Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 19 februari 2014, kenmerk 189445-116147-WJZ, houdende vaststelling van een regeling met betrekking tot de productiegebieden voor levende tweekleppige weekdieren (Warenwetregeling levende tweekleppige weekdieren)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op bijlage II, hoofdstuk II, van Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PbEU 2004, L 139) en artikel 10 van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen;

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop berustende besluiten wordt verstaan onder:

12-mijlszone:

de maritieme grens die 12 zeemijlen zeewaarts loopt vanaf de basislijn, die voorkomt op de meest recente uitgave van de middelgroot- en grootschalige kaarten van de Noordzee van de Dienst der Hydrografie;

basislijn:

nul-meter-lijn van de Nederlandse kust die voorkomt op de meest recente grootschalige kaart van de Noordzee van de Dienst der Hydrografie en voortvloeit uit de Wet grenzen Nederlandse territoriale zee;

kokkels:

tweekleppige weekdieren van de soort Cerastoderma edule;

Nederlands continentaal plat:

de grenzen van de exclusieve economische zone van Nederland, die samenvallen met de grens van de territoriale zee van Nederland, de 12-mijlszone en de grenzen van het aan Nederland toekomende gedeelte van het continentaal plat, bedoeld in het Besluit grenzen Nederlandse exclusieve economische zone;

NVWA:

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

pecten:

tweekleppige weekdieren van de soort Pecten maximus(Sint-Jakobsschelp) en Pecten jacobaeus (Grote Kamschelp);

perceel:

een al dan niet afgebakend gedeelte van het water waarop een ondernemer op basis van een overeenkomst met de Staat der Nederlanden of een andere eigenaar of rechthebbende, rechten kan doen gelden;

verwatergebied:

een productiegebied klasse A in zee, in een lagune of in een estuarium dat duidelijk is afgebakend en is aangegeven door boeien, palen of andere verankerde materialen en dat uitsluitend is bestemd voor de verwatering van levende tweekleppige weekdieren;

SP:

percelen die naar het gebied ‘de Speelman’ in de Oosterschelde zijn genoemd;

YB:

percelen gelegen op de Yersekebank in de Oosterschelde.

Artikel 2 Productiegebieden

  • 1. De productiegebieden worden aangewezen in bijlage I.

  • 2. De soorten tweekleppige weekdieren waarvoor het betreffende productiegebied is aangewezen en de klasse van het betreffende productiegebied zijn vermeld in bijlage I.

Artikel 3 Verwatergebieden

De verwatergebieden worden aangewezen in bijlage II.

Artikel 4 Heruitzettingsgebieden

Er worden geen heruitzettingsgebieden aangewezen.

Artikel 5 Registratiedocumenten

Het registratiedocument, genoemd in Bijlage III, Sectie VII, Hoofdstuk I, onder 2, van Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PbEU 2004, L 139), wordt afgegeven door de NVWA.

Artikel 6 Tijdelijke maatregelen

  • 1. De Inspecteur-generaal van de NVWA, de plaatsvervangend Inspecteur-generaal van de NVWA, de Hoofdinspecteur van de divisie Consument & veiligheid van de NVWA en de plaatsvervangend Hoofdinspecteur van de divisie Consument & veiligheid van de NVWA kunnen tijdelijk:

    • a. de benaming, ligging en grenzen van de productiegebieden, bedoeld in artikel 2, eerste lid, vaststellen, intrekken of wijzigen;

    • b. de aanwijzing van de soorten tweekleppige weekdieren, bedoeld in artikel 2, tweede lid, vaststellen, intrekken of wijzigen;

    • c. de classificatie van de productiegebieden, bedoeld in artikel 2, tweede lid, vaststellen, intrekken of wijzigen;

    • d. de aanwijzing en erkenning van de verwatergebieden, bedoeld in artikel 3 vaststellen, intrekken of wijzigen;

    • e. heruitzettingsgebieden, bedoeld in artikel 4, aanwijzen en erkennen, met inachtneming van een minimumafstand van 300 meter tussen heruitzettingsgebieden onderling en tussen heruitzettingsgebieden en productiegebieden, en deze aanwijzing of erkenning intrekken of wijzigen;

    • f. een productie- of heruitzettingsgebied sluiten voor het verzamelen van levende tweekleppige weekdieren; en

    • g. bijzondere voorwaarden stellen en specifieke maatregelen treffen voor de productiegebieden, de verwatergebieden en de heruitzettingsgebieden, bedoeld in de artikelen 2, 3 en 4, teneinde te voorkomen dat er tweekleppige weekdieren worden opgevist en in de handel gebracht die niet voldoen aan de wettelijke eisen en voorschriften voor rechtstreekse menselijke consumptie.

  • 2. Elke tijdelijke maatregel wordt door de NVWA onverwijld aan de bij hen bekende betrokken ondernemers en overige belanghebbenden gemeld en op de website van de NVWA gepubliceerd.

Artikel 7 Wijziging van Warenwetregeling procedures registratie en erkenning van levensmiddelenbedrijven

De Warenwetregeling procedures registratie en erkenning van levensmiddelenbedrijven, wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 2, onderdeel e, door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • f. door primaire producenten voor levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, levende manteldieren of levende mariene buikpotigen:

    • 1°. de soorten levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, levende manteldieren of levende mariene buikpotigen die worden verzameld;

    • 2°. de vergunning en het overheidsorgaan die de vergunning heeft afgegeven of de private toestemming en rechthebbende op basis waarvan levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, levende manteldieren of levende mariene buikpotigen mogen worden verzameld;

    • 3°. de geografische locatie waar levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, levende manteldieren of levende mariene buikpotigen worden verzameld; en

    • 4°. de periode waarin levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, levende manteldieren of levende mariene buikpotigen worden verzameld.

B

Artikel 3, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De exploitant van een levensmiddelenbedrijf heeft voldaan aan artikel 2 voor zover ten aanzien van een inrichting de in artikel 2 bedoelde informatie bekend is bij:

    • a. de Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie;

    • b. de Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties;

    • c. het COKZ;

    • d. voor zover het een gezondheidsinstelling betreft, het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

    • e. voor zover het een onderwijsinstelling betreft, het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap; of

    • f. voor zover het een agrarische onderneming betreft, het Ministerie van Economische Zaken.

C

In artikel 4, eerste lid, onderdeel c, vervalt: , onderscheidenlijk het CPE.

Artikel 8 Overgangsrecht

  • 1. Tijdelijke maatregelen van de Voorzitter, namens het bestuur van het Productschap Vis op grond van artikel 7 van de Verordening productiegebieden levende tweekleppige weekdieren 2006, zoals deze gold tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling, gelden als tijdelijke maatregelen in de zin van artikel 6, eerste lid.

  • 2. Levensmiddelenbedrijven die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling geregistreerd waren bij het Hoofdbedrijfschap Detailhandel, het Hoofdbedrijfschap Ambachten, het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel Groeten en Fruit, het Bedrijfschap Horeca en Catering, de Productschappen Vee, Vlees en Eieren en het Productschap Vis op basis van artikel 3, eerste lid, van de Warenwetregeling procedures registratie en erkenning van levensmiddelenbedrijven, hebben na inwerkingtreding van deze regeling voldaan aan de verplichting genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Warenwetregeling procedures registratie en erkenning van levensmiddelenbedrijven.

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het besluit van 3 februari 2014, houdende wijziging van enkele algemene maatregelen van bestuur in verband met het opheffen van de product- en bedrijfschappen en aanpassing van het Warenwetbesluit cosmetische producten 2011 (Stb. 2014, 81), in werking treedt.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als: Warenwetregeling levende tweekleppige weekdieren.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers.

BIJLAGE I BIJ ARTIKEL 2

Nederlandse productiegebieden zijn:

Productiegebied

Grenzen

Uitgezonderd

Soort

Klasse

Visserijzone Noord binnen de 12-mijlszone

– Een rechte lijn westwaarts vanaf de vuurtoren

– De Lange Jaap (bij Den Helder) tot de 12-mijlszone;

– de buitengrens van de 12-mijlszone tot aan de Nederlands-Duitse grens;

– de Nederlands-Duitse grens tot aan de basislijn;

– de basislijn vanaf het meest oostelijke punt (bij Rottumeroog) tot de vaste wal van Noord Holland.

– De gebieden in een straal van 300 m vanaf lozingspunten binnen de grenzen van het productiegebied.

alle soorten tweekleppige weekdieren exclusief pecten

A

Visserijzone Midden binnen de 12-mijlszone

– Een rechte lijn westwaarts vanaf de vuurtoren

– De Lange Jaap (bij Den Helder) tot de 12-mijlszone;

– de buitengrens van de 12-mijlszone tot de lijn recht op de rode lichten van de noordelijke strekdam van de inloop van de Nieuwe Waterweg, en vervolgens recht op deze strekdam tot de kust;

– de Noordzeekust van Zuid Holland;

– de Noordzeekust van Noord Holland.

– De gebieden in een straal van 1500 m vanaf de mond van de haven van IJmuiden en vanaf de Maasmond (bij Hoek van Holland);

– de gebieden in een straal van 300 m vanaf de mond van de havens van Katwijk en Scheveningen en vanaf het lozingspunt van de rioolpersleiding van ’s-Gravenhage;

– de gebieden in een straal van 300 m vanaf overige lozingspunten binnen de grenzen van het productiegebied.

alle soorten tweekleppige weekdieren exclusief pecten

A

Visserijzone Zuid binnen de 12-mijlszone

– De buitengrens van het Nederlands continentaal plat vanaf Nederlands-Belgische grens (Zwin)

– (51.22,3205 NB / 3.21,7211 OL WGS84)

– tot aan de buitengrens van de 12-mijlszone;

– de buitengrens van de 12-mijlszone tot de lijn recht op de rode lichten van de noordelijke strekdam van de inloop van de Nieuwe Waterweg, en vervolgens recht op deze strekdam tot de kust;

– de Noordzeekust van Zuid Holland;

– de Noordzeekust van Zeeland tot de Nederlands-Belgische grens (Zwin).

– De haven van Stellendam;

– het gebied in een straal van 100 m vanaf de mond van de haven van Stellendam;

– de gebieden in een straal van 300 m vanaf overige lozingspunten binnen de grenzen van het productiegebied.

alle soorten tweekleppige weekdieren exclusief pecten

A

Westelijke Waddenzee Zuid

– De basislijn vanaf de vuurtoren De Lange Jaap bij Den Helder, via het eiland Noorderhaaks naar Texel;

– de kust van Texel;

– een lijn van de vuurtoren Eierland op Texel

– (53.10,920 NB / 4.51,310 OL WGS84),

– (tussen de perceelblokken van Zuidoost Rak en Scheurrak) via een punt nabij de Paardenhoek/Scheurrak-Omdraai

– (53.08,699 NB / 5.09,553 OL WGS84),

– naar een punt in de knik op de Afsluitdijk ten westen van de sluizen van Kornwerderzand

– (53.04,021 NB / 5.17,759 OL WGS84);

– de Afsluitdijk;

– de kust van Noord Holland.

– De havens van Den Oever, 't Horntje, Oudeschild en Den Helder;

– de gebieden in een straal van 100 m vanaf de mond van de havens van Den Oever, ’t Horntje en Oudeschild;

– het gebied in een straal van 300 m vanaf de mond van de haven van Den Helder;

– het gebied in een straal van 300 m vanaf het lozingspunt van het gemaal ‘De Helsdeur’ (bij Den Helder);

– de gebieden in een straal van 100 m vanaf de lozingspunten vanaf het gemaal ‘Krassekeet’ (bij Oosterend), het gemaal ‘De Schans’ (bij Oudeschild), het gemaal ‘Dijkmanshuizen’ (bij Oudeschild) op Texel.

alle soorten tweekleppige weekdieren exclusief pecten

A

Westelijke Waddenzee Midden

– Een lijn van de vuurtoren Eierland op Texel

– (53.10,920 NB / 4.51,310 OL WGS84),

– (tussen de perceelblokken van Zuidoost Rak en Scheurrak) via een punt nabij de Paardenhoek/Scheurrak-Omdraai

– (53.08,699 NB / 5.09,553 OL WGS84),

– naar een punt in de knik op de Afsluitdijk ten westen van de sluizen van Kornwerderzand

– (53.04,021 NB / 5.17,759 OL WGS84);

– de Afsluitdijk;

– de Friese kust;

– de rechte lijn gaande vanaf de kerktoren van Oosterbierum

– (53.14,043 NB / 05.30,627 OL WGS84)

– naar de vuurtoren Vuurduin op Vlieland (53.17,750 NB / 05.03,485 OL WGS84);

– de kust van Vlieland;

– de basislijn tussen Vlieland en Texel;

– de kust van Texel.

– De haven van Harlingen;

– het gebied in een straal van 300 m vanaf de mond van de haven van Harlingen;

– de sluizen van Kornwerderzand;

– het gebied in een straal van 100 m vanaf de mond van de sluizen van Kornwerderzand;

– het gebied in een straal van 100 m vanaf de lozingspunt van het gemaal ‘Roptazijl’ (bij Roptazijl);

– het gebied in een straal van 100 m vanaf het lozingspunt vanaf het gemaal ‘De Cocksdorp’ (bij De Cocksdorp) op Texel.

alle soorten tweekleppige weekdieren exclusief pecten

A

Westelijke Waddenzee Noord

– De rechte lijn van de Noordkaap op Terschelling

– (53.26,617 NB / 5.32,680 OL WGS84)

– zuidwaarts naar de Friese kust

– (53.16,266 NB / 5.33,765 OL WGS84);

– de kust van Friesland;

– de rechte lijn gaande vanaf de kerktoren van Oosterbierum

– (53.14,043 NB / 05.30,627 OL WGS84)

– naar de vuurtoren Vuurduin op Vlieland

– (53.17,750 NB / 05.03,485 OL WGS84);

– de basislijn tussen Vlieland en Terschelling;

– de kust van Terschelling.

– De havens van Oost-Vlieland en West-Terschelling;

– de gebieden in een straal van 100 m vanaf de mond van de havens van Oost-Vlieland en West-Terschelling;

– de gebieden in een straal van 100 m vanaf de lozingspunten ten westen van de jachthaven op Vlieland, de gemalen ‘Liessluis’ (bij Lies) en ‘Nieuwe Sluis’ (bij Kinnum) op Terschelling.

alle soorten tweekleppige weekdieren exclusief pecten

A

Oostelijke Waddenzee Friese Wad

– De basislijn van Ameland naar Terschelling;

– de rechte lijn van de Noordkaap op Terschelling

– (53.26,617 NB / 5.32,680 OL WGS84)

– zuidwaarts naar de kust van Friesland

– (53.16,266 NB / 5.33,765 OL WGS84);

– de kust van Friesland;

– de rechte lijn gaande vanaf het groene havenlicht van de haven van Lauwersoog

– (53.24,686 NB / 06.11,977 OL WGS84),

– via twee punten ten westen van de Zoutkamperlaag

– (53.25,836 NB / 06.06,325 OL WGS84 en

– 53.27,222 NB / 06.04,011 OL WGS84)

– naar een punt midden in het Westgat op de basislijn tussen Ameland en Schiermonnikoog

– (53.28,690 NB / 06.04,568 OL WGS84);

– de basislijn tussen Schiermonnikoog en Ameland;

– de kust van Ameland.

– De haven van Nes;

– het gebied in een straal van 100 m vanaf de mond van de haven van Nes;

– het gebied in een straal van 100 m vanaf het lozingspunt van het ‘H.G. Miedemagemaal’ (bij Zwarte Haan/Sint-Jacobiparochie);

– het gebied in een straal van 100 m vanaf het lozingspunt vanaf de Uitwateringsduiker ‘Skutehon’.

alle soorten tweekleppige weekdieren exclusief pecten

A

Oostelijke Waddenzee Groninger Wad

– De rechte lijn gaande vanaf het groene havenlicht van de haven van Lauwersoog

– (53.24,686 NB / 06.11,977 OL WGS84)

– via twee punten ten westen van de Zoutkamperlaag

– (53.25,836 NB / 06.06,325 OL WGS84 en

– 53.27,222 NB / 06.04,011 OL WGS84)

– naar een punt midden in het Westgat op de basislijn tussen Ameland en Schiermonnikoog

– (53.28,690 NB / 06.04,568 OL WGS84);

– de basislijn tussen Ameland en Schiermonnikoog;

– de kust van Schiermonnikoog;

– de basislijn tussen Schiermonnikoog en het meest oostelijke punt van de basislijn (bij Rottumeroog)

– tot de Nederlands-Duitse grens;

– de Nederlands-Duitse grens;

– de rechte lijn vanaf een punt haaks op de Nederlands-Duitse grens naar het groene havenlicht van de Eemshaven

– (53.27,744 NB / 06.50,088 OL WGS84);

– de kust van Groningen.

– De havens van Noordpolderzijl, Lauwersoog, Schiermonnikoog;

– de gebieden in een straal van 100 m vanaf de mond van de havens van Noordpolderzijl, Lauwersoog en Schiermonnikoog;

– de gebieden in een straal van 300 m vanaf de lozingspunten van de vuilwaterpersleiding bij Hoogkerk (Groningen).

alle soorten tweekleppige weekdieren exclusief pecten

A

Oostelijke Waddenzee Eems/Dollard

– De rechte lijn vanaf een punt haaks op de Nederlands-Duitse grens naar het groene havenlicht van de Eemshaven;

– (53.27,744 NB / 06.50,088 OL WGS84);

– de Nederlands-Duitse grens;

– de kust van Groningen.

– De haven van Eemshaven;

– het gebied in een straal van 300 m vanaf de mond van de haven van Eemshaven.

alle soorten tweekleppige weekdieren exclusief pecten

A

Grevelingenmeer

– De Grevelingendam;

– de kust van Schouwen Duiveland;

– de Brouwersdam;

– de kust van Goeree Overflakkee.

– De havens van Bruinisse, Aqua Delta, Brouwershaven, Den Osse, Scharendijke, Port Zélande, Ouddorp en Herkingen;

– de gebieden in een straal van 100 m vanaf de mond van de havens van Bruinisse, Aqua Delta, Brouwershaven, Den Osse, Scharendijke, Port Zélande, Ouddorp en Herkingen;

– de gebieden in een straal van 100 m vanaf het gemaal ‘Dreischor’ (bij Dreischor) en vanaf de lozingspunten ‘Kilhaven’ (Kop van Goeree), ‘De Drie Polders’ (bij Herkingen), en 'Battenoord' (bij Battenoord).

alle soorten tweekleppige weekdieren exclusief pecten

A

Veerse Meer

– De Veerse Gatdam;

– de kust van Walcheren;

– de kust van Zuid Beveland;

– de Zandkreekdam en -sluis;

– de kust van Noord Beveland.

– De havens van Kortgene, Wolphaartsdijk, Veere (inclusief jachthaven Oostwatering), Arnemuiden (Oranjeplaat) en Kamperland;

– de gebieden in een straal van 100 m vanaf de mond van de havens van Kortgene, Wolphaartsdijk, Veere (inclusief jachthaven Oostwatering), Arnemuiden (Oranjeplaat) en Kamperland.

alle soorten tweekleppige weekdieren exclusief pecten

A

Oosterschelde Noord

– De rechte lijn van het uiteinde van de Zuidbout

– te Ouwerkerk

(51.36,8460 NB / 3.57,5219 OL WGS84)

naar een punt gelegen tussen de dijkpalen

856 en 857 op de kust van Tholen

(51.35,8153 NB / 4.01,0956 OL WGS84);

– de kust van Schouwen Duiveland;

– de Grevelingendam;

– de Philipsdam;

– de kust van Sint Philipsland;

– de Mosselkreekdam;

– de kust van Tholen.

– De havens van Bruinisse, Sint Philipsland en Sint Annaland;

– de gebieden in een straal van 100 m vanaf de mond van de havens van Bruinisse, Sint Philipsland en Sint Annaland;

– de gebieden in een straal van 100 m vanaf de lozingspunten van de Krammersluizen, het gemaal ‘De Luyster’ (op Sint Philipsland), het gemaal ‘Duiveland’ (bij Ouwerkerk) en de rioolwaterzuiveringsinstallatie ‘Mastgat’ (bij Oosterland);

– verwatergebieden, bedoeld in artikel 3 en artikel 6, eerste lid, onder d, en heruitzettingsgebieden, bedoeld in artikel 4 en artikel 6, eerste lid, onder e.

alle soorten tweekleppige weekdieren exclusief pecten

A

Oosterschelde Midden

– De kust van Schouwen Duiveland;

– de rechte lijn van het uiteinde van de

– Zuidbout te Ouwerkerk

(51 36,8460 NB /3 57,5219 OL WGS84)

naar een punt gelegen tussen de dijkpalen

856 en 857 op de kust van Tholen

(51.35,8153 NB / 4.01,0956 OL WGS84);

– de kust van Tholen;

– de rechte lijn van het sectorlicht van Gorishoek (51.31,5244 NB / 4.04,5969 OL WGS84)

– naar de hoek van de Kijkuit te Yerseke (51.30,2058 NB / 4.03,2184 OL WGS84);

– de kust van Zuid Beveland;

– de Zandkreekdam;

– de kust van Noord Beveland;

– de rechte lijn van het licht op het westelijke havenhoofd van Colijnsplaat

– (51.36,2399 NB / 3.51,0167 OL WGS84),

– naar het licht op het westelijke havenhoofd van Zierikzee

– (51.37,9058 NB / 3.53,3908 OL WGS84).

– De havens van Stavenisse (inclusief het havenkanaal van Stavenisse), Wemeldinge en Kats;

– de gebieden in een straal van 100 m vanaf de mond van de havens van Wemeldinge en Kats;

– de gebieden in een straal van 100 m vanaf de mond van het havenkanaal van Stavenisse en het Kanaal door Zuid-Beveland;

– de gebieden in een straal van 100 m vanaf de lozingspunten van het gemaal ‘De Noord’ (bij Sint Maartensdijk) en het gemaal ‘P.J.J. Dekker’ (bij Wemeldinge);

– Het gebied in een straal van 100 m vanaf de sluis van het havenkanaal naar Goes (Het Sas);

– het gebied in een straal van 50 m van het remmingswerk bij Yerseke (inlaat verswaterpijp) ter hoogte van boei SvI 7

– (51.30,203 NB / 3.03.239 OL WGS84).

alle soorten tweekleppige weekdieren exclusief pecten

A

Oosterschelde West

– De kust van Noord Beveland;

– de rechte lijn van het licht op het westelijke havenhoofd van Colijnsplaat

– (51.36,2399 NB / 3.51,0167 OL WGS84), naar het licht op het westelijke havenhoofd van Zierikzee

– (51.37,9058 NB / 3.53,3908 OL WGS84).

– de kust van Schouwen Duiveland;

– de Oosterscheldekering.

– De havens van Zierikzee (inclusief het havenkanaal van Zierikzee), Colijnsplaat, Sophiahaven (Roompot Marina) en Burghsluis;

– de gebieden in een straal van 100 m vanaf de mond van de havens van Colijnsplaat, Sophiahaven (Roompot Marina) en Burghsluis;

– het gebied in een straal van 100 m vanaf het lozingspunt van het gemaal 'Prommelsluis' (bij Kerkwerve).

alle soorten tweekleppige weekdieren exclusief pecten

A

Oosterschelde Oost

– De rechte lijn van het sectorlicht van Gorishoek (51.31,5244 NB / 4.04,5969 OL WGS84)

– naar de hoek van de Kijkuit te Yerseke (51.30,2058 NB / 4.03,2184 OL WGS84);

– de kust van Zuid Beveland;

– de Oesterdam;

– de kust van Tholen.

– De haven van Yerseke;

– het gebied in een straal van 100 m vanaf de mond van de haven van Yerseke;

– de geul langs de Korringaweg te Yerseke;

– de gebieden in een straal van 100 m vanaf de lozingspunten van het gemaal ‘Loohoek’ (bij Poortvliet) en het gemaal ‘J.A. van de Graaff’ (bij Rilland);

– het gebied in een straal van 50 m van het remmingswerk bij Yerseke (inlaat verswaterpijp) ter hoogte van boei SvI 7

– (51.30,203 NB / 3.03.239 OL WGS84);

– verwatergebieden, bedoeld in artikel 3 en artikel 6, eerste lid, onder d, en heruitzettingsgebieden, bedoeld in artikel 4 en artikel 6, eerste lid, onder e.

alle soorten tweekleppige weekdieren exclusief pecten

A

Verwatergebieden

– De afzonderlijke verwatergebieden zoals aangewezen in bijlage II.

 

mosselen, oesters

A

Westerschelde West

– De lijn gaande van de hoek van Ellewoutsdijk (51.23,1286 NB / 3.48,7594 OL WGS84)

– naar Eendragt (nabij Terneuzen)

– (51.21,4410 NB / 3.54,3244 OL WGS84);

– de kust van Zeeuws Vlaanderen tot aan de Nederlands-Belgische grens (Zwin)

– (51.22,3205 NB / 3.21,7211 OL WGS84);

– de basislijn vanaf deze grens naar het Molenhoofd te Westkapelle

– (51.31,5842 NB / 3.26,0520 OL WGS84);

– de kust van Walcheren en Zuid Beveland.

– De havens van Terneuzen, Braakmanhaven, Breskens, Vlissingen en Vlissingen-Oost (Sloehaven);

– de gebieden in een straal van 300 m vanaf de mond van de havens van Terneuzen, Braakmanhaven, Breskens, Vlissingen en Vlissingen-Oost (Sloehaven);

– het gebied in een straal van 300 m vanaf de mond van het Kanaal Terneuzen-Gent;

– de gebieden in een straal van 100 m vanaf de lozingspunten ‘Otheense Kreek’ (bij Terneuzen), ‘Nummer Een’ (bij Slijkplaat), ‘Nieuwe Sluis’ (ten westen van Breskens), gemaal ‘Cadzand’ (bij Cadzand-Bad), gemaal ‘Zuidersluis’ (bij Ritthem), ‘Borssele’ (bij Borssele), ‘Hellewoud’ (bij Ellewoutsdijk) en de uitwaterende sluis (bij Ellewoutsdijk).

alle soorten tweekleppige weekdieren exclusief pecten

A

Westerschelde Oost

– De kust van Zuid Beveland.

– de rechte lijn van de hoek van Ellewoutsdijk (51.23,1286 NB / 3.48,7594 OL WGS84)

– naar Eendragt (nabij Terneuzen)

– (51.21,4410 NB / 3.54,3244 OL WGS84);

– de kust van Zeeuws Vlaanderen;

– de rechte lijn van oostelijke dam van de vroegere veerhaven Kruiningen

– (51.26,3458 NB / 4.00,7774 OL WGS84)

– naar de oostelijke havendam van de vroegere veerhaven Perkpolder

– (51.24,0396 NB / 4.01,3187 OL WGS84).

– De havens van Perkpolder, Hoedekenskerke, Hansweert en Kruiningen;

– het Kanaal door Zuid-Beveland;

– de gebieden in een straal van 300 m vanaf de mond van de havens van Perkpolder, Hansweert en Kruiningen;

– het gebied in een straal van 300 m vanaf de mond van het Kanaal door Zuid-Beveland;

– het gebied rondom het lozingspunt van het gemaal Campen, omvattende het gedeelte van de Platen van Hulst dat ligt tussen de lijn gaande van de hoek van de Kamperse Dijk, loodrecht op de laagwaterlijn en de daaraan evenwijdige lijn op een afstand van 1 km in noordoostelijke richting;

– het gebied rondom het lozingspunt van het gemaal Maelstede, omvattende de Biezelingsche Ham;

– het gebied in een straal van 100 m vanaf het lozingspunt van de rioolwaterzuivering Willem-Annapolder.

kokkels

A

BIJLAGE II BIJ ARTIKEL 3

Nederlandse verwatergebieden zijn:

– Mastgat 7a, 8 en 12;

– YB 306, 307 en 308;

– SP 3, 4 en 5;

– YB 314;

– SP 8, 9, 10, 11 en 12;

– YB 315 tot en met 319;

– SP 15, 16, 17, 18, 19 en 22 tot en met 43;

– YB 357 en 358;

– YB 172;

– YB 359;

– YB 173;

– YB 360 tot en met 367;

– YB 174;

– YB 408, 409, 410 en 411;

– YB 175;

– YB 412;

– YB 176;

– YB 413;

– YB 177;

– YB 416;

– YB 178;

– YB 417;

– YB 219, 220 en 221;

– YB 464;

– YB 222, 223, 224 en 225;

– YB 465 tot en met 467;

– YB 256;

– YB 715 tot en met 718;

– YB 257;

– YB 765 tot en met 770;

– YB 258;

– YB 815 tot en met 819;

– YB 268 tot en met 270;

 
 

– Oesterputtencomplex 12:

– Oesterputtencomplex 14:

 

– oesterput 100 en 100 A;

 

– oesterput 156;

 

– oesterput 101 en 101 A;

 

– oesterput 157;

 

– oesterput 102 en 102 A;

 

– oesterput 158 en 159;

 

– oesterput 103, 104 en 106;

 

– oesterput 160 en 161;

 

– oesterput 107 en 108;

 

– oesterput 162 tot en met 165;

 

– oesterput 109, 110 en 111;

 

– oesterput 166 A en 166 B;

 

– oesterput 112 en 113;

 

– oesterput 167 en 168;

 

– oesterput 114 en 114 A;

   
 

– oesterput 115 en 115 A;

   
 

– oesterput 116;

   
 

– oesterput 117 tot en met 122;

   
       

– Oesterputtencomplex 13:

– Oesterputtencomplex 14a:

 

– oesterput 130 tot en met 131;

 

– oesterput 169;

 

– oesterput 133 tot en met 137;

 

– oesterput 170;

 

– oesterput 138 en 138 A;

 

– oesterput 171;

 

– oesterput 139 en 139 A;

 

– oesterput 172 tot en met 176;

 

– oesterput 140 en 141;

 

– oesterput 177 en 178;

 

– oesterput 142 tot en met 144;

 

– oesterput 179 en 180;

 

– oesterput 145 en 146;

 

– oesterput 181 en 181 A;

 

– oesterput 147 en 147 A;

 

– oesterput 182 tot en met 186;

 

– oesterput 148, 149, 150, 152;

 

– oesterput 187 en 188;

     

– oesterput 189;

     

– oesterput 190, 191 en 192.

TOELICHTING

I Algemeen

In het Regeerakkoord is opgenomen dat de product- en bedrijfschappen worden opgeheven en dat publieke taken die nu binnen de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (verder: PBO) worden uitgevoerd, zullen worden ondergebracht bij het ministerie van Economische Zaken, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna: NVWA).

Krachtens artikel 22, eerste lid, van de Warenwet kan aan product- en (hoofd)bedrijfschappen de verplichting worden opgelegd of de bevoegdheid worden gegeven om nadere regels vast te stellen of andere besluiten te nemen met betrekking tot een in een algemene maatregel van bestuur op basis van de Warenwet geregeld onderwerp. Van deze mogelijkheid is in enkele algemene maatregelen van bestuur krachtens de Warenwet gebruik gemaakt. Bij het wetsvoorstel in verband met het opheffen van de product- en bedrijfschappen zal worden voorgesteld dat artikel 22 van de Warenwet komt te vervallen. In verband daarmee is artikel 3 van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen aangepast. Op grond van dit artikel heeft het Productschap Vis de Verordening productiegebieden levende tweekleppige weekdieren 2006 vastgesteld ter uitvoering van bijlage II, hoofdstuk II, van Verordening (EG) 854/2004.1 Nu het Productschap Vis met zijn werkzaamheden stopt, vooruitlopend op de opheffing van het Productschap, wordt de Verordening productiegebieden levende tweekleppige weekdieren 2006 overgenomen in een ministeriële regeling. Het Productschap Vis zal de genoemde verordening intrekken.

Tevens wordt in deze regeling voorzien in een wijziging van de Warenwetregeling procedures registratie en erkenning van levensmiddelenbedrijven. Met deze wijziging vervalt de mogelijkheid om aan de registratieverplichting te voldoen door een levensmiddelenbedrijf te registeren bij een product- of (hoofd)bedrijfschap.

Deze ministeriële regeling hoeft niet te worden genotificeerd bij de Europese Commissie, aangezien de Verordening productiegebieden levende tweekleppige weekdieren 2006 is genotificeerd. Er zijn ten opzichte van die regeling geen andere technische voorschriften opgelegd.

Deze regeling is afgestemd met het Productschap Vis.

Administratieve lasten en bedrijfseffecten

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en de burger en heeft ook verder geen bedrijfseffecten.

Inwerkingtreding

Voor inwerkingtreding wordt aangesloten bij de inwerkingtredingdatum van het besluit houdende wijziging van enkele algemene maatregelen van bestuur in verband met het opheffen van de product- en bedrijfschappen en aanpassing van het Warenwetbesluit cosmetische producten 2011 in werking treedt. In dit besluit wordt geregeld dat het Productschap Vis niet langer de bevoegde autoriteit is, bedoeld in bijlage II, hoofdstuk II van verordening (EG) nr. 854/2004. De Minister van VWS wordt aangewezen als de bevoegde autoriteit. Om te zorgen dat de verschillende regels goed op elkaar aansluiten is het noodzakelijk dat het besluit en deze regeling op hetzelfde tijdstip in werking treden.

II Artikelsgewijs

Artikel 2

In de Verordening productiegebieden levende tweekleppige weekdieren 2006 werden de productiegebieden onderverdeeld in compartimenten. Op verzoek van de Europese Commissie zijn de compartimenten zelfstandige productiegebieden geworden. Er wordt in deze regeling dus geen onderscheid meer gemaakt tussen compartimenten en productiegebieden.

Artikel 3

Aangezien de verwatergebieden een speciaal soort productiegebieden zijn, worden deze apart aangewezen in bijlage II. Alleen percelen dan wel gronden die bij eb onder 2 meter NAP en aaneengesloten liggen komen in aanmerking voor erkenning als verwatergebied. Afhankelijk van de natuurlijke situatie is sprake van een beschikbaar areaal aan verwaterpercelen. Alle beschikbare percelen zijn opgenomen in bijlage II. Deze lijst wijzigt alleen als aangewezen percelen een nieuwe bestemming krijgen of de waterstand wijzigt ten gevolge van aanpassing van de doorlaat van de Oosterscheldekering.

Ten aanzien van de gehanteerde nummering in bijlage II geldt dat het hier gaat om een historische nummering. Inmiddels komt de huidige praktijk niet meer overeen met de oorspronkelijke situatie, zodat een aantal nummers niet meer gebruikt wordt of met een andere bestemming gebruikt wordt. Dit geldt zowel voor de oesterputten als voor de mosselpercelen. Ten aanzien van de oesterputten geldt dat met de nummering rekening is gehouden met de tussenliggende insteekhaventjes. Er zijn putten die inmiddels een andere bestemming hebben gekregen en overdekt zijn. Bijvoorbeeld de oesterputten 132 en 151, deze zijn inmiddels in gebruik als overdekt kreeftenbassin. Deze oesterputten zijn dan ook niet aangewezen als verwatergebied voor tweekleppige weekdieren.

In verband met rechtszekerheid en kenbaarheid van deze regeling wordt de historische nummering nog steeds gehanteerd, zodat geen verwarring kan ontstaan over de bedoelde percelen. De historische nummering wordt ook nog gebruikt bij andere publiek- en privaatrechtelijke rechten en verplichtingen.

Artikel 4

Op dit moment zijn er in Nederland geen heruitzettingsgebieden aangewezen. Dit artikel is opgenomen zodat in de toekomst eventueel gemakkelijk kan worden overgegaan tot het aanwijzen en erkennen van heruitzettingsgebieden. Bovendien kunnen er bij tijdelijke maatregel heruitzettingsgebieden worden aangewezen of erkend op grond van artikel 6, eerste lid, onder e.

Artikel 5

In de Verordening productiegebieden levende tweekleppige weekdieren 2006 was opgenomen dat registratiedocumenten verkrijgbaar zijn bij de uitgiftepunten van het Productschap Vis. Deze taak wordt overgenomen door de NVWA. Het model van het registratiedocument wordt vastgesteld door de Hoofdinspecteur van de divisie Consument & veiligheid van de NVWA. Deze documenten worden afgegeven bij de uitgiftepunten van de NVWA, waaronder het kantoor in Yerseke.

Artikel 6, eerste lid

De NVWA is bevoegd om tijdelijke maatregelen te nemen. Deze maatregelen zijn bedoeld om te voorkomen dat tweekleppige weekdieren in de handel worden gebracht die niet aan de gezondheidsnormen voldoen. Tevens is de NVWA bevoegd om tijdelijk productiegebieden, verwatergebieden en heruitzettingsgebieden aan te wijzen of te erkennen. Dit kan ook gaan om gebieden die permanent in de regeling moeten worden opgenomen. Deze kunnen dan tijdens de procedure om de regeling te wijzigen vast tijdelijk worden aangewezen.

De NVWA kan op grond van artikel 6, eerste lid, onder d, tijdelijk de aanwijzing en erkenning van een verwatergebied intrekken of wijzigingen. Dit kan voor de duur van een seizoen zijn, als het perceel in het desbetreffende seizoen niet verhuurd is of niet in gebruik is als verwatergebied. Gedurende deze periode is het perceel dan niet aangewezen als verwatergebied. Het perceel is dan nog wel een productiegebied, aangezien het ook is opgenomen in bijlage I.

De Bemonsteringsplannen sanitaire monitoring die door het Productschap Vis zijn vastgesteld, zullen door de NVWA als beleidsregels voor het nemen van tijdelijke maatregelen worden vastgesteld.

Artikel 6, tweede lid

Met gebruikmaking van artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht wordt hier afgeweken van de bekendmakingsprocedure via de Staatscourant. Wanneer tijdelijke maatregelen worden genomen, is het van groot belang dat zij snel in werking kunnen treden. Bovendien vereist Bijlage II, Hoofdstuk II, onderdeel E, onder b, van Verordening (EG) 854/20042 dat belanghebbende partijen onmiddellijk op de hoogte worden gesteld van wijzigingen met betrekking tot productiegebieden. Daarom is voor deze wijze van bekendmaking gekozen. De bij de NVWA bekende ondernemers en belanghebbenden zullen via e-mail en marifoon (maritieme telefoon) op de hoogte worden gebracht indien er een tijdelijke maatregel wordt getroffen. Daarnaast zullen de tijdelijke maatregelen worden gepubliceerd op de website van de NVWA.

Artikel 7, onderdeel A en B

Op grond van artikel 2 van de Warenwetregeling procedures registratie en erkenning van levensmiddelenbedrijven zijn levensmiddelenbedrijven verplicht zich te registeren bij de NVWA. In artikel 3, eerste lid, van deze regeling wordt op de hoofdregel van artikel 2 een uitzondering gemaakt. Indien levensmiddelenbedrijven zich registreren bij een in die bepaling genoemde organisatie, hoeven zij zich niet bij de NVWA te registreren. Met deze wijziging wordt de uitzonderingspositie van registratie bij het Hoofdbedrijfschap Detailhandel, het Hoofdbedrijfschap Ambachten, het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel Groente en Fruit, het Bedrijfschap Horeca en Catering, de Productschappen Vee, Vlees en Eieren en het Productschap Vis verwijderd. Bedrijven die zich eerder daar moesten registreren, moeten zich nu op basis van artikel 2 bij de NVWA registeren.

Met de wijziging in artikel 2 van de Warenwetregeling procedures en registratie en erkenning van levensmiddelen wordt erin voorzien dat de NVWA over voldoende gegevens beschikt van primaire producenten van levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, levende manteldieren en levenden mariene buikpotigen om te zorgen voor een snelle bekendmaking van de tijdelijke maatregelen bedoeld in artikel 6.

Artikel 7, onderdeel C

De controlewerkzaamheden die werden uitgevoerd door het Controlebureau voor Pluimvee, Eieren en Eiproducten (CPE) zijn overgedragen aan het Centraal Orgaan Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (COKZ). Artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van de Warenwetregeling procedures registratie en erkenning van levensmiddelenbedrijven wordt hierop aangepast.

Artikel 8, eerste lid

De Visserijzone Midden binnen de 12-mijlszone, Oostelijke Waddenzee Eems/Dollard, Westerschelde West en Westerschelde Oost zijn aangewezen als productiegebied. Voor deze gebieden zijn tijdelijke maatregelen van kracht. Deze productiegebieden zijn door het Productschap Vis tijdelijk gesloten wegens het ontbreken van bedrijfsmatige uitoefening van de schelpdiervisserij. Door deze bepaling van overgangsrecht blijft deze tijdelijke maatregel van kracht.

Artikel 8, tweede lid

Alle levensmiddelenbedrijven die zich bij een product- of bedrijfschap hadden geregistreerd op grond van artikel 3, eerste lid, Warenwetregeling procedures registratie en erkenning van levensmiddelenbedrijven hoeven zich na inwerkingtreding van dit besluit niet te registreren bij de NVWA. Deze gegevens zullen door de genoemde product- en bedrijfschappen worden overgedragen aan de NVWA. Wijzigingen in de gegevens zullen wel bij de NVWA moeten worden gemeld op grond van artikel 6, tweede lid, tweede volzin, van Verordening (EG) 852/2004.3

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers.


X Noot
1

Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PbEU 2004, L 139).

X Noot
2

Zie noot 1.

X Noot
3

Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PbEU 2004, L 139).

Naar boven