Splitsing, toestemming overdracht en samenvoeging opsporingsvergunningen aardwarmte, Ministerie van Economische Zaken

20 maart 2014

DGETM/EM/13116576

Procesverloop:

  • Gedeputeerde Staten van Overijssel zijn houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken (hierna: EZ) van 27 augustus 2010 verleende opsporingsvergunning voor aardwarmte Koekoekspolder II, met kenmerk ETM/EM/ 10125552 (Staatscourant 2010, nr. 13646), laatstelijk gewijzigd bij beschikking van de Minister van EZ van 27 juni 2013 met kenmerk DGETM-EM/ 13110613 (Staatscourant 2013, nr. 18578);

  • bovengenoemde vergunninghouder heeft bij brief van 5 maart 2014 gevraagd om toestemming op grond van artikel 20, tweede lid, in samenhang met artikel 19, onder a, van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw), om splitsing van de vergunning en aansluitend om toestemming, op grond van artikel 20, eerste lid, van de Mijnbouwwet (Mbw) tot overdracht van 1 van de 2 na splitsing ontstane opsporingsvergunningen aan Aardwarmtecluster 1 KKP B.V.;

  • Aardwarmtecluster 1 KKP B.V. heeft op 6 maart 2014 gevraagd om, ingeval van honorering van de splitsing van de opsporingsvergunning Koekoekspolder II en vervolgens de daadwerkelijke overdracht van één van de aldus ontstane opsporingsvergunningen aan Aardwarmtecluster 1 KKP B.V., deze opsporingsvergunning conform artikel 19, aanhef en onder b van de Mbw en artikel 137, eerste lid van het Mijnbouwbesluit samen te voegen met de door de Minister van EZ verleende opsporingsvergunning aardwarmte voor het gebied genaamd Kampen, met kenmerk ETM/EM/ 10125552 (Staatscourant 2010, nr. 13646).

Gelet op:

De artikelen 19, onder a, 20, eerste en tweede lid van de Mijnbouwwet, en de artikelen 135, 136, 137, 138, 141 en 142 van het Mijnbouwbesluit.

Besluit:

I: SPLITSING, OVERDRACHT EN SAMENVOEGING OPSPORINGSVERGUNNINGEN AARDWARMTE KOEKOEKSPOLDER II EN KAMPEN

artikel 1

De opsporingsvergunning aardwarmte Koekoekspolder II wordt gesplitst in twee opsporingsvergunningen voor aardwarmte: Koekoekspolder IIa en Koekoekspolder IIb.

artikel 2

Aan de houder van de opsporingsvergunning aardwarmte Koekoekspolder IIb wordt toestemming verleend tot overdracht aan Aardwarmtecluster 1 KKP B.V.

artikel 3

De vergunning dient binnen 1 jaar na bekendmaking van deze beschikking daadwerkelijk te zijn overgedragen.

artikel 4

De vergunninghouder doet van de overdracht onverwijld schriftelijk mededeling aan de Minister van Economische Zaken.

artikel 5

De opsporingsvergunningen aardwarmte Koekoekspolder IIb en Kampen worden samengevoegd zodat een nieuwe opsporingsvergunning aardwarmte ontstaat: Kampen II

artikel 6

Het gebied Koekoekspolder IIa, dat door de in artikel 1 genoemde splitsing ontstaat, ligt in de gemeenten Kampen en Zwartewaterland en wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de puntenparen A-B, B-C, C-D en D-A. Van het omschreven gebied maakt het gebied dat is begrensd door de rechte lijnen tussen de puntenparen 1-2, 2-3, 3-4 en 4-1 (het vergunninggebied Kampen) geen deel uit.

De punten zijn als volgt gedefinieerd:

Punt

X

Y

A

190065,00

511817,00

B

195329,00

514301,00

C

197750,00

508875,00

D

192483,00

506721,00

Punt

X

Y

1

191848,50

511846,50

2

194934,50

510966,50

3

194494,50

509423,50

4

191408,50

510303,50

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 28,164 km2.

De coördinaten zijn vermeld volgens het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting (RD), zoals vermeld in artikel 1.2.2, eerste lid, onder a, van de Mijnbouwregeling.

artikel 7

Het gebied Kampen II, dat door de in artikel 5 genoemde samenvoeging ontstaat ligt in de gemeente Kampen en wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de volgende punten:

Punt

X

Y

1

191848,50

511846,50

2

194934,50

510966,50

3

194494,50

509423,50

4

191408,50

510303,50

De coördinaten zijn vermeld volgens het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting (RD), zoals vermeld in artikel 1.2.2, eerste lid, onder a, van de Mijnbouwregeling.

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 5,149 km2.

II: OPSPORINGSVERGUNNING AARDWARMTE KOEKOEKSPOLDER IIA

artikel 1

Aan Gedeputeerde Staten van Overijssel wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied Koekoekspolder IIa, als beschreven in I, artikel 6.

artikel 2

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 15 oktober 2008 ontvangen aanvraag.

artikel 3

De vergunninghouder wijst tijdig voor de aanvang van de opsporingsactiviteiten een persoon aan met boortechnische en operationele ervaring, die leiding geeft aan boor- en aanverwante activiteiten en doet hiervan schriftelijk mededeling aan Staatstoezicht op de mijnen. Bovendien moet die persoon de bevoegdheid hebben om uitvoering te geven aan instructies van inspecteurs van Staatstoezicht op de mijnen. De vergunninghouder houdt Staatstoezicht op de mijnen van eventuele wijzigingen schriftelijk vooraf tijdig op de hoogte.

artikel 4

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarden in acht:

  • binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning deelt de vergunninghouder schriftelijk mee aan de Minister van Economische Zaken, onder vermelding van tijdstip, geologische structuur en diepte, de plaats waar de boringen zullen worden verricht;

  • Uiterlijk in het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning worden 2 boringen (1 doublet) geplaatst.

artikel 5

De vergunning geldt tot 31 december 2014.

III: OPSPORINGSVERGUNNING AARDWARMTE KAMPEN II

artikel 1

Aan Aardwarmtecluster 1 KKP B.V. wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied Kampen II, als beschreven in I, artikel 7.

artikel 2

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 15 oktober 2008 ontvangen aanvraag.

artikel 3

De vergunninghouder wijst tijdig voor de aanvang van de opsporingsactiviteiten een persoon aan met boortechnische en operationele ervaring, die leiding geeft aan boor- en aanverwante activiteiten en doet hiervan schriftelijk mededeling aan Staatstoezicht op de mijnen. Bovendien moet die persoon de bevoegdheid hebben om uitvoering te geven aan instructies van inspecteurs van Staatstoezicht op de mijnen. De vergunninghouder houdt Staatstoezicht op de mijnen van eventuele wijzigingen schriftelijk vooraf tijdig op de hoogte.

artikel 4

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarden in acht:

  • binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning deelt de vergunninghouder schriftelijk mee aan de Minister van Economische Zaken, onder vermelding van tijdstip, geologische structuur en diepte, de plaats waar de boringen zullen worden verricht;

  • Uiterlijk in het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning worden 2 boringen (1 doublet) geplaatst.

artikel 5

De vergunning geldt tot 31 december 2014.

IV

artikel 1

Deze beschikking treedt inwerking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken, namens deze: J.H. Brouwer MT-lid directie Energiemarkt

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken, na de dag waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK 's-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven