TOELICHTING
ALGEMEEN
Deze regeling werkt de bepalingen van het Besluit uitvoering kinderbijslag uit (hierna:
BUK) die betrekking hebben op dubbele kinderbijslag bij intensieve zorg.
Ouders kunnen recht hebben op dubbele kinderbijslag als zij thuis hun ernstig gehandicapte
kind verzorgen. Het gaat om kinderen met een ziekte van lichamelijke, verstandelijke,
zintuiglijke of geestelijke aard die intensieve zorg behoeven. De verzorging en oppassing
door de ouders is daardoor in ernstige mate zwaarder dan bij gezonde kinderen. Om
te bepalen of dit laatste het geval is, wint de Sociale verzekeringsbank (hierna:
SVB) advies in bij het Centrum indicatiestelling zorg (hierna: CIZ).
In deze regeling wordt uitgewerkt wanneer het CIZ een positief advies uitbrengt.
Dit is het geval wanneer het kind een indicatie heeft voor 24 uur per dag zorg in
de nabijheid van het kind of permanent toezicht op grond van de Wet langdurige zorg
(hierna: Wlz) Als het kind geen indicatie heeft, beoordeelt het CIZ het kind met behulp
van een beoordelingskader dat het CIZ hiervoor heeft ontwikkeld. In dit kader wordt
de zorgbehoefte beoordeeld op twee terreinen: verzorging en oppassing. Onder verzorging
vallen de items lichaamshygiëne, zindelijkheid, eten en drinken, mobiliteit en medische
verzorging. Onder oppassing vallen de items gedrag, communicatie, alleen thuis kunnen
zijn, begeleiding buitenshuis en begeleiding binnenshuis. Op ieder item kan één punt
door het CIZ worden toegekend. Er wordt een punt toegekend indien er sprake is van
een zware zorgbehoefte op het gebied van dat item.
Zo wordt een punt toegekend op het item ‘eten en drinken’, wanneer het kind aan ten
minste één van de volgende criteria voldoet: het krijgt sondevoeding (al dan niet
aanvullend op gewoon eten), het moet worden gevoerd vanwege een aandoening/stoornis,
het heeft een door een kinderarts/psychiater vastgestelde duurzaam (langer dan een
jaar) aanwezige en/of therapieresistente eetstoornis, er is permanent toezicht nodig
vanwege aspiratierisico, er noodzaak is tot continue aansporing/begeleiding tijdens
de maaltijd in verband met een medisch noodzakelijk afwijkend voedingspatroon of dieet
(bijvoorbeeld hoogcalorische intake bij cystic fibrosis of ketogeen dieet bij epilepsie)
of in verband met psychiatrische aandoeningen en/of (geobjectiveerde) gedragsproblematiek.
Meer informatie over het beoordelingkader is te vinden op de website van de SVB.
Omdat jonge kinderen in het algemeen meer verzorging nodig hebben dan oudere kinderen,
is het minimum aantal punten dat vereist, is wil er sprake zijn van intensieve zorg,
afhankelijk van de leeftijd:
-
• voor kinderen van 3 tot en met 5 jaar: vijf punten;
-
• voor kinderen van 6 tot en met 9 jaar: vier punten;
-
• voor kinderen van 10 tot en met 17 jaar: drie punten.
Voor kinderen met een ernstige somatische aandoening – blijkend uit een punt op het
item ‘medische verzorging’ – die permanent toezicht van de ouders nodig hebben maar
desalniettemin niet aan het vereiste puntenaantal kunnen komen, is geregeld dat die
groep ook een positief advies van het CIZ kan krijgen.
De aanvraag voor dubbele kinderbijslag in verband met intensieve zorg wordt gedaan
bij de SVB, op grond van artikel 14, eerste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet
(hierna: AKW). In het geval van een verzoek tot dubbele kinderbijslag vraagt de SVB
vervolgens advies aan het CIZ. Vervolgens geeft het CIZ een advies aan de SVB waarna
bij een positief advies de SVB de dubbele kinderbijslag toekent.
De financiering van de kosten die de SVB maakt ten behoeve van deze regeling, worden
vergoed door SZW uit het Algemeen Kinderbijslagfonds. De kosten verbonden aan de advisering
van het CIZ worden bekostigd via de rijksbijdrage van VWS. SZW betaalt de uitvoeringskosten
aan VWS op basis van de begroting van het CIZ.
De SVB en het CIZ hebben aangegeven af te zien van een uitvoeringstoets op deze ministeriële
regeling, aangezien de informatie voortkomend uit de uitvoeringstoets op de wijziging
van het BUK (Stb. 2014, 556) ook relevant is voor de uitvoering van deze ministeriële regeling. In aanvulling
daarop wordt vermeld dat de uitvoeringskosten in 2015 die samenhangen met het vergoeden
van de kosten aan de behandelende sector in verband met het opvragen van medische
gegevens, maximaal € 100.000 bedragen. Hiervoor is dekking binnen artikel 11 van de
begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De onderhavige regeling brengt geen wijziging aan in de administratieve lasten ten
opzichte van het beeld zoals dit is gepresenteerd in de desbetreffende passage in
de toelichting bij de wijziging van het BUK.
ARTIKELSGEWIJS
Artikel 1
In dit artikel zijn enkele voorkomende begrippen opgenomen.
Artikel 2
Dit artikel is een verdere uitwerking van artikel 11, eerste lid, van het BUK. In
dit artikel is bepaald wat intensieve zorg inhoudt.
Er is sprake van intensieve zorg in twee gevallen. Indien de aanvrager toestemming
heeft gegeven voor het gebruiken van mogelijk al aanwezige informatie bij het CIZ,
kan het CIZ op basis van de al aanwezige Wlz-indicatie tot een positief advies komen.
Deze indicaties worden vanaf 1 januari 2015 door het CIZ afgegeven als er sprake is
van de noodzaak tot ofwel permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid
van het kind (zoals bedoeld in artikel 3.2.1, eerste lid, onderdelen a en b, van de
Wlz). Ook kan het CIZ tot een positief advies komen als de beoordeling van het CIZ
uitwijst dat het desbetreffende kind intensieve zorg nodig heeft. Daar is sprake van
als het kind zodanig ernstig beperkt is in het dagelijks functioneren als gevolg van
een ziekte of stoornis van lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of geestelijke
aard dat de verzorging en oppassing door de ouders in ernstige mate wordt verzwaard.
Hiervoor gebruikt CIZ het beoordelingskader dat voor deze regeling is ontwikkeld.
Indien de aanvrager geen toestemming geeft tot het gebruik van de mogelijk al aanwezige
Wlz-indicatie, zal het CIZ een advies opstellen aan de hand van het beoordelingskader.
Op basis van het advies zal de SVB een beschikking afgeven aan de aanvrager.
Artikel 3
In dit artikel zijn de items opgenomen op grond waarvan het CIZ tot een advies komt,
in het geval er geen indicatiebesluit voorhanden is. Verder is opgenomen hoe er op
de items beoordeeld wordt; indien er sprake is van een zware zorgbehoefte zal het
CIZ op het desbetreffende item een punt toekennen. Met een zware zorgbehoefte wordt
bedoeld dat de zorg die de ouders verlenen aanzienlijk zwaarder is dan de zorg voor
een normaal gezond kind van een vergelijkbare leeftijd. Hierop vormen de items a en
b (lichaamshygiëne en zindelijkheid) een uitzondering, want ook jonge gezonde kinderen
kunnen met een punt beoordeeld worden op die items. Daardoor moeten jonge kinderen
meer punten verkrijgen dan oudere kinderen, wil er sprake zijn van intensieve zorg.
Dit komt tot uiting in het derde lid. Als het kind met het minimale aantal punten
is beoordeeld, is er sprake van intensieve zorg.
In het vierde lid is geregeld dat kinderen met een ernstige somatische aandoening
die medische verzorging nodig hebben, waarbij permanent toezicht van de ouders geboden
is, maar die desalniettemin niet aan het vereiste puntenaantal komen, ook voor een
positief advies van het CIZ in aanmerking kunnen komen. Met permanent toezicht wordt
bedoeld het toezicht van de ouder op het eventueel optreden van medische complicaties.
Hoewel een kind in aanmerking komt voor een Wlz-indicatie indien er sprake is van
permanent toezicht, zijn er gevallen dat een kind geen Wlz-indicatie verkrijgt. Dit
is het geval bij intensieve kindzorg volgens de Zorgverzekeringswet, waardoor een
kind geen indicatie verkrijgt voor de Wlz. Ook kan het zijn dat een dergelijk kind
niet met het benodigde minimum aantal punten wordt beoordeeld. Voor deze kinderen
is deze uitzondering van belang.
Artikel 4
Zowel het CIZ als de SVB hebben aangegeven in onderling overleg een aantal afspraken
te willen maken, gericht op een goede uitvoering van deze regeling. Hiervoor is de
SVB als uitvoerder primair verantwoordelijk. In artikel 4 is bepaald dat de SVB en
het CIZ een overeenkomst opstellen, waarin ten minste een aantal punten worden geregeld.
Hierbij kan gedacht worden aan het vormgeven van het bezwaar- en beroepsproces, de
omgang met wettelijke termijnen en het uitwisselen van beleidsinformatie.
Artikel 5
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015. De langdurige zorg wordt op dat tijdstip
met de Wet langdurige zorg hervormt, waardoor wijzigingen plaatsvinden met betrekking
tot het verkrijgen van een geldig indicatiebesluit. Deze regeling sluit op deze wijziging
aan.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher