van de opdracht voor de realisatie van het Project door ProRail blijkt dat het Taakstellend Budget, genoemd in het eerste lid, niet voldoende is of dreigt te zijn voor uitvoering van het Project, overlegt het Bestuurlijk Overleg PHS Brabant over de mogelijkheden om een gezamenlijke oplossing te bereiken, allereerst binnen de eerder vastgelegde randvoorwaarden en de vastgestelde Projectscope. Hierbij moet gelet worden op de aanbestedingsrechtelijke gevolgen. Indien dat niet tot een voor alle Partijen aanvaardbare oplossing leidt, wordt gekeken in hoeverre een aanpassing van de Projectscope bij de gegeven stand van het Project mogelijk is en bijdraagt aan een oplossing, zulks onder voorwaarde dat bij een aanpassing van de Projectscope wordt uitgegaan van versobering om binnen het Taakstellend Budget te blijven.

  • 16. Indien na de gunning van de opdracht voor de realisatie van het Project door ProRail blijkt dat het Taakstellend Budget, genoemd in het eerste lid, onvermijdelijk niet voldoende is voor realisatie van het Project, dan dragen de Partijen naar rato van hun Bijdragen overeenkomstig het derde lid, bij aan de meerkosten ten opzichte van het Taakstellend Budget. Indien deze meerkosten het gevolg zijn van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van deze Bestuursovereenkomst door een Partij, worden deze meerkosten echter gedragen door de Partij die toerekenbaar in de nakoming van deze Bestuursovereenkomst tekort is geschoten. Indien de meerkosten het gevolg zijn van onjuist handelen of nalaten van ProRail, worden deze meerkosten gedragen door het Rijk.

  • 17. Indien na voltooiing van het Project blijkt dat het Taakstellend Budget meer is dan de werkelijke kosten van het Project, dan betaalt het Rijk het verschil tussen het Taakstellend Budget en de daadwerkelijke kosten van het Project op het moment dat de bestuursovereenkomst eindigt, terug aan Partijen naar rato van hun Bijdrage aan het Taakstellend Budget, tenzij Partijen anders overeenkomen.

Artikel 9. Aanvullende Bestellingen

  • 1. Een of twee van de Partijen kunnen een Aanvullende Bestelling doen.

  • 2. Een Aanvullende Bestelling leidt tot aanpassing van de Projectscope en kan tevens leiden tot een aanpassing van de projectplanning, een aanpassing van de investeringskosten, beheer en onderhoudskosten en een aanpassing van het risicoprofiel.

  • 3. De Bijdrage van de betreffende Partij die de Aanvullende Bestelling doet, wordt verhoogd met het bedrag dat voor de realisatie van de Aanvullende Bestelling nodig is voor alle posten genoemd onder het tweede lid.

  • 4. Tot de kosten van een Aanvullende Bestelling worden mede de studiekosten ten behoeve van de (haalbaarheid van) de Aanvullende Bestelling gerekend en de eventuele meerkosten voor een of meerdere projectonderdelen als gevolg van de Aanvullende Bestelling.

  • 5. De Aanvullende Bestelling geschiedt geheel voor rekening en risico van de Partij die de Aanvullende Bestelling doet en wordt uitgesloten van de financiële reserve, bedoeld in artikel 8, dertiende lid.

Artikel 10. Beheer en onderhoud

  • 1. Het beheer en de instandhouding (onderhoud en vernieuwing) van de constructieve delen van de onderdoorgangen (spoorbak en dragende wanden voorzover gelegen onder het spoor) en dekken, en de aan te leggen spoorweginfrastructuur wordt door de spoorwegbeheerder uitgevoerd. De kosten hiervan komen voor rekening van het Rijk.

  • 2. Het beheer en de instandhouding waaronder vernieuwing, van de onderdoorgangen en dekken voor zover niet op grond van het eerste lid voor rekening van het Rijk, wordt door en voor rekening van de Gemeente Vught als wegbeheerder uitgevoerd. Daaronder wordt onder andere begrepen toeleidende bakken en toeleidende weggedeelten, alsmede wegverharding, asfaltering, tegels, pompinstallatie, verlichting, stroomlevering en rioleringswerken, zowel in de toeleidende bakken als in het constructief deel van de onderdoorgang.

  • 3. Het beheer en onderhoud van de vernieuwde A65 worden door de wegbeheerder RWS uitgevoerd. De kosten hiervan komen voor rekening van het Rijk

  • 4. Voor het beheer en onderhoud van de spoorkruisende infrastructuur zal voorafgaand aan de aankondiging van de aanbesteding van het Project een afzonderlijke intentieovereenkomst tussen Gemeente Vught en ProRail worden afgesloten, alsook een definitieve overeenkomst voorafgaand aan ingebruikname voor de spoorkruisende infrastructuur. Het Rijk zal ervoor zorg dragen dat ProRail hieraan meewerkt.

Artikel 11. Publiekrechtelijke bevoegdheden, risico’s en aansprakelijkheden

  • 1. Partijen spannen zich jegens elkaar in om voor de uitvoering van deze bestuursovereenkomst de benodigde publiekrechtelijke besluiten zodanig vast te stellen respectievelijk te nemen, dat de uitvoering van het Project publiekrechtelijk is toegestaan.

  • 2. Partijen zullen daarbij zoveel mogelijk, doch met inachtneming van wettelijke procedures, waaronder die voor het (ontwerp-)Tracébesluit, en de te betrachten zorgvuldigheid jegens derden, bevorderen dat de procedures tot verlening van (bestemmings- en uitwerkings)plannen, (bouw)vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen met voortvarendheid worden doorlopen.

  • 3. Indien de in het tweede lid bedoelde procedures ertoe leiden dat uitvoering van de bestuursovereenkomst niet of althans niet op de door Partijen bij het aangaan ervan voorgestane wijze kan worden uitgevoerd, bezien Partijen of deze bestuursovereenkomst wijziging of (gedeeltelijke) beëindiging behoeft.

  • 4. Wijzigingen van de Projectscope en de daarmee samenhangende kosten die het gevolg zijn van nieuwe (al dan niet Europese) wet- en regelgeving of wijziging van wet- en regelgeving, met inbegrip van wijzigingen ontstaan als gevolg van publiekrechtelijke besluiten genomen op grond van een dergelijke wijziging, dienen te worden behandeld als wijzigingen van de Projectscope. Besluitvorming dient in een dergelijke situatie plaats te vinden overeenkomstig artikel 7, eerste lid.

  • 5. Kosten ontstaan door publiekrechtelijke besluiten die door Partijen zijn genomen ter verwezenlijking van het in artikel 2 beschreven doel en die door de rechter geheel of gedeeltelijk worden vernietigd, geschorst of anderszins buitenwerking worden gesteld, komen ten laste van het Taakstellend Budget.

Artikel 12. Ongeldigheid

Indien een bepaling van deze bestuursovereenkomst in enige mate als nietig, vernietigbaar, ongeldig, onwettig of anderszins als niet-bindend moet worden beschouwd, zal die bepaling, voor zover nodig, door Partijen uit de bestuursovereenkomst worden verwijderd en worden vervangen door een bepaling die wél bindend en rechtsgeldig is en die de inhoud van de niet-geldige bepaling zoveel als mogelijk benadert. Het overige deel van deze bestuursovereenkomst blijft in een dergelijke situatie ongewijzigd, tenzij dit redelijkerwijs niet mogelijk is.

Artikel 13. Wijzigingen

  • 1. Elke Partij kan de andere partijen schriftelijk verzoeken deze bestuursovereenkomst te wijzigen. De wijziging behoeft de instemming van Partijen. Besluitvorming vindt plaats in het Bestuurlijk overleg PHS Brabant.

  • 2. Partijen treden in overleg binnen vier weken nadat een partij de wens daartoe aan de andere partijen schriftelijk heeft meegedeeld.

  • 3. De wijziging en de verklaring tot instemming wordt als bijlage aan de Bestuursovereenkomst gehecht.

Artikel 14. Beëindiging

  • 1. Ieder van Partijen kan deze bestuursovereenkomst tussentijds beëindigen indien:

    • a. het Taakstellend budget vóór de gunning van de opdracht voor de realisatie van het Project door ProRail dreigt te worden overschreden en er in het Bestuurlijk Overleg PHS Brabant niet binnen een jaar overeenstemming overeenkomstig artikel 8, vijftiende lid, kan worden bereikt;

    • b. het bepaalde in artikel 11, derde lid, van toepassing is en er in het Bestuurlijk Overleg PHS Brabant niet binnen een jaar overeenstemming overeenkomstig dat artikellid kan worden bereikt;

    • c. het Tracébesluit PHS Meteren-Boxtel niet uiterlijk op 31 december 2020 onherroepelijk is geworden.

  • 2. Het beëindigen van deze bestuursovereenkomst kan uitsluitend schriftelijk onder opgaaf van redenen.

  • 3. Bij eventuele tussentijdse (gedeeltelijke) beëindiging van deze bestuursovereenkomst zullen Partijen hun ingebrachte middelen terug ontvangen. Dit na aftrek van het aandeel naar rato, op basis van het aandeel per Partij in het totaalbudget, van de reeds gemaakte kosten en/of niet meer te vermijden kosten, waaronder in ieder geval alle door ProRail of in opdracht van ProRail werkende derden, gemaakte en niet meer te vermijden kosten. Partijen zijn elkaar bij beëindiging van deze bestuursovereenkomst geen schadevergoeding verschuldigd.

Artikel 15. Inwerkingtreding en looptijd

  • 1. Deze bestuursovereenkomst treedt in werking de dag na de ondertekening van de bestuursovereenkomst door Partijen.

  • 2. Deze bestuursovereenkomst eindigt met ingang van de dag waarop alle ter uitvoering van het project te realiseren infrastructuur opgeleverd is en dat door Partijen is vastgesteld dat aan alle verplichtingen is voldaan, of tussentijds op grond van artikel 14, eerste lid.

  • 3. Rechtsgevolgen die voortvloeien uit deze bestuursovereenkomst en die naar hun aard geacht worden door te werken of eventueel ontstaan na de beëindiging van deze bestuursovereenkomst, worden afgehandeld in overeenstemming met het bepaalde in deze bestuursovereenkomst.

Artikel 16. Geschillenregeling en toepasselijk recht

  • 1. Deze bestuursovereenkomst is in rechte afdwingbaar.

  • 2. Er is sprake van een geschil zodra één van de Partijen dit schriftelijk onder opgaaf van redenen aan de andere Partijen meldt. Partijen dienen hierop in overleg te treden teneinde te bezien of in der minne een oplossing voor dit geschil kan worden gevonden.

  • 3. Indien binnen zes maanden na melding van het geschil, zoals bedoeld in het tweede lid, tussen de Partijen geen oplossing is gevonden, staat het ieder van de Partijen vrij het geschil voor te leggen aan de bevoegde rechter te Den Haag.

  • 4. Op deze bestuursovereenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.

Artikel 17. Bijlagen

  • 1. De bij deze bestuursovereenkomst behorende bijlagen maken integraal onderdeel uit van deze bestuursovereenkomst, mits gedateerd en geparafeerd door partijen.

  • 2. Bij strijdigheid tussen het bepaalde in een bijlage en deze bestuursovereenkomst prevaleert de bestuursovereenkomst, tenzij partijen de strijdigheid in de bijlage expliciet hebben benoemd, dan prevaleert de bijlage.

Artikel 18. Publicatie

Binnen tien werkdagen na ondertekening van deze bestuursovereenkomst wordt de zakelijke inhoud daarvan door het Rijk gepubliceerd in de Staatscourant.

Aldus in drievoud ondertekend:

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld,

’s-Gravenhage, 00 juni 2015

De Provincie Noord-Brabant, namens deze R.A.C. van Heugten,

Noord-Brabant, 00 juni 2015

De Gemeente Vught, namens deze R.J.van de Mortel

Vught, 00 juni 2015

BIJLAGE 1

Scopebeschrijving ’s-Hertogenbosch – Vught

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft in een brief aan de Tweede Kamer van 17 juni 2014 een aantal besluiten in het kader van het Programma Hoogfrequent Spoor toegelicht. Voor de PHS-maatregelen die nodig zijn tussen ’s-Hertogenbosch en Vught heeft ze besloten om variant V3 verder uit te werken. In variant V3 is naast de aanleg van een vierde spoor tussen ’s-Hertogenbosch en Vught en een vrije kruising bij Vught ook een verdiepte ligging van het spoor in Vught opgenomen en een ongelijkvloerse passage van de Wolfskamerweg met het spoor. De uitwerking van variant V3 maakt onderdeel uit van het bredere project PHS Meteren-Boxtel en zal als één Tracébesluit de procedure doorlopen.

De V3-variant bevat inframaatregelen, tijdelijke en milieumaatregelen. Deze maatregelen zijn beschreven in de variantennota PHS Meteren – Boxtel (MB151-01-01, versie J, 29 januari 2014) en zijn vastgelegd op de bijbehorende tekeningen.

MB131.V3.02.30 versie A

MB131.V3.02.30 versie A

MB131.V3.02.31 versie A

MB131.V3.02.31 versie A

MB131.V3.02.32 versie A

MB131.V3.02.32 versie A

MB131.V3.02.33 versie A

MB131.V3.02.33 versie A

MB131.V3.02.34 versie A

MB131.V3.02.34 versie A

MB131.V3.02.35 versie A

MB131.V3.02.35 versie A

MB131.V3.02.36 versie A

MB131.V3.02.36 versie A

MB131.V3.02.37 versie A

MB131.V3.02.37 versie A

In figuur 1 is het sporenschema weergegeven. In figuur 2 is de verdiepte ligging aangegeven en de daarbij behorende spoorkruisingen.

Figuur 1: Vierde spoor en vrije kruising conform variant V3

Figuur 1: Vierde spoor en vrije kruising conform variant V3

Figuur 2: Verdiepte ligging Vught conform variant V3

Figuur 2: Verdiepte ligging Vught conform variant V3

Inframaatregelen:

  • Een vierde spoor tussen emplacement ’s-Hertogenbosch (km 47.9) en Vught Aansluiting (km 51.0)

  • Een vrije kruising van het spoor Tilburg – ’s-Hertogenbosch met de sporen ’s-Hertogenbosch – Eindhoven vice versa ter hoogte van Vught Aansluiting (km 51.0);

  • Een verdiepte ligging van de sporen ’s-Hertogenbosch – Eindhoven vice versa tussen de Loonsebaan (km 50.6) en de Wolfskamerweg (km 53.1) in Vught;

  • Een verdiept aangelegd station met perrons ter hoogte van het huidige station;

  • Het verplaatsen van het bestaande stationsgebouw;

  • Ter vervanging van de overweg Loonsebaan een ongelijkvloerse passage voor langzaamverkeer ter plaatse van de huidige overweg en een nieuwe passage voor wegverkeer over de verdiepte bak tussen de Aert Heymlaan en de Rembrandtlaan;

  • De aanleg van de A65 op maaiveldniveau ter plaatse van de kruising met de sporen. De A65 wordt aangesloten op het huidige alignement van de A65 ter hoogte van de Rembrandtlaan/Olmenlaan aan de oostzijde en het kruispunt met de Helvoirtseweg aan de westzijde.

  • Een ongelijkvloerse passage voor langzaam- en snelverkeer van de Helvoirtseweg met de sporen ’s-Hertogenbosch – Eindhoven door middel van een dek over de verdiepte sporen;

  • Een ongelijkvloerse passage voor langzaam- en snelverkeer van de Esschestraat met de sporen ’s-Hertogenbosch – Eindhoven door middel van een dek over de verdiepte sporen;

  • Een ongelijkvloerse passage voor langzaam- en snelverkeer van de Molenstraat met de sporen ’s-Hertogenbosch – Eindhoven door middel van een dek over de verdiepte sporen;

  • Een ongelijkvloerse passage voor langzaam- en snelverkeer van de Wolfskamerweg met de sporen ’s-Hertogenbosch – Eindhoven door middel van een onderdoorgang onder de sporen. Voor deze onderdoorgang is een aantal varianten onderzocht. Uitgangspunt voor de verdere uitwerking is de geoptimaliseerde variant 4, zoals deze is opgenomen in de variantennota PHS Meteren – Boxtel.

Inpassingsmaatregelen

Als uitgangspunt geldt dat binnen de grenzen van het project de oorspronkelijke functionaliteit en groene zones worden hersteld. De projectgrenzen zijn vastgelegd in bijgaande tekeningen.

Tijdelijke maatregelen

Tijdens de bouwwerkzaamheden worden tijdelijke maatregelen genomen. Deze zijn verwoord in de variantennota PHS Meteren – Boxtel (MB151-01-01, versie J, 29 januari 2014). Een van de maatregelen is een tijdelijke snelheidsbeperking op de tijdelijke sporen van 80 km per uur.

Milieumaatregelen

In de MER-studie worden verschillende varianten en milieueffecten en – maatregelen onderzocht die zijn beschreven in de notitie reikwijdte en detailniveau. Noodzakelijke milieumaatregelen zijn reeds onderdeel van variant V3. De maatregelen worden overeenkomstig wet en regelgeving genomen. In het kader van het landelijke Meerjarenprogramma Geluid Spoor zijn maatregelen voor geluid voorzien ten zuiden van de Molenstraat ter hoogte van Klein Brabant. Onderdeel van V3 zijn ook de aanvullende milieumaatregelen als gevolg van de aanleg van de N65 op maaiveldniveau. Rekening wordt gehouden met eventuele cumulatie van geluideffecten.

BIJLAGE 2

Globale planning

BIJLAGE 3

Schema projectsturing

BIJLAGE 4

Globale kostenraming

Incl BTW in mln € (prijspeil 2013)

Kosten planstudie

Kosten realisatie

Investeringskosten TOTAAL

Verdiepte ligging Vught

10,0

472,0

482,0

Wolfskamerweg

0,6

19,4

20,0

TOTAAL

10,6

491,4

502,0

BIJLAGE 5

Inbreng financiën en betaaltermijnen

Inbreng financiën

In mln €

(prijspeil 2013)

Gemeente Vught

Provincie Noord-Brabant

Totaal Regio

Rijk

TOTAAL

Verdiepte ligging v3

11,7

105,3

117

365

482

Wolfskamerweg

5

5

10

10

20

TOTAAL

16,7

110,3

127

375

502

Betaaltermijnen

  • 1. De regio betaalt haar bijdrage van in totaal 127 mln € in vier termijnen welke passen bij het kasritme van voorziene uitgaven, telkens voor 1 juli van het aangegeven kalenderjaar:

    • 2015 -> 5%

    • 2019 -> 40%

    • 2023 -> 40%

    • 2026 -> 15%, na formele afronding van het project.

  • 2. De Provincie Noord-Brabant betaalt de termijnbijdrage aan het Rijk.

  • 3. De gemeente Vught betaalt de termijnbijdrage aan het Rijk.

  • 4. Voorstellen voor aanpassing van het betalingsritme kunnen gedaan worden indien het kasritme daarvoor aanleiding geeft.


X Noot
1

Kamerstukken II 2013/14, 32 404, nr. 1.

X Noot
2

Kamerstukken II 2013/14, 32 404, nr. 74.

Naar boven