Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 20 februari 2014, nr. WJZ/13202874, tot wijziging van de Regeling bestrijding maïswortelkever, boktor en kastanjegalwesp in verband met de uitvoering van Uitvoeringsbesluit 2014/62/EU en opheffing van besmet gebied, kerngebied en buffergebied kastanjegalwesp

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op Uitvoeringsbesluit 2014/62/EU van de Commissie van 6 februari 2014 tot intrekking van Beschikking 2003/766/EG tot vaststelling van noodmaatregelen om de verspreiding in de Gemeenschap van Diabrotica virgifera Le Conte te voorkomen (PbEU 2014, L 38) en artikel 17 van het Besluit bestrijding schadelijke organismen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling bestrijding maïswortelkever, boktor en kastanjegalwesp wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel a wordt ‘Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie’ vervangen door: Minister van Economische Zaken.

2. De onderdelen b tot en met g, k, l en o tot en met r vervallen onder verlettering van de onderdelen h, i, j, m en n tot b, c, d, e en f en onder vervanging van de puntkomma door een punt aan het einde van onderdeel f (nieuw).

B

Paragraaf 2 vervalt.

C

Paragraaf 3a vervalt.

D

In artikel 12 wordt ‘Regeling bestrijding maïswortelkever, boktor en kastanjegalwesp’ vervangen door: Regeling bestrijding boktor.

E

Bijlage I vervalt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 20 februari 2014

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

I. TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

Met deze regeling vervallen de voorschriften in de Regeling bestrijding maïswortelkever, boktor en kastanjegalwesp met betrekking tot de bestrijding van Diabrotica vergifera Le Conte (verder: maïswortelkever) en Dryocosmus kuriphilus Yasumatsu (verder: kastanjegalwesp).

1.1. Maïswortelkever

Deze regeling geeft uitvoering aan Uitvoeringsbesluit 2014/62/EU van de Commissie van 6 februari 2014 tot intrekking van Beschikking 2003/766/EG tot vaststelling van noodmaatregelen om de verspreiding in de Gemeenschap van Diabrotica virgifera Le Conte te voorkomen (PbEU 2014, L 38; hierna: uitvoeringsbesluit 2014/62/EU). Dit besluit betreft het vervallen van de beschermende maatregelen tegen de maïswortelkever in de Europese Unie, die bestaat uit gebiedsafbakening en specifieke voorschriften voor de maïsteelt in bepaalde, aangewezen gebieden. Omdat uit een impact assesment in opdracht van de Europese Commissie is gebleken dat de beschermende maatregelen tegen de maïswortelkever onvoldoende effectief zijn vanwege het inmiddels breder voorkomen van de maïswortelkever in Europa, worden deze niet langer noodzakelijk geacht.

1.2. Kastanjegalwesp

Naar aanleiding van een vondst van de kastanjegalwesp en gallen op tamme kastanjebomen in Boskoop zijn in juli 2010 een besmet gebied, een kerngebied en een buffergebied kastanjegalwesp aangewezen middels wijziging van de Regeling bestrijding maiswortelkever en Anoplophora chinensis Forster (Stcrt. 2010, 12320). Deze aanwijzingen waren vereist op grond van artikel 6 van beschikking 2006/464/EG van de Commissie van 27 juni 2006 tot vaststelling van voorlopige noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Dryocosmus kuriphilus Yasumatsu te voorkomen (PbEU 2006, L 183; hierna: beschikking 2006/464/EG).

Het besmet gebied had een straal van 5 meter rond de plek van de vondst, het kerngebied had een straal van 5 kilometer rond het besmette gebied en het buffergebied bevond zich in een straal van 10 kilometer rond het kerngebied. Binnen de afgebakende gebieden gold onder meer een vervoerverbod voor planten of delen van planten van het geslacht Castenea Mill, bestemd voor opplant met uitzondering van vruchten of zaden (verder: planten van tamme kastanje) gedurende een periode van minimaal drie jaar.

De gebiedsafbakening en maatregelen worden met deze regeling opgeheven, omdat de kastanjegalwesp sinds de vondst in 2010 niet meer is aangetroffen. Ingevolge bijlage II, onder 4, van beschikking 2006/464/EU kunnen de afgebakende gebieden worden opgeheven en zijn de maatregelen in de afgebakende gebieden niet langer nodig als de kastanjegalwesp drie jaar lang niet meer in de afgebakende gebieden is aangetroffen.

2. Regeldrukeffecten

De regeldrukeffecten, zoals die in kaart zijn gebracht bij het van kracht werden bij de invoering van deze tijdelijke maatregel, worden met deze regeling teniet gedaan.

2.1. Maïswortelkever

In paragraaf 2 van de Regeling bestrijding maïswortelkever, boktor en kastanjegalwesp waren een aantal specifieke voorschriften voor de maïsteelt neergelegd, die van toepassing zijn in bepaalde, aangewezen gebieden. Deze gebieden moeten in de Staatscourant bekend worden gemaakt. De paragraaf komt met deze regeling te vervallen. Het vervallen van de voorschriften heeft geen gevolgen omdat er op dit moment geen gebieden zijn aangewezen.

2.2. Kastanjegalwesp

In paragraaf 3a van de Regeling bestrijding maïswortelkever, boktor en kastanjegalwesp waren een aantal specifieke voorschriften voor de kastanjegalwesp in bepaalde aangewezen gebieden neergelegd; deze komen met deze regeling te vervallen. Dit heeft gevolgen voor de bedrijven in de afgebakende gebieden van de regio Boskoop die sinds 2010 partijen tamme kastanjes telen. Voor deze bedrijven komt het vervoersverbod voor planten van tamme kastanje te vervallen. Dit leidt in de praktijk tot een grotere handelsflexibiliteit van de bedrijven. Dit aspect valt echter buiten de strikte definitie van administratieve lasten of nalevingkosten.

3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte in de Staatscourant waarin zij wordt gepubliceerd. Er wordt voor de uitvoering in regelgeving van uitvoeringbesluit 2014/62/EU en het gelijktijdig vervallean van de gebiedsafbakening en maatregelen voor de kastanjegalwesp niet aangesloten bij een vast verandermoment, zoals opgenomen in het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). Dat beleid biedt namelijk een afwijkingsmogelijkheid indien nodig voor uitvoering of implementatie van Europese regelgeving.

II. TRANSPONERINGSTABEL

Uitvoeringsbesluit 2014/62/EU

Bepaling ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit

Artikel 1

Artikel I, onderdelen A, onder 2, B en D van deze regeling

Artikel 2

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in regelgeving

Naar boven