Bestuursovereenkomst Eindhoven Airport

PARTIJEN:

– De Minister van Infrastructuur en Milieu, mevr. drs. M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, handelend als bestuursorgaan, kantoorhoudend te (2597 JG) Den Haag aan Plesmanweg 1–6, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen ‘de Minister’;

– De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, mevr. W.J. Mansveld, handelend als bestuursorgaan, kantoorhoudend (2597 JG) Den Haag aan Plesmanweg 1-6, hierna te noemen ‘de Staatssecretaris’;

De Minister en Staatssecretaris, hierna tezamen te noemen ‘Het Rijk’;

– De provincie Noord-Brabant en voor zover het de bestuurlijke bevoegdheden betreft Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, te dezen vertegenwoordigd door ing. R.A.C. van Heugten, gedeputeerde Mobiliteit en Financiën, gemachtigd door de commissaris van de Koning bij besluit van 10 maart 2015, handelend overeenkomstig het besluit van Gedeputeerde Staten van 10 maart 2015, als bestuursorgaan, kantoorhoudend te (5216 TV) ‘s-Hertogenbosch aan Brabantlaan 1, hierna te noemen ‘de Provincie’;

– Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven, te deze vertegenwoordigd door M. van Dorst, wethouder Ruimtelijke Ordening en Financiën, handelend als bestuursorgaan, kantoorhoudend te (5611 EM) Eindhoven aan Stadhuisplein 1, hierna te noemen ‘de Gemeente’;

– Het Dagelijks Bestuur van de Metropoolregio Eindhoven, te dezen vertegenwoordigd door mevr. P.J.M.G. Blanksma-van den Heuvel, vice voorzitter, handelend als bestuursorgaan, kantoorhoudend te (5615 PE) Eindhoven aan Keizer Karel V Singel 8, hierna te noemen ‘de MRE’,

De Provincie, de Gemeente en de MRE, hierna tezamen te noemen: de Regio

– De directie van Eindhoven Aiport N.V., te dezen vertegenwoordigd door drs. J. Meijs, Algemeen Directeur, kantoorhoudend te (5657 EA) Eindhoven aan Luchthavenweg 13, hierna te noemen ‘Eindhoven Airport’;

Het Rijk, de Regio en Eindhoven Airport tezamen, hierna te noemen: ‘Partijen’

OVERWEGEN:

  • Partijen hebben op 22 juni 2010 de ‘Intentieovereenkomst Luchthavenontwikkeling Eindhoven’ (hierna: Intentieovereenkomst) ondertekend.

  • De Intentieovereenkomst maakt onderdeel uit van het Aldersadvies omtrent de civiele luchthavenontwikkeling op de militaire luchthaven Eindhoven van dezelfde dag. In de Intentieovereenkomst is onder andere opgenomen dat Partijen de intentie hebben om in ieder geval de volgende in het voornoemde Aldersadvies beschreven maatregelen tot realisatie te brengen:

    • a. Station Eindhoven Airport (Acht), inclusief de verbinding tussen dit station en de luchthaven (Hoogwaardig Openbaar Vervoer en een innovatief vervoerconcept naar de luchthaven);

    • b. Realisatie van een tweede aansluiting op de A2, zoals vastgelegd in de op 2 juni 2009 ondertekende Intentieverklaring Bereikbaarheidsplan Brainport Innovatiecampus/-Oirschot/Best;

    • c. Verplaatsing of capaciteitsvergroting van de bestaande aansluiting op de A58 (Best).

    De Intentieovereenkomst is als bijlage 1 aan deze bestuursovereenkomst gehecht.

  • In het voornoemde Aldersadvies van 22 juni 2010 is opgenomen dat de Intentieovereenkomst binnen zes maanden na het onherroepelijk worden van het Luchthavenbesluit voor de luchthaven Eindhoven wordt omgezet in een bestuursovereenkomst, waarin de besluiten en implementatie inhoudelijk zijn vastgelegd. De daarin te maken afspraken richten zich op de afspraken met ingang van de start van de 2de fase van de civiele luchthavenontwikkeling op de luchthaven Eindhoven. Op 1 november 2014 is het Luchthavenbesluit voor de luchthaven Eindhoven onherroepelijk geworden.

  • In opdracht van het Rijk en de Gemeente is gedurende 2013 en 2014 het MIRT-onderzoek Brainport Avenue 2020-2040 uitgevoerd. Voorafgaand aan en in het kader van dit MIRT-onderzoek is gestudeerd op de haalbaarheid van een station in de omgeving van Eindhoven Airport. Voornoemd MIRT-onderzoek heeft geresulteerd in het vaststellen in het Bestuurlijk Overleg MIRT van 13 november 2014 van de Gebiedsvisie Brainport City en de daarvan onderdeel uitmakende, samenhangende opgaven.

  • In het Bestuurlijk Overleg MIRT van 13 november 2014 hebben Partijen afgesproken dat zij uiterlijk in februari 2015, als logisch uitvloeisel van de Intentieovereenkomst en de naar aanleiding van de Intentieovereenkomst uitgevoerde onderzoeken, een bestuursovereenkomst vaststellen met daarin opgenomen afspraken omtrent:

    • 1. Het realisatieprogramma voor de HOV-bereikbaarheid van Eindhoven Airport voor de periode 2016–2020;

    • 2. Het proces over het op termijn realiseren van een multimodaal transferpunt;

    • 3. De formele verankering van de keuze voor de Challengevariant;

    • 4. De formele verankering van de financiële dekking (kostenverdeling) van de Challenge-variant, de wijze van samenwerking, risicoverdelingen globale planning gericht op het gedurende de 2e fase van de Aldersafspraken realiseren van deze maatregel;

    • 5. Het zoveel mogelijk inzicht/duidelijkheid over de termijnen waarop het (ontwerp) tracébesluit voor de A58 kan worden genomen en de realisatie ervan kan starten.

  • De bestuursovereenkomst maakt onderdeel uit van de eindevaluatie van de gefaseerde, gecontroleerde ontwikkeling van Eindhoven Airport, zoals dat uiterlijk in juni 2015 aan de Alderstafel Eindhoven wordt voorzien.

  • Partijen stellen vast dat bij herhaling aan de Alderstafel Eindhoven door de vertegenwoordiger van de Minister van Defensie is bevestigd dat de in de Intentieovereenkomst opgenomen financiële afspraken omtrent de verplaatsing van de militaire functies zijn vervallen. Deze bestuursovereenkomst beperkt zich dan ook tot de landzijdige maatregelen, zoals opgenomen in artikel 2, tweede lid, van de Intentieovereenkomst.

  • Met ingang van 1 januari 2015 is de Wet afschaffing plusregio’s inwerking getreden. De bevoegdheden, op het gebied van verkeer en vervoer, die tot 1 januari 2015 toekwamen aan de MRE rusten vanaf voormelde datum bij de Provincie. De MRE is partij bij deze overeenkomst om de gemaakte financiële afspraken vóór 1 januari te bevestigen en de opvolging ervan door de Provincie te borgen. De MRE gaat deze overeenkomst daarnaast aan uit hoofde van haar verantwoordelijkheid op het gebied van regionale ruimtelijk-economische hoofdstructuur.

  • Eindhoven Airport gaat deze overeenkomst alleen aan uit hoofde van en binnen het kader van haar toezeggingen, zoals deze zijn verwoord in haar brief van 19 juni 2014 (bijlage 2) aan de Provincie en de Gemeente, tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald.

KOMEN OVEREEN:

Artikel 1 (definities)

  • Aansluiting A58: Verplaatsing of capaciteitsvergroting van de bestaande aansluiting op de A58 (Best);

  • Werkstroom Ruimte en Economie: de werkstroom Ruimte en Economie, zoals deze is ingesteld onder verantwoordelijkheid van de Aldersafel Eindhoven en waarin in ieder geval Partijen zijn vertegenwoordigd;

  • Challengevariant: de autowegontsluiting van Eindhoven Airport via A2/N2, A58 (aansluiting Best) en de maatregelen op onderliggend wegennet, zoals opgenomen in de bijlage 3 (Verbeelding Challengevariant);

  • HOV: Hoogwaardig Openbaar Vervoer;

  • Intentieovereenkomst: de Intentieovereenkomst luchthavenontwikkeling Eindhoven, van 22 juni 2010, waarin (financiële) afspraken zijn gemaakt over de lucht- en landzijdige bereikbaarheid van Eindhoven Airport;

  • Multimodaal transferpunt: de in de periode 2020-2040 voorziene ontwikkeling van een in het noordwesten van het stedelijke gebied van Eindhoven gelegen vervoersknoop waar de overstap tussen bijvoorbeeld fiets, auto, openbaar vervoer en Brainportshuttle mogelijk wordt en waarmee naast het direct omliggende gebied ook de Brainportregio beter wordt verbonden.

Artikel 2 (doel)

  • 1. Deze bestuursovereenkomst betreft de uitwerking van een vijftal afspraken, ter uitvoering van de Intentieovereenkomst van 22 juni 2010, omtrent:

    • 1. Het realisatieprogramma voor de HOV-bereikbaarheid van Eindhoven Airport voor de periode 2016–2020;

    • 2. Het proces over het op termijn realiseren van een multimodaal transferpunt;

    • 3. De formele verankering van de keuze voor de Challengevariant;

    • 4. De formele verankering van de financiële dekking (kostenverdeling) van de Challenge-variant, de wijze van samenwerking, risicoverdeling en globale planning gericht op het gedurende de 2e fase van de Aldersafspraken realiseren van deze maatregel;

    • 5. Het zoveel mogelijk inzicht/duidelijkheid geven over de termijnen waarop het (ontwerp) tracébesluit voor de A58 kan worden genomen en de realisatie ervan kan starten.

  • 2. Deze bestuursovereenkomst betreft niet het deel van de Intentieovereenkomst betreffende de verplaatsing van de militaire functies. De in de Intentieovereenkomst opgenomen financiële afspraken omtrent de militaire functies zijn vervallen.

Artikel 3 (HOV-bereikbaarheid Eindhoven Airport)

Partijen hebben op basis van een analyse met betrekking tot de reizigersomvang en de reistijd (tussen Eindhoven centraal-Eindhoven Airport) én een enquête in beeld gebracht hoe de HOV-bereikbaarheid kan worden verbeterd op het gebied van onder meer bedrijfstijden, frequentie, reistijd, afwikkeling, reisinformatie, materieel en communicatie. Deze verbeterpunten zijn opgenomen in bijlage 4. Voor elk verbeterpunt is één van de Partijen actiehouder. Partijen spannen zich in deze verbeterpunten te doen of laten uitvoeren volgens de daarin aangegeven termijn.

Artikel 4 (multimodaal transferpunt)

  • 1. In het Bestuurlijk Overleg MIRT van 13 november 2014 hebben het Rijk en de Regio de Gebiedsvisie ‘Brainport City’ vastgesteld als een kansrijk perspectief voor de ruimtelijk-economische ontwikkeling van de Brainport Regio Eindhoven voor de periode 2020–2040. De visie bevat een tiental samenhangende opgaven, waarvan onder meer is afgesproken dat het Rijk en de Regio deze uitwerken in een adaptief programma (businesscase), dat ook voor de korte termijn concrete acties benoemt. Het Rijk en de Regio zullen in het Bestuurlijk Overleg MIRT einde 2015 over dit adaptief programma besluiten. Onderdeel van het adaptief programma zal zijn een gezamenlijke projectorganisatie met daarbinnen een, tussen Partijen, duidelijke toedeling van taken, rollen en verantwoordelijkheden omtrent de uitvoering van de daarin benoemde opgaven.

  • 2. Binnen het kader van voormeld adaptief programma zetten Partijen in op een multimodaal transferpunt, waar de overstap tussen bijvoorbeeld fiets, auto, HOV, en BrainportShuttle mogelijk wordt en waarmee naast het direct omliggende gebied ook de Brainportregio beter verbonden wordt. Hiertoe zal de Regio een groeistrategie bepalen op basis van: fasering, haalbaarheid, samenhang met andere opgaven uit het programma en optimale inpassing in het stadsregionaal, (inter)nationaal en provinciaal OV-systeem. Indien er op basis van de groeistrategie naar de mening van Partijen voldoende zicht op vervoerwaarde ontstaat om het knooppunt rendabel met een sprinter te bedienen, zullen het Rijk en de Regio een onderzoek starten naar de realisatie van een nieuw treinstation. De Regio betrekt bij de ontwikkeling van het multimodaal transferpunt in ieder geval Eindhoven Airport.

Artikel 5 (Challengevariant)

  • 1. In 2014 is de in het Bereikbaarheidsakkoord van 2 juni 2009 verkozen extra autowegontsluiting van Eindhoven Airport e.o. op de A2/N2 gechallenged. Uitkomst daarvan is dat in het Bestuurlijk Overleg MIRT van 13 november 2014 het Rijk en de Regio inhoudelijk overeenstemming hebben bereikt over de in bijlage 3 opgenomen autowegontsluiting van Eindhoven Airport e.o. (Challengevariant) in plaats van de in 2 juni 2009 overeengekomen variant. In de Challengevariant wordt de bestaande Anthony Fokkerweg opgewaardeerd, worden de aansluitende op- en afritten op de N2 aangepast, wordt een parallelstructuur langs het Beatrixkanaal aangebracht en wordt een verbinding gelegd tussen het Goederen Distributie Centrum (GDC), de toekomstige Brainport Industries Campus, Eindhoven Airport en de A58, en wordt de aansluiting Best in beperkte mate opgewaardeerd.

  • 2. Partijen komen overeen dat de Challengevariant verder wordt uitgewerkt in een Voorlopig Ontwerp en- in een Definitief Ontwerp. Maatregelen zijn nodig op het hoofdwegennet (wegbeheerder Rijkswaterstaat) en het onderliggende wegennet, in beheer bij de gemeenten Best, Eindhoven en Oirschot. De Gemeente richt een projectorganisatie in, waaraan voornoemde wegbeheerders deelnemen. Aan Partijen zal regelmatig de voortgang worden gerapporteerd. De ontwerpen zullen ter toetsing aan voornoemde wegbeheerders worden voorgelegd. Eindhoven Airport wordt betrokken vanuit haar belang voor een goede verkeersafwikkeling en -circulatie op Eindhoven Airport en de aangrenzende bedrijventerreinen.

  • 3. Partijen streven naar de feitelijke realisatie van de Challengevariant vóór 2020.

Artikel 6 (Kostenverdeling Challengevariant)

  • 1. Het Rijk en de Regio ramen de Challengevariant op een bedrag van € 90 miljoen excl. BTW en excl. Beheer en Onderhoud (prijspeil 2014).

  • 2. Partijen hebben over een groot deel van de financiering overeenstemming bereikt. Met de ondertekening van deze bestuursovereenkomst betreft de bijdrage voor de Challengevariant van

    • a. Rijksoverheid

      • i. Ministerie van Economische Zaken: de in 2010 beschikte € 15 miljoen incl. BTW (Nota Ruimte, Ministerie van Economische Zaken). Deze bijdrage is inmiddels door een partiële wijziging op de beschikking van 17 maart 2010 in december 2014 door het Ministerie van Economische Zaken beschikbaar gesteld aan de Gemeente;

      • ii. Ministerie van Infrastructuur en Milieu (Het Rijk): maximaal € 25 miljoen incl. BTW. Het Rijk verbindt aan haar maximale lumpsum bijdrage de voorwaarde dat in ieder geval uit dit bedrag de verbeterde ontsluiting op de A2/N2 zoals opgenomen in de Challengevariant, wordt gerealiseerd. Als dit niet wordt gerealiseerd, vervalt de gehele bijdrage. Het resterende bedrag geldt als rijksbijdrage om het verdere pakket aan maatregelen van de Challengevariant mogelijk te maken. Aangezien een (beperkt) deel van de Challengevariant rijksinfrastructuur betreft zal voor dat deel Rijkswaterstaat een toets uitvoeren op het definitief ontwerp. Als het definitief ontwerp is goedgekeurd en nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is, zal de bijdrage ter beschikking worden gesteld. Over de wijze van beschikbaarstelling zullen dan tussen de Gemeente en het ministerie van Infrastructuur en Milieu nadere afspraken worden gemaakt. Gelijktijdig zal er een afspraak worden gemaakt tussen Rijkswaterstaat en de Gemeente over de overdracht en de beheer- en onderhoudskosten van de nieuwe infrastructuur.

    • b. De Provincie

      • i. Maximaal € 12 miljoen (incl. BTW). De Provincie verbindt aan deze maximale bijdrage de randvoorwaarden zoals verwoord in haar brief aan de gemeente Eindhoven van 12 september 2014 (bijlage 5);

      • ii. Maximaal € 4,75 miljoen (incl. BTW). Het betreft hier de bijdrage, zoals de MRE deze vóór 1 januari 2015 heeft beschikt en door de provincie is overgenomen;

      • iii. Maximaal € 5 miljoen (incl. BTW). Het betreft hier de reservering in het Meerjaren Uitvoeringsprogramma (MJUP) voor de aanleg van HOV station Eindhoven Airport in het tijdvak 2021–2024. Deze reservering wordt omgewisseld met de reservering in het MJUP in het tijdvak 2014–2020 voor station Eindhoven Airport. Over het omwisselen van deze reserveringen is door het portefeuillehoudersoverleg mobiliteit van de MRE op 9 februari 2015 positief geadviseerd. Deze bijdrage van € 5 miljoen euro is specifiek bedoeld voor de aanleg van een HOV-verbinding tussen station en de luchthaven. Met deze bijdrage levert de provincie haar maximale bijdrage aan deze HOV-verbinding;

      • iv. Maximaal € 3,8 miljoen (incl. BTW). Het betreft hier de bijdrage, waarover door het portefeuillehoudersoverleg mobiliteit van de MRE op 9 februari 2015 positief is geadviseerd;

      • v. De bijdragen van de provincie genoemd onder het tweede lid sub i, iii en iv zijn onder voorbehoud van goedkeuring door Provinciale Staten;

      • vi. Over de wijze van beschikbaarstelling zullen tussen de Gemeente en de Provincie nadere afspraken worden gemaakt.

    • c. De Gemeente € 16,4 miljoen. De gemeente committeert zich niet aan de in de brief van de Provincie (bijlage 5) opgenomen randvoorwaarde omtrent de Ruit.

    • d. Eindhoven Airport € 3 miljoen. Eindhoven Airport verbindt daaraan de voorwaarden, zoals zij deze heeft opgenomen in haar – als bijlage 2 bij deze bestuursovereenkomst opgenomen- brief van 19 juni 2014.

  • 3. Partijen stellen daarmee vast dat er nog een spanning is tussen het beschikbare budget en de geraamde kosten.

    • a. De resterende spanning, geraamd op € 5,05 miljoen excl BTW (prijspeil 2014), uitgaande van bekrachtiging door Provinciale Staten van het onder tweede lid, onder 2 sub i, iii en iv opgenomen bedrag;

    • b. de indexeringscomponent over de onder het tweede lid van dit artikel opgenomen bijdragen;

    • c. de btw-component voor die maatregelen waarvan de gemeente geen wegbeheerder is.

    Partijen maken hierover een procesafspraak, zoals opgenomen in artikel 7, 8 en 9.

  • 4. Het Rijk en de Regio streven naar fiscale optimalisatie en treden zonodig in overleg met de Belastingdienst om de voor de uitvoering van de Challengevariant fiscaal meest gunstige vorm uit te werken.

Artikel 7 (Voorbereiding/uitwerking ontwerp)

  • 1. Ondanks het bepaalde in artikel 6, derde lid, wordt door de projectorganisatie, als bedoeld in artikel 5, tweede lid, gewerkt aan de verdere uitwerking van de Challengevariant in een Voorlopig Ontwerp, teneinde tijdig de autobereikbaarheid van Eindhoven Airport e.o. te kunnen garanderen zoals deze is voorzien in het eindbeeld van het Aldersadvies van 22 juni 2010.

  • 2. De Rijksoverheid en de Regio stellen maximaal 10% van hun in artikel 6 opgenomen bijdrage beschikbaar ten behoeve van de nadere uitwerking van de Challengevariant in een Voorlopig Ontwerp. De bijdrage hieraan van de Rijksoverheid kan worden voldaan uit de reeds beschikte € 15 miljoen van het Ministerie van Economische Zaken. De voorbereidings/uitwerkingskosten maken onderdeel van de geraamde kosten. Onder voormelde nadere uitwerking wordt in ieder geval verstaan: het uitwerken in een Voorlopig Ontwerp, het laten opstellen van een meer gedetailleerde kostenraming (met kleinere bandbreedte), het voorbereiden en starten van de planologische procedure en het starten van het verwervingstraject.

Artikel 8 (procesafspraak raming versus budget)

  • 1. De Gemeente bepaalt op basis van de meer gedetailleerde kostenraming of de reeds overeengekomen financiering voldoende is, dan wel of en voor hoeveel nog financiële dekking nodig is.

  • 2. Indien de meer gedetailleerde raming hoger uitvalt dan het beschikbare budget, onderzoekt de Gemeente of versoberingsmaatregelen mogelijk zijn, mits het oplossend vermogen van de Challengevariant niet wordt aangetast. De mogelijkheden voor fasering zullen onderdeel uitmaken van dit onderzoek. De Gemeente legt deze maatregelen ter toetsing voor aan de wegbeheerders, als bedoeld in artikel 5, tweede lid.

  • 3. De Regio onderzoekt waar de resterende financiële dekking kan worden gevonden, bijvoorbeeld door te onderzoeken welke subsidies kunnen bijdragen aan vermindering van het tekort.

  • 4. Ten behoeve van de nadere uitwerking van deze procesafspraak verlenen Partijen hun medewerking voor eigen rekening.

Artikel 9 (Financiële verplichtingen)

Indien het Rijk de onder artikel 6 genoemde bedragen later dan 1 januari 2016 beschikbaar stelt aan de Gemeente, zal het deze bedragen jaarlijks indexeren conform de door het CPB geraamde IBOI (Index Bruto Overheidsinvesteringen) bij CEP (Centraal Economisch Plan van het CPB), tenzij de minister van Financiën besluit de middelen die samenhangen met deze IBOI niet, of niet volledig uit te keren aan het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

Artikel 10 (A58)

Het Rijk en de Regio bezien de in de Intentieovereenkomst opgenomen maatregel tot verplaatsing of capaciteitsvergroting van de bestaande aansluiting op de A58 (Best) als een maatregel die zijn uitwerking zal krijgen in zowel de genomen maatregel als bedoeld in artikel 5 van deze overeenkomst (Challengevariant), als te nemen maatregelen binnen MIRT-Verkenning voor de A58 (wegvak Eindhoven-Tilburg), Innova58, waarvan het voorkeursalternatief medio 2015 zal worden vastgesteld. Op het traject Oirschot-Batadorp wordt daarbij specifiek gekeken naar de verkeersafwikkeling op dit traject in relatie tot de Challengevariant. De uitkomst daarvan zal worden betrokken bij de keuze voor het voorkeursalternatief. Dit voorkeursalternatief zal de basis vormen voor de verdere procedure omtrent de benodigde maatregelen voor de verkeersafwikkeling van de aansluiting Best.

Artikel 11 (Aansturing)

  • 1. De aansturing van de afspraken zoals vastgelegd in deze bestuursovereenkomst gebeurt in de bestaande overlegstructuren gerelateerd aan de betreffende onderwerpen en in deze overeenkomst genoemde projectorganisaties. De Werkstroom Ruimte en Economie, die onder voorzitterschap staat van de Gemeente bewaakt de voortgang en vervult zo nodig een coördinerende rol.

  • 2. De Werkstroom Ruimte en Economie levert jaarlijks, uiterlijk in oktober, een voortgangsrapportage op voor eventuele agendering aan de Alderstafel Eindhoven en het Bestuurlijk Overleg MIRT.

Artikel 12 (Publiekrechtelijke medewerking)

  • 1. Het Rijk en de Regio verbinden zich jegens elkaar om zich in te spannen om de voor uitvoering van deze bestuursovereenkomst benodigde publiekrechtelijke besluiten zodanig vast te stellen respectievelijk te nemen, dat de uitvoering van deze bestuursovereenkomst publiekrechtelijk is toegestaan.

  • 2. Het Rijk en de Regio bevorderen daarbij zoveel mogelijk, met inachtneming van de wettelijke procedures en de te betrachten zorgvuldigheid jegens derden, dat de procedures tot het nemen van publiekrechtelijke besluiten met voortvarendheid worden doorlopen.

  • 3. In geval de in het tweede lid bedoelde procedures ertoe leiden dat de uitvoering van deze bestuursovereenkomst niet of althans niet op de door Partijen bij het aangaan van deze overeenkomst voorgestane wijze kan worden uitgevoerd, bezien Partijen of deze overeenkomst wijziging, of (gedeeltelijke) beëindiging behoeft. Dit wordt eerst besproken in de Werkstroom Ruimte en Economie van de Alderstafel. De Alderstafel Eindhoven wordt hierover geïnformeerd.

  • 4. De in het kader van deze bestuursovereenkomst door het Rijk en de Regio te verlenen publiekrechtelijke medewerking laat de publiekrechtelijke positie en bevoegdheden van het Rijk en de Regio onverlet.

Artikel 13 (Onvoorziene omstandigheden)

  • 1. Partijen treden met elkaar in overleg indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen die wezenlijke gevolgen hebben voor de uitvoering van deze bestuursovereenkomst.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde overleg vindt plaats binnen dertig dagen nadat een partij de wens hiertoe aan de andere Partijen schriftelijk kenbaar heeft gemaakt.

  • 3. Uit dit overleg kan voortkomen dat de bestuursovereenkomst ongewijzigd wordt voorgezet, de overeenkomst wordt gewijzigd of de overeenkomst wordt beëindigd.

Artikel 14 (Wijziging)

  • 1. Elke Partij kan de andere Partijen schriftelijk verzoeken de bestuursovereenkomst te wijzigen. De wijziging behoeft de goedkeuring van alle Partijen.

  • 2. De wijziging en de verklaring(en) tot instemming worden als bijlage bij deze overeenkomst gevoegd.

Artikel 15 (Opzegging)

  • 1. Elke Partij kan de bestuursovereenkomst met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden schriftelijk opzeggen, indien een zodanige verandering van omstandigheden is opgetreden dat deze overeenkomst billijkheidshalve niet kan worden nagekomen door deze partij. De opzegging moet de verandering in omstandigheden vermelden.

  • 2. Indien een Partij de bestuursovereenkomst opzegt, beraden de overige Partijen zich over de gevolgen daarvan voor de bestuursovereenkomst.

  • 3. Het voornemen tot opzegging, op grond van het eerste lid, wordt kenbaar gemaakt in de Werkstroom Ruimte en Economie van de Alderstafel Eindhoven. De opzegtermijn vangt aan vanaf het moment dat het voornemen tot opzegging schriftelijk is geagendeerd en besproken in de Werkstroom Ruimte en Economie. De Alderstafel wordt hierover geïnformeerd.

  • 4. Ingeval van rechtsgeldige opzegging dan wel beëindiging van de bestuursovereenkomst als gevolg van opzegging door één van de Partijen is geen van de Partijen jegens een andere Partij schadeplichtig.

Artikel 16 (Geschillenbeslechting)

  • 1. Partijen zullen zich inspannen om te voorkomen dat er geschillen ontstaan over de totstandkoming, uitleg, of uitvoering van deze bestuursovereenkomst.

  • 2. Partijen lossen eventuele geschillen op bestuurlijk niveau in onderling overleg op. Indien dit overleg niet tot overeenstemming leidt, wordt het geschil besproken in de Werkstroom Ruimte en Economie van de Alderstafel Eindhoven.

  • 3. Indien binnen dertig dagen na bespreking in de Werkstroom Ruimte en Economie geen overeenstemming is bereikt, staat het elk van Partijen vrij het geschil voor te leggen aan de bevoegde rechter te Den Haag.

  • 4. Partijen dragen hun eigen kosten, voortvloeiende uit deze bestuursovereenkomst.

Artikel 17 (Inwerkingtreding en Looptijd)

  • 1. Deze bestuursovereenkomst treedt na ondertekening door alle partijen in werking. De Intentie-overeenkomst verliest vanaf dat moment zijn betekenis.

  • 2. Deze bestuursovereenkomst eindigt met ingang van de dag waarop de maatregelen, als bedoeld in de artikelen 3 tot en met 10 van deze overeenkomst zijn uitgevoerd.

Artikel 18 (toepasselijk recht)

Op deze bestuursovereenkomst is het Nederlandse recht van toepassing.

Artikel 19 (Publicatie in de Staatscourant)

  • 1. Binnen twintig werkdagen na ondertekening van deze bestuursovereenkomst laat de Minister deze bestuursovereenkomst publiceren in de Staatscourant.

  • 2. Bij wijzigingen in de bestuursovereenkomst vindt het eerste lid overeenkomstige toepassing.

Aldus overeengekomen, in zesvoud opgemaakt en ondertekend,

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Namens deze, R.A.C. van Heugten

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven, Namens deze, M. van Dorst

De directie van Eindhoven Aiport N.V., Namens deze, J. Meijs

Het Dagelijks Bestuur van de Metropoolregio Eindhoven, Namens deze, P.J.M.G. Blanksma-van den Heuvel

BIJLAGE 1 (INTENTIE-OVEREENKOMST)

BIJLAGE 2 (BRIEF EINDHOVEN AIRPORT)

BIJLAGE 3 (VERBEELDING CHALLENGEVARIANT)

BIJLAGE 4 (HOV-BEREIKBAARHEID EINDHOVEN AIRPORT VÓÓR 2020)

Onderwerpen

Verbetervoorstellen

Actiehouder

Wanneer

Bedrijfstijden

Betere afstemming van 400 en 401 ten opzichte van elkaar (400 vóór 401 laten vertrekken; zowel bij EA als bij NS EHV)

Juiste doelgroep in de juiste bus.

Provincie iom Hermes

Q1/Q2 ‘15

frequentie

Afstemming frequentie op de omvang van de doelgroep bij betere bediening Airport reizigers door Shuttle (400)

provincie

Q4 ‘16

Aanpassing frequenties/aansluitingen op de invoering PHS december 2016

Reistijd

bussen dienen op tijd te vertrekken op CS.

Provincie iom Hermes (analyse oorzaak)

Q2/Q3 ’15

Afwikkeling:

     

Neckerspoel

aanpassing perron shuttle (400/401 eerste perron) (gerealiseerd)

nvt

 

Airport

aanpassing voorterrein EA

Eindhoven Aiprort

‘16/’17

onderweg

optimalisatie verkeerslichten beïnvloeding tbv Airport Shuttle

(alleen absolute priortiteit via HOV infrastructuur; geconditioneerde prioriteit overig)

Gemeente iom Hermes

Q1 ‘15

route via Landsard onveilig. Zorgen voor veilige route cf plannen Challenge variant

Gemeente met Provincie, Minister en Eindhoven Airport

‘17/’18

Indien financiering rond is

Reisinformatie:

     

vooraf/thuis

Airport Shuttle in reisplanner opnemen

Rijk in overleg met

NS

NS en Pro Rail

mei 2015

op station

verwijsborden Airport Shuttle verbeteren

Rijk in overleg met NS. EA

Q 1/2 ‘15

panelen met vluchtinformatie over EA

(gerealiseerd)

Provincie (iom Hermes) en Eindhoven Airport

januari ’15

op Airport

informatie paneel vooraan op busperron plaatsen

Eindhoven airport

Q1 ‘15

kaartautomaat NS in hal eventueel verplaatsen (beter zichtbaar).

Eindhoven Airport

‘16/’17

in bus

vluchtinformatie in 400/401

provincie i.o.m. Hermes

Q3./Q4 ‘15

treininformatie in bus (gerealiseerd)

provincie i.o.m. Hermes

 

aanduiding op 400 (Airport Shuttle) aan laten geven

provincie i.o.m. Hermes

Q1 ‘15

Materieel:

     

capaciteit

capaciteitsmonitoring

Provincie iom Hermes (zie ook onder frequentie)

continue

comfort

lijn 400 is goed herkenbaar, heeft extra bagageruimte,

bagageruimte

Tickets

Combiticket (is ingevoerd).

Betere registratie afname Dagkaartje

Provincie iom Hermes

Q1-Q4 ‘15

Reizigersomvang

Gebruik Airport Shuttle neemt toe

Provincie iom Hermes (gebruiks/capaciteitsmonitoring)

Q1-Q4 ‘15

nagaan hoeveel reizigers van lijnen 401,145 en 103 uitstappen op Airport

Provincie iom Hermes o.b.v. uitcheckcijfers

Q1-Q4 '15

communicatie

als Airport Shuttle in reisplanner is opgenomen zal een nieuwe campagne starten

Rijk in overleg met NS

mei ‘15

BIJLAGE 5 (BRIEF PROVINCIE NOORD-BRABANT)

Naar boven