De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op Beschikking 2006/464/EG van de Europese Commissie van 27 juni 2006 tot vaststelling van voorlopige noodmaatregelen
om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Dryocosmus kuriphilus Yasumatsu te voorkomen (PbEU L 183);
Gelet op artikel 2 van de Plantenziektenwet en de artikelen 16 en 17 van het Besluit bestrijding schadelijke organismen;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling bestrijding maïswortelkever en Anoplophora chinensis (Forster) wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 1, 2, 3, 5, 5a, 6, 7, 8, 9, 10a en 10b wordt ‘kerngebied’ telkens vervangen door: kerngebied maïswortelkever.
B
In de artikelen 1, 2, 5a, 10a en 10b wordt ‘veiligheidszone’ telkens vervangen door: veiligheidszone maïswortelkever.
C
In artikel 1 worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel n door een puntkomma, vier onderdelen toegevoegd,
luidende:
- o. kastanjegalwesp:
het organisme Dryocosmus kuriphilus Yasumatsu;
- p. besmet gebied kastanjegalwesp:
in de bijlage opgenomen en overeenkomstig bijlage II, onderdeel 1, onder 1, sub a, bij beschikking 2006/464/EG afgebakende
zone;
- q. kerngebied kastanjegalwesp:
in de bijlage opgenomen en overeenkomstig bijlage II, onderdeel 1, onder 1, sub b, bij beschikking 2006/464/EG afgebakende
zone;
- r. buffergebied kastanjegalwesp:
in de bijlage opgenomen en overeenkomstig bijlage II, onderdeel 1, onder 1, sub c, bij beschikking 2006/464/EG afgebakende
zone.
D
Na artikel 11a wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
Paragraaf 3a Kastanjegalwesp
Artikel 11b
Planten of delen van planten van het geslacht Castanea Mill., bestemd voor opplant, met uitzondering van vruchten en zaden,
afkomstig uit een besmet gebied kastanjegalwesp, een kerngebied kastanjegalwesp of een buffergebied kastanjegalwesp worden
niet vervoerd.
E
Artikel 12 komt te luiden:
Artikel 12
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bestrijding maïswortelkever, Anoplophora chinensis (Forster) en kastanjegalwesp.
F
De bijlage wordt vervangen door de bij deze regeling behorende bijlage, onder vervanging van het opschrift door: Bijlage behorende
bij artikel 1, de onderdelen p, q en r.
ARTIKEL II
De Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt na de begripsomschrijving van ‘richtlijn 2004/103/EG’ een begripsomschrijving ingevoegd, luidende:
- beschikking 2006/464/EG:
beschikking 2006/464/EG van de Europese Commissie van 27 juni 2006 tot vaststelling van voorlopige noodmaatregelen om het
binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Dryocosmus kuriphilus Yasumatsu te voorkomen (PbEU L 183);.
B
In artikel 4, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma een onderdeel
toegevoegd, luidende:
g. voor zover het planten of delen van planten van het geslacht Castanea Mill., bestemd voor opplant, met uitzondering van vruchten
en zaden, betreft, voldoen aan artikel 4 van beschikking 2006/464/EG.
C
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na onderdeel c een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. voor zover het planten of delen van planten van het geslacht Castanea Mill., bestemd voor opplant, met uitzondering van vruchten
en zaden, betreft, deze niet zijn aangetast door de Dryocosmus kuriphilus Yasumatsu.
2. In het derde lid wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. voor zover het planten of delen van planten van het geslacht Castanea Mill., bestemd voor opplant, met uitzondering van vruchten
en zaden, betreft, deze zijn aangetast door de Dryocosmus kuriphilus Yasumatsu.
D
Na artikel 12i wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 12j
Onverminderd de artikelen 10, tweede lid, en 12, mogen planten of delen van planten van het geslacht Castanea Mill., bestemd
voor opplant, met uitzondering van vruchten en zaden, afkomstig uit derde landen, slechts in de Gemeenschap worden binnengebracht
indien zij voldoen aan bijlage I, onderdeel 1, bij beschikking 2006/464/EG en indien ze bij binnenkomst in de Gemeenschap
overeenkomstig artikel 13bis, lid 1, van richtlijn nr. 2000/29/EG zijn gecontroleerd op de aanwezigheid van Dryocosmus kuriphilus
Yasumatsu en daarvan vrij zijn bevonden.
ARTIKEL III
In artikel 3 van de Regeling aanwijzing schadelijke organismen 1998 wordt na ‘regeling’ ingevoegd: en het schadelijk organisme
Dryocosmus kuriphilus Yasumatsu.
ARTIKEL IV
Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Inleiding
Met de onderhavige regeling worden de volgende ministeriële regelingen gewijzigd: de Regeling bestrijding maïswortelkever
en Anoplophora chinensis (Forster), de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten en de Regeling aanwijzing schadelijke
organismen 1998.
De wijzigingen houden verband met het aantreffen van Dryocosmus kuriphilus Yasumatsu (verder: kastanjegalwesp) en gallen op
tamme kastanjebomen in Boskoop. Op basis van beschikking 2006/464/EG van de Europese Commissie van 27 juni 2006 tot vaststelling
van voorlopige noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Dryocosmus kuriphilus Yasumatsu
te voorkomen (PbEU L 183) (verder: beschikking 2006/464/EG) moeten gebieden rond de plaats van de vondst worden afgebakend.
De afgebakende gebieden zijn een besmet gebied, een kerngebied en een buffergebied.
Tevens worden de overige bepalingen van de beschikking geïmplementeerd.
Aanwijzing gebied (artikel I)
De gebieden die ingevolge artikel 6 van beschikking 2006/464/EG moeten worden aangewezen, zijn gelegen op en rond het handelsbedrijf
in Boskoop waar de besmetting is aangetroffen. Het betreft ten eerste een besmet gebied. Dit is het gebied waar de aanwezigheid
van het organisme is bevestigd. Het is een gebied met een straal van 5 meter rond de plek van de vondst. Voorts wordt een
kerngebied en een buffergebied aangewezen. Het kerngebied is een gebied met een straal van vijf kilometer rond het besmette
gebied en het buffergebied is een gebied met een straal van 10 kilometer rond het kerngebied. Vanuit en binnen de afgebakende
gebieden mag geen vervoer van planten van het geslacht Castanea Mill. plaatsvinden.
Aangezien de voorschriften inzake de gebiedsaanwijzing en de maatregelen die binnen de gebieden gelden zijn opgenomen in de
Regeling bestrijding maïswortelkever, Anoplophora chinensis (Forster), wordt de citeertitel van deze regeling gewijzigd in:
Regeling bestrijding maïswortelkever, Anoplophora chinensis (Forster) en kastanjegalwesp.
Overige wijzigingen (artikelen II en III)
Ingevolge artikel 3 van beschikking 2006/464/EG moet op een fytocertificaat voor planten van het geslacht Castanea Mill. die
vanuit derde landen in Nederland worden ingevoerd een aanvullende verklaring zijn opgenomen. In het fytocertificaat moet worden
verklaard dat de planten permanent zijn geteeld op een productieplaats gelegen in een land waar het organisme niet voorkomt
of dat de planten permanent zijn geteeld op een productieplaats in een ziektevrij gebied. Tevens moeten de planten bij binnenkomt
worden gecontroleerd op het organisme en daarvan vrij zijn bevonden (zie artikel II, onderdeel D).
Voor het vervoer binnen de Gemeenschap van planten van het geslacht Castanea Mill. geldt op grond van artikel 4 van de beschikking
de eis dat een plantenpaspoort alleen wordt afgegeven als de planten permanent zijn geteeld op een productieplaats gelegen
in een lidstaat waar het organisme niet voorkomt of op een productieplaats gelegen in een ziektevrij gebied (zie artikel II,
onderdelen B en C).
Tot slot moet een ieder die een (vermoedelijke) besmetting met een kastanjegalwesp aantreft, dit melden aan de Plantenziektekundige
Dienst. Deze verplichting vloeit voort uit artikel 5, tweede lid, van beschikking 2006/464/EG (artikel III).
Administratieve lasten
De gevolgen van deze regeling voor de administratieve lasten zijn te verwaarlozen.
Op basis van beschikking 2006/464/EG moet de vermoedelijke aanwezigheid van Dryocosmus kuriphilus Yasumatsu worden gemeld.
Bij een melding kan worden volstaan met een korte telefonische melding (5 minuten). Vondsten van de van Dryocosmus kuriphilus
Yasumatsu zijn tot op heden niet voorgekomen. Het is dan ook de verwachting dat de komende jaren geen dan wel slechts enkele
nieuwe meldingen zullen worden gedaan. De meldplicht levert dan ook geen dan wel een te verwaarlozen administratieve last
op.
Omdat wijzigingen direct voortvloeien uit Europese regelgeving, is een afweging van alternatieven op nationaal niveau niet
aan de orde.
Handhavings- en uitvoeringslasten
Deze regeling kan gevolgen hebben voor de handhavings- en uitvoeringslasten. De uit beschikking 2006/464/EG voortvloeiende
controlekosten met betrekking tot import en vervoer binnen de Gemeenschap zullen op grond van de Regeling tarieven Plantenziektenkundige
Dienst en keuringsdiensten worden doorberekend aan degene die de controle aanvraagt.
Het toezicht op de naleving van het vervoersverbod zal worden uitgevoerd binnen de bestaande capaciteit.
Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Daarmee wordt afgeweken van de LNV-uitgangspunten van vaste verandermomenten voor regelgeving die inhouden dat nieuwe regelingen
slechts op 1 januari of 1 juli ingaan en minimaal drie maanden daaraan voorafgaand publicatie van de nieuwe regels plaatsvindt.
Dit beleid is neergelegd in de brief van de Minister van LNV van 28 april 2008 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer (Kamerstukken
II 2007/08, 29 515 en 31 201, nr. 243).
De reden voor deze afwijking is dat beschikking 2006/464/EG verplicht tot het instellen van de gebieden. Het is daarom noodzakelijk
de Nederlandse regelgeving zo snel mogelijk aan te passen.
ImplementatietabelBeschikking 2006/464 | Nederlandse regelgeving | Beleidsruimte? |
---|
Artikel 1 | Artikel 12j van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten | Nee |
Artikel 2 | Artikel 12j van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten | Nee |
Artikel 3 | Artikel 12j van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten | Nee |
Artikel 4 | Artikelen 4 en 6 van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten | Nee |
Artikel 5, eerste lid Artikel 5, tweede lid Artikel 5, derde lid | Behoeft geen implementatie, feitelijk handelen Artikel 3 Regeling aanwijzing schadelijke organismen 1998 Facultatief: wordt geen gebruik van gemaakt | Nee Nee Ja, geen gebruik van gemaakt |
Artikel 6 | Artikel 11b van de Regeling bestrijding maïswortelkever, Anoplophora chinensis (Forster) en kastanjegalwesp | Nee |
Artikelen 7 en 8 | Behoeven geen implementatie | Nee |
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
overeenkomstig het door de minister genomen besluit:
de Secretaris-Generaal,
A.N. Van der Zande.