Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 17 maart 2014, nr. IENM/BSK-2014/64445, tot wijziging van de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom (uitbreiding naar asbestose)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 15.50 van de Wet milieubeheer;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. In deze regeling wordt verstaan onder:

    a. Minister:

    Minister van Infrastructuur en Milieu;

    b. asbest:

    stoffen die een of meer van de volgende vezelachtige silicaten bevatten:

    • 1°. actinoliet (Cas-nummer 77536-66-4);

    • 2°. amosiet (Cas-nummer 12172-73-5);

    • 3°. anthofylliet (Cas-nummer 77536-67-5);

    • 4°. chrysotiel (Cas-nummer 12001-29-5);

    • 5°. tremoliet (Cas-nummer 77536-68-6);

    • 6°. crocidoliet (Cas-nummer 12001-28-4);

    c. maligne mesothelioom:

    door blootstelling aan asbest veroorzaakte tumor van het longvlies, het buikvlies of het hartvlies, als bedoeld in het protocol diagnostiek maligne mesothelioom;

    d. asbestose:

    aandoening die is gekenmerkt door verbindweefseling (longfibrose) van de long ten gevolge van asbestblootstelling;

    e. protocol diagnostiek asbestose:

    protocol diagnostiek asbestose, opgenomen in bijlage 1 bij de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers 2014;

    f. protocol diagnostiek maligne mesothelioom:

    protocol diagnostiek maligne mesothelioom, opgenomen in bijlage 2 bij de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers 2014;

    g. SVB:

    Sociale Verzekeringsbank, bedoeld in hoofdstuk 6 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

    h. instituut asbestslachtoffers:

    Stichting Instituut Asbestslachtoffers te s-Gravenhage;

    i. nabestaanden:
    • 1°. de langstlevende van de echtgenoten;

    • 2°. bij ontstentenis van de onder 1° bedoelde persoon, de minderjarige kinderen, tot wie de overledene in familierechtelijke betrekking stond;

    • 3°. bij ontstentenis van de onder 1° en 2° bedoelde personen, degenen met wie de overledene in gezinsverband leefde;

    j. lasten:
    • 1°. tegemoetkoming, bedoeld in artikel 4, eerste lid;

    • 2°. vergoedingen die door de SVB aan het instituut asbestslachtoffers worden verstrekt voor de advisering ten behoeve van deze regeling;

    • 3°. uitvoeringskosten gemaakt bij de uitvoering van deze regeling.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel d wordt ‘artikel 10a of 10b van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers’ vervangen door: artikel 8 van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers 2014.

2. Onderdelen e tot en met h worden geletterd f tot en met i.

3. Na onderdeel d wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • e. die geen tegemoetkoming heeft verkregen op grond van artikel 2a,.

4. Onderdeel f (nieuw) komt te luiden:

  • f. die geen betaling heeft verkregen op grond van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers of de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers 2014.

5. In de onderdelen g (nieuw) en h (nieuw) wordt na ‘het geconstateerde maligne mesothelioom’ ingevoegd: of de geconstateerde asbestose.

C

Na artikel 2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2a

  • 1. Recht op een tegemoetkoming, onverminderd artikel 2, heeft een persoon:

    • a. die op het moment van indiening van de aanvraag in leven is,

    • b. bij wie met toepassing van het protocol diagnostiek asbestose de ziekte asbestose is vastgesteld, en

    • c. waarbij sprake is van een longfunctiebeperking als bedoeld in klasse 2, 3 of 4 van het protocol diagnostiek asbestose.

  • 2. In afwijking van het eerste lid heeft een persoon geen recht op een tegemoetkoming indien de persoon voor het geconstateerde maligne mesothelioom reeds een tegemoetkoming op grond van artikel 2 heeft verkregen.

  • 3. De artikelen 2, onderdelen c en f tot en met i, 3 en 5 tot en met 7 zijn van overeenkomstige toepassing.

D

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdelen a en b, wordt ‘artikel 2, onderdelen b tot en met h’ vervangen door: artikel 2, onderdelen b tot en met i.

2. In het tweede en derde lid wordt ‘artikel 1, eerste lid, onderdeel g’ vervangen door: artikel 1, eerste lid, onderdeel h.

3. In het vierde lid wordt na ‘het geconstateerde maligne mesothelioom’ ingevoegd: of de geconstateerde asbestose.

E

In de artikelen 4, tweede lid, en 6, eerste lid, onderdeel c, en vierde lid, wordt na ‘het geconstateerde maligne mesothelioom’ ingevoegd: of de geconstateerde asbestose.

F

In artikel 4a wordt ‘de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers, die op grond van artikel 12a van die regeling’ vervangen door: de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers 2014, die op grond van artikel 19 van die regeling.

G

In artikel 7 wordt na ‘artikel 2’ ingevoegd: of artikel 2a.

H

In artikel 8, eerste, aanhef, en derde lid, wordt na ‘degene aan wie de tegemoetkoming is toegekend’ ingevoegd: of de nabestaande ervan,.

I

In artikel 9, tweede lid, wordt ‘artikel 2, onderdeel h’ vervangen door: artikel 2, onderdeel i.

J

In artikel 11, tweede lid, onderdeel d, vervalt: per uitgebracht advies.

K

In artikel 12, eerste lid, onderdeel h, en het tweede lid, wordt ‘artikel 1, eerste lid, onderdeel h’ vervangen door: artikel 1, eerste lid, onderdeel j.

L

Artikel 19 komt te luiden:

Artikel 19

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom en asbestose.

ARTIKEL II

In de artikelen 5, derde lid, en 12, derde lid, van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers 2014 wordt ‘Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom’ vervangen door: Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom en asbestose.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2014. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 maart 2014, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 april 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

TOELICHTING

1. Aanleiding

Met deze regeling is de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom zodanig gewijzigd dat onder bepaalde voorwaarden ook voor de ziekte asbestose een tegemoetkoming kan worden verstrekt.

Vanwege deze wijziging is de citeertitel gewijzigd in: de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom en asbestose (hierna: TNS).

Voor de uitbreiding van de doelgroep van de TNS is gekozen omdat ook de doelgroep van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (hierna: TAS), waarvoor het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna: SZW) verantwoordelijk is, is uitgebreid naar asbestose. Hiertoe heeft de Minister van SZW een nieuwe regeling vastgesteld, Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers 2014.

Vanaf de totstandkoming van de TAS in 2000 is er discussie geweest over de vraag of de ziekte asbestose ook onder de werking van het convenant Instituut asbestslachtoffers1 en de TAS moest komen. In een brief van 21 december 2005 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2005/06, 25 834, nr. 36) heeft toenmalig Staatssecretaris van SZW, aangegeven, dat wanneer de convenantpartijen consensus zouden bereiken over het uitbreiden van het convenant met (ex) werknemers met de ziekte asbestose, ook de TAS hiermee uitgebreid zou worden. De convenantpartijen hebben in 2011 deze consensus bereikt en dat heeft geresulteerd in een uitbreiding van het convenant, ingaande per 11 december 2013. De convenantpartijen hebben onder andere afspraken gemaakt over de hoogte van de immateriële schadevergoeding indien sprake is van asbestose. In navolging van de uitbreiding van het convenant en de daarop volgende uitbreiding van de TAS naar asbestose, is met de onderhavige wijziging van de TNS ook de TNS uitgebreid zodat slachtoffers van asbestose of hun nabestaanden onder omstandigheden een financiële tegemoetkoming kunnen krijgen.

Ten aanzien van de onderhavige wijzigingsregeling is ervoor gekozen om terughoudend om te gaan met het aanbrengen van wijzigingen indien die wijzigingen niet nodig zijn vanwege de uitbreiding naar asbestose of vanwege de nieuwe TAS.

In 2014 zal door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu gestart worden met een evaluatie van de TNS. Daarin zal onder meer gekeken worden naar de uitvoering van de TNS. Na die evaluatie zal de TNS worden aangepast om:

  • 1. naar aanleiding van die evaluatie noodzakelijke wijzigingen door te voeren, en

  • 2. enkele achterhaalde artikelen (bijvoorbeeld indiening aanvraag door nabestaanden van slachtoffers die in het tijdvak 10 november 2006 tot 1 juni 2008 zijn overleden (artikel 6, vijfde lid)) te schrappen.

2. Ziekte asbestose

Asbestose kan alleen ontstaan na intensieve en langdurige blootstelling aan asbest. Intensiteit en duur van de blootstelling zijn beide van belang voor het moment waarop asbestose zich manifesteert, maar tussen het begin van de blootstelling en het optreden van de ziekte (latentietijd) verstrijkt in de praktijk altijd ten minste 15 jaar. Anders dan bij maligne mesothelioom is het voor asbestose nodig om vast te stellen of iemand langdurig en intensief is blootgesteld aan asbest en om die reden sprake is van asbestose. Het proces voor het vaststellen van asbestose is beschreven in het bij de TAS behorend protocol (bijlage 1). Het Nederlands Asbestose Panel (NAP), de expertgroep van de Nederlandse Vereniging van Artsen voor longziekten en Tuberculose (NVALT), zal middels het medisch protocol vaststellen of sprake is van asbestose en zal de ernst van het longfunctieverlies vaststellen. Pas als sprake is van een bepaalde mate van longfunctieverlies kan recht bestaan op een tegemoetkoming. Ook dit is beschreven in het medisch protocol.

3. De noodzakelijke wijzigingen van de TNS vanwege de uitbreiding naar asbestose

De onderhavige regeling brengt wijzigingen aan in de TNS om aan slachtoffers van asbestose en diens nabestaanden een tegemoetkoming te kunnen verstrekken. In artikel 1, onderdeel d, is een definitie van asbestose opgenomen. Die is gelijkluidend aan die van de TAS. Tevens is in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, een definitie opgenomen van het protocol diagnostiek asbestose. Er is verwezen naar het protocol opgenomen in bijlage 1 bij de TAS.

Een persoon heeft recht op tegemoetkoming (artikel 2a, eerste lid, van de TNS), indien:

  • die persoon op het moment van indiening van de aanvraag in leven is,

  • bij wie met toepassing van het protocol diagnostiek asbestose de ziekte asbestose is vastgesteld, en

  • waarbij sprake is van een longfunctiebeperking als bedoeld in klasse 2, 3 en 4 van het genoemde protocol.

In het tweede lid van artikel 2a is bepaald dat er geen recht op tegemoetkoming bestaat indien de persoon vanwege geconstateerd maligne mesothelioom reeds een tegemoetkoming op grond van artikel 2 heeft ontvangen. Net als voor de tegemoetkoming voor maligne mesothelioom geldt voor de tegemoetkoming voor asbestose dat er alleen een tegemoetkoming kan worden verkregen indien er geen aanspraak op de TAS kan worden gedaan en er geen betaling op grond van de TAS is verkregen (artikel 2, onderdelen c, respectievelijk f (nieuw), van de TNS).

In artikel 2, onderdeel e (nieuw), is bepaald dat er geen tegemoetkoming op grond van artikel 2 voor geconstateerd maligne mesothelioom kan worden verkregen indien er reeds op grond van artikel 2a een tegemoetkoming voor de geconstateerde asbestose is verkregen.

Via het derde lid van artikel 2a zijn de overige voorwaarden uit artikel 2 van de TNS, betreffende de tegemoetkoming voor maligne mesothelioom, van overeenkomstige toepassing op de mogelijke tegemoetkoming voor asbestose.

De volgende voorwaarden uit artikel 2 van de TNS zijn van overeenkomstige toepassing:

  • dat er geen uitkering is ontvangen op grond van een buitenlandse voorziening (onderdeel g (nieuw));

  • dat er geen vergoeding voor immateriële schade is ontvangen (onderdeel h (nieuw));

  • dat het slachtoffer 10 jaar woonachtig in Nederland is geweest (onderdeel i (nieuw)).

In de toelichting bij de TNS uit 20072 is uitvoerig ingegaan op de bovengenoemde voorwaarden voor een tegemoetkoming voor maligne mesothelioom. Voor een toelichting op de bovengenoemde voorwaarden, die van overeenkomstige toepassing zijn op asbestose, wordt verwezen naar die toelichting bij de TNS uit 2007.

Via het derde lid van artikel 2a zijn verder de artikelen 5 (inzake de aanvraag), 6 (inzake de informatieverplichtingen) en 7 (inzake de betaling) van overeenkomstige toepassing op de tegemoetkoming voor asbestose.

De andere artikelen uit de TNS zijn ook van toepassing op de tegemoetkoming voor asbestose. Alleen die artikelen hoeven niet uitdrukkelijk van overeenkomstige toepassing te worden verklaard, omdat die artikelen betrekking hebben op een tegemoetkoming, en dus ook die op grond van artikel 2a voor asbestose.

4. Overige wijzigingen

Enkele onderdelen van de onderhavige regeling hangen samen met de nieuwe TAS-regeling. Het betreft artikel I, onderdelen B (gedeeltelijk) en F, waarmee naar (de relevante artikelen van) de TAS 2014 is verwezen.

De bedragen van de tegemoetkomingen, genoemd in de artikelen 2, onderdeel h (nieuw), 3, vierde lid, en 4, eerste en tweede lid, van de TNS zijn niet meer actueel. Op grond van artikel 19 (indexering) van de TAS 2014 wordt de hoogte van het voorschot op grond van de TAS per kalenderjaar aangepast. De hoogte van het voorschot bedraagt per 1-1-2014 € 19.201,–. Via artikel 4a van de TNS gelden die aangepaste bedragen voor de TAS ook voor de TNS. Door artikel I, onderdeel F, is in artikel 4a van de TNS naar artikel 19 van de TAS verwezen.

De begripsomschrijving van ‘nabestaanden’, artikel 1, eerste lid, onderdeel i, onder 3, is zodanig gewijzigd dat daarmee als nabestaanden dezelfde personen worden aangemerkt als diegenen die voor een overlijdensuitkering ingevolge artikel 18 van de Algemene ouderdomswet (hierna: AOW) in aanmerking komen. In de AOW wordt niet langer de eis gesteld dat de overledene voor de nabestaande in de kosten van het bestaan voorzag. Net als in de TAS is de begripsomschrijving van nabestaanden in de TNS in lijn gebracht met de AOW.

Met artikel I, onderdelen H en J, zijn eenvoudige, door de SVB gewenste wijzigingen in de TNS aangebracht die niet direct samenhangen met de uitbreiding naar asbestose.

Met onderdeel H is een mogelijkheid opgenomen om de tegemoetkoming van nabestaanden terug te vorderen indien zij na ontvangst van die tegemoetkoming nog een schadevergoeding hebben ontvangen.

Met onderdeel J is aangesloten bij de TAS voor wat betreft de vergoeding door de SVB aan het instituut asbestslachtoffers.

5. Uitvoering

De SVB heeft een uitvoeringstoets voor de onderhavige regeling uitgevoerd. De SVB voorziet geen uitvoeringsproblemen vanwege de uitbreiding van de TNS naar asbestose door middel van onderhavige regeling.

6. Gevolgen

In 2013 zijn er 109 tegemoetkomingen op grond van de TNS voor mesothelioom toegekend voor een bedrag van € 2.060.863.

Vanwege de toevoeging van asbestose aan de regeling worden hooguit 5 extra aanvragen in het eerste jaar en 1 tot 2 extra aanvragen in de volgende jaren verwacht. De kosten van de uitbreiding van de TNS zullen naar schatting jaarlijks maximaal € 100.000 bedragen.

7. Inwerkingtreding

Beoogd is dat de onderhavige regeling op 1 april 2014 in werking treedt. Daarmee wordt aangesloten bij de inwerkingtredingsdatum van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers 2014 waarmee asbestose onder de TAS is gebracht. Indien de onderhavige regeling niet uiterlijk op 31 maart 2014 in de Staatscourant is gepubliceerd, treedt die regeling de dag na publicatie in werking en werkt dan terug tot 1 april 2014.

Het beleid inzake de vaste verandermomenten van regelgeving wordt gedeeltelijk in acht genomen, namelijk 1 april als vast verandermoment voor de inwerkingtreding van ministeriële regelingen. De invoeringstermijn van 2 maanden tussen publicatie van de regeling in de Staatscourant en de inwerkingtreding wordt niet in acht genomen. Inachtneming daarvan zou betekenen dat de onderhavige regeling pas op 1 juli 2014 in werking zou kunnen treden. Slachtoffers van asbestose zijn er bij gebaat dat de onderhavige regeling zo spoedig mogelijk in werking treedt.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Convenant is afgesloten tussen vertegenwoordigers van het Comité Asbestslachtoffers, FNV, CNV, VNO-NCW, MKB Nederland, LTO Nederland, Verbond Verzekeraars, Verbond Sectorwerkgevers Overheid en de Ministeries van SZW en (toenmalig Justitie).

Naar boven