Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 december 2014, 2014-0000187843, tot vaststelling van de Regeling uitvoering dubbele kinderbijslag bij intensieve zorg

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikelen 11, tweede lid, en 12, tweede lid, van het Besluit uitvoering kinderbijslag;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

advies:

een op medische gegevens gebaseerd advies als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van het Besluit uitvoering kinderbijslag;

CIZ:

Centrum indicatiestelling zorg;

intensieve zorg;

zorg als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van het Besluit uitvoering kinderbijslag;

SVB:

Sociale verzekeringsbank.

Artikel 2. Vaststelling intensieve zorg

  • 1. De SVB kan vaststellen dat er sprake is van intensieve zorg, indien het advies positief luidt.

  • 2. Het advies luidt positief indien:

    • a. het kind blijkens een geldig indicatiebesluit als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet langdurige zorg is aangewezen op permanent toezicht of op 24 uur per dag zorg in de nabijheid; of

    • b. het kind blijkens de beoordeling van het CIZ intensieve zorg nodig heeft.

Artikel 3. Advisering CIZ

  • 1. De beoordeling, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, komt tot stand aan de hand van de volgende items:

    • a. lichaamshygiëne;

    • b. zindelijkheid;

    • c. eten en drinken;

    • d. mobiliteit;

    • e. medische verzorging;

    • f. gedrag;

    • g. communicatie;

    • h. alleen thuis zijn;

    • i. begeleiding buitenshuis;

    • j. bezig houden, handreikingen.

  • 2. Indien het CIZ oordeelt dat er sprake is van een zware zorgbehoefte op een item, kent het CIZ op dit item een punt toe.

  • 3. Het kind behoeft intensieve zorg als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, indien:

    • a. het 3–5 jaar is en het CIZ minimaal 5 punten toekent;

    • b. het 6–9 jaar is en het CIZ minimaal 4 punten toekent;

    • c. het 10–17 jaar is en het CIZ minimaal 3 punten toekent.

  • 4. In aanvulling op het derde lid kan het CIZ tot een positief advies komen indien het desbetreffende kind een punt toegekend krijgt op het item medische verzorging en er daardoor sprake is van de noodzaak tot permanent toezicht van de ouders.

Artikel 4. Overeenkomst tussen SVB en CIZ

  • 1. De SVB en het CIZ stellen een overeenkomst op betreffende de samenwerking en werkwijze in het kader van de uitvoering van deze regeling.

  • 2. In de in het eerste lid bedoelde overeenkomst wordt ten minste vastgelegd:

    • a. op welke wijze er beleidsinformatie wordt gedeeld;

    • b. op welke wijze de informatievoorziening aan betrokkenen wordt geregeld;

    • c. op welke manier de invulling van de advisering door het CIZ aan de SVB wordt vormgegeven.

Artikel 5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Artikel 6. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling uitvoering dubbele kinderbijslag bij intensieve zorg.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 december 2014

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

TOELICHTING

ALGEMEEN

Deze regeling werkt de bepalingen van het Besluit uitvoering kinderbijslag uit (hierna: BUK) die betrekking hebben op dubbele kinderbijslag bij intensieve zorg.

Ouders kunnen recht hebben op dubbele kinderbijslag als zij thuis hun ernstig gehandicapte kind verzorgen. Het gaat om kinderen met een ziekte van lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of geestelijke aard die intensieve zorg behoeven. De verzorging en oppassing door de ouders is daardoor in ernstige mate zwaarder dan bij gezonde kinderen. Om te bepalen of dit laatste het geval is, wint de Sociale verzekeringsbank (hierna: SVB) advies in bij het Centrum indicatiestelling zorg (hierna: CIZ).

In deze regeling wordt uitgewerkt wanneer het CIZ een positief advies uitbrengt.

Dit is het geval wanneer het kind een indicatie heeft voor 24 uur per dag zorg in de nabijheid van het kind of permanent toezicht op grond van de Wet langdurige zorg (hierna: Wlz) Als het kind geen indicatie heeft, beoordeelt het CIZ het kind met behulp van een beoordelingskader dat het CIZ hiervoor heeft ontwikkeld. In dit kader wordt de zorgbehoefte beoordeeld op twee terreinen: verzorging en oppassing. Onder verzorging vallen de items lichaamshygiëne, zindelijkheid, eten en drinken, mobiliteit en medische verzorging. Onder oppassing vallen de items gedrag, communicatie, alleen thuis kunnen zijn, begeleiding buitenshuis en begeleiding binnenshuis. Op ieder item kan één punt door het CIZ worden toegekend. Er wordt een punt toegekend indien er sprake is van een zware zorgbehoefte op het gebied van dat item.

Zo wordt een punt toegekend op het item ‘eten en drinken’, wanneer het kind aan ten minste één van de volgende criteria voldoet: het krijgt sondevoeding (al dan niet aanvullend op gewoon eten), het moet worden gevoerd vanwege een aandoening/stoornis, het heeft een door een kinderarts/psychiater vastgestelde duurzaam (langer dan een jaar) aanwezige en/of therapieresistente eetstoornis, er is permanent toezicht nodig vanwege aspiratierisico, er noodzaak is tot continue aansporing/begeleiding tijdens de maaltijd in verband met een medisch noodzakelijk afwijkend voedingspatroon of dieet (bijvoorbeeld hoogcalorische intake bij cystic fibrosis of ketogeen dieet bij epilepsie) of in verband met psychiatrische aandoeningen en/of (geobjectiveerde) gedragsproblematiek.

Meer informatie over het beoordelingkader is te vinden op de website van de SVB.

Omdat jonge kinderen in het algemeen meer verzorging nodig hebben dan oudere kinderen, is het minimum aantal punten dat vereist, is wil er sprake zijn van intensieve zorg, afhankelijk van de leeftijd:

  • voor kinderen van 3 tot en met 5 jaar: vijf punten;

  • voor kinderen van 6 tot en met 9 jaar: vier punten;

  • voor kinderen van 10 tot en met 17 jaar: drie punten.

Voor kinderen met een ernstige somatische aandoening – blijkend uit een punt op het item ‘medische verzorging’ – die permanent toezicht van de ouders nodig hebben maar desalniettemin niet aan het vereiste puntenaantal kunnen komen, is geregeld dat die groep ook een positief advies van het CIZ kan krijgen.

De aanvraag voor dubbele kinderbijslag in verband met intensieve zorg wordt gedaan bij de SVB, op grond van artikel 14, eerste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet (hierna: AKW). In het geval van een verzoek tot dubbele kinderbijslag vraagt de SVB vervolgens advies aan het CIZ. Vervolgens geeft het CIZ een advies aan de SVB waarna bij een positief advies de SVB de dubbele kinderbijslag toekent.

De financiering van de kosten die de SVB maakt ten behoeve van deze regeling, worden vergoed door SZW uit het Algemeen Kinderbijslagfonds. De kosten verbonden aan de advisering van het CIZ worden bekostigd via de rijksbijdrage van VWS. SZW betaalt de uitvoeringskosten aan VWS op basis van de begroting van het CIZ.

De SVB en het CIZ hebben aangegeven af te zien van een uitvoeringstoets op deze ministeriële regeling, aangezien de informatie voortkomend uit de uitvoeringstoets op de wijziging van het BUK (Stb. 2014, 556) ook relevant is voor de uitvoering van deze ministeriële regeling. In aanvulling daarop wordt vermeld dat de uitvoeringskosten in 2015 die samenhangen met het vergoeden van de kosten aan de behandelende sector in verband met het opvragen van medische gegevens, maximaal € 100.000 bedragen. Hiervoor is dekking binnen artikel 11 van de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De onderhavige regeling brengt geen wijziging aan in de administratieve lasten ten opzichte van het beeld zoals dit is gepresenteerd in de desbetreffende passage in de toelichting bij de wijziging van het BUK.

ARTIKELSGEWIJS

Artikel 1

In dit artikel zijn enkele voorkomende begrippen opgenomen.

Artikel 2

Dit artikel is een verdere uitwerking van artikel 11, eerste lid, van het BUK. In dit artikel is bepaald wat intensieve zorg inhoudt.

Er is sprake van intensieve zorg in twee gevallen. Indien de aanvrager toestemming heeft gegeven voor het gebruiken van mogelijk al aanwezige informatie bij het CIZ, kan het CIZ op basis van de al aanwezige Wlz-indicatie tot een positief advies komen. Deze indicaties worden vanaf 1 januari 2015 door het CIZ afgegeven als er sprake is van de noodzaak tot ofwel permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid van het kind (zoals bedoeld in artikel 3.2.1, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wlz). Ook kan het CIZ tot een positief advies komen als de beoordeling van het CIZ uitwijst dat het desbetreffende kind intensieve zorg nodig heeft. Daar is sprake van als het kind zodanig ernstig beperkt is in het dagelijks functioneren als gevolg van een ziekte of stoornis van lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of geestelijke aard dat de verzorging en oppassing door de ouders in ernstige mate wordt verzwaard. Hiervoor gebruikt CIZ het beoordelingskader dat voor deze regeling is ontwikkeld. Indien de aanvrager geen toestemming geeft tot het gebruik van de mogelijk al aanwezige Wlz-indicatie, zal het CIZ een advies opstellen aan de hand van het beoordelingskader.

Op basis van het advies zal de SVB een beschikking afgeven aan de aanvrager.

Artikel 3

In dit artikel zijn de items opgenomen op grond waarvan het CIZ tot een advies komt, in het geval er geen indicatiebesluit voorhanden is. Verder is opgenomen hoe er op de items beoordeeld wordt; indien er sprake is van een zware zorgbehoefte zal het CIZ op het desbetreffende item een punt toekennen. Met een zware zorgbehoefte wordt bedoeld dat de zorg die de ouders verlenen aanzienlijk zwaarder is dan de zorg voor een normaal gezond kind van een vergelijkbare leeftijd. Hierop vormen de items a en b (lichaamshygiëne en zindelijkheid) een uitzondering, want ook jonge gezonde kinderen kunnen met een punt beoordeeld worden op die items. Daardoor moeten jonge kinderen meer punten verkrijgen dan oudere kinderen, wil er sprake zijn van intensieve zorg. Dit komt tot uiting in het derde lid. Als het kind met het minimale aantal punten is beoordeeld, is er sprake van intensieve zorg.

In het vierde lid is geregeld dat kinderen met een ernstige somatische aandoening die medische verzorging nodig hebben, waarbij permanent toezicht van de ouders geboden is, maar die desalniettemin niet aan het vereiste puntenaantal komen, ook voor een positief advies van het CIZ in aanmerking kunnen komen. Met permanent toezicht wordt bedoeld het toezicht van de ouder op het eventueel optreden van medische complicaties.

Hoewel een kind in aanmerking komt voor een Wlz-indicatie indien er sprake is van permanent toezicht, zijn er gevallen dat een kind geen Wlz-indicatie verkrijgt. Dit is het geval bij intensieve kindzorg volgens de Zorgverzekeringswet, waardoor een kind geen indicatie verkrijgt voor de Wlz. Ook kan het zijn dat een dergelijk kind niet met het benodigde minimum aantal punten wordt beoordeeld. Voor deze kinderen is deze uitzondering van belang.

Artikel 4

Zowel het CIZ als de SVB hebben aangegeven in onderling overleg een aantal afspraken te willen maken, gericht op een goede uitvoering van deze regeling. Hiervoor is de SVB als uitvoerder primair verantwoordelijk. In artikel 4 is bepaald dat de SVB en het CIZ een overeenkomst opstellen, waarin ten minste een aantal punten worden geregeld.

Hierbij kan gedacht worden aan het vormgeven van het bezwaar- en beroepsproces, de omgang met wettelijke termijnen en het uitwisselen van beleidsinformatie.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015. De langdurige zorg wordt op dat tijdstip met de Wet langdurige zorg hervormt, waardoor wijzigingen plaatsvinden met betrekking tot het verkrijgen van een geldig indicatiebesluit. Deze regeling sluit op deze wijziging aan.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven