Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 mei 2015, kenmerk 751879-134493-WJZ, houdende wijziging van het besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 november 2003, GMT/MT 2425283, houdende aanwijzing van douane-ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de Wet inzake bloedvoorziening (Stcrt. 2003, 228) (aanwijzing van toezichthouders op artikel 11a van de Wet inzake bloedvoorziening)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 20, tweede lid, van de Wet inzake bloedvoorziening;

Besluit:

ARTIKEL I

Het besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 november 2003, GMT/MT 2425283, houdende aanwijzing douane-ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de Wet inzake bloedvoorziening (Stcrt. 2003, 228) wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Naast de ambtenaren, genoemd in artikel 20, eerste lid, van de Wet inzake bloedvoorziening, zijn met het toezicht op het bepaalde bij en krachtens artikel 11a van de Wet inzake bloedvoorziening belast de ambtenaren van de Inspectie Militaire Gezondheidszorg.

B

Na artikel 2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing toezichthouders bloedvoorziening.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de wet van 4 maart 2015 houdende wijziging van de Wet inzake bloedvoorziening in verband met het regelen van de positie van de militaire bloedvoorziening en het wijzigen van de procedurele eisen (Stb. 2015, 114) in werking treedt.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

TOELICHTING

Bij de wet van 4 maart 2015 houdende wijziging van de Wet inzake bloedvoorziening in verband met het regelen van de positie van de militaire bloedvoorziening en het wijzigen van procedurele eisen (Stb. 2015, 114) is artikel 11a aan de Wet inzake bloedvoorziening (hierna: Wibv) toegevoegd. In dit artikel is de positie van de militaire bloedvoorziening geregeld. Deze taken worden uitgevoerd door de Militaire Bloedbank (hierna: MBB).

De Inspectie Militaire Gezondheidszorg (hierna: IMG) bewaakt voor de Minister van Defensie de kwaliteit van de militaire gezondheidszorg. Dit gebeurt in samenwerking met de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: IGZ). Hiervoor hebben de IMG en de IGZ een convenant gesloten (bijlage bij Kamerstukken II 2012/13, 33 400 X, nr. 7).

Nu de taken van de MBB met de genoemde wetswijziging formeel in de Wibv zijn opgenomen, is het mogelijk om de IMG aan te wijzen als toezichthouder op de MBB. Artikel 20, tweede lid, van de Wibv biedt de mogelijkheid om naast het Staatstoezicht op de volksgezondheid (waarvan de IGZ een onderdeel vormt) ook andere toezichthouders aan te wijzen. Van deze mogelijkheid wordt met dit besluit gebruik gemaakt.

De IMG wordt alleen aangewezen voor het toezicht op de regels gesteld bij of krachtens artikel 11a van de Wibv. Naast de eisen vervat in artikel 11a van de Wibv houdt de IMG ook toezicht op de eisen uit artikel 14a van de Regeling voorschriften bloedvoorziening. In deze laatste bepaling is neergelegd aan welke eisen van Richtlijn 2002/98/EG1 de MBB zich moet houden. De grondslag voor deze regeling is opgenomen in artikel 11a, vijfde lid, van de Wibv. De IMG mag geen toezicht houden op de activiteiten van Bloedvoorzieningsorganisatie bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wibv.

Naast de IMG blijft ook de IGZ bevoegd om toezicht uit te oefenen op de MBB, aangezien zij voor de gehele wet die bevoegdheid heeft. De taakverdeling tussen de IMG en de IGZ is verder uitgewerkt in het hiervoor genoemde samenwerkingsconvenant.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Richtlijn 2002/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 tot vaststelling van de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor het inzamelen, testen, bewerken, opslaan en distribueren van bloed en bloedbestanddelen van menselijke oorsprong en tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG van de Raad (PbEG 2002, L 33).

Naar boven